77 - trots
wel werd Hij zich bewust
van de moeilijke dialectiek van goed en kwaad
om daarin geheel en al verward te raken
en het was zijn eer te na
zich zo te moeten vernederen
niet voor de priesters
als zouden deze gelijk hebben gehad
en zeker niet voor de Duivel
zo Hij die ooit had gezien
of het moesten die ellendige dwergjes wezen
waar Hij wel eens over had gehoord
of Hij moest tòch zelf de Duivel wezen
en in de spiegel kijkende
zag Hij nu duidelijk
twee hoorntjes op Zijn kop
en een staart van achteren
en met trots
maar dat was maar voor even
dat Hij geheel en al de Duivel was
|