Kevin Devos
11 augustus 2002, 21:29
De 'Founding Fathers' van de CVP hadden met het kerstprogramma een plek uitgekozen die nogal gesmaakt werd door de kiezer. We schrijven het jaartal 1946. Er waren toen twee breuklijnen. Een eerste is was de socio-economische breuklijn, de tweede is een waarden breuklijn. Ik ga deze nu kort even verduidelijken:
De Socio-economische breuklijn
Hierbij is de cruciale vraag over hoe de rijkdom, de goederen in de maatschappij worden verdeeld. De partijen die er voor pleiten dat de staat méér tussenkomt in de verdeling van de goederen, vindt me links van het centrum. De partijen die vinden dat de staat minder zou moeten tussenkomen, vindt men rechts van het centrum. Een klassieke links-rechts as op socio-economisch gebied.
De waarden breuklijn
Hierbij gaat de cruciale vraag over welke waarden bepalend zijn voor de maatschappij waarin mensen leven. De partijen die er voor pleiten dat de gemeenschap meer tussenkomt bij het bepalen van die waarden, vindt men ten noorden van het centrum. De partijen die vinden dat de gemeenschap een minder grote rol te spelen heeft bij het bepalen van die waarden, vindt men ten zuiden van het centrum terug. Met iets minder nuancering dan gebruikelijk binnen de CVP-middens kan men stellen dat deze partijen de wetten van de vrije markt uitbreiden naar de persoonlijke levenssfeer. Net na de oorlog en in mindere mate vandaag, valt deze breuklijn samen met de tegenstelling tussen katholieken en vrijzinnigen.
De klassieke derde as die de partijen in België communautair positioneert wordt hier buiten beschouwing gelaten omdat we ons in 1946 situeren. In die tijd was de heropbouw van België voor de Belgen belangerijk dan het strijden voor Vlaanderen onafhankelijk. Dat was ook te zien aan het sterke dalen van de partij van wijlen Staf Declerq na de oorlog.
Op dit speelbeld domineert de in december 1945 opgerichte CVP alle eerste na-oorlogse verkiezingen in Vlaanderen. Bij de eerste verkiezingen op 17 februari 1946, enkele weken na de uitgave van het vel besproken 'Kerstprogramma' behaalt zij nationaal 42% van de stemmen. In Vlaanderen haalde zij zelfs vlotjes absolute meerderheden met een uitschieter voor Limburg: 74,1%. De partij voelt zich als een vis in het water in de ganse bovenkant van het politieke veld wat goed is voor meer dan 50% van de kiezers. De CVP is een echte volkspartij. Ze groepeert mensen die vinden dat het goed is dat de gemeenschap tussenkomt in de waarden die bepalend zijn voor de maatschappij waarin men leeft. De 'C' van de CVP, die hier al ter discussie stond, is het bindteken. In de verkiezingscampagnes gaat het vereenvoudigd over de 'katholieken tegen de rest'. Op socio-economisch vlak is er ruimte binnen de CVP voor mensen die meer staat willen, maar evenzeer voor mensen die meer markt willen. De CVP slaat haar vleugels uit en weet precies wat haar identiteit is.
Het belang van sterk geprofileerde politieke tegenpolen
De CVP neemt zeer duidelijk afstand van wat we nu 'extremistische' partijen zouden noemen en vindt er gemakkelijk de tegengestelde polen die vaak nodig zijn om zelf duidelijk gepositioneerd te zijn.
Aan de ene zijde zijn er de communisten wiens extreme stanpunten bijzonder welgekomen zijn voor de CVP om zich zelf helder te positioneren. Vergeleken met de laatse voor-oorlogse verkiezing van 2 april 1939 zijn zij samen met de CVP de grote winnaar in de eerste verkiezing maar hun aanhang zal snel verschrompelen wanneer de koude oorlog vorm begint te krijgen. De communisten schrijven in 1946 over de CVP: "De sombere krachten van het verleden beschikken in ons land nog over een gevaarlijk instrument dat we de C.V.P. noemen." Ze schrijven tevens: "Zeker, wij verbergen onze gehechtheid aan de U.S.S.R. niet en wij erkennen graag dat wij met geestdrift haar buitenlandse politiek zal ondersteunen."
An de andere zijde vinden we de liberalen die ook gemakkelijk te bekampen zijn. Zij bepleiten in hun verkiezingsprogramma onder andere 'voorrang voor het officiële onderwijs'.
Inden men in die tijd modern marktonderzoek had gedaan bij potentiële CVP-kiezers, dan zou in een volkse 'focusgroep' wellicht het volgende te horen zijn: 'De communisten zijn goddeloos (waardenbreuklijn), en bovendien een gevaar voor de bezittingen van de mensen (socio-economische breuklijn). De vrijheden die ze zogezegd naar voor brengen ('Arbeit macht frei', 'Godsdienst is opium voor het volk') zijn misleidingen. In de praktijk maakt het communisme de mensen onvrij doordat het enkel door een dictatuur in stand wordt gehouden (waardenbreuklijn). Over de socialisten kunnen we kort zijn. De socialisten zijn wegbereiders van de communisten. Ze zijn in het beste geval gematigde communisten.
'De liberalen zijn vrijzinnig, dus godddelozen, die de katholieken (nota bene de overgrote meerderheid van de bevolking) een hak willen zetten. Ze zijn ook een gevaar voor de traditionele gezinsstructuur (waardenbreuklijn). Ze zijn een bedreiging voor de welvaart van de meeste mensen aangezien ze enkel de harde vrije markt en de super-kapitalisten verdedigen (socio-economische breuklijn).'
Nadat het stof van de Tweede Wereldoorlog was gaan liggen, had de CVP met haar Kerstprogramma van december 1945 dus een sterke consistente positionering. Die positionering was zo robuust dat ze vanzelfsprekend werd. Dit gevoel van zekerheid zou de CVP latern geen sterke diensten bewijzen. Ze zou vastroesten in haar macht door altijd in de meerheid te zitten.
De CVP heeft in de loop van de jaren haar oorspronkelijke positionering immers zeer sterk vertaald naar: 'de katholieken tegen de rest.' Vandaar dat de negatieve naklank vandaag zo groot is. Daar wil CD&V voor eens en voor altijd van af.
Sorry als de tekst wat lang is uitgevallen, maar als ik over geschiedenis schrijf dan blijf ik meestal schrijven. Ik denk toch dat het eens de moeite was om te lezen.
Kadé
De Socio-economische breuklijn
Hierbij is de cruciale vraag over hoe de rijkdom, de goederen in de maatschappij worden verdeeld. De partijen die er voor pleiten dat de staat méér tussenkomt in de verdeling van de goederen, vindt me links van het centrum. De partijen die vinden dat de staat minder zou moeten tussenkomen, vindt men rechts van het centrum. Een klassieke links-rechts as op socio-economisch gebied.
De waarden breuklijn
Hierbij gaat de cruciale vraag over welke waarden bepalend zijn voor de maatschappij waarin mensen leven. De partijen die er voor pleiten dat de gemeenschap meer tussenkomt bij het bepalen van die waarden, vindt men ten noorden van het centrum. De partijen die vinden dat de gemeenschap een minder grote rol te spelen heeft bij het bepalen van die waarden, vindt men ten zuiden van het centrum terug. Met iets minder nuancering dan gebruikelijk binnen de CVP-middens kan men stellen dat deze partijen de wetten van de vrije markt uitbreiden naar de persoonlijke levenssfeer. Net na de oorlog en in mindere mate vandaag, valt deze breuklijn samen met de tegenstelling tussen katholieken en vrijzinnigen.
De klassieke derde as die de partijen in België communautair positioneert wordt hier buiten beschouwing gelaten omdat we ons in 1946 situeren. In die tijd was de heropbouw van België voor de Belgen belangerijk dan het strijden voor Vlaanderen onafhankelijk. Dat was ook te zien aan het sterke dalen van de partij van wijlen Staf Declerq na de oorlog.
Op dit speelbeld domineert de in december 1945 opgerichte CVP alle eerste na-oorlogse verkiezingen in Vlaanderen. Bij de eerste verkiezingen op 17 februari 1946, enkele weken na de uitgave van het vel besproken 'Kerstprogramma' behaalt zij nationaal 42% van de stemmen. In Vlaanderen haalde zij zelfs vlotjes absolute meerderheden met een uitschieter voor Limburg: 74,1%. De partij voelt zich als een vis in het water in de ganse bovenkant van het politieke veld wat goed is voor meer dan 50% van de kiezers. De CVP is een echte volkspartij. Ze groepeert mensen die vinden dat het goed is dat de gemeenschap tussenkomt in de waarden die bepalend zijn voor de maatschappij waarin men leeft. De 'C' van de CVP, die hier al ter discussie stond, is het bindteken. In de verkiezingscampagnes gaat het vereenvoudigd over de 'katholieken tegen de rest'. Op socio-economisch vlak is er ruimte binnen de CVP voor mensen die meer staat willen, maar evenzeer voor mensen die meer markt willen. De CVP slaat haar vleugels uit en weet precies wat haar identiteit is.
Het belang van sterk geprofileerde politieke tegenpolen
De CVP neemt zeer duidelijk afstand van wat we nu 'extremistische' partijen zouden noemen en vindt er gemakkelijk de tegengestelde polen die vaak nodig zijn om zelf duidelijk gepositioneerd te zijn.
Aan de ene zijde zijn er de communisten wiens extreme stanpunten bijzonder welgekomen zijn voor de CVP om zich zelf helder te positioneren. Vergeleken met de laatse voor-oorlogse verkiezing van 2 april 1939 zijn zij samen met de CVP de grote winnaar in de eerste verkiezing maar hun aanhang zal snel verschrompelen wanneer de koude oorlog vorm begint te krijgen. De communisten schrijven in 1946 over de CVP: "De sombere krachten van het verleden beschikken in ons land nog over een gevaarlijk instrument dat we de C.V.P. noemen." Ze schrijven tevens: "Zeker, wij verbergen onze gehechtheid aan de U.S.S.R. niet en wij erkennen graag dat wij met geestdrift haar buitenlandse politiek zal ondersteunen."
An de andere zijde vinden we de liberalen die ook gemakkelijk te bekampen zijn. Zij bepleiten in hun verkiezingsprogramma onder andere 'voorrang voor het officiële onderwijs'.
Inden men in die tijd modern marktonderzoek had gedaan bij potentiële CVP-kiezers, dan zou in een volkse 'focusgroep' wellicht het volgende te horen zijn: 'De communisten zijn goddeloos (waardenbreuklijn), en bovendien een gevaar voor de bezittingen van de mensen (socio-economische breuklijn). De vrijheden die ze zogezegd naar voor brengen ('Arbeit macht frei', 'Godsdienst is opium voor het volk') zijn misleidingen. In de praktijk maakt het communisme de mensen onvrij doordat het enkel door een dictatuur in stand wordt gehouden (waardenbreuklijn). Over de socialisten kunnen we kort zijn. De socialisten zijn wegbereiders van de communisten. Ze zijn in het beste geval gematigde communisten.
'De liberalen zijn vrijzinnig, dus godddelozen, die de katholieken (nota bene de overgrote meerderheid van de bevolking) een hak willen zetten. Ze zijn ook een gevaar voor de traditionele gezinsstructuur (waardenbreuklijn). Ze zijn een bedreiging voor de welvaart van de meeste mensen aangezien ze enkel de harde vrije markt en de super-kapitalisten verdedigen (socio-economische breuklijn).'
Nadat het stof van de Tweede Wereldoorlog was gaan liggen, had de CVP met haar Kerstprogramma van december 1945 dus een sterke consistente positionering. Die positionering was zo robuust dat ze vanzelfsprekend werd. Dit gevoel van zekerheid zou de CVP latern geen sterke diensten bewijzen. Ze zou vastroesten in haar macht door altijd in de meerheid te zitten.
De CVP heeft in de loop van de jaren haar oorspronkelijke positionering immers zeer sterk vertaald naar: 'de katholieken tegen de rest.' Vandaar dat de negatieve naklank vandaag zo groot is. Daar wil CD&V voor eens en voor altijd van af.
Sorry als de tekst wat lang is uitgevallen, maar als ik over geschiedenis schrijf dan blijf ik meestal schrijven. Ik denk toch dat het eens de moeite was om te lezen.
Kadé