Los bericht bekijken
Oud 20 augustus 2002, 10:47   #1
Jonas De muynck
Provinciaal Gedeputeerde
 
Jonas De muynck's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 21 juni 2002
Locatie: Schaarbeek
Berichten: 891
Standaard

Een tijdje geleden heb ik hier een aantal onderzoeksresultaten van Koen pelleriaux gepost (verbonden aan de vakgroep sociologie aan de VUB). Kort gezegd kwam het hier op neer:

“Er is iets fundamenteels veranderd aan de ongelijkheid in de samenleving. Ongelijkheid werd vroeger bepaald door sociale klasse: de toekomst van een jongere werd bepaald door zijn afkomst, namelijk het beroep van de vader. Een arbeiderskind had een totaal andere toekomst dan een kind van een advocaat. Door een aantal veranderingen, zoals de komst van de kennismaatschappij en een economie die draait rond diensten, is dat veranderd. Niet afkomst, wel de gevolgde scholing bepaalt vandaag de kloof tus�*sen mensen en de kansen in de samenleving die je krijgt. De nieuwe kloof loopt tussen hoog- en laaggeschoolden, en het scherpst loopt die kloof tussen het Algemeen Secundair Onderwijs (ASO) en het Beroeps Secundair Onderwijs (BSO).”

Ik wil daar nog een aantal zaken aan toevoegen.
Er is dus een nieuwe breuklijn in onze samenleving die meer en meer een rol begint te spelen. Namelijk die van de scholingsgraad.

Voorheen waren er in de 19de eeuw en het begin van de 20e eeuw erg weinig hogeropgeleide mensen. Het was al een uitzondering als je tot je 14 naar school was geweest. Nadien is men het onderwijs stelselmatig beginnen democratiseren (onder druk van de groeiende diensteneconomie) met als hoogtepunt het einde van de jaren 60 en het begin van de jaren '70. sindsdien vinden zowat alle lagen van de bevolking hun weg naar universiteiten en hogescholen.

Dit maakt echter dat er in tegenstelling tot het begin van de 20e eeuw (en zeg maar tot de jaren '60) sprake is van "kansen" voor steeds meer burgers. Deze bestonden dus vroeger niet en qua opleiding waren de mensen, de bevolking vrij homogeen. Er waren geen verschillen in opleidingsniveau. Niemand werd als minderwaardig beschouwd omdat hij geen hoger onderwijs had genoten omdat iedereen wist dat daar gewoon de kansen niet toe waren. De schuld lag dus nooit bij de mensen zelf maar bij de samenleving die hen de kansen niet gaf, althans in de ogen van de bevolking.

Langzaam is dit beginnen evolueren en naarmate de democratisering van het onderwijs opkwam, werd het vanzelfsprekender dat mensen hogere studies zouden genieten. Mensen die evenwel geen diploma hadden voelden zich in een hoekje geduwd, hen werd immers aangewreven dat ze geen diploma hadden en de oorzaak daarvan werd nu eerder bij het individu zelf gezocht. Die zou "te lui zijn", "te dom" en zoals Pelleriaux zegt dus alles aan zichzelf te wijten hebben.

Bovendien werd vroeger het aanzien tussen mensen onderling afgewogen op basis van de bezittingen (mooie auto, groot huis). Dit zijn zaken die evenwel in principe nog toegankelijk waren voor vele mensen. Je kon als gewoon geschoolde carriëre maken en veel geld verdienen...

De huidige parameter om het aanzien van mensen af te wegen blijft vanzelfsprekend de bezittingen. In de huidige situatie is het echter steeds moeilijker om een goed betaalde job vast te krijgen zonder de nodige diploma's. Carrière maken is gewoon onmogelijk geworden zonder...

Dit geeft een evolutie aan binnen onze samenleving, wij hebben steeds meer en meer aandacht voor "de kennismaatschappij" enz...

Mensen die minder vorming hebben genoten voelen zich dus in zo'n samenleving in een hoekje geduwd en voelen zich misprezen en uitgesloten.

Dit zetten ze om in frustratie en bijna haat tegen de belangrijkste veruiterlijkingen van de "intelligentia" zijnde; de pers, de politiek, justitie, enz...

Ze voelen zich betutteld en niet voor vol aanzien en het stemhokje is eigenlijk de enige plaats waar zij boven de intelligentia staan al was het maar numeriek. Daar tonen ze dan hun misprijzen voor het "intellectualistische discours" dat de media en de politiek zo kenmerkt. ze beschouwen het als "dure woorden" "praatjes" enz...

Ze laten zich dan ook liever leiden door hun gevoelens en instincten die ze als meer betrouwbaar en waardevoller beschouwen.

Ligt er dan geen enkele verantwoordelijkheid bij de intelligentia?
Gaat het om een subjectief gegeven?

Eigenlijk allerminst, zelf heb ik op de universiteit ooit een debatavond meegemaakt tussen linkse studenten die zonder enige gène ôp een serieuze manier het capacitair stemrecht aan het verdedigen waren!!
(Het capacitair stemrecht heeft een tijdje bestaan bij ons in de 19de eeuw, het kwam er eigenlijk op neer dat mensen die destijds hun humaniora hadden afgemaakt bijvoorbeeld konden gaan stemmen en alles wat daar onder lag niet. Ook kregen mensen die universitair onderwijs hadden genoten bijvoorbeeld het recht om 2x hun stem uit te brengen.)

Opmerkelijk is, dat deze maatregel door de toenmalige machthebbers werd ingevoerd omdat men op die manier alles wat rook naar progressieve ideeën wel de mond dacht te snoeren. Hoger opgeleide mensen hadden immers een belangrijke functie in de samenleving met veel aanzien en zouden dus allerminst allerhande sociale maatregelen gunstig gezind zijn.

Bemerk de ironie van de geschiedenis, nu zijn het dus net de progressieven die het capacitair stemrecht zouden willen invoeren (geen veralgemening natuurlijk het betrof hier slechts een handvol linkse studenten)om de mensen voor wie zij eertijds opkwamen hun stemrecht te ontnemen.

De "lagere sociale klassen" zijn in hun ogen immers op een dwaalspoor geraakt en kunnen beter gedumpt worden alvorens ze schade beginnen aan te richten.
M.a.w de proleet is braaf en mag zijn stemmetje uitbrengen zolang hij maar niet op de foute partijen begint te stemmen.

In de media hoor je tussen de lijnen ook zo'n discours doorschemeren. Men heeft het over "domme mensen", "ze weten niet wat ze doen" "het blok is aan het profiteren van hun naïviteit"...enz...enz...

Een zeer paternalistische houding dus tegenover arbeiders en kleine bedienden die wel gewaardeerd worden en waarvoor ze op een paternalistische wijze wel willen opkomen maar die toch vooral geen eigen mening mogen hebben.

Toch ligt de fout daadwerkelijk bij de inertie van de zogenaamd linkse partijen in ons land. De arbeiders en kleine bedienden voelen zich in de steek gelaten, ze kunnen zondermeer van de ene dag op de andere op straat worden gezet (zij zijn als laaggeschoolden de meest bedreigde groep) zonder dat er één haan naar zou kraaien.

Deze mensen vertrouwen hun politici niet meer die zoals de socialisten nu zich profileren via thema's die hen geen zak uitmaken en waar zij niets aan hebben (b.v. legalisering van softdrugs, homohuwelijken, enz...).

Patrick Janssens die als blitse manager zijn partij wil runnen en allerhande randdebielen van spirit (een paar maanden voordien nog de zelfverklaarde partij van de hogeropgeleide tweeverdieners!!!!!!)weet aan te trekken en denkt dat hij daarmee een linkser beleid zal kunnen voeren.

De conclusie is immers eenvoudig, 10% van de bevolking leeft onder de armoedegrens, de werkzekerheid van vooral de zwaksten in onze samenleving is hoogst onstabiel en toch weigeren de zelfverklaarde salonprogressievelingen van agalev en de sp.a in te zien dat ze een stevige linkse koers moeten varen en opnieuw het vertrouwen moeten winnen van de zwaksten binnen onze samenleving. Kleine zaken op het terrein waar de kleine man direct iets aan heeft, waardoor hij zich aangesproken voelt en zich minder aan zijn lot voelt overgelaten. Dit kan gaan van acties tegen de afbraak van woonwijken tot...

zolang de zelfverklaarde progressievelingen in dit land echter enkel paternalistisch en hautain blijven staan tegenover diegenen die zij moeten vertegenwoordigen dan zullen zij verkiezing na verkiezing het deksel op de neus krijgen.

Laat het Vlaams Blok dus maar verkiezingen winnen, op een dag zal uit de assen van het socialisme dat zichzelf en haar wortels verraden heeft een nieuw waarachtig progressief alternatief opstaan.
Jonas De muynck is offline