14 - de appel
en na een lange
heerlijke wandeling
kwamen zij plots
als betoverd
voor een open plek
met een rotspartij
en daaruit een bron
met in het midden
een schone krachtige boom
te staan
en Eva stelde voor
hier een wijle te rusten
en zij strekte
zich behaaglijk uit
in het gras
en Adam deed insgelijk
toen zij de boom
die blijkbaar
een toverboom was
hoorde spreken,
zeggende:
"pluk toch één
van mijn schone appelen"
en zij daarna
ook een appel
hoorde spreken:
"ik ben de aller schoonste
pluk mij toch"
en Eva moest lachen
en plukte
de mooie rode appel
van de tak vandaan
en sprak tot Adam:
"zie mijn liefste
deze schone appel
is de vruchtbaarheid
zij is de liefde
zij is mijn hart
zij is de openbaring
van het leven"
Eva en haar appel: de liefde, de hartstocht en het leven.