PDA

View Full Version : Overwegingen betreffende de opkomstplicht


Jos Verhulst
25 januari 2004, 10:26
OVERWEGINGEN BETREFFENDE DE OPKOMSTPLICHT

Deze tekst is een reactie op het pleidooi pro opkomstplicht van prof.em. Vermeersch.
http://www.liberales.be/cgi-bin/showframe.pl?essay&vermeerschopkomstplicht

Democratie bestaat volgens Vermeersch in soorten. En zijn betoog begint met de omschrijving van het soort democratie waaraan “wij de voorkeur geven”. Dit blijkt een ‘democratie’ te zijn, “...niet gebaseerd op directe uitingen van de ‘volkswil’...”.

Vermeersch onthult niet wie die ‘wij’ eigenlijk zijn. Nochtans is het antwoord op die vraag belangrijk. Ikzelf behoor in geen geval tot deze ‘wij’. Van democratie kan volgens mij slechts sprake kan zijn, indien de ‘volkswil’ zich wél direct en dwingend kan uiten. Alle opiniepeilingen tonen trouwens aan, dat in West-Europa en Noord-Amerika de meeste burgers gewonnen zijn voor directe en dwingende uitingen van de volkswil, via het bindend referendum (1). De ‘wij’ van Vermeersch is dus eigenlijk een (machtige) minderheid. Dat begint al goed.

In de ‘democratie’ waaraan Vermeersch en de zijnen de voorkeur geven, wordt de volkswil blijkbaar op minstens twee manieren beperkt.

Enerzijds moet het volk de eigenlijke beslissingsmacht afstaan aan ‘vertegenwoordigers’. Die kunnen vervolgens wetten maken die tegen de volkswil ingaan. Het volk kan die ongewenste wetten niet ongedaan maken. Het kan hoogstens, bij de volgende verkiezingen, stemmen op andere ‘vertegenwoordigers’, die daarna eveneens de volkswil kunnen negeren. Deze mogelijkheid tot negatie van de meerderheidswil is volgens vele politici zelfs de expliciete bedoeling van het vertegenwoordigingssysteem. Zoals Annemie Neyts zei in verband met het stemrecht voor naturalisatieweigeraars: “Dat de meeste Vlamingen tegen zouden zijn, is geen argument. Of zeg je er dan meteen bij dat je geen verkozen politici meer nodig hebt?” (HUMO 07 10 03, p.11).

En anderzijds moet volgens Vermeersch alles zich afspelen binnen bepaalde grenzen, opgelegd door de ‘mensenrechten’. Ook die mensenrechten zijn niet aan democratische besluitvorming onderhevig, maar worden blijkbaar gedecreteerd vanuit één of ander Walhalla, waaraan Jan Modaal zich heeft te onderwerpen. Vermeersch zegt in elk geval niets over de democratische legitimering van die ‘mensenrechten’. Hij deelt gewoon mee dat die er in de loop van de twintigste eeuw ‘bijgekomen’ zijn. Ik plaats hiertegen het simpel woord van de Verlichtingsfilosoof Condorcet: “Un peuple a toujours le droit de revoir, de réformer et de changer sa constitution. Une génération n’a pas le droit d’assujettir �* ses lois les générations futures; et toute hérédité dans les fonctions est absurde et tyrannique” (‘Projet de déclaration des droits naturels, civils et politiques des hommes’ Art. XXXIII).

Natuurlijk is het systeem waarvan Vermeersch uitgaat geen ‘democratie’ in enige reële betekenis van het woord. Een democratie - het woord zegt het zelf - is een systeem waarin het volk de soeverein is. Dat betekent dat het volk geen autoriteit boven zich moet dulden, die het de wetten voorschrijft. Geen koning, geen religieuze leider die zich op God beroept, geen maatschappelijke elite van enige soort. In een democratie heeft het volk structureel het laatste woord. Een wet die door de meerderheid niet wordt gewenst, moet in een daadwerkelijke democratie door het volk rechtstreeks kunnen weggestemd worden, wat kan gebeuren door een bindend referendum. België is zelfs formeel geen democratie: artikel 33 van de Grondwet stelt dat niet het volk, maar wel de ‘Natie’ soeverein is. En met ‘Natie’ wordt in de praktijk bedoeld: de maatschappelijke elite.

België wordt het best omschreven als een ‘particratie’ (2). Een particratie is geen dictatuur, maar ook geen democratie. Een democratie kan men vergelijken met een huis van vrije mensen, een dictatuur met een gevangenis, en een particratie met een gevangenis waarin de gedetineerden vrij hun cipiers kunnen kiezen. Een particratie is een pak beter dan een dictatuur, maar democratie is anders. Wanneer Vermeersch impliciet stelt dat wij in een ‘democratie’ leven, dan verkondigt hij politieke propaganda, en is hij geenszins bezig met een nauwkeurige conceptuele analyse van de werkelijkheid.

Maar goed: binnen dit particratisch systeem pleit Vermeersch dan voor opkomstplicht. Hiervoor voert hij één fundamenteel argument aan: de noodzaak van het stemgeheim. De burger moet in een particratisch stelsel tenminste nog vrij kunnen beslissen aan wie hij de wetgevende bevoegdheid zal afstaan, waarover hij in een democratie zelf zou beschikken. Volgens Vermeersch impliceert de noodzaak van het stemgeheim dwingend de opkomstplicht.

Bij nader toezien blijkt de argumentering van Vermeersch tweedelig.

Enerzijds schrijft hij: “zodra men weet dat iemand niet is gaan stemmen, weet men automatisch ook voor wie hij niet gestemd heeft, en dat betekent een afbreuk aan het geheim”. Dit deel van Vermeersch argumentatie heeft enkel zin, wanneer er sprake is, niet van recht op, maar van plicht tot stemgeheim. Het is duidelijk dat in een democratie, en zelfs in de zogenaamde ‘vertegenwoordigende democratie’ ofte particratie, enkel sprake kan zijn van een recht op stemgeheim. Indien het stemgeheim verplicht zou zijn, zouden de burgers elkaar zelfs geen stemadvies kunnen geven, omdat men daardoor de eigen voorkeur zou onthullen. Indien het stemgeheim verplicht zou zijn, zou niemand mogen bekendmaken voor wie hij heeft gestemd, en waarom. Daar kan het natuurlijk niet om gaan: zo’n verplichte geheimhouding zou in strijd zijn met de vrije meningsuiting. Niet de plicht tot stemgeheim, maar wel het recht op stemgeheim is bepalend. Het volstaat dus dat diegenen, die wensen dat niemand is geïnformeerd over hun stemgedrag, dit doel ook kunnen bereiken.

Een ander deel van Vermeersch’ argumentatie heeft effectief betrekking op het recht op stemgeheim. Vermeersch’ verwerping van sociale druk tegen stemdeelname is natuurlijk valabel. Maar deze overweging leidt, in tegenstelling tot wat Vermeersch schijnt te denken, niet logisch dwingend tot de invoering van opkomstplicht. Opkomstplicht sluit in abstracto (niet in concreto) natuurlijk sociale druk op het stemgedrag uit, maar daaruit volgt niet, dat opkomstplicht noodzakelijk moet ingevoerd worden om vrij stemgedrag veilig te stellen. Een vergelijking: zwijgplicht op straat sluit logisch uit, dat je op straat iemand beledigt; maar dit betekent niet, dat de onwenselijkheid van de openbare belediging impliceert, dat zwijgplicht op straat moet worden opgelegd. Men kan ook opteren voor het alternatief: wie iemand op straat beledigt kan worden vervolgd. Wie andermans deelname aan een verkiezing poogt te belemmeren, kan worden aangeklaagd. Dat is de normale gang van zaken. Mogelijke misstappen worden slechts zelden bestreden, door de overtreding a priori technisch onmogelijk te maken. In België mag men niet sneller rijden dan 120 km/h, en men zou dit verbod kunnen afdwingen door van het Belgisch grondgebied alle voertuigen te weren die een hogere snelheid kunnen halen. Dat gebeurt niet. De reden is eenvoudig: het radicaal onmogelijk maken van een bepaald type overtreding brengt vaak ongewenste vrijheidsbeperkingen, hoge kosten, verwarrende technische problemen en uitzonderingsregels mee. Het verbod is daardoor niet effectief. Men ziet dit ook met de opkomstplicht, die in concreto helemaal niet werkt: ongeveer tien procent van de opkomstplichtigen verschijnt helemaal niet in het stembureau, en het is onbegonnen werk om die te vervolgen.

Niemand die wil stemmen mag daarbij worden gehinderd. Dat is een dwingende eis. Daarentegen is er geen logisch dwingende reden om de naleving van dit verbod te realiseren door opkomstplicht op te leggen. Opteren voor opkomstplicht is geen noodwendigheid, maar een mogelijke keuze, waarover best langs direct-democratische weg (per referendum) wordt beslist. Ikzelf zou in zo’n geval zeker tegen de opkomstplicht stemmen, ondermeer omdat de uitdrukkelijke weigering om te gaan stemmen in bepaalde gevallen (bijvoorbeeld wanneer de politieke partij van uw voorkeur wordt verboden, of wanneer vrije lijstvorming onmogelijk wordt gemaakt door het opleggen van biologistische quota) het enige zinvolle alternatief kan vormen.

En tenslotte: in het betoog van Vermeersch valt een schreeuwende inconsistentie op. Indien Vermeersch zoveel belang hecht aan het stemgeheim voor de algemene kiezer, waarom zwijgt hij dan in alle talen over het stemgeheim voor de verkozene? De parlementsleden kunnen in de meeste gevallen helemaal niet in het geheim stemmen. De partijleiding, die over hun politieke toekomst beslist, is volledig geïnformeerd over het stemgedrag van de ‘volksvertegenwoordigers’, en heeft blijkbaar een enorme invloed op dit stemgedrag, getuige het feit dat de verkozenen bijna altijd in blok stemmen, niet enkel volgens de partijgrenzen, maar ook volgens de grenzen tussen ‘meerderheid’ en ‘oppositie’. Politici geven zelf regelmatig aan, dat het stemgedrag van de verkozenen allerminst vrij is. VLD-voorzitter De Gucht bevestigde dat recent, in verband met de stemmingen betreffende het gemeentelijk stemrecht voor naturalisatieweigeraars: “Het zijn tuchtstemmingen. SP.A en MR hebben moeite om hun parlementsleden onder controle te houden. Als er vrijheid was om te stemmen, zou er geen meerderheid zijn voor het migrantenstemrecht” (De Standaard, 08 12 03, p.4).

In een authentieke democratie is er stemgeheim, zowel voor de burgers als voor de verkozenen. Het stemgeheim voor parlementairen is even evident als het stemgeheim voor de kiezers bij een volksreferendum. Er bestaat geen principieel verschil tussen de stem, die een burger bij een referendum afgeeft, en de stem, door een verkozene uitgebracht in het parlement. Niemand betwist dat eerstgenoemde een geheime stem moeten kunnen uitbrengen. Welnu, hetzelfde geldt voor de verkozene. In beide gevallen wordt gestemd over wetten en in beide gevallen moet de stem op individuele, vrije en geheime wijze worden uitgebracht, omdat enkel individuen over rede en geweten beschikken.

Het feit dat voorstanders van de opkomstplicht zich enkel bekommeren over het stemgeheim voor burgers, en niet reppen over het stemgeheim voor verkozenen, doet vermoeden dat de echte inzet van dit debat elders ligt. Voor niemand is het een geheim, dat de meeste Belgen of Vlamingen de politieke machthebbers weinig of niet vertrouwen. Met andere woorden: onze politieke klasse heeft een zwaar legitimatieprobleem. En dan kunnen alle trukjes helpen. Wanneer de burgers moéten kiezen, kunnen de verkozen politici zich nadien met meer schijnbare legitimiteit op die verkiezing beroepen. Stemgeheim voor verkozenen zou daarentegen de macht van de partijhoofdkwartieren drastisch beperken. Wie pleit voor opkomstplicht voor de kiezers, zogezegd om hun stemgeheim te vrijwaren, maar anderzijds datzelfde stemgeheim voor de verkozenen afwijst, is eigenlijk bezig met de versterking van de particratie. Dat lijkt de eigenlijke inzet te zijn van dit typisch Belgische ‘debat’: opkomstplicht is een verdoken propagandamiddel, bedoeld om de schijnlegitimiteit te verhogen van zogenaamde volksvertegenwoordigers, die in werkelijkheid onder partijcontrole staan, en die de volkswil negeren en wìllen negeren.

Jos Verhulst

(1) In 1998 bleek 71% van de Vlamingen gewonnen voor de invoering van het referendum op federaal Belgisch niveau, tegen 24% tegenstanders (Knack, 7 oktober 1998). In Duitsland is 84% pro directe besluitvorming door het volk (Viktoria Kaina “Elitevertrauen und Demokratie” Wiesbaden: Westdeutscher verlag 2002), en in Nederland meet het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) 80% voorstanders (tegen 15% tegenstanders; ‘Sociale en Culturele Verkenningen 1999’, p.37). In de USA leverde een recente bevraging naar de wenselijkheid van direct-democratische besluitvorming op federaal niveau, een meerderheid op van 56,7% voorstanders (tegen 20,9% tegenstanders; Dane Waters ‘Initiative and Referendum Almanac’ Durham: Carolina UP 2003). In Zwitserland, waar direct-democratiosche besluitvorming voorhanden bestaat, "... is de affectieve verankering van volksinitiatief en referendum buitengewoon hoog. Drie Zwitsers op vier hebben een positieve grondhouding ten opzichte van directe democratie. Deze waardering is hoger dan die voor andere instellingen zoals het federalisme, de grondwet, of het sociaal overleg." (S. Möckli,"Direkte Demokratie. Ein Vergleich der Einrichtungen und Verfahren in der Schweiz und Kalifornien, unter Berücksichtigung von Frankreich, Italien, Dänemark, Irland, Österreich, Liechtensten und Australien", Bern: Verlag Paul Haupt 1994, p. 184).
zie ook:
http://www.wit-be.org/publicaties/wittewerf/ww6-2002/ww6-2002.html#c

(2) Diverse VLD-politici hebben dit op onbewaakte momenten ook uitgesproken: “Dat we in een democratie leven is een illusie. We leven in een particratie” (Marc Verwilghen, De Standaard Magazine 29 08 1997); “België is een particratie. En of we dat nu graag horen of niet, ook wij zijn daar een onderdeel van” (Guy Verhofstadt, VLD-studiedag ‘De burger beslsist’ Tongeren 07 02 98); “Wij leven niet in een democratie (...) we leven in een particratie. Wij kiezen voor mensen die voordien al verkozen zijn” (Reginald Moreels Het Laatste Nieuws 31 10 03).

Supe®Staaf
25 januari 2004, 10:54
In een andere topic gaf ik reeds mijn gedacht over Vermeersch tekst.
Ik zal hier alles achter mekaar zetten in quotevorm.

...........De democratieën waaraan wij de voorkeur geven zijn niet gebaseerd op directe uitingen van de 'volkswil', maar worden gekenmerkt: (a) door hun representatiekarakter: men kiest voor een beperkte periode 'vertegenwoordigers', die dan zelf wetten stemmen, een regering een meerderheid geven, en die regering controleren; (b) door hun constitutioneel karakter: het gehele politieke leven verloopt binnen een kader van principes en regels dat slechts via een bijzondere meerderheid kan worden gewijzigd; (c) in de 20ste eeuw is daar een min (wereldniveau) of meer (europees niveau) formeel vastgelegde richtsnoer bijgekomen: de mensenrechten................
Dat valt me al grondig tegen van Etienne Vermeersch.
Met welk recht gaat hij onze voorkeur bepalen, en die voorspiegelen als enig wenselijke?
Eigenlijk begint die tekst al met een contradictorische leugen: zodra je van democratie spreekt, doch de volkswil uitsluit, dan ben je bezig met betekenisverschuivingen te induceren.
Dergelijke lafhartige strijd om het vocabularium doet me reeds steigeren ab initio. :evil:

Ook zijn goedpraten van het constitutioneel betonneren van wat hij ten onrechte voor democratisch wil verkopen, is al totaal van de pot gerukt. Een gemeenschap heeft het recht om zelfs zijn grondwetten aan te passen. Het zijn geen door goddelijk instantie ad aeternum gegeven regels :!: :evil:

Zichzelf liberaal heten, maar in werkelijk een betuttelende houding aannemen tegenover de medeburger. BAH!
Als ik minder boos ben lees ik verder, maar mijn goesting is al fel over, na dergelijke woordenkramerij. :x :x :x
............
----------
De colère is al wat geluwd.
Ik probeer nog een paragraafke:
De wijze waarop de representatie wordt gerealiseerd, kan uiteenlopende vormen aannemen, naarmate men meer of minder belang hecht aan de nauwkeurige vertegenwoordiging van de diverse standpunten, dan wel aan de mogelijkheid stabiele regeringen te vormen.
Nog straffer.
Het realiseren van standpunten plaatst hij naast het vormen van een stabiele regering!
De volkswil voor te realiseren standpunten lijkt me ruimschoots relevanter dan de wens voor een stabiele regering, die dan enkel van belang is ten bate de regeerders zelve.
Wanneer een regering de wil der burgers niet vervult, dan hoeft ze niet stabiel te zijn, dan moet ze niet eens verder regeren.

Binnen elk van deze specifieke regelingen bestaat wel de bedoeling dat de 'volkswil' er zo goed mogelijk in tot uiting komt, en daarmee bedoelt men thans (1) dat alle volwassen staatsburgers aan die verkiezingen kunnen deelnemen en (2) dat zij hun stem volkomen vrij kunnen uitbrengen; met andere woorden dat zij zich bij het uitbrengen van die stem door niemand in de ene of andere richting gedwongen of beperkt voelen.
hoe bestaat hij het om te lullen over vrijheid van uitbrengen van stem?
Geen stem uitbrengen is eveneens een vrijheid.
Dit is het mandateren van de meerderheid van je medeburgers. Je legt je m.a.w. vrijwillig neer bij de uitslag.

Iemand verplichten tot stemmen, dat is pas vrijheidsbeperkend.
Een vertegenwoordiger kiezen, is trouwens het beoordelen van diens programma en eventueel gevoerde beleid. Dit is eigenlijk een vorm van oordeel, een soort morele keuze. Hoe kan je nu gvd iemand verplichten om moreel bezig te zijn. Dat is een ware contradictie.

Weer boos.
De rest is voor later.
:evil: :evil: :evil:
................
-------------

Een elementaire voorwaarde voor een volledige vrijheid in het stemgedrag, is dat deze stemming geheim is. Er is niet veel diepzinnig denkwerk nodig om in te zien dat alleen een verplichte stemming echt geheim is. Hiermee bedoel ik niet dat iedereen verplicht wordt voor een welbepaalde partij te stemmen: men kan bijvoorbeeld een blanco stembiljet indienen, maar wel dat iedereen zich naar het stemhokje moet begeven. Immers, zodra men weet dat iemand niet is gaan stemmen, weet men automatisch ook voor wie hij niet gestemd heeft, en dat betekent een afbreuk aan het geheim.
Ondanks wat ik hierover bij Dies als tegenargument lees (zonder verplichting hoeft controle niet en is het geheim gewaarborgd), vind ik toch dat dit hier enigszins hout snijdt.
Het is b.v. niet omdat die controle niet hoeft, dat ze niet mogelijk is, voor wie ze wenst uit te voeren..........

Anderzijds kan je ook stellen, dat diegene die zich wensen aan een eventuele controle te onttrekken om het brandmerk van stoute niet-kiezer te ontlopen, alsnog ter stembus kunnen trekken om op de brief een goor scheldwoord te plaatsen zodat ze totaal geheim en anoniem hun niet stemmen kunnen voltrekken.

Zelfs met stemplicht kan je, mits een bizarre uitslag (iedereen blanco of iedereen op één partij) eveneeens het geheim raden.
Ik geef toe dat het voorbeeld ultraver gezocht is, maar Etienne Vermeersch is begonnen. :P

Ik begin te geloven dat Vermeersch een geheime agenda heeft. Van iemand van zijn kaliber verwachtte ik begot andere argumenten.

't Wordt te belachelijk om er nog boos om te worden. 8)

Men zou kunnen zeggen dat dit aspect van het geheim niet relevant is, maar dat is strijdig met de historische feiten. Gedurende vele decennia werden de zwarten in de Zuidelijke staten van de USA onder druk gezet (door KKK en anderen) om niet te gaan stemmen, met het gevolg dat de zwarte stemmen nauwelijks konden doorwegen op het eindresultaat. Kortom, zolang er enige vorm van intimidatie mogelijk is op de beslissing om al dan niet te gaan stemmen, bestaat er geen reële vrijheid van alle burgers ten aanzien van het kiesrecht.
De stemplicht verhindert dan weer het doorwegen van kleinere one-issue partijen met een trouw gedreven kiespubliek. Het bevoordeligt partijen die met demagogisch-simplistisch gedachtengoed de ongeïnteresseerde kiezer tot stemmen verlokt, en ook mosselpartijen die profiteren van traditioneel atavistisch stemgedrag.
Het al dan niet doorwegen is dus mogelijk in beide gevallen en kan dus niet als geldig argument ingeroepen worden.

Een tweede, minder dwingend, maar toch belangrijk argument voor de opkomstplicht bestaat erin dat die een duidelijk signaal betekent voor de burgers - dat uiteraard nog duidelijker zou zijn als alle partijen het belang ervan zouden beklemtonen - dat burgers in een maatschappij niet alleen rechten hebben, maar ook plichten en dat het hun plicht is zich om het welzijn van het gemenebest te bekommeren, tenminste die ene keer, om de x jaar wanneer zij de kans krijgen anderen een mandaat te geven om dat continu in hun plaats te doen.
Wat een paternalistisch toontje!
Zelfs met opkomstplicht kan je de burger niet verplichten om zich om de gemeenschap te bekommeren.
Een ongeïnteresseerde kan ongeldig stemmen, uit traditie stemmen, of een proteststem laten horen.
Heeft die zich dan bekommerd om zijn gemeenschap?
Welke hogere instantie heeft zich het goddelijke recht toegeëigend om ons te verplichten tot het maken van keuzes, dewelke vaak uit niet meer bestaan dan kiezen tussen mest, aal, gier, beer of stront.
Een vertegenwoordiging kiezen houdt een moreel oordeel in over de kandidaten en hun eventuele geleverde prestaties en kunde en programma, en dat is iets wat niet afdwingbaar kan zijn, daar het in volledige vrijheid dient te geschieden.

Dezelfde mandatering waar Vermeersch het over heeft kan je evengoed geven aan de meerderheid van stemmers die wél geïnteresseerd ter stembus trekken. Bij niet-stemmen mandateer je hun keuze en leg je je erbij neer.

Tenslotte, om naar Europa terug te keren: het is bijna ondenkbaar dat Le Pen bij opkomstplicht de tweede plaats zou bekomen hebben in de presidentsverkiezingen; en die eerste ronde heeft zo een beslissend gevolg gehad voor de tweede: de uitslag lag zonder enige twijfel van vooraf vast.
Hier laat E.V. zijn voorkeur van een kiesmodel afhangen van een mogelijke door hem niet gewenste uitslag.

Dat wijst er duidelijk op, dat E.V. in die materie dezelfde denkpatronen aanhangt van de machthebbers, die er steeds op uit zijn om het systeem in hun voordeel om te buigen, zonder bekommernis over het al dan niet democratisch zijn ervan.
Er zijn nog heel veel voorbeelden te vinden waaruit zou blijken dat de afwezigheid van opkomstplicht nadelige gevolgen heeft voor de meerderheid van degenen die niet gaan stemmen; misschien ook enkele voorbeelden van het tegendeel; maar in elk geval kunnen die laatste voorbeelden niet opwegen tegen de principiële argumenten pro.
Als de niet-stemmers ondervinden dat ze geringeld worden, dan weten ze de volgende keer wat hen te doen staat.
Blijkbaar liggen de 'armen' en 'niet-Joden' in de USA, niet wakker van de gevolgen van hun inertie. Indien toch: eigen schuld, dikke bult. Volgende keer: move your lazy asses!
Men kan er uiteraard op wijzen dat België in dit opzicht stilaan alleen begint te staan binnen de landen rondom ons; dat is te betreuren, niet voor ons, maar voor die andere landen; tenzij zij solide argumenten kunnen voorleggen om aan te tonen dat hun systeem beter is.
Ik heb niet echt de indruk dat de argumenten voor opkomstplicht hebben aangetoond dat het hier in België qua democratisch gehalte beter zou zijn dan in de rest van de wereld.
Andere uitslagen dan we voor onze eigen persoon wenselijk houden, zullen bij plicht misschien uit de bus komen, maar principieel kan dit pleidooi me niet overtuigen dat plicht een meerwaarde betekent.

Huiswerk overmaken E.V.
We verwachten beter van u. :lol:

Jos Verhulst
25 januari 2004, 11:23
Zelfs met stemplicht kan je, mits een bizarre uitslag (iedereen blanco of iedereen op één partij) eveneeens het geheim raden.
Ik geef toe dat het voorbeeld ultraver gezocht is, maar Etienne Vermeersch is begonnen. :P

Ik geloof dat dit soort zaken ook reëel voorkomt. Ik herinner me een krantenartikel (niet bijgehouden) over kandidaten die extra weinig stemmen haalden. Er was, als ik me goed herinner, een kandidaat die precies één stem had gehaald. Als die kandidaat voor zichzelf heeft gestemd, weet hij/zij meteen dat de partner, en allerhande vrienden en familieleden, niet voor de betrokkene hebben gestemd.

Supe®Staaf
25 januari 2004, 11:35
Zelfs met stemplicht kan je, mits een bizarre uitslag (iedereen blanco of iedereen op één partij) eveneeens het geheim raden.
Ik geef toe dat het voorbeeld ultraver gezocht is, maar Etienne Vermeersch is begonnen. :P

Ik geloof dat dit soort zaken ook reëel voorkomt. Ik herinner me een krantenartikel (niet bijgehouden) over kandidaten die extra weinig stemmen haalden. Er was, als ik me goed herinner, een kandidaat die precies één stem had gehaald. Als die kandidaat voor zichzelf heeft gestemd, weet hij/zij meteen dat de partner, en allerhande vrienden en familieleden, niet voor de betrokkene hebben gestemd.
Dat klopt!
Er gaat in mijn streek een overlevering de ronde (sterk verhaal, broodje aap, urban legend?- ik durf er nu ook mijn hoofd niet op verwedden) van een kandidaat voor de gemeenteverkiezingen die géén stem haalde.
Niet allen slaagde hij er dus niet in om niemand van de zijnen voor zijn politiek karretje te spannen, hij had zelfs niet eens voor zichzelf gestemd.
:lol: :lol: :lol:

ydde
26 januari 2004, 09:35
Supe®Staaf:
hij had zelfs niet eens voor zichzelf gestemd.
ydde:
Democratie ad infinitum?

ydde
26 januari 2004, 09:38
't Is altijd plezant om twee intellectuelen die op hun stokkepaardje zitten, te proberen te volgen. Alhoewel, indien de bakkers zo zouden blijven lullen over de samenstelling van hun product was alleman al verhongerd voor er één broodje gebakken werd! :lol:

Supe®Staaf
26 januari 2004, 09:39
Supe®Staaf:
hij had zelfs niet eens voor zichzelf gestemd.
ydde:
Democratie ad infinitum?
Zelfkennis, misschien?