foefelare (zn. v.)
gefoefel (zie foefelen), uit de trukendoos
uitspraak: foefelaaree
Misschien door Urbanus in 1979 geïntroduceerd in zijn goochelsketch ‘no foefelare’ (google maar eens naar YouTubes)
vgl. foefelarij, foefelaria
Ge snapt dat soms niet: zo’n begroting opstellen dat is toch niks anders dan boekhoudkundige foefelare.
Niks foefelare, alles open en bloot zoals het is.
|