21 - God is goed en kwaad.
Goed en kwaad zijn met elkaar in wisselwerking en uit het ene komt het andere voort.
Zo is elke goed beperkt, niet absoluut goed, en omwille van zijn beperktheid heeft het ook zo zijn schaduw, wat dus niet goed is en wat dus vroeg of laat zal blijken.
Omgekeerd zit aan elk kwaad ook wel een lichtzijde.
En God zelf is de eenheid van goed en kwaad, dus niet alleen de goede God, maar ook de kwade Duivel.
|