Los bericht bekijken
Oud 1 juli 2017, 20:03   #40362
Het Oosten
Secretaris-Generaal VN
 
Het Oosten's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 28 juli 2010
Berichten: 44.796
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door edwin2 Bekijk bericht
Onderstaand stuk geeft een beter beeld over de Statenvertaling dan Sijs geeft en haar grootste fan, onze forumvriend Het Oosten. Men ziet ook de hoge posities die deze personen hadden in de noordelijke contreien, hun kennis en kunde was gigantisch.


Zes Vlamingen, medewerkers aan de Statenbijbel van 1637 (I)
Weinigen van ons weten dat er destijds uitgeweken Vlamingen hebben meegewerkt aan het tot stand komen van de Statenbijbel. De vraag naar een correcte vertaling van de Bijbel in het Nederlands bestond al lang. Uiteindelijk werd daaraan gevolg gegeven in de Nationale Vergaderingen in Dordrecht in 1618-1619. De druk ervan begon men in 1635 en in 1637 was de Statenbijbel klaar.

Willem Baudart (verlatijnst tot Baudartius)

Hij werd geboren in Deinze op 13 februari 1565. Zijn vader heette ook Willem en was handschoenmaker. Hij behoorde al vanaf 1554 tot de kerk der Hervormden in Deinze en was er lid van het consistorium. Tijdens de godsdiensttroebelen vluchtte hij met zijn gezin naar Engeland. Willem jr. studeerde theologie in Canterbury en in Sandwich. Vader Willem overlijdt er, en de weduwe komt met haar kinderen terug naar Vlaanderen. De Pacificatie van Gent is getekend en zij gaat zich met haar gezin vestigen in Gent. Willem jr. gaat in Gent studeren aan de ''Latijnse school''. Als hij twintig jaar oud is, verlaat hij in 1585 Gent om zijn studie verder af te ronden in Leiden, Franeker en Heidelberg. Daarna wordt hij tot bedienaar van Gods Woord geroepen, achtereenvolgens in Kampen, Lisse en Zuthphen. Van 1626 tot 1637 gaat hij wonen in Leiden. Wegens zijn grondige kennis van het Hebreeuws wordt hij door de Algemene Vergadering aangewezen om de vertaling van het Oude Testament op zich te nemen. Bodartius staat bekend voor zijn spreukenverzameling ''Apophegmata Christiana''. Hij overleed in Zutphen op 15 december 1640.

Antoine Trijs (verlatijnst tot Thrysius)

Hij werd geboren in Antwerpen op 9 augustus 1565. Zijn grootvader Nicolaas Thijs was burgemeester van Mechelen. Zijn vader, Christophorus Thijs, was koopman in Antwerpen en zijn moeder heette Martha Aegidius. De jonge Antoine volgde zijn eerste onderricht in het Latijn in Lier. Toen Lier door de Spanjaarden werd ingenomen ging hij verder studeren in Dendermonde en vervolgens in Antwerpen bij Bonaventura Vulcanus, gewezen secretaris van Marnix van St. Aldegonde, die tevens rector was van de school in Antwerpen. Toen Antoine vijftien jaar oud was, volgde hij Vulcanus naar Leiden waar hij filosofie en theologie studeerde. Daarna ging hij naar de academie van Neustadt (D) en vervolgens naar Genève om het Hebreeuws te leren bij Theodor Beza. In 1585 ging hij voor vier jaar in Heidelberg studeren. In 1589 trok hij naar Engeland, Cambridge en Oxford, keerde terug naar Leiden om er de gemeente te dienen en vervolgens ging hij de gemeente in Emden twee jaar dienen. Hij was ook docent in de Hogeschool in Franeker. Op 16 augustus 1601 benoemde Frans Gomaer (Gomarus) hem tot hoogleraar in Harderwijk. Daar was hij 8 jaar werkzaam als hoogleraar. In 1602 huwde hij met Francisca Bollius. De nationale vergadering in Dordrecht benoemde hem tot revisor van het Oude Testament en in 1619 wed hij professor in de theologie in Leiden. Samen met de Vlaming Johannes Polyander, Antoinius Walaeus en Andreas Revetus schrijft hij de ''Synopsis Purioris Theologiae''. Hij overleed in 1640.

Johannes van Kerckhove (verlatijnst tot Polyander)

Hij werd geboren uit Gentse ouders in Metz op 28 maart 1568. Zijn vader heette eveneens Johannes en zijn moeder Christiana van Houtem. Het gezin was in 1568 uit Gent gevlucht wegens de geloofsvervolgingen. Toen het gezin in Metz aankwam wed de jonge Johannes geboren. Maar toen het in Metz ook niet veilig was, vluchtten ze om geloofsredenen naar de Pfalz. De jonge Johannes kreeg zijn eerste onderricht in Frankenthal, terwijl vader Johannes dienst deed als predikant in de Waalse vluchtelingengemeente in Emden. Daar studeerde de jonge Joharmes vanaf zijn veertiende Frans, Latijn en Grieks. Verder studeerde hij in Bremen Hebreeuws, theologe en filosofie tot zijn twintigste. Hij vervolledigde zijn studies in Genève bij Theodor Beza. In 1591 werd hij door de gemeente Dordrecht geroepen als predikant, een dienst die hij er twintig jaar vervulde. In oktober 1611 werd hij tot professor in de theologie benoemd in Leiden, een ambt dat hij gedurende acht opeenvolgende termijnen bekleedde. In de synodale vergaringen van 1616-1919 in Dordrecht zat hij als afgevaardigde deze vergaderingen voor. Polyander werd belast met de revisie van het Oude Testament samen met Frans Gomaer (Gomarus), Antoine Thys (Thysius) en Joos van Laren. Hij overleed in Leiden op 4 februari 1646.
Zes Vlamingen, medewerkers aan de Statenbijbel van 1637 (II)
Weinigen van ons weten dat er destijds uitgeweken Vlamingen hebben meegewerkt aan het totstandkomen van de Statenbijbel. De vraag naar een correcte vertaling van de Bijbel in het Nederlands bestond al lang. Uiteindelijk werd daaraan gevolg gegeven in de Nationale Vergaderingen in Dordrecht in 1618-1619. De druk ervan begon men in 1635 en in 1637 was de Statenbijbel klaar.

In het vorige artikel (Protestants Nederland, no. 1, 2006) schreven we over Baudartius, Thrysius en Polyander. In dit slotartikel leest u het e.e.a. over de drie overige medewerkers.


Frans Gomaer (verlatijnst Gomarus)

Frans Gomaer of Goemaere werd geboren in Brugge in 1563. Zijn moeder heette Johanna Moermans. Tijdens de godsdienstroebelen in Vlaanderen moesten ze vluchten en kwamen eerst terecht in Straatsbug en vervolgens in Neustadt. Eerst gaat Frans studeren in Neustadt bij professor Junius en vervolgens in Leiden bij professor Ursinus, medewerker aan de Heidelbergse Catechismus. Daarna trekt hij naar Engeland waar hij in Oxford en Cambridge theologie gaat studeren. Hij keert terug naar Nederland waar hij tot professor in de theologie werd benoemd in Leiden. Hij weerlegt er de leer van de Arminianen (volgelingen van Arminius) en gaat vervolgens naar Saumur in Frankrijk om er bij te scholen. Teruggekomen in Nederland wordt hij aangesteld tot professor in de theologie in Groningen. Door de Synode van Dordrecht wordt hij gevraagd om de vertaling van het Oude Testament te herzien. Hij reviseerde samen met Thysius, Polyander en Joos van Laren de Hebreeuwse tekst van het Oude Testament. Hij stierf in 1641.

Antoine de Waele (verlatijnst Walaeus)

Antoine de Waele werd geboren in Gent op 3 oktober 1573. Zijn vader heette Jacques en zijn moeder Margaretha Wagenaars. De jonge Antoine genoot in Gent zijn eerste onderricht in het Latijn. Toen Gent in 1584 door de hertog van Parma werd ingenomen moest het gezin door de geloofsvervolging Gent ontvluchten naar Middelburg met achterlating van hun vermogen. In Middelburg zette Antoine zijn studies voort in Grieks, letterkunde en filosofie. Toen hij ging studeren aan de Leidse academie zat het gezin in financiële problemen en betaalde de Middelburgse overheid zijn studiekosten. Daar bekwaamde hij zich in Hebreeuws en theologie. Gedurende drie jaar was hij de huisgenoot van de Bruggeling Frans Gomaer (Gomarus). In 1599 maakte hij studiereizen naar Frankrijk en naar Zwit-serland, waar hij in Genève een jaar in de leer ging bij Theodor Beza. Gedurende zeven maanden bestudeerde hij in Bazel de kleine profeten en in 1601 bezocht hij de academie van Heidelberg. Hetzelfde jaar werd hij predikant in Koudekerke en in 1603 vervulde hij hetzelfde ambt in Middelburg. Hij werd tot hoogleraar benoemd aan de Universiteit van Leiden in 1619. Op de Synode van Dordrecht werd besloten dat hij de plaats zou innemen van Herman Foekel (Faukelius) die ondertussen overleden was. Samen met de Vlamingen Polyander, Thysius en Rivetus (Andreas Rivet) schreef hij de ''synopsis Puroris Theologiae''. Zijn huwelijk met Paschasia van Thenhoudt telde negen kinderen. Hij overleed op 9 juli 1639.

Herman Foekel (verlatijnst Faukelius)

Herman Foekel of Faukel werd in 1560 geboren in Brugge. Zijn vader was hervormd en behoorde tot het Brugs Consistorium. Op jonge leeftijd ging Herman studeren aan ''de Doorluchtige school'' in Gent. Op 2 april 1583 verdedigde hij er voor professor Lambert Daneau (Dannaeus) de 18 thesen uit het tweede hoofdstuk van ''De verlossing van zondaren''. Eind 1583 was de Gentse stadskas leeg, en door de oorlogsdreiging wordt op 12 september 1584 de Gentse theologische school gesloten. De inname van Gent zorgt ervoor dat de Hervormers naar de Noordelijke Nederlanden vluchten. In juni 1583 heeft Herman Faukel al Gent verlaten en zich laten inschrijven aan de Universiteit in Leiden. Na zijn studies in 1586 wordt hij predikant in Keulen. Daar is hij 13 jaar actief tot hij in 1569 predikant wordt in Middelburg. Daar in Middelburg is hij de collega van de Bruggeling Frans Gomaer. In de discussie met de Remonstranten neemt hij een sleutelpositie in en hij speelt een belangrijke rol in de Synodes van Dordrecht (1618-1619). De Synode stelt hem voor om mee te helpen de Hebreeuwse vertaling van de Bijbel te reviseren, doch hij overlijdt op 9 mei 1625. Faukelius is vooral bekend door zijn catechismusboekje ''Kort Begrip der Christelijke religie''. Een verkorte versie van de Heidelbergse Catechismus. Herman Faukel was zeer gematigd tegenover de leer der doopsgezinden en hij was een van de beroemdste Gentse leerlingen.

http://http://www.digibron.nl/search...enbijbel-van-i
Uw opsomming bevestigt gewoon wat Van der Sijs poneert. Zij spreekt van slechts 5 medewerkers die hun geboorteplaats hadden in de Zuidelijke Nederlanden . Uw geciteerde tekst zegt maar juist hetzelfde. Polyander (Johannes van Kerckhove) immers werd geboren in Metz. In de tijd van Polyander behoorde Metz tot het Duitse Roomse Rijk. Merk dan ook op dat toendertijd in de streek van Metz voornamelijk Westmiddelduitse dialecten werden gesproken. Op éénjarige leeftijd verhuisde hij reeds naar Duitsland. Hij verbleef slechts 8 jaar in de Zuidelijke Nederlanden, 14 jaar in Duitsland en niet minder dan 56 jaar in het noorden.

Dat is echter niet alles. Van der Sijs maakt ook een kanttekening voor Willem Baudart. Deze zou volgens haar niet in Deinze geboren zijn, maar in feite Engeland (maar daar wil ik hier nu niet over vallen) waar hij ook theologie studeerde (o.m. in Canterbury). Noteer echter dat Baudardus slechts 11 jaar woonde in de Zuidelijke Nederlanden, 2 jaar in Duitsland, en maar effe 53 jaar in de Noord-Nederlanden verbleef.

De vraag die men zich hier zeker kan (moet?) stellen is of men die twee medewerkers nog mag beschouwen als ‘Zuid-Nederlanders’. Sta me toe hier sterk aan te twijfelen.
Het Oosten is offline   Met citaat antwoorden