Los bericht bekijken
Oud 10 maart 2024, 12:51   #1
quercus
Secretaris-Generaal VN
 
quercus's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 4 maart 2009
Locatie: De Verenigde Nederlanden
Berichten: 40.391
Standaard Enkele overwegingen van Hendrik Vuye

Een lezenswaardige tekst van deze prof Grondwettelijk Recht.

Citaat:
Wat een peiling ! Plots zijn journalisten bezorgd over het lot van Bart De Wever en zijn N-VA. De hondenfluitjes klonken luider dan ooit.

"Daarmee zal uw levenswerk geheel in duigen vallen. De man die het Vlaams-nationalisme kwam bevrijden uit de klauwen van extreemrechts, en daar even zelfs in leek te slagen, zal extreemrechts uiteindelijk zelf aan de macht brengen. U bent de architect die zijn mooiste huis eigenhandig in brand steekt"

Toch aandoenlijk om te lezen in de weekendeditie van een Vlaamse krant hoe een senior writer bezorgd is over de politieke erfenis van Bart De Wever. Ik moest een traantje wegpinken. Ik kan het nog enigszins vatten, want hij is een intimus. Niemand schreef ooit meer brieven aan De Wever dan de senior writer. Dan behoor je echt wel tot de intieme kring, anders doe je zoiets niet.

De toon was dezelfde in meerdere kranten en magazines. Dat wekt verbazing. Ik heb nooit gedacht dat journalisten zo bezorgd zijn over het lot van De Wever en zijn N-VA. Het zijn ‘schone zielen’, onze journalisten.

De ‘schone ziel’ van opiniemakers
Raymond Aron (1905-1983) was jarenlang een scherpe observator van de internationale en Franse politiek. Hij combineerde zijn professoraat met een loopbaan als journalist. Toen kon dat nog. Aron keek naar de feiten. Net daarom was Aron anti-stalinist toen weldenkend Frankrijk communist was. Maar hij kende de ander als geen ander. De als rechts wegzette Aron schreef Le marxisme de Marx (postuum gepubliceerd in 2002). Wat mij betreft, het beste boek over Marx. Zijn levenshouding omschreef Aron als volgt: ‘Ik ben geen schone ziel, dat laat ik over aan anderen’.

Ik ben ook geen schone ziel. Ik voel me niet geroepen om onder het mom van expertise kiezers de les te spellen. Wat mij betreft, stem je voor wie je stemt. En als je niet gaat stemmen of blanco stemt, ook daar heb ik begrip voor. Mijn politieke mening doet er niet toe. Ze is al zeker geen evangelie. Ik ben misschien een expert staatsrecht, maar een expert-kiezer ben ik zeker niet. Op dat punt ben ik maar een burger zoals alle andere.

De democratie kent enkele basisregels. De eerste regel is dat de kiezer altijd gelijk heeft. Waarom trekken we immers naar de stembus? Toch niet om de dag nadien in de kranten te lezen dat we weer eens verkeerd hebben gestemd?

Geloof je niet in deze eerste regel, dan is ook dat wat mij betreft nog legitiem. Alleen ben je dan een autoritair denker die de werking van de democratie naar zijn hand probeert te zetten. Voor dat soort mensen bedachten de oude Grieken het woord ‘demagoog’.

Tegenstrevers’ of ‘vijanden’?
Ons politiek systeem kan maar werken als het een strijd is tussen ‘tegenstrevers’. Dat zijn politici die naar de gunst van de kiezer dingen met een verschillend programma. Nadien zijn ze in staat om meerderheden te vormen en samen te besturen, hoe moeilijk dat ook is.

Hier loopt het al grondig fout. In de hedendaagse politiek zijn er vooral ‘vijanden’, mensen met wie men vooral niet wil samenwerken. Je vindt makers van vijanden op rechts en op links.

Linkse tenoren hebben hun politieke vijandschap zelfs geïnstitutionaliseerd in een ‘cordon sanitaire’: een schutskring om ‘de besmette beesten’ buiten te houden. Wat een mensbeeld hanteert verbindend-links hier? Blijkbaar kan je maar verbinden door eerst uit te sluiten.

Links heeft geen monopolie op vijandschap. Ook op rechts is er een tenor die stelt dat ‘geen haar op zijn hoofd’ er aan denkt om met Groen een coalitie te sluiten. Enkele andere partijen moeten eerst ‘een kopje kleiner’ worden gemaakt. Tevoren had hij hetzelfde al gezegd over ‘de sossen’. Dat hield maar stand tot de Antwerpse kiezer de kaarten anders schudde in 2018. Alles is relatief blijkbaar, zelfs politieke vijandschap.

Vijandschap is evenmin een Vlaams monopolie. Ik herinner me nog levendig de debatten in aanloop naar de verkiezingen van 2014. Toen zongen alle Franstalige partijen in koor: ‘Jamais avec la N-VA’. De N-VA was de vijand. Ik werd zelfs even politieke vijand nummer 1 op RTBF, gewoon omdat ik kandidaat was voor een partij die deze – uiteraard onafhankelijke – journalisten niet zinde. Na de verkiezingen van 2014 bleek: ‘Tout est relatif, même l’inimitié en politique’.

Vijandschap dient de democratie niet, wel de machtsverwerving
Deze geïnstitutionaliseerde vijandschap belemmert de werking van de democratie. Ze creëert onevenwicht. Vooreerst op Belgisch niveau. Als de stem van ongeveer 25% van de Vlaamse kiezers op voorhand wordt uitgesloten, vergroot dit het soortgelijk gewicht van de Franstalige partijen. Verder ook op Vlaams niveau. Sluit men daar ongeveer 25% van de kiezers uit, dan vergroot dit het soortgelijk gewicht van ‘de kleintjes’: CD&V, Groen, Open Vld en Vooruit. Sommige partijen slagen er zo in om ver boven hun gewicht te boksen. Dit is gewoon kiezersbedrog, manipulatie van de democratie.

Het is dan ook niet verwonderlijk dat in Franstalig België geregeld stemmen te horen zijn om het cordon uit te breiden naar N-VA. Mocht dit lukken, dan sluit men zowat 45% van de Vlaamse kiezers uit. Het gevolg is dat de Franstalige partijen heer en meester worden in de Wetstraat.

Vijandschap en uitsluiting dienen de democratie niet. Ze beogen machtsverwerving. Wie erin slaagt anderen uit te sluiten, heeft gewoon meer kans om er zelf bij te zijn. In Vlaanderen worden kleintjes zo groot. In België wordt de Franstalige minderheid zo een meerderheid.

Hoe extreem zijn extreemrechts en extreemlinks nog?
Ik heb de debatjes onder vrienden van De Afspraak en verwant politiek entertainment al lang achter mij gelaten. Elke avond kijk ik naar de Franse kwaliteitszender LCI. Ik leerde er Luc Ferry (°1951) kennen. Lang geleden had ik zijn boek gelezen La pensée 68. Essai sur l’anti-humanisme contemporain (1985, in co-auteurschap met Alain Renaut). Ferry is niet alleen een gerespecteerd emeritus professor filosofie. Hij was ook minister van Onderwijs onder president Jacques Chirac.

In Frankrijk staat het Rassemblement National (RN) van Marine Le Pen eenzaam aan de leiding in de peilingen voor de Europese verkiezingen van 9 juni. Het RN heeft zelfs 10 procentpunten voorsprong op de partij van Macron. Tegenstanders proberen Le Pen weg te duwen achter een cordon. Sommigen stellen dat het RN niet behoort tot de Republiek.

Voor Ferry is Le Pen de vertegenwoordiger van ‘la droite populaire et républicaine’. Net als Giorgia Meloni in Italië. Ferry acht het ronduit belachelijk dat men deze partijen wegzet als fascistisch of als extreemrechts. Die partijen hebben ook niets te maken met ‘de jaren dertig’.

Leggen we even ons oor te luisteren bij Ferry over de vergelijking met de jaren ‘30: ‘Extreemrechts was, net als extreemlinks, revolutionair en fanatiek. Ze vermoordden tegenstanders en wilden met geweld en wapens de macht grijpen. Ze waren antisemitisch en racistisch. Dit is absoluut niet het geval bij Marine Le Pen, die noch antisemitisch noch racistisch is en die duidelijk een republikein is’. Le Pen heeft niets met fascisme of immoraliteit te maken. Het is ronduit belachelijk dat te stellen, het is ‘debiel moralisme’, vervolgt hij. De 42% kiezers die voor Le Pen stemden bij de presidentsverkiezingen weten dat maar al te goed, nog steeds volgens Ferry.

Voor een goed begrip: Luc Ferry is het grondig oneens met het politieke programma van Le Pen. Hij is helemaal geen RN-stemmer. Je kan dus ook grondig van mening verschillen zonder je tegenstander meteen weg te zetten als fascist of stalinist.

Sapere aude
De analyse van Ferry is een les voor de ‘schone zielen’ die kranten volschrijven, beeldbuizen vullen en radiogolven beheersen. Het is niet omdat men onder gelijkgezinden hetzelfde denkt dat de kiezer die mening deelt of moet delen. In de stembus is de stem van een ‘schone ziel’ maar evenveel waard als die van elke andere kiezer. Dat is nu eenmaal democratie.

‘Sapere aude’ (‘durf te denken’) geldt ook in het stemhokje. Laat je vooral niet beïnvloeden door de ‘schone ziel’ van opiniemakers die onder het mom van expertise of journalistieke onafhankelijkheid keihard op een hondenfluitje blazen om je kiesgedrag te beïnvloeden.

Elke kiezer is de expert van zijn eigen stem. Wat je ook denkt, voor wie je ook stemt, in het stemhokje heb je altijd gelijk. Dat is de eerste regel van de democratie. Er is ook een tweede regel: de kiezer krijgt de politici die hij verdient.
__________________
Weet nu dan dat uw stem door niemand wordt aanhoord
Zolang gij stamelend bidt of bedelt bij de poort.
quercus is offline   Met citaat antwoorden