Ik las vandaag in Onze Taal, maandblad van het gelijknamige taalgenootschap, twee stukjes over een Nederlander in Vlaanderen en een Vlaming in Nederland, waarin de taalverschillen tussen Vlaanderen en Nederland werden behandeld. De Nederlandse in Vlaanderen merkte aan de taal van haar schoolgaand zoontje steeds duidelijker welke verschillen er tussen het Nederlands en Vlaams bestaan. Ze somde een hele lijst verschillen op, ze staan hieronder. De Vlaming in Nederland, zogezegd altijd een groot voorstander van één taal voor Vlaanderen en Nederland, merkte op dat de verschillen tussen Nederland en Vlaanderen in feite te vergelijken zijn met die tussen het Amerikaans en Brits Engels, die elk een eigen spelling hanteren en eigen woordenboeken gebruiken. Als voorbeelden haalde hij de ondertiteling aan van tv-programma's en het bestaan van Vlaams-Nederlandse woordenboeken. Hij sluit zijn stuk als volgt af: "Ik zou bijna zeggen: nu nog een Vlaamse grammatica en een Vlaamse bijbelvertaling. Maar of er sprake is van twee aparte talen, dat is een andere discussie." Hoewel deze twee zinnen nogal tegenstrijdig zijn (als het geen aparte talen zijn heb je ook geen aparte grammatica en bijbelvertaling nodig), vond ik het toch een interessant punt. Ik vraag me af in hoeverre men in Vlaanderen zit te wachten op eigen woordenboeken, bijbelvertalingen en grammatica. Moet het Vlaams met alle eigen spreektaalvormen als aparte vorm van Nederlands of zelfs als aparte taal worden gezien, of gewoon als een vorm van dialect of regiolect (waartegen de genoemde Vlaming zich in zijn stuk overigens hevig verzet)? En is het wel nuttig om een taalsplitsing na te streven als dat in Europees verband tot versnippering leidt (een argument dat de Vlaming wel noemt, maar niet weerlegt)?
--- Vlaamse woorden en uitdrukkingen uit het stuk van de Nederlander in Vlaanderen, met vertaling in het (Noord-)Nederlands: Ga maar op uw poep zitten -> Ga maar op je billen/kont zitten schoon -> mooi lopen -> rennen (in die betekenis uiteraard, lopen wordt hier natuurlijk ook gebruikt) boekentas -> rugzak/schooltas kleven -> plakken/lijmen Wat heeft 'm gezegd? -> Wat heeft 'ie/hij gezegd? Ik wil zo'n schoenen niet -> zo'n = zulke Ik heb een briefje bij -> Ik heb een briefje bij me We zijn tot aan het derde hoofdstuk geraakt -> We zijn gekomen tot het derde hoofdstuk Alle leraars waren verkleed -> leraars = leraren Hoe noemt dat? -> Hoe heet dat? Ik wil dat groen boekje -> Ik wil dat groene boekje We moeten iets rood meebrengen -> We moeten iets roods meebrengen Ik ben gewonnen -> ben = heb We hebben naar de kinderboerderij geweest -> hebben = zijn "Vlieg met je eigen omhoog, vlieg met je eigen omlaag" -> met je eigen = (met) jezelf. Het komt uit een Vlaams lied maar klinkt voor mij erg Rotterdams. Dieter slaagt Linde heel vaak -> slaagt = slaan, slagen doe je voor je examens. Dat ga(at) niet gaan -> Dat zal niet gaan. Deze vorm wordt in Nederland alleen in de straattaal van grootstedelijke volkswijken door jongeren gebruikt, en door Antillianen (hun bijdrage aan de straattaal), maar in een iets andere betekenis. Voorbeeld: 'Ga je vanavond? Iedereen gaat gaan!' (Ga je mee vanavond? Iedereen gaat mee!). Het dubbel gebruik van een werkwoord stamt uit het Papiaments. Dat heb ik nooit niet gehoord -> dubbele ontkenning, komt ook in het Rotterdams voor. Hij is er vier -> Hij is vier (jaar (oud)) Hij zegde, dat… -> Hij zei, dat… Hij kloeg van oorpijn -> Hij kloeg/klaagde over oorpijn Hij vroeg me van dat niet te doen -> Hij vroeg me (om) dat niet te doen Deez' jaar… -> Dit jaar… Ik weet niet als u dat weet, maar… -> Ik weet niet of u het weet, maar… Dit klinkt in Nederland nogal verbeterend/terechtwijzend en daarom niet zo beleefd als het in Vlaanderen misschien wel klinkt. Ik had dat vroeger niet gekunnen -> gekunnen = gekund Heeft 'm braaf geweest? - > Is 'ie/hij braaf geweest? Ga maar terug spelen -> Ga maar weer spelen Heb je je sjaal kwijt? -> Ben je je sjaal kwijt In de mate dat er maar een secretaris is… -> In de mate dat = aangezien/in zoverre Als (= Toen) ik Kaat naar school gebracht had… -> Voor een Nederlander is dit een voorwaardelijke zin: als ik dat had gedaan, dan was dit niet gebeurd. …aan honderd frank per cassette -> aan = voor Zijn enkelbanden waren uitgerokken -> uitgerokken = uitgerekt Het heeft gevrozen -> gevrozen = gevroren. 'Het heb gevrozen' is Rotterdams! Hij heeft gevallen -> Hij is gevallen Hoeveel moet ik u? -> Hoeveel krijgt u van mij?/Hoeveel (/wat) ben ik u schuldig? Dan heb je geen democratie nie(t) meer -> dubbele ontkenning We hebben er niks van geleerd ook nie(t) -> We hebben er ook (helemaal) niks van geleerd Aan wie is het? -> Wie is er aan de beurt?/Wie is er dan? |
Citaat:
|
Citaat:
Het Duits in Beieren en Oostenrijk verschilt ook van het Duits in de rest van Duitsland (ik heb het dan natuurlijk over de standaardtaal en niet over de dialecten). In vergelijking met het Nederlands in Vlaanderen en Nederland zijn die verschillen heel wat groter. Niemand die daarom vindt dat Oostenrijks Duits of Beiers Duits een andere taal is dan het standaardduits dat in de andere gebieden van Duitsland wordt gesproken. Maken we nu toch geen problemen over de gerechtvaardige verschillen (uitspraak, bepaalde woordenschat, uitdrukkingen...). Natuurlijk is er bij de Vlaming nog veel werk aan de winkel: heel vaak is zijn AN nog doorspekt met dialect. D�*t moet er evenwel uit. Maar wat maakt het nu uit of men "in de eerste plaats" of "op de eerste plaats" zegt. |
Citaat:
Het is mijn indruk dat er in de opsomming een aantal dingen door elkaar gegooid worden: gerechtvaardige verschillen in het AN, dialect, gallicismen en ronduit fout Nederlands. |
Ik vind dat je in je voorbeelden hoofdzakelijk foute (vlaamse) zinsconstructies aanhaalt, die dan "vertaald" worden in correct Nederlands.
Je kan net hetzelfde doen met foute (nederlandse) zinsconstructies of woordgebruik, die je dan kan vertalen in correct "vlaams". Het uitgangspunt is dus totaal fout. |
Citaat:
Ik denk dat de opsteller van de lijst zich heeft laten leiden door een oud Vlaams Kerstlied dat met die woorden begint. |
Citaat:
|
Citaat:
|
Citaat:
|
Naar mijn gevoel worden hier enkel dialekten vergeleken, in dit geval de noord/zuid verschillen. Voor hetzelfde geld kan je oost/west verschillen opsommen. Ik zou me daar niet teveel zorgen over maken, en zeker niet vergeten dat het de dialekten zijn die de voedingsbodem vormen van het Nederlands. Begrijp me nu niet verkeerd: dit is geen pleidooi om het hele Nederlandse taalgebied te verdialekten. We krijgen al teveel dialekt over ons heen in film, toneel, en noem maar op. Dat we over het hele taalgebied dezelfde taal spreken staat niettemin als een paal boven water, en als we binnen Europa niet willen vertrappeld worden zullen we die eenheid ook staatkundig vorm moeten geven.
|
Citaat:
|
Citaat:
Met "gerechtvaardige varianten" bedoel ik woorden als "kuisen" bijvoorbeeld: het wordt in heel Vlaanderen gebruikt en is taaleigen. Een zin als "Wat moet ik u?" is niet in heel Vlaanderen gebruikelijk en is trouwens een gallicisme. Te verwerpen dus. "Deez' jaar" is Brabants dialect, dus niet algemeen en bijgevolg ook te verwerpen. |
Citaat:
Citaat:
|
Citaat:
"Je eigen" lijkt me helemaal niet aanvaardbaar. Als ik het goed voor heb, is het gewoon Oost-Vlaams dialect. Daar heeft men uitdrukkingen als "mee zèin èiñe l�*�*ñe" (lett.: "met zijn eigen lachen"). |
Citaat:
Het lijkt me echter geen Oost-Vlaams, aangezien ze schrijft dat ze woont of woonde in de regio Leuven... |
Citaat:
|
Citaat:
|
Citaat:
Dat we bepaalde woorden nog steeds in het dialect vinden heeft te maken met het feit dat de zuidelijke dialecten in een aantal opzichten nog niet in die mate door de tijd zijn aangevreten zoals de noordelijke. Ga je naar Frans-Vlaanderen bijvoorbeeld dan gebruiken de mensen daar nog bepaalde woorden die wij in ons dialect al lang verloren hebben en in ons AN als verouderd aanvoelen. |
Citaat:
Over de graad van "algemeenheid", en de invloeden die daar debet aan zijn heb ik volgende beschouwingen gevonden in het boek "Het verhaal van een Taal" van de hand van Jan W. de Vries, Roland Willemeyns en Peter Burger (ISBN 90-5333-186-7, blz.83), met onderstreping van mij: "In 1619, het jaar dat Van Oldenbarneveldt op het schavot bracht, gaf de synode de opdracht tot een bijbelvertaling die gezaghebbend en algemeen bruikbaar moest zijn, dus geschreven in een taal die in het hele Nederlandse taalgebied kon worden verstaan. Om dit te bereiken werden de vertalers uit alle gewesten gerekruteerd. Voor het Oude Testament traden aan de Fries Bogerman, tevens voorzitter van de synode, de Vlaming Baudartius en de Zeeuw Bucerus; voor het Nieuwe Testament de Vlaming Walaeus, de Hollander Rolandus en de Fries Hommius. Het werk van deze oversetters of translateurs werd gecontroleerd door oversieners of reviseurs. De verschillende gewesten wezen er ieder een aan; de bekendsten zijn de dichter-predikant Revius uit Deventer en de hoogleraar Gomarus, geestelijk leider van de contraremonstranten. Alleen de provincie Drenthe moest zich excuseren: daar ontbraken mensen met de vereiste theologische opleiding en kennis van het Nederlands. De vertalers verlieten hun post als predikant en verhuisden naar de universiteitsstad Leiden, waar hooggeleerde hulp en een uitmuntende bibliotheek voorhanden waren. Voor ze hun werk aanvatten, probeerden de vertalers de verschillende meningen over spelling en grammatica met elkaar te verzoenen. Veel van de problemen waren het gevolg van hun afkomst: meer dan eens moesten ze kiezen tussen de Hollandse wijze van uitdrukken van de een, en de Vlaamse of Brabantse van de ander. Een enkel voorbeeld hiervan. In de meeste gevallen kozen ze voor ee (rechtveerdich in plaats van rechtvaerdig), maar niet altijd (aerde). De Vlaamse j werd verworpen ten gunste van g: gunste, en niet jonste. Voor de verleden tijd van beginnen waren er maar liefst vier mogelijkheden: begon, begost, begonst en began; het werd begon. Dat de vertalers verschillende dialecten spraken is ook te merken aan het voorkomen van tarwe naast terwe en dubbel naast dobbel, oneffenheden die in latere drukken werden gladgestreken. Meestal kreeg de zuidelijke, Vlaamse maar vooral Brabantse, variant de voorkeur, niet de noordelijke, Hollandse, en zelden de oostelijke (behalve in de keus van zich)." Het is geen toeval dat het Nederlands zoals het gesproken wordt door koningin Beatrix of door de gewezen (Noord-) Brabantse omroepster van de toenmalige BRT, Annemarie Coebergh, dicht bij elkaar liggen: het houdt het midden tussen de uitschieters van het Randstad-dialekt en het verkavelings-Vlaams. Het is ook het Nederlands dat ik als norm meekreeg in mijn schooltijd, en dat ik nog altijd gebruik, met het grappige bijverschijnsel dat ik daarmee in het Noorden als "Vlaming" beschouwd word, en in het Zuiden als "Hollander". Algemeen Nederlander dus? |
Gisteren (vrijdag 04/06/04) stond er een interessant artikel over de Nederlandse dialecten in de wetenschapsbijlage van De Standaard.
De link (betalend gedeelte): http://www.standaard.be/Thema/Wetens...subsectionid=0 Er zijn dialectische verschillen, maar die vallen niet samen met de landsgrenzen, die vallen zelfs niet samen met elkaar. Er zijn meerdere argumenten te geven, om Nederlands en Vlaams niet afzonderlijk te beschouwen. Doordat ze tot verschillende landen behoren, zijn de normen wel anders, in Vlaanderen kijkt men vooral naar de VRT, bijvoorbeeld. Als men de talen als aparte entiteiten beschouwd, is dat een politieke zaak, taalkundig is er evenveel voor te zeggen, dat het een taal is, dan wel twee zijn. Taalkundig kan je echter ook zeggen, dat beide eigenlijk een dialect van het Duits zijn... |
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 08:21. |
Forumsoftware: vBulletin®
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.
Content copyright ©2002 - 2020, Politics.be