De volgorde is dan aldus:
1 - de objectieve werkelijkheid, zoals wij ons die denken, dus menen te weten, want ook deze heeft al reeds een sterk aspect van subjectiviteit, omdat wij vroeger anders over het heelal dachten dan nu, en later weer anders zullen denken (denk maar aan mijn atoomtheorie).
En ook omdat de mensen verschillend denken over het heelal, afhankelijk van cultuur, geloof en opleiding en leeftijd en persoonlijke mening.
2 - ten tweede het zogenaamde Einstein heelal, waarin de waarnemer als stilstaand mag worden beschouwd en er dus even zovele heelallen als waarnemers moeten zijn, en wel wat betreft de eigenschappen der tijdsvertraging en de contractie en de massa toename, die iedere waarnemer anders beschouwt.
En dit heelal der waarneming waarschijnlijk een heelal is van het licht, dus van de schone schijn als een hogere dimensie.
3 - ten derde hoe we het heelal feitelijk zien, waarnemen dus, want dat is in de vorm van de zintuiglijke waarneming, die nog veel sterker subjectief is dan het Einstein heelal, vanuit de waarnemer als middelpunt en in de vorm van een bolheelal om de waarnemer heen.
4 - en ten vierde hoe het heelal der zintuiglijke waarneming een overgang vormt naar het feitelijke zien in onze hersenen en nog verder als een innerlijk zien in onze ziel en dan nog verder naar het innerlijke hemelrijk van het denken daar over en de scheppende fantasie.
5 - en dan ten vijfde het binnenste buiten gedraaide heelal om het innerlijke hemelrijk te voltooien door deze naar buiten te projecteren en het uiterlijke en uitwendige heelal juist omgekeerd naar binnen te laten vallen, dus in de hersenen waar men de wereld ziet, en wel in de vorm van een bolheelal van de zintuiglijke waarneming.
Aldus hebben we ook vijf dimensies doorlopen van de uiterlijke werkelijkheid naar het innerlijke hemelrijk.