Los bericht bekijken
Oud 18 augustus 2012, 06:39   #12
Descartes Jr
Banneling
 
 
Descartes Jr's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 24 november 2002
Locatie: Vielsalm
Berichten: 9.794
Standaard

In 1950 stonden behalve Julien Lahaut nog andere communisten op de dodenlijst van rechtse paramilitaire groepen. Verder onderzoek moet aantonen hoe breed dat netwerk was vertakt.
Vrijdagavond 18 augustus 1950. Twee mannen schieten in Seraing Julien Lahaut, voorzitter van de communistische partij, neer. Kort tevoren zou hij de eedaflegging van koning Boudewijn hebben verstoord door Vive la république!te roepen. Zou, want zeker is dat niet, en in die tijd was dat ook geen groot thema. Toch wordt algemeen aangenomen dat hij daarom werd vermoord, door wraakzuchtige royalisten die niet konden verkroppen dat koning Leopold III zijn troon had moeten opgeven. Dat gebeurde na een lange en bitsige politieke strijd, de Koningskwestie, over de rol van Leopold tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Het gerecht sloot het onderzoek in 1972 af. Zonder resultaat. Later konden historici en journalisten de daders wel identificeren: vier mannen uit Halle, onder anderen oud-verzetsman François Goossens. ‘Onderzoeksrechter René Loupe deed alles wat hij kon,' zegt Emmanuel Gerard nu, ‘maar hij had geen enkel materieel aanknopingspunt.' Gerard, hoogleraar aan de KU Leuven, spit nu met enkele medewerkers de zaak verder uit onder auspiciën van het onderzoeksinstituut Soma.

Vijfde colonne

Gerards onderzoek leverde een opzienbarend document op. Daaruit blijkt dat nog andere communisten op de zwarte lijst stonden: Edgard Lalmand, secretaris-generaal en sterke man van de partij, senator Jean Terfve, de contactpersoon met de Sovjetunie, en Frans Vandenbrande, de machtige Antwerpse dokwerkersleider. Als leden van een ‘vijfde colonne' in dienst van de vijand, de Sovjetunie, moesten zij in 's lands belang verdwijnen.

Eerder historisch onderzoek wees al uit dat de moord op Lahaut paste in het felle anticommunisme van de tijd. Dat werd gedragen door een breed netwerk van rechtse politici, militairen, gewezen verzetslui, spionnen allerlei, bankiers, Amerikaanse en andere diplomaten, met uitlopers in het Hof en het aartsbisdom. Ze voerden anticommunistische en antidemocratische propaganda, met Leopold III als boegbeeld, zamelden informatie in of pleegden aanslagen. Ook stay-behind-groepen hoorden erbij, die bij een Sovjet-invasie het verzet zouden organiseren. Ze maakten deel uit van het in heel West-Europa vertakte Gladio-netwerk. Dat bleef decennia lang bestaan, zodat het de vraag is of ze, wachtend op een invasie die nooit kwam, al die tijd niets anders uitrichtten met hun wapens en structuren.

Ook Goossens en zijn kompanen behoorden ertoe. Maar ze voerden slechts een opdracht uit. Wie waren dan de opdrachtgevers? Het nu opgedoken activiteitenrapport wijst daarvoor naar een ‘synarchie', vertakt tot in ‘de meest besloten cenakels en, voor het geval-Lahaut, tot bij de speurders'. En Gerard kan inderdaad een incident aanwijzen waarbij Loupe door een politie-inspecteur kan zijn misleid.

Het document wijst niet alleen de volgende, te liquideren ‘verraders' aan. Het bedreigt ook magistraten die deze moorden ‘te ijverig' zouden vervolgen in hun ‘eenrichtingsjustitie', want ze zouden ‘niets' hebben gedaan tegen ‘de oproerkraaiers en saboteurs die iedereen kent en de socialistische samenzweerders die de veiligheid van het land in gevaar hebben gebracht'. Net omwille van die laksheid van de officiële instanties, aldus het document, namen de anticommunisten het recht in eigen hand.

‘Het valt toch op,' zegt Emmanuel Gerard, ‘dat premier Joseph Pholien al drie weken na de moord, en zonder dat eerst op de ministerraad te brengen, aankondigt dat hij alle communisten uit de openbare diensten zal verwijderen.' Dat was vooral een gebaar, misschien in paniek, want het koninklijk besluit daarover volgde pas maanden later en werd nooit uitgevoerd.

Archief De Vleeschauwer

Even interessant als het rapport zelf, is zijn vindplaats. Gerard trof het aan in het archief van de CVP-politicus en fervente leopoldist Albert De Vleeschauwer, in 1950 minister van Binnenlandse Zaken. Na de moord ontving hij doodsbedreigingen en dook hij onder. Als prominent politicus had hij zich tot een officiële veiligheidsdienst kunnen wenden, maar toch deed hij een beroep op oud-verzetsman André Moyen, een spil in het anticommunistische netwerk. Die bezorgde hem valse papieren, een gewapende escorte en een onderduikadres in Frankrijk (DS 19 mei).

Moyen is ook de auteur van dat activiteitenverslag. Hij kon het weten. Hij runde een privé-inlichtingendienst, met geld van de Bank van Brussel en de holding Brufina, onder toezicht van twee gepensioneerde generaals en met een afdeling in Belgisch Congo. Een marginale organisatie was dit allerminst, zodat Moyen, die zich later te praatgraag zou tonen, op dat moment ernstig moet worden genomen. Dat deden ook de militaire veiligheidsdienst of de Amerikaanse ambassade.

De moord op Lahaut tekent de frustratie in extreemrechtse kringen over de afloop van de Koningskwestie. Een nog niet onderzochte bron suggereert, en dat is nieuw, dat ook Leopold III die frustratie deelde. Maar veel valt nog uit te zoeken. Bijvoorbeeld waarom Lalmand en de anderen het dan toch overleefden.

Maar daar is geen geld voor nodig. Tot nu toe zorgden de Franse Gemeenschap en privédonaties daarvoor, al had de Senaat de federale regering opgedragen om dat te doen. Het is nu wachten op Paul Magnette (PS), Soma's voogdijminister. Want dat Gerard en het Soma deze even voorlopige als veelbelovende resultaten nu al publiek maken, heeft natuurlijk ook een reden.

De Standaard 02/06/12
Descartes Jr is offline   Met citaat antwoorden