Los bericht bekijken
Oud 6 januari 2003, 18:44   #9
Anonymous
Partijlid
 
Geregistreerd: 24 maart 2002
Berichten: 276
Standaard

Juiste link:

http://www.standaard.be/Archief/Zoek...ST22102002_027

ZUIDERTERRAS. West-Vlamingen en Luxemburgers moeten het zelf doen

22/10/2002
Guido Fonteyn

Belovo, Champlon Salaisons, Spanolux, Eti-plus, All Packaging Products (een groep belangrijke Vlaamse investeerders in Wallonië), een gouverneur (Bernard Caprasse), ontwikkelingsmaatschappij Idelux, de regionale kamer van koophandel en Rudy Aernoudt, de (Vlaamse) adjunct-kabinetschef van de Waalse minister van Economie Serge Kubla. Alle elementen waren aanwezig voor een goed rondetafelgesprek in Libramont, de economische hoofdstad van de provincie Luxemburg.


Rond de tafel zaten meer Vlamingen dan Walen. De privésector was Vlaams, de openbare Waals, op Aernoudt na. De overheid wilde van deze Vlaamse investeerders weten waarom zij naar Wallonië waren gekomen, waarom zij naar Luxemburg waren gekomen, of zij daar goed waren opgevangen en of er nog iets tot hun dienst was.

Het gesprek duurde een hele voormiddag, en na afloop gingen beide partijen zeer tevreden terug naar het eigen bedrijf of openbare instelling. Vlamingen investeren graag in Wallonië. En West-Vlamingen investeren bijzonder graag in Luxemburg, want bij nader toezien bleken rond de tafel bijna uitsluitend Luxemburgers en West-Vlamingen te zitten. Beide provincies hebben iets met elkaar, en dat werd een dankbaar discussiethema.

De verhalen van deze investeerders zijn zeer leerrijk.

Carol De Meester (Belovo), eierboer, stamt uit een (West-Vlaamse) familie waar men sinds 1920 eieren verkoopt. In 1961 stelde hij vast dat zijn grootste klanten in de Ardennen zaten, en -- om ze beter te bedienen -- vertrok hij met zijn eieren naar Bastogne. Sindsdien groeide Belovo uit tot een bedrijf met een omzet van 34,6 miljoen euro en 123 personeelsleden, dat hoogwaardige producten levert voor de farmaceutische en cosmetische industrie.

Paul Vandekerckhove (Champlon Salaisons) kwam naar Luxemburg toen de benaming ,,Jambon d'Ardenne'' bij wet werd beschermd en het product in de streek van herkomst moest worden gemaakt. De maatschappij trok naar Vielsalm met 15 personeelsleden en een omzet van 3,75 miljoen euro. Nu heeft Champlon Salaisons een omzet van 172,5 miljoen euro en stelt de maatschappij 618 personeelsleden tewerk, als een onderdeel van de groep Imperial Meat Products (Lovendegem). Hét kenmerk van de Ardennen -- gerookte vleeswaren -- wordt dus door een geïmporteerde Vlaming gemaakt, maar dan een die zichzelf ook als ,,Ardenner'' omschrijft.

Bernard Vanden Avenne (Spanolux) trok in 1996 naar Vielsalm om dichter bij zijn grondstof te zijn: hout. Dit bedrijf uit Oostrozebeke vormt op jaarbasis 850.000 m³ hout (uit de Ardennen) om tot spaanplaat (Medium Density Fireboard). In Vielsalm werken 101 personeelsleden, de omzet bedraagt 50,8 miljoen euro en de vestiging hangt af van de hoofdzetel in Oostrozebeke.

Rond de tafel werd vastgesteld dat deze bedrijven natuurgebonden grondstoffen gebruiken: eieren, vlees, hout.

Philippe Wanlin (Eti-Plus) is geen West-Vlaming. Hij leidt in Libramont de Franse tak van een Vlaams etikettenbedrijf, met zetel in Boechout. De zetel in Libramont laat het bedrijf toe zijn markten naar het zuiden uit te breiden, en dat was ook de bedoeling. L'Oréal is al een belangrijke klant. In Libramont stelt de vestiging 20 personeelsleden tewerk en heeft het een omzet van 150 miljoen euro.

En dan hebben we nog vader en zoon Vanderbauwhede, opnieuw West-Vlamingen, die hun bedrijf (All Packaging Products, verpakkingsmateriaal) enkele jaren geleden van West-Vlaanderen overbrachten naar Bertrix, omdat ze daar de nodige ruimte vonden. All Packaging Products stelt al 300 personeelsleden tewerk.

Vader Marc Vanderbauwhede oefende tijdens de discussie als enige lichte kritiek op de provincie Luxemburg uit. Hij was van mening dat hij ter plaatse onvoldoende gekwalificeerd en -- vooral -- gemotiveerd personeel vond voor zijn bedrijf, en dat hij die arbeiders uiteindelijk moest gaan zoeken in Frankrijk.

Dat de Luxemburgers niet goed zouden werken werd meteen door alle andere Vlaamse investeerders met klem tegengesproken, maar de provincie worstelt wel met een algemeen probleem: de nabijheid van het Groothertogdom, waar veel hogere lonen worden betaald dan in België. Omdat het voor een Fransman, om andere redenen, dan weer interessant is om in Belgisch Luxemburg te werken, kan gewag worden gemaakt van een permanente stroom van werknemers, waarbij het Groothertogdom het absolute einde betekent, de provincie Luxemburg een eerbaar initiatief en Frankrijk de werfreserve. Dit mag letterlijk worden opgenomen, want de sluiting van de staalbedrijven in Frans Lotharingen heeft de Franse grenszone ontredderd achtergelaten.

Maar de opmerking van Vanderbauwhede liet de deelnemers aan dit rondetafelgesprek tenminste toe een schijn van een discussie te voeren. Want, tot groot genoegen van de welsprekende gouverneur en zijn assistenten, waren alle Vlaamse investeerders vol lof over de ontvangst die hen te beurt viel, hadden ze allen uitbreidingsplannen, en was niemand onder hen van plan met zijn bedrijf ooit nog naar Vlaanderen terug te keren.

Opvallend was hierbij dat niet de investeringssteun van doorslaggevende aard was geweest, maar de wijze waarop de overheid -- zowel de Luxemburgse als de Waalse -- naar deze ondernemers luistert. ,,Als ik naar Kubla bel, staat die hier volgende week'', zei iemand. ,,Caprasse staat hier al morgen'', zei iemand. ,,Probeer dat maar eens in Vlaanderen'', zei nog iemand.

Gelukkig was er de vergelijking Luxemburg-West-Vlaanderen. En toen werd het in Libramont pas echt gezellig. Wat drijft deze provincies naar elkaar? Rudy Aernoudt kende het antwoord: ,,West-Vlaanderen en Luxemburg liggen allebei ver van Brussel. Dit is een factor van zelfstandigheid geworden. Men moet het daar zelf doen. En in beide provincies leeft men graag bourgondisch''.

En toen werd het nog gezelliger.
Anonymous is offline   Met citaat antwoorden