Registreren kan je hier. Problemen met registreren of reageren op de berichten? Een verloren wachtwoord? Gelieve een mail te zenden naar [email protected] met vermelding van je gebruikersnaam. |
|
Registreer | FAQ | Forumreglement | Ledenlijst |
Maatschappij en samenleving Dit subforum handelt over zaken die leven binnen de maatschappij en in die zin politiek relevant (geworden) zijn. |
|
Discussietools |
29 juli 2003, 20:41 | #1 |
Provinciaal Gedeputeerde
|
Volgende tekst vond ik op de webstek van de Remonstrantse broederschap, een kleine vrijzinnige protestantse kerkgenootschap waarmee ik me verbonden voel.
De grenzen der verdraagzaamheid Wibren van der Burg In het recente publieke debat is een merkwaardige omslag te constateren. Tolerantie (of verdraagzaamheid) was altijd een positief gewaardeerd begrip. Maar sinds kort hoor je steeds meer spreken over een ‘doorgeslagen’ tolerantie en wordt er gepleit voor duidelijke grenzen en ‘zerotolerance’. Er is nadrukkelijk iets te zeggen voor die kritiek. Tolerantie ontaardt vaak in onverschilligheid. Onder het mom van tolerantie laten we vaak de nieuwe minderheden gewoon links liggen. Maar daarom moeten we de idee van verdraagzaamheid niet zomaar afschaffen, we moeten deze juist beter doordenken. Te vaak wordt tolerantie nog gezien als een noodoplossing, een negatieve keuze. Maar tolerantie is meer dan dat. Vooral in het vrijzinnig christendom bestaat een positievere benadering. Verdraagzaamheid is hier bijna een wezenskenmerk. De Remonstrantse Broederschap bijvoorbeeld noemt het beginsel van vrijheid en verdraagzaamheid in haar beginselverklaring. Vanuit die achtergrond is tolerantie wel degelijk een vruchtbare invalshoek voor ons denken over de multiculturele samenleving. Verschillende motieven Voor een positieve waardering van verdraagzaamheid zijn verschillende gronden. Allereerst de vrijheid van ieder mens om zijn of haar eigen overtuigingen te vormen en daarnaar te leven. Maar minstens zo belangrijk is het besef dat iedere uitspraak, en vooral iedere geloofsuitspraak, niet meer dan een altijd onvolmaakte poging kan zijn om de waarheid onder woorden te brengen. Daarom kunnen we veel leren van de ontmoeting met andersdenkenden, omdat zij onze beperkte inzichten kunnen aanvullen en een spiegel kunnen voorhouden. Pluralisme is in deze opvatting niet alleen maar lastig (dat is het soms ook!), maar vooral verrijkend. Wat betekent dit nu voor tolerantie? Elk van de beide motieven leidt tot een andere invulling ervan. Het vrijheidsmotief benadrukt de ‘passieve’ tolerantie: we moeten anderen vrijlaten om te leven naar hun overtuiging. Het besef van de eigen beperktheid daarentegen leidt vooral tot een ‘actieve’ verdraagzaamheid. Dit motief dwingt ons om de ontmoeting met de ander te zoeken in plaats van hem of haar links te laten liggen, zodat we elkaars overtuigingen kunnen toetsen en verrijken. Dit motief voor oecumene geldt niet alleen binnen de christelijke traditie, maar evenzeer voor het contact met andere tradities. Om daaraan gestalte te geven kunnen gemeenten en parochies op bezoek gaan en misschien zelfs samenwerking zoeken bij groepen uit andere religieuze tradities. Laten we overigens die ontmoeting niet idealiseren. Natuurlijk is dat vaak heel moeilijk, en niet alleen door taalverschillen. Hoe ga je om met mensen die op grond van hun lezing van de Koran homoseksualiteit letterlijk een doodzonde vinden? Hoe stel je je op tegenover mannen die vrouwen geen hand willen geven? De oplossing is dan echter niet om die vaak pijnlijke confrontatie maar uit de weg te gaan. Laat maar zien dat een dergelijke opvatting je diep raakt of dat je er heel kwaad over bent. Alleen door je werkelijk bloot te geven en te laten zien waar jouw diepste overtuigingen uit voortkomen, kun je misschien tot wederzijds begrip komen. Dus alles mag? Betekent dit streven naar gesprek dat er helemaal geen grenzen worden gesteld, dat we in naam van de verdraagzaamheid alles maar moeten toestaan? Of mogen we eisen dat de nieuwkomers zich aanpassen aan ‘onze’ waarden en normen? Ik denk dat echte verdraagzaamheid hier een tussenweg kiest. Tolerantie is niet onbeperkt. Sommige grenzen liggen voor de hand, zoals het niet toestaan van geweld. De kern van de mensenrechten (inclusief de gelijkheidsnorm, democratie, de rechtsstaat) is voor mij onopgeefbaar. Dat is iets wat we, met alle respect, ook in het gesprek moeten inbrengen. Vrouwenbesnijdenis of potenrammen is niet te tolereren. Een gesprek betekent niet een kritiekloos relativisme. Ik heb bezwaren tegen sommige aspecten van de islamitische traditie. Zoals ik die ook heb tegen aspecten van de christelijke traditie: ook daar bestaat achterstelling van vrouwen, homovijandigheid en een ondemocratische rol van religieuze leiders. Maar dat stellen van grenzen betekent ook weer niet dat we een volledige aanpassing moeten eisen. De westerse cultuur is bepaald niet homogeen en niet alles is even wezenlijk. Veel van de opvattingen van de nieuwkomers waren tot voor kort ook bij ons gemeengoed en zijn het in sommige delen van de kerken nog steeds. In onze reactie op nieuwkomers moeten we daarom uitkijken voor meten met twee maten. En we moeten mensen de ruimte geven om vanuit hun eigen culturele achtergrond toe te groeien naar hun eigen invulling van die centrale waarden. Er is geen eenvoudig criterium voor de grenzen van de tolerantie. Respect voor de vrijheid van anderen en bescheidenheid rond de eigen opvattingen pleiten er voor om ook nieuwkomers de ruimte te geven naar hun eigen opvattingen te leven. Onze plicht om op te komen voor rechtvaardigheid en de vrijheid en de rechten van anderen kan juist scherpe grenzen vereisen. Beide uitgangspunten staan in een ongemakkelijke spanningsverhouding. Tolerantie is geen toverformule. Maar het is wel een zinvol uitgangspunt voor een open en eerlijke ontmoeting waarin geleidelijk wederzijds begrip kan groeien. Prof. Wibren van der Burg is Remonstrant en als ethicus en rechtsfilosoof verbonden aan de Universiteit van Tilburg
__________________
Elle était socialiste Protestante et féministe Laatste aanpassing van mijn webstek: 17/05/2003, klik HIER |