thePiano
4 januari 2003, 13:08
Wat willen jullie dan in plaats van een knuffelbeleid? Een deportatiebeleid?
In de eerste plaats zouden de beleidsmakers een ontmoedigingsbeleid moeten uitwerken,
Dat ontmoedigingsbeleid bestaat al verschillende jaren en wordt alsmaar scherper aangedraaid, maar blijkbaar is die info jou (willens wetens?) ontgaan.
Eind 1999 besliste de minister van Maatschappelijke Integratie Johan Vande Lanotte om de dienstverlening van de OCMW’s te heroriënteren van financiële hulp naar materiële opvang van asielzoekers, m.a.w. : soep en dekens en wat zakgeld.
Die regeling werd effectief van kracht sinds 3 januari 2001 en sindsdien krijgt geen enkele nieuwkomer nog financiële steun maar enkel nog materiële steun en dat in de open opvangcentra of via de lokale opvanginitiatieven.
De materiële opvang wordt georganiseerd door de OCMW’s binnen zgn.’ Lokale Opvanginitiatieven’. De opstart en coördinatie van deze opvanginitiatieven wordt begeleid door de Cel Tweedelijnsopvang. Begin 2002 waren er reeds 5.246 plaatsen in verschillende gemeenten gecreëerd.
De opvangcentra hebben een ruime bed-bad-brood-opdracht en zorgen eveneens voor de essentiële sociale en medische begeleiding. Ze verlenen in geen geval financiële steun aan asielzoekers die verkiezen om niet in het toegewezen opvangcentrum te verbijven.
De OCMW’s worden aangemoedigd (ze krijgen daarvoor 28,25 € per dag per asielzoeker) om de asielzoeker materiële steun (woning, kleding en voeding) te geven i.p.v financiële (de lokale opvanginitiatieven).
Ook werden er vele nieuwe opvangcentra bijgemaakt die zorgen voor de spreiding van de asielzoekers en om hun opvang (geen geld maar bed-bad-brood) mogelijk te maken.
Bovenop de verhoging van het aantal opvangplaatsen werd zowel door de Dienst Vreemdelingzaken als het Commissariaat-generaal het Lifo (last in, first out) principe toegepast. Asielaanvragen die dateren van na 1 januari 2001 krijgen prioriteit op de oude dossiers van asielaanvragen van voor die datum.
Opdat de centra niet weer binnen de korste keren zouden vollopen werd er gewerkt aan een versnelling van de asielprocedure. Het ontvankelijkheidsonderzoek (dienst Vreemdelingenzaken en Commisariaat-generaal) wordt afgehandeld binnen de zes weken waar dat voordien verschillende maanden of soms zelfs jaren duurde.
Asielzoekers die door de Dienst Vreemdelingenzaken en het Commissariaat-Generaal zijn afgewezen, kunnen als laatste redmiddel nog een beroep indien bij de Raad van State. Dat beroep is niet
opschortend, wat betekent dat de asielzoeker toch uitgewezen kan worden. Wel heeft de persoon in kwestie het recht om in een open centrum te blijven, waar hij of zij aanspraak kan maken op materiële hulp.
Door het feit dat een beroep bij de Raad van State maanden kan aanslepen stelde er zich na verloop van tijd meer en meer een probleem van doorstroming uit de centra. Begin januari 2002 zaten er 1.593 mensen in de open centra die een beroep hadden aangetekend bij de Raad van State.
Tenslotte besliste de minister van Maatschappelijk Integratie Johan Vande Lanotte op 12 november 2001 om alle asielzoekers die een beroep aantekenen bij de Raad van State onder te brengen in 3 open centra: Kapellen, Bevingen en Florennes.
Een en ander heeft inderdaad tot een spectaculaire daling geleid (zie grafiek) bij het aantal asielzoekers dat nog een aanvraag indiende.
http://www.petitchateau.be/nl/belgie/aanvra8.gif
Aantal asielaanvragen per jaar in België - Periode 1981 t/m november 2002
http://www.petitchateau.be/nl/belgie/prjaar31.gif
Aantal asielaanvragen uit Georgië per jaar in België - Periode 1988 t/m augustus 2002
bron: http://www.petitchateau.be/kasteelhome.htm
In de eerste plaats zouden de beleidsmakers een ontmoedigingsbeleid moeten uitwerken,
Dat ontmoedigingsbeleid bestaat al verschillende jaren en wordt alsmaar scherper aangedraaid, maar blijkbaar is die info jou (willens wetens?) ontgaan.
Eind 1999 besliste de minister van Maatschappelijke Integratie Johan Vande Lanotte om de dienstverlening van de OCMW’s te heroriënteren van financiële hulp naar materiële opvang van asielzoekers, m.a.w. : soep en dekens en wat zakgeld.
Die regeling werd effectief van kracht sinds 3 januari 2001 en sindsdien krijgt geen enkele nieuwkomer nog financiële steun maar enkel nog materiële steun en dat in de open opvangcentra of via de lokale opvanginitiatieven.
De materiële opvang wordt georganiseerd door de OCMW’s binnen zgn.’ Lokale Opvanginitiatieven’. De opstart en coördinatie van deze opvanginitiatieven wordt begeleid door de Cel Tweedelijnsopvang. Begin 2002 waren er reeds 5.246 plaatsen in verschillende gemeenten gecreëerd.
De opvangcentra hebben een ruime bed-bad-brood-opdracht en zorgen eveneens voor de essentiële sociale en medische begeleiding. Ze verlenen in geen geval financiële steun aan asielzoekers die verkiezen om niet in het toegewezen opvangcentrum te verbijven.
De OCMW’s worden aangemoedigd (ze krijgen daarvoor 28,25 € per dag per asielzoeker) om de asielzoeker materiële steun (woning, kleding en voeding) te geven i.p.v financiële (de lokale opvanginitiatieven).
Ook werden er vele nieuwe opvangcentra bijgemaakt die zorgen voor de spreiding van de asielzoekers en om hun opvang (geen geld maar bed-bad-brood) mogelijk te maken.
Bovenop de verhoging van het aantal opvangplaatsen werd zowel door de Dienst Vreemdelingzaken als het Commissariaat-generaal het Lifo (last in, first out) principe toegepast. Asielaanvragen die dateren van na 1 januari 2001 krijgen prioriteit op de oude dossiers van asielaanvragen van voor die datum.
Opdat de centra niet weer binnen de korste keren zouden vollopen werd er gewerkt aan een versnelling van de asielprocedure. Het ontvankelijkheidsonderzoek (dienst Vreemdelingenzaken en Commisariaat-generaal) wordt afgehandeld binnen de zes weken waar dat voordien verschillende maanden of soms zelfs jaren duurde.
Asielzoekers die door de Dienst Vreemdelingenzaken en het Commissariaat-Generaal zijn afgewezen, kunnen als laatste redmiddel nog een beroep indien bij de Raad van State. Dat beroep is niet
opschortend, wat betekent dat de asielzoeker toch uitgewezen kan worden. Wel heeft de persoon in kwestie het recht om in een open centrum te blijven, waar hij of zij aanspraak kan maken op materiële hulp.
Door het feit dat een beroep bij de Raad van State maanden kan aanslepen stelde er zich na verloop van tijd meer en meer een probleem van doorstroming uit de centra. Begin januari 2002 zaten er 1.593 mensen in de open centra die een beroep hadden aangetekend bij de Raad van State.
Tenslotte besliste de minister van Maatschappelijk Integratie Johan Vande Lanotte op 12 november 2001 om alle asielzoekers die een beroep aantekenen bij de Raad van State onder te brengen in 3 open centra: Kapellen, Bevingen en Florennes.
Een en ander heeft inderdaad tot een spectaculaire daling geleid (zie grafiek) bij het aantal asielzoekers dat nog een aanvraag indiende.
http://www.petitchateau.be/nl/belgie/aanvra8.gif
Aantal asielaanvragen per jaar in België - Periode 1981 t/m november 2002
http://www.petitchateau.be/nl/belgie/prjaar31.gif
Aantal asielaanvragen uit Georgië per jaar in België - Periode 1988 t/m augustus 2002
bron: http://www.petitchateau.be/kasteelhome.htm