Los bericht bekijken
Oud 11 juni 2004, 11:05   #55
Johnny Wanker
Vreemdeling
 
Johnny Wanker's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 10 juni 2004
Locatie: Tjoolhof
Berichten: 15
Standaard

Darwin,

Ik kan je reactie begrijpen, maar ik wil hier aan toevoegen dat mijn eigen interpretatie van mijn agnosticisme is. Ik licht mezelf eventjes toe.

Aanvankelijk reageerde ik op een aantal zaken van Mustapha die mij tegen de borst stootten. Het meest werd ik geprikkeld door de uitspraak

"Waar haal jij het recht vandaan om te beweren dat bepaalde soorten vragen bij die bepaalde soort wetenschap hoort."

Ik stond versteld van de manier van de vraagstelling, waarin twee deficits zitten. Het offensieve, veroordelende karakter van de vraag is het eerste, het simplistische het tweede. Dat simplistische heb ik aangehaald in een vorige respons door te stellen dat je geen boek gaat kopen bij de beenhouwer of dergelijke, maar ik zou er nog graag wat meer bij zeggen.

Het is zijn manier van uitspelen van religieuze vragen aan "de wetenschappers" die mij totaal voorbijgaat, voornamelijk door geen onderscheid te maken tussen verschillende groepen wetenschappers.

In de hoop van niet over te komen als iemand die wil etaleren wat hij weet of wie hij gelezen heeft:

Het "falsification-principle" is hier aan de orde. Wetenschap kan (enkelingen spreken dit nog tegen) niet gebaseerd zijn op een inductivistische methodologie. Met andere woorden, dit veronderstelt dat men van een reeks existentiële statements tot een universeel statement kan komen. Het schoolvoorbeeld is dat men van het zien van een aantal witte zwanen tot de stelling komt dat alle zwanen wit zijn. Dit is een logisch ongeldige methode, omdat het altijd mogelijk is dat er een niet-witte zwaan bestaat die zich in de bosjes verscholen houdt en bijgevolg nog niet gezien is.
Falsificatie is de oplossing voor dit probleem; Popper was de eerste om op te merken dat de individuele observaties van een aantal witte zwanen niet gebruikt kan worden om de stelling "alle zwanen zijn wit" te bevestigen, maar dat ze wel kunnen gebruikt worden om de "alle zwanen zijn wit"-stelling te weerleggen: het zien van een enkele zwarte zwaan zal deze universele stelling als onwaar te bestempelen.
Hieruit volgt dus, om een algemene stelling te falsifiëren, moet er een falsifiërende stelling gevonden worden of een observatie gedaan worden.
Nu wordt het prettig: de dogma's van het empiricisme. Quine stelde al dat elke bewering kan aangepast worden om in overeenstemming te zijn met de data, zolang men de nodige compensatoire aanpassingen uitvoert. Popper heeft dit ook gesteld - we borduren verder op het voorbeeld met de zwanen - bij het horen dat er in Afrika een zwarte zwaan is gezien, kan men verschillende kanten op: de stelling/hypothese aanpassen (alle zwanen zijn wit, behalve degene gevonden in Afrika) of een eerder sceptische bemerking bij de observatoren maken (de ornithologen in Afrika zijn incompetent). De wetenschapper die de aanvankelijke stelling maakte moet nu de keuze maken om de nieuwe stellingen waardoor de theorie ofwel rechtgehouden wordt ofwel wordt gefalsifieerd te aanvaarden of te verwerpen. Op een bepaald punt wordt het gewicht van de ad hoc hypotheses en falsifiërende observaties zo zwaar dat het onmogelijk blijft om de initiële stelling te blijven steunen en de beslissing tot verwerpen gemaakt wordt.

Goed, in de plaats van naïeve falsificatie zag Popper evolutie van wetenschap eerder als een opeenvolging van verwerpen van gefalsifieerde theorieën dan gefalsifieerde statements. Gefalsifieerde theorie wordt vervangen door een theorie die de falsifiëring van de oude theorie staaft, dus met een groter verklarend karakter. (dit is trouwens wat in de mechanica gebeurde door falsificatie van de Aristoteliaanse mechanica door de experimenten van Galileo, op hun beurt gefalsifieerd door Newton) Men ziet een evolutie van de mechanica naar theorieën die een sterkere verklarende kracht hebben; ze kunnen de vooraf gestelde theorie ontkrachten door het verklaren van tevoren onverklaarde fenomenen. Dit maakt dat de nieuwere theorie steeds meer vatbaar is voor falsificatie, wat hem in dat opzicht beter maakt en meer ruimte geeft voor pogingen tot verwerpen.

Zover zijn we al gekomen, nu komt er nog de kwestie van het onderscheiden van een wetenschappelijke theorie van een niet-wetenschappelijke, in het kader van deze discussie. De lijn tussen die twee wordt getrokken door falsificatie. Wanneer een theorie falsificeerbaar is, is hij wetenschappelijk. Indien niet, is hij niet wetenschappelijk. Hou goed in het achterhoofd dat falsificeerbaarheid een eigenschap is van stellingen en theorieën, en bijgevolg NEUTRAAL is. Wanneer dit gebruikt wordt als criterium voor de demarcatie van stellingen (wetenschappelijk/niet wetenschappelijk) en het als eigenschap gaat zien die falsificeerbare theorieën als superieur beschouwt boven niet-falsificeerbare, dan neemt men in feite een politieke positie in die falsificationisme genoemd zou kunnen worden. Dit zou uiteindelijk leiden tot de conclusie dat bepaalde niet-falsificeerbare theorieën/stelling die in de wetenschap gebruikt worden waardeloos zijn. Daar zou al een stevige contradictie in zitten. Het gaat 'm erom dat falsificeerbaarheid het ongeldige inductieve denken (zie bovenaan) vervangt door een een rationelere, deductieve redenering.

Een praktisch voorbeeld:

Volgens velen (waaronder ikzelf) is geloof niet falsifieerbaar, omdat het bestaan van een god typisch geponeerd wordt zonder enige plaats voor falsificatie. God als transcendenteel wezen, ver voorbij de grenzen van onze observatiemogelijkheden, kan om die reden noch bevestigd noch ontkend worden. Het is perfect consistent voor een theïst om ermee akkoord te gaan dat het bestaan van een god niet falsifieerbaar is en dat dit bijgevolg geen wetenschappelijke stelling is, maar tegelijkertijd te beweren dat god bestaat. Waarom haal ik dit expliciet aan: omdat de lijn niet getrokken wordt door Mustapha. Adler en Freud hadden beiden totaal uiteenlopende stellingen en theorieën, die volgens het critrion onwetenschappelijk zijn wegens niet-falsifieerbaar, maar door velen nog gevolgd worden. Stel: een man gooit een kind in het water met de bedoeling het te verdrinken en een andere man verdrinkt bij het redden van het kind. Deze situatie kan met gelijke moeite worden verklaard door zowel Freud als Adler. Volgens Freud lijdt de eerste man aan repressie (bvb een component van zijn Oedipus complex), terwijl de tweede sublimatie heeft bereikt in dat aspect. Volgens Adler lijdt de eerste man aan gevoelens van inferioriteit, (die hem ertoe gebracht hebben om zichzelf te bevestigen door zichzelf te tonen dat hij iets waard is omdat hij een misdaad durft plegen), en dit geldt ook voor de tweede man, die de bevestiging zoekt door zichzelf te bewijzen dat hij het aangedurfd heeft het kind te redden) Je kan je alle mogelijke gedragingen inbeelden, ze zullen steeds perfect passen in de beide theorieën, ze zullen altijd bevestigd worden. In de ogen van de aanhangers van Freud of Adler was dit net de kracht van de theorie, dat het altijd verklaard kon worden. Hopelijk begint er hier en daar iets te kraken... Het is net de zwakte van deze theorie, niet de sterkte. Deze theorieën zijn niet falsifieerbaar.

Nu kom ik eindelijk tot de conclusie (geholpen door Popper):
Het is gemakkelijk om bevestiging of verificatie te vinden voor een theorie , wanneer er naar gezocht wordt.
Elke goede wetenschappelijke theorie houdt een verbod in; het verbiedt bepaalde dingen om te gebeuren. Wanneer een door de theorie verboden ding gebeurt, wordt hij ongeldig. Elke theorie die niet te verwerpen is door eender welk haalbaar gebeuren is onwetenschappelijk. Die graad van onverwerpelijkheid van sommige theorieën (zoals de god-bestaat-theorie) wordt door velen vaak gezien als de kracht van de theorie of als een voordeel; terwijl dit een nadeel is.
Elke geldige test voor een theorie is een poging tot falsificatie of verwerpen, dus testbaarheid van een theorie is dus evengoed falsificeerbaarheid. Er bestaat natuurlijk een gradatie tussen verschillende theorieën qua testbaarheid, sommige theorieën zijn meer testbaar dan anderen en zijn bijgevolg meer 'at risk' voor verwerping.

Een valabel bewijs voor een theorie kan alleen voortvloeien uit een mislukte poging tot falsificatie.

Sommige testbare theorieën, worden na falsificatie nog recht gehouden door aanhangers door ad hoc inbrengen van een externe assumptie of door reïnterpretatie op een manier dat de theorie aan de verwerping ontsnapt. Dit is altijd mogelijk, de theorie wordt gered van verwerping, maar de kost hiervan is dat de wetenschappelijke status verdwijnt of vermindert.


Het criterium voor het al dan niet wetenschappelijk zijn van een theorie wordt dus bepaald door de mate van testbaarheid, falsificeerbaarheid en verwerpbaarheid.

Mustapha, dit zou je moeten doen nadenken over aan wie je welke vragen moet stellen over je theorieën in plaats van comfortabel te beweren dat de wetenschappers dichtklappen wanneer je hen iets vraagt.
Johnny Wanker is offline   Met citaat antwoorden