Maar wel komt het heelal naar ons toe in de vorm van het licht.
Hoe het dan altijd met dezelfde snelheid naar ons toe komt (ondanks hoe de sterren ook mogen bewegen: naar ons toe of van ons af), deze wonderbaarlijkheid weet Einstein niet te verklaren.
Zou het kunnen omdat wij ook de scheppers van het heelal zijn, en wij door ons schijnbaar bewegen (we staan altijd stil) eigenlijk de sterren doen bewegen en (hoe wonderbaarlijk) het licht nu juist net niet meedoet en rustig zijn eigen gang blijft gaan met 300.000 km/sec naar ons toe blijft komen.
Of zouden de microwezentjes hier om duistere reden de hand in hebben?
Dit om een algemene wet, een algemene grondslag voor het heelal te hebben in een constante beweging voor de verdere meting van tijd en ruimte?
De beweging is immers de eenheid van ruimte en tijd* en zou dus ook de hogere grondslag kunnen zijn, niet als een willekeurige snelheid, maar als absoluut.
*snelheid (beweging) = afstand (ruimte) gedeeld door tijd.
|