Het moederlijf
In den beginne
die zich telkens
in alle eeuwigheid
weer herhaalt
in den beginne
was de oertijd
nog een droomtijd
en uit de eeuwige slaap
van het Niets
het Zijn geworden is
en krachtens dialectiek
de tegendelen zijn ontstaan:
tijd en ruimte
licht en duisternis
hemel en oceaan
die zich paarden
en uit hun lust
de eerste kus
tot lippen en land
verheven
moerassig nog
aangedaan
ontroerd
de bron van het leven
is ontstaan
uit aller diepste
geestes wezen
de Al-Vader Wodan
in het Moederlijf
Frigga geheten
|