2
Een [slaaf] poogt alleen maar vrij te worden;
hij is er niet op uit het bezit van zijn meester te verkrijgen.
De zoon echter is niet alleen maar een zoon,
maar maakt ook aanspraak op de erfenis van de vader.
Deze is mij iets duidelijker, maar het klinkt me wel kapitalistisch in de oren om die erfenis, dan heb ik toch meer sympathie voor die slaaf die vrij wil worden: hoe gelukkig zal die arme kerel wel niet zijn, niet meer te lijden onder de zweepslagen van zijn strenge meester.
|