Los bericht bekijken
Oud 20 juni 2007, 20:01   #1
C2C
Perm. Vertegenwoordiger VN
 
C2C's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 17 december 2006
Berichten: 10.572
Standaard Geniet u van de fantasie van "de Staatshervorming"?

Laat ons effe peilen naar ons politieke "meta-bewustzijn" - het grapje van "de Staatshervorming" is daar gefundenes Fressen voor. Ik begin trouwens meer en meer te vermoeden dat het theorietje over de "obscene intimiteit van de macht" begint te kloppen.

Dat theorietje is ontwikkeld door Achille Mbembe, in een boekje over de mechanismen van de macht zoals die werken in postkoloniale dictaturen. Vandaag wordt het door sommigen toegepast op onze eigen post-ideologische Europese politiek.

Het conceptje stelt dat er helemaal geen "kloof" is tussen burgers en politici, maar dat ze elkaar integendeel samen "opgeilen" rond een gemeenschappelijk imaginair, fantasmatisch doel. Het cirkelen rond dat doel - dat nooit mag verwezenlijkt worden - is identiteitsvormend, en laat collectief genot toe. (In Mbembe's werk wordt dat geïllustreerd aan de hand van het "obscene genot" dat groepen ondervinden wanneer ze zich klaarmaken - opgeilen - naar bijvoorbeeld een genocide; het genot zit in de weg ernaar toe, niet in het hoogtepunt zelf).

Politici en kiezers delen dus één duidelijk verlangen en een fantasie maar zullen dat nooit met zoveel woorden zeggen. In de plaats ervan gebruiken ze een discours doorspekt met verschuivingen, verhullingen, lege betekenaars ("de Staatshervorming") en ironie om te genieten van datgene waarvan ze weten dat het altijd imaginair zal blijven.

Post-ideologische politiek is dus in Mbembe's concept louter een spel van obsceen collectief verlangen. Geen themas, maar puur genieten. Cruciaal hierbij is dat het schijnbare object van dat verlangen (bijvoorbeeld een onafhankelijk Vlaanderen, "de Staatshervorming") maar een omweggetje, een uitvlucht is om rond het echte verlangen te kunnen cirkelen (namelijk een vorm van racisme of haat tegenover "de vijand").

Cruciaal hierbij is dat beide partijen elkaar voortdurend vette knipogen geven, elkaar zeer goed verstaan, en nooit over concrete zaken spreken, maar altijd op een "meta-niveau" rond blijven cirkelen als gieren boven een prooi. Het verlangen bestaat in dat cirkelen zelf, het fantasme mag niet gerealiseerd of daadwerkelijk vervuld worden, want dan verdwijnt het. Zeer subtiel geven beide partijen elkaar daarom hintjes over het echte object van verlangen ("konden we die Walen maar..."). Het zijn die subtiele, "obscene" verwijzingen en het collectief genieten ervan die identiteitsvormend zijn.

Niks kloof tussen wie dan ook. Maar wel één grote stroom van collectieve, gedeelde, van elkaar zeer goed begrepen en aangevoelde politieke geilheid.

Ik vind dat wel een interessante theorie en het is vreemd dat ze nog nooit op ons communautaire politieke landschap is toegepast.

In hoeverre heeft ze gespeeld tijdens de laatste verkiezing?

Laatst gewijzigd door C2C : 20 juni 2007 om 20:09.
C2C is offline