De zonde
de eerste cel
Frigga in haar vel
haar zoon Wodan
zich kronkelend
uit haar trachtte
te bevrijden
in de lengte
tot een slang
maar zij met hem mee
als slangin
lijdend om hem
vast te houden
en hoe meer hij zich
naar buiten strekte
zij hem juist naar
binnen zoog
zo heen en weer gaande
in een ritmisch leven
hij tenslotte
op moest geven
en definitief
naar binnen te glijden
in een dieptepunt
van lijden
en haar
in het middelpunt vond
de kern
van beiderlei wezen verstond
en het lijden
zich in uiterste verrukking
en gelukzaligheid
verslond,
teruggaande tot
het oer-begin
de zonde van moeder en zoon
waaruit het heelal geboren
|