Los bericht bekijken
Oud 21 juli 2017, 20:02   #15
cato
Perm. Vertegenwoordiger VN
 
Geregistreerd: 5 november 2013
Berichten: 14.100
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Zucht Bekijk bericht
Ook dat is een vereenvoudiging. Tegen de tijd van de invallen van de Franken moet ook in Noord Gallië de samenleving redelijk sterk geromaniseerd geweest zijn. Maar tijdens de crisis in het Romeinse Rijk in de tweede helft van de derde eeuw gebeurt er iets opmerkelijks. De dorpjes op het platteland in de laaggelegen delen van België en Frankrijk worden verlaten. Geen spoor van invallen echter. Na 250 trekken heel wat mensen gewoon weg. Lees er de verslagen van opgravingen maar eens op na. Bijna overal is er een cutoff datum voor het einde van de derde eeuw.
Waarom dat gebeurde is nog een raadsel, maar enkele hypothesen daarvoor zijn:
1. Door de grote bloei en groei van het platteland tijdens de "Pax Romana" en begin 3de eeuw waren de gronden in onze streek uitgeput geraakt tegen het einde van die eeuw.
2. De crisis in het rijk (afscheuring van het Gallisch rijk) en de veranderingen onder de soldatenkeizers maakte de streek langs de grens meer zelfbedruipend, en minder afhankelijk van goederen uit het binnenland, waardoor die het moeilijk kregen.
3. Klimaatverandering. Rond 250 begint de zeespiegel te stijgen. (Duinkerke II trangressie) met overstromingen en stormen tot gevolg die leven in rivierrijke laaggelegen gebieden moeilijk maken.

Als al die 3 fenomenen zich tegelijkertijd voordoen kunnen de gevolgen uiteraard dramatisch zijn voor inwoners.

Dat betekent dan ook dat de Franken in het noorden in een zeer dun bevolkt gebied terecht kwamen en hun eigen taal en cultuur gemakkelijk konden behouden, vergeleken met de meer zuidelijk gelegen gebieden die minder onder de 3de eeuwse crisis hadden geleden en een dichtere geromaniseerde bevolking hadden.
citaat Wiki:

De Grote Volksverhuizing vond plaats in de nadagen van het West-Romeinse Rijk. Opgejaagd door de oprukkende Hunnen en aangelokt door de rijkdommen van het politiek verzwakte West-Romeinse Rijk trokken vanaf de vierde eeuw meerdere voornamelijk Germaanse stammen (door de Romeinen barbaren genoemd) West-Romeins gebied binnen. In het veel sterkere Oost-Romeinse of Byzantijnse Rijk kregen zij geen vaste voet aan de grond. De invallen in het westelijk deel van het rijk waren niet altijd gewelddadig van karakter. Reeds in de 3e eeuw sloten de Romeinen verdragen met Germanen aan de andere kant van de grens. In die verdragen werd bepaald dat Germanen in het rijk mochten wonen als zij zich onderwierpen aan de Romeinse wetten. Hiermee werden deze Germanen officieel foederati (bondgenoten) van de Romeinen. Ze werden gebruikt als buffer tegen andere invallers. Zo kwamen onder meer de Salische Franken in Toxandrië (de Kempen) het rijk binnen. Ze zouden zich uitbreiden tot aan Doornik. Aanvankelijk werden de niet-Romeinen ingedeeld in aparte hulptroepen, de zgn. auxiliae, maar later ook in de legioenen. De ingelijfde 'barbaren' mochten volgens de met de Romeinen gesloten verdragen dikwijls onder hun eigen aanvoerders dienen wat de integratie in de Romeinse maatschappij niet ten goede kwam. Door verschillende oorzaken meldden zich bovendien steeds minder 'autochtone Romeinen' voor het leger waardoor een toenemende 'barbarisatie' van het leger plaatsvond. Doordat de Romeinen steeds afhankelijker werden van de militaire steun van de Germanen kregen de laatsten meer macht: officieren en generaals waren op den duur meestal van Germaanse afkomst. Eind 4e eeuw verdedigde Stilicho, zoon van een Vandaalse soldaat, als generaal het rijk tegen de binnenvallende Visigoten. De laatste West-Romeinse keizer werd in 476 door de Germaanse krijgsheer Odoaker, officieel een 'generaal' in het Romeinse leger, afgezet. De koninkrijken die de Germanen stichtten op de restanten van het West-Romeinse Rijk vormden de basis van de maatschappelijke orde van het middeleeuwse Europa.

https://nl.wikipedia.org/wiki/Grote_Volksverhuizing

Laatst gewijzigd door cato : 21 juli 2017 om 20:03.
cato is offline   Met citaat antwoorden