View Full Version : uitdaging
pielewuiter
11 maart 2004, 13:02
meermaals op tv heb je verklaard dat je geen uitdaging uit de weg gaat
de vld speelt op een onmenselijke manier met de kleine man zijn inkomen , en soms vraag ik mij af of er wel één politieker is die kan tellen bij de vld .
volgens mij kan geen enkele senator of volksvertegenwoordiger tegenwoordig nog tellen , ik ben een ongeschoolde werkloze die op zijn 14 jaar de laatste van het beroeps in de klas was ben zelfs op leercontract gestuurd omdat ik "wat men zegt" te lomp was om te helpen donderen .
ik daag u uit in een rekenduel ;
dat zelfs ik met een te verwaarloze iq nog beter kan tellen dan een eender wie van de vld incluis jij .
als ik verlies , kom ik speciaal voor u één week-end door jou te kiezen , verkiezingsfolders in de bus steken voor jou , eender waar
in de onmogelijkheid dat ik toch win mag ik je eens vierkant uitlachen !!!
wie heeft een voorstel en wilt het duel organiseren zodat valsspelen is uitgesloten ?
1handclapping
11 maart 2004, 14:01
Ziehier beste pielewuiter een vraagstuk
3 vrienden gaan naar een pas geopend restaurant en eten elk een dagschotel van 10 Euro - zij geven aan de kelner dan ook 30 Euro.
De kelner overhandigd de 30 Euro aan zijn baas die bedenkt dat
het zijn eerste 3 klanten zijn en hij dus een kleine geste zal doen
om wat klanten te werven. Hij geeft de Kelner 3 stukken van 1 euro
en 1 stuk van 2 Euro met de vraag dit geld aan zijn 3 klanten terug te geven omdat ze de eerste klanten in zijn nieuwe zaak zijn. De kelner
vindt dit moeilijk, 5 Euro zijn moeilijk in 3 te delen, bovendien heeft hij nog geen fooi gekregen : dus geeft hij de klanten elk 1 Euro terug.
Aha ! Zeggen onze vrienden wij hebben nu elk 9 euro betaalt
9 x 3 = 27 Euro
De kelner hield 2 Euro voor zich ( 5 - 3)
27 + 2 = 29 Euro
Waar is de 30ste Euro gebleven ?
Veel geluk met het vinden van het juiste antwoord !
pielewuiter
11 maart 2004, 14:56
Ziehier beste pielewuiter een vraagstuk
3 vrienden gaan naar een pas geopend restaurant en eten elk een dagschotel van 10 Euro - zij geven aan de kelner dan ook 30 Euro.
De kelner overhandigd de 30 Euro aan zijn baas die bedenkt dat
het zijn eerste 3 klanten zijn en hij dus een kleine geste zal doen
om wat klanten te werven. Hij geeft de Kelner 3 stukken van 1 euro
en 1 stuk van 2 Euro met de vraag dit geld aan zijn 3 klanten terug te geven omdat ze de eerste klanten in zijn nieuwe zaak zijn. De kelner
vindt dit moeilijk, 5 Euro zijn moeilijk in 3 te delen, bovendien heeft hij nog geen fooi gekregen : dus geeft hij de klanten elk 1 Euro terug.
Aha ! Zeggen onze vrienden wij hebben nu elk 9 euro betaalt
9 x 3 = 27 Euro
De kelner hield 2 Euro voor zich ( 5 - 3)
27 + 2 = 29 Euro
Waar is de 30ste Euro gebleven ?
Veel geluk met het vinden van het juiste antwoord !
heb je geen moeilijkere vraagstukken ?
het etentje kost 25 - 5 euro = 25 euro
de fooi = 2 euro
de teruggave bedraagt 3 x 1 = 3 euro
25 + 2 + 3 = 30 euro
wat u doet is verwarring zaaien in het laatste gedeeltje van je verhaaltje
u telt de 2 euro fooi 2 keer en verzwijgt de 3 x 1euro teruggave
u zegt 27 + 2 = 29
terwijl die 27euro reeds de 2 euro fooi bevat
25 euro voor het eten en 2 euro fooi = 27 euro en daar telt u nog eens 2 euro fooi bij ipv de 3 x 1 euro teruggave !
---------------------------------------------
hier is er eentje voor jou
------------------------------
deze vraag vond ik enkele jaren geleden op het net ,
als u dus gaat zoeken ga je de oplossing vinden rara van wie ?
maar probeer zelf eens eerst !!!
Nu we toch bezig zijn met puzzels over som en produkt, kan deze ook
nog wel weer een keertje. De vorige keer was er niemand die tot het
juiste antwoord wist te komen, kan ik mij herinneren. Misschien deze
keer wel?
"Ze zijn niet thuis," zegt de buurman die in de tuin staat te werken,
"maar misschien kan ik de heren van dienst zijn?"
"Wij zijn enqueteurs," zegt A en hij stelt zichzelf en collega B aan
de buurman voor.
"Wij willen graag weten hoeveel mensen hier doorgaans wonen," zegt B.
"Ze zijn met z'n drieen," zegt de buurman.
"Misschien kent u ook de leeftijden?" vraagt A.
"Jazeker, het produkt van de leeftijden is 900," luidt het antwoord.
"Oh, maar dan weet ik niet hoe oud ze zijn," zegt A.
"Ik weet het ook niet," zegt B.
"Dan zal ik aan A de som van de leeftijden verklappen," klinkt het, en
de buurman fluistert A de som van de leeftijden in het oor.
"Sorry," zegt A even later, "maar nu weet ik het nog steeds niet."
"Ik uiteraard ook niet," zegt B.
"Goed dan," zegt de buurman, "ik zal B een van de leeftijden
verklappen!" - en hij fluistert B de leeftijd van een van de jongsten
in het oor.
Nu zegt B: "Ik weet het nog steeds niet."
A weet het ook niet.
Daarop zegt de buurman: "Ik heb B niet de leeftijd van de oudste in
het oor gefluisterd."
A zegt: "Ik weet ook nu nog steeds de leeftijden niet."
B zegt: "Ik weet ze ook nu nog steeds niet."
A zegt: "Ik weet het echt nog niet."
Daarop zegt B: "Maar dan weet ik het wel!"
Om welke leeftijden gaat het?
Herman Desmedt ©HD
11 maart 2004, 19:50
uitdaging
Ik ga hier geen reeks puzzels beginnen, dat is voor een andere forumrubriek (koetjes en kalfjes). Maar "pielewuiter" kijk eens in je persoonlijke inbox en stuur me dezelfde weg een bericht "juist" of "niet".
De andere forumgangers laat ik het plezier van verder te puzzelen.
pielewuiter
11 maart 2004, 21:41
uitdaging
Ik ga hier geen reeks puzzels beginnen, dat is voor een andere forumrubriek (koetjes en kalfjes). Maar "pielewuiter" kijk eens in je persoonlijke inbox en stuur me dezelfde weg een bericht "juist" of "niet".
De andere forumgangers laat ik het plezier van verder te puzzelen.
het is eigenlijk een beetje off topic ;
maar u bent ne straffen
u bent de eerste die ik tegenkom die de vraag oplost
proficiat
u zou dedecker kunnen vertegwoordigen hé !
er waren toen 2 van die vragen ,
dus geef ik je de tweede ook .
De puzzel 'leeftijden afleiden' van Michael Sterk herinnert mij aan een
opgave die volgens mij eind jaren '60 in het toenmalige tijdschrift
Pythagoras stond: Iemand geeft Piet een briefje met het produkt van twee
natuurlijke getallen onder de honderd. Aan Siem geeft hij een briefje met de
som van beide getallen, en vraagt dan: "Jullie mogen elkaar niet vertellen
wat er op je briefje staat. Wat zijn de getallen waarvan Piet het produkt
heeft, en Siem de som?". De een zegt "Ik weet het niet". Dan zegt de ander
"Dat wist ik al". Waarop de eerste zegt "Nou, dan weet ik het!", en
vervolgens de ander: "Ja, dan weet ik het ook!".
Nu is de puzzel: Wat waren de getallen, en welke uitspraken werden er door
Piet resp. Siem gedaan?
Herman Desmedt ©HD
11 maart 2004, 23:20
...
Iemand geeft Piet een briefje met het produkt van twee
natuurlijke getallen onder de honderd. Aan Siem geeft hij een briefje met de
som van beide getallen, en vraagt dan: "Jullie mogen elkaar niet vertellen
wat er op je briefje staat. Wat zijn de getallen waarvan Piet het produkt
heeft, en Siem de som?". De een zegt "Ik weet het niet". Dan zegt de ander
"Dat wist ik al". Waarop de eerste zegt "Nou, dan weet ik het!", en
vervolgens de ander: "Ja, dan weet ik het ook!".
Nu is de puzzel: Wat waren de getallen, en welke uitspraken werden er door
Piet resp. Siem gedaan?
Ik veronderstel dat beiden eerst een uitspraak deden voordat de andere antwoord met “ik weet het niet” en met “dat wist ik al” want anders is dat helemaal niet op te lossen.
De vraag is: wat kan de tweede al op voorhand weten ? & Wat kan de eerste niet zomaar weten, maar door het feit het niet te weten de andere een hint geeft. ?
Daar moet ik wel wat meer over nadenken. Ik laat je het wel weten.
Posten we dat bij "koetjes en kalfjes" : "Denkpuzzels" ? ik heb er ook een paar redelijk goede.
Herman Desmedt ©HD
11 maart 2004, 23:52
De puzzels zijn verplaatst naar de "koetjes en kalfjes" weide onder de rubriek DENK-puzzels.
Gelieve daar te antwoorden.
(en ik denk dat ik intussen door heb hoe ik die laatste moet oplossen.)
vBulletin® v3.6.8, Copyright ©2000-2024, Jelsoft Enterprises Ltd.