PDA

View Full Version : Nieuw-Rechts en het Vlaams Blok deel II


Jonas De muynck
26 augustus 2002, 10:30
In voorgaand hoofdstuk werd de kritiek van Gramsci op het klassieke marxisme besproken.
Kort samengevat stelde Gramsci dat de hegemonie over de samenleving ook verwezenlijkt wordt vanuit de marxistische bovenbouw. De staat beperkt zich dus niet tot het zijn van een zuiver staatsapparaat. Het houdt zich ook onledig met het bepalen en dirigeren van de bestaande ideologie van de samenleving.
Uit deze redenering trekt Nieuw-Rechts een aantal consequenties. Het politieke apparaat loopt immers parallel met het zogenaamde “civiele apparaat” volgens Gramsci. Dus wordt ieder politiek apparaat dus nog eens versterkt door een maatschappelijke consensus namelijk de ideologische ondersteuning door de massa. Deze ideologische ondersteuning veruiterlijkt zich door het bestaan van een zekere consensus over cultuur, het heersende wereldbeeld en de ethiek. Het bestaan van politieke macht is dus mede afhankelijk van de culturele macht die besloten ligt in de massa. Dat was de kritiek van Gramsci op de communisten in Europa; zij zouden volgens hem immers nooit politieke macht verwerven indien ze niet eerst de macht trachten te verwerven over het culturele domein van de samenleving. De bevolking moet dus eerst overtuigd worden; hun denkbeelden, ethiek, waarden, kunst moet bewerkt worden en gekneed worden. Het is immers pas wanneer de massa verandering als logisch en vanzelfsprekend aanziet, dat de bestaande politieke orde omver kan worden geworpen aangezien ze geen wortels meer heeft in de maatschappelijke consensus.
De “metapolitieke strijd”, zo fundamenteel voor Nieuw-Rechts is dus een revolutie of oorlog die uitgevochten wordt op het culturele niveau van de wereldbeelden en algemene visies op mens en samenleving.

Het is dit metapolitieke niveau dat het vertrekpunt is van Nieuw-Rechts. Zij willen letterlijk de “laboratoria van het denken” overnemen. Zij willen tegenover het egalitaire ethos en het egalitaire socio-economische denken een wereldbeeld plaatsen dat “verscheidenheid” of “differentialisme” centraal stelt. Zij creëren dus de denkbeelden en visies die noodzakelijk zijn voor het controleren van de culturele macht over de samenleving.

We zijn dus gekomen tot een eerste voorlopige definitie van Nieuw-Rechts zoals ze door Pierre Krebs (de belangrijkste vertegenwoordiger van het Duitse Nieuw-Rechts) werd verwoord:

“Ons streven kan niet gevat worden binnen een politieke partij maar eerder binnen een metapolitiek, zuiver cultureel project.”

Dit is echter de invulling van Nieuw-Rechts door één van de eigen ideologen, in een volgend hoofdstuk zal ik de concrete aard en het kader waarbinnen Nieuw-Rechts functioneert uit de doeken doen.

Alvorens daartoe over te gaan wil ik graag nog wijzen op deze uitspraak van Filip De Winter die hij deed in het “zwartboek progressieve leraars”:

Filip Dewinter: "De ideologische meerderheid is belangrijker dan de parlementaire meerderheid, ze gaat deze laatste zelfs gewoon vooraf.”

Ik neem aan dat ik niet moet aantonen waar De Winter op aan het doelen is?

Jonas De muynck
26 augustus 2002, 10:42
Heeft hier iemand überhaupt interesse voor dit onderwerp?

Jonas De muynck
26 augustus 2002, 10:53
Begrijpen jullie het niet? Is het te lang?

Supe®Staaf
26 augustus 2002, 18:26
Doe voort Jonas.
Ik lees.
Ik geef geen commentaar op zaken die een ander beter weet. :wink:

Jonas De muynck
27 augustus 2002, 09:19
;) Ik ben niet verbaasd dat jij de enige bent SS en wees gerust Griffin zal een prominente rol spelen. ;)