Registreren kan je hier. Problemen met registreren of reageren op de berichten? Een verloren wachtwoord? Gelieve een mail te zenden naar [email protected] met vermelding van je gebruikersnaam. |
|
Registreer | FAQ | Forumreglement | Ledenlijst |
Binnenland Onderwerpen omtrent de binnenlandse politiek kunnen hier terecht. Let er wel op dat dit subforum enkel over dergelijk algemene zaken gaat die niet thuishoren in de themafora. |
Bekijk resultaten enquête: zijn journalisten en verschillende media objectief | |||
ja | 1 | 1,33% | |
nee | 61 | 81,33% | |
het kan beter | 13 | 17,33% | |
hoezo niet objectief? | 0 | 0% | |
Aantal stemmers: 75. Je mag niet stemmen in deze enquête |
|
Discussietools |
22 november 2002, 10:33 | #1 |
Vreemdeling
Geregistreerd: 27 september 2002
Berichten: 11
|
Deze vraag stel ik omdat in het late journaal van VTM A. Jah Jah weeral eens een platform kreeg om zijn ongenoegen en wensen uit te drukken.
Ik stond aan de grond genageld van ongeloof. Het vlaams blok, N-VA, worden straal genegeerd, maar zulk persoon is niet van het scherm weg te houden??? Graag jullie "objectieve" reactie
__________________
Don't believe everything they say. Make your own opinion |
22 november 2002, 12:05 | #2 |
Staatssecretaris
Geregistreerd: 14 augustus 2002
Berichten: 2.701
|
__________________
WIJ LEVEN NIET IN EEN DEMOCRATIE, WIJ LEVEN IN EEN PARTICRATIE |
22 november 2002, 21:58 | #3 | |
Minister-President
Geregistreerd: 29 oktober 2002
Locatie: Turkije
Berichten: 4.785
|
Citaat:
__________________
"It is dangerous to be right when the government is wrong" -voltaire- |
|
22 november 2002, 23:15 | #4 |
Gouverneur
Geregistreerd: 26 oktober 2002
Locatie: Izegem, VLAANDEREN
Berichten: 1.338
|
De media zijn niet meer objectief. Als de VRT het Blok gedeeltelijk bant, de N-VA ook maar bitter weinig aan het woord laat.
En de kranten? De Standaard wordt beschouwd als dé kwaliteitskrant. Maar als ze ook objectief is? Ik durf het te betwijfelen! De Financieel Economische Tijd vind ik qua objectiviteit het best. Alleen jammer dat er zoveel beursdingen in staan.
__________________
Vlaanderen bevindt zich in een goede vorm, maar in een slechte staat! |
22 november 2002, 23:46 | #5 | |
Secretaris-Generaal VN
Geregistreerd: 21 juni 2002
Locatie: Vlaanderen
Berichten: 115.209
|
Citaat:
__________________
Panda:Er is niets mis met die uitspraak uit de mond van Toback of Francken.Uiteraard wel als dat uit de bek van PhDW zou komen.De eerste 2 zijn democraten, de laatste is een fascist. |
|
23 november 2002, 00:29 | #6 |
Vreemdeling
Geregistreerd: 11 juli 2002
Locatie: lommel
Berichten: 7
|
mooi verwoord en realiteit , media dient om onze politiekers hun macht en eigenbelangen te kunnen organiseren om alsdusdanig onszelf te misleiden dit om : POWER & MONEY ,dat is het resultaat uiteindelijk dat de media MOET trachten te bereiken en honing plakt overal aan die dit verstaan (corruptie)
__________________
voor info over het nieuwe schandaal van ons land go to site: http://home.tiscali.be/paul_kenis |
23 november 2002, 13:51 | #7 |
Secretaris-Generaal VN
Geregistreerd: 21 juni 2002
Locatie: Vlaanderen
Berichten: 115.209
|
Over de zogenaamde 'vrijheid' van de pers.
'De pers heeft de vrijheid deze te dienen die haar eigenaar is'. Dit probleem stelt zich scherper naarmate de bedragen die nodig zijn voor het uitgeven en uitzenden, astronomischer worden. Wie zijn die eigenaars? Enerzijds de overheid. Zij beschikt over de openbare Radio-en TV-stations en over het wapen van de zendmachtiging. Anderzijds de privé-eigenaars van radio en TV-zenders en van de geschreven pers. Voor de aanschaffing van de infrasctructuur en het materiaal en voor het produceren van de inhoud beschikken enkel deze twee categorieën over de middelen. Zij stellen hun commerciële eisen aan de directie en hun redactionele eisen aan de journalisten. Een der belangrijkste eigenschappen van de journalist om in aanmerking te komen is zijn intellectuele volgzaamheid. Volgzaam in het politiek correct modelleren van de publieke opinie. Volgzaam in het verleiden van de lezer als consument. Einzelgängers en opposanten van het politiek correcte denken komen niet aan bod. Dit is het beeld van de informatie/desinformatie maatschappij waarin de Vlaamse Beweging haar belangrijkste boodschap: -zelfbestuur voor Vlaanderen- moet trachten te brengen. Een boodschap die allesbehalve politiek correct is. Die Beweging beschikt noch over de macht van de overheid, noch over het geld van de privé sector. Zij ontbeert dus het instrument van de media als megafoon naar de bevolking en naar de politieke wereld toe. De overheidsmedia, TV en radio 'onder invloed' van de partijpolitieke sanhedrins. In tegenstelling tot de privézenders en de pers, hebben de overheidsmedia duidelijke maatschappelijke verplichtingen. In de praktijk beperkt het voldoen aan die verplichtingen zich echter blijkbaar bij inschrijving in de statuten, bij de verwijzing ernaar in een intern reglement en bij min of meer plechtige verklaringen op congressen over de heilige, maar steevast verloochende drievuldigheid: informatie, vorming en ontspanning. In werkelijkheid misbruikt de overheid (dat zijn de partijen aan de macht) haar media voor de bezetting van het appartaat door politiek benoemde militanten. Op die wijze verwordt de zgn. openbare omroep tot een volgzaam (des) informatieapparaat voor partijpolitiek gebruik. Kortom, de pseudo-openbare media zijn in de praktijk partijpolitieke media. En er bestaat geen enkel tegengewicht van betekenis. De politieke klasse is namelijk gebiologeerd door de televisie als wapen in de strijd om de macht. Zij staat in de rij voor 'debatten', plechtige manifestaties, het doorknippen van linten onder luid applaus, tot en met voor de meest stompzinnige spelletjes. Of de politicus bij die gelegenheden een boodschap heeft, of ook maar 'iets' te zeggen, is van bijkomend belang. Hij heeft iets te tonen: zichzelf. Dit verklaart waarom er, bij zware conflicten en opstanden, in de eerste plaats gestreden wordt om de televisiestations. Ook in vredestijd. Zij die op macht uit zijn, weten dat beelden, in eerste instantie machtsmiddelen zijn. De media, als politiek wapen, zijn zowat de hedendaagse, hoogtechnologische versie van de Romeinse 'brood en spelen', die de aandacht van het plebs moesten afleiden van zijn reële problemen. Via selectieve informatie en onverdunde desinformatie kneden zij de geesten in de passende, volgzame glijvorm. Ze dienen als domper op het eigen denken van de mediaconsument. Ze enten hem de gewenste opinie in, bijvoorbeeld: het geloof in de 'meerwaarde van België'. Ook sommige formeel-democratische regimes vertonen namelijk para-totalitaire trekjes, die niet steunen op fysiek geweld maar op een soort vreedzame bezetting van de publieke opinie door het establishment aan de macht. (Uit' Het belgicistisch regime en de Vlaamse maar versnipperde Beweging'.
__________________
Panda:Er is niets mis met die uitspraak uit de mond van Toback of Francken.Uiteraard wel als dat uit de bek van PhDW zou komen.De eerste 2 zijn democraten, de laatste is een fascist. |
25 november 2002, 22:37 | #8 |
Vreemdeling
Geregistreerd: 4 november 2002
Locatie: Sint-Niklaas
Berichten: 62
|
De objectiviteit is duidelijk zoek. Er zijn voorbeelden te over. De vraag is : wat doe je eraan?
|
25 november 2002, 23:52 | #9 | |
Minister-President
Geregistreerd: 29 oktober 2002
Locatie: Turkije
Berichten: 4.785
|
Citaat:
Je bent jong, intelligent, idealistisch, enz.. Je zet je in voor de maatschappij, voor de verdrukten, voor de uitgeslotenen. En op een gegeven moment word je wakker en je stelt vast dat het allemaal geen kloten uithaalt. Je word genegeerd, je word tegengewerkt. En op een gegeven moment heb je er genoeg van en zeg je tegen jezelf, als ik nu eens............... Ik begin die mensen te begrijpen.
__________________
"It is dangerous to be right when the government is wrong" -voltaire- |
|
26 november 2002, 08:20 | #10 |
Secretaris-Generaal VN
Geregistreerd: 21 juni 2002
Locatie: Vlaanderen
Berichten: 115.209
|
En ik begrijp waarom het doorsnee klootjesvolk totaal niet geïnteresseerd is in zijn machtsinstellingen. Het weet dat het er toch maar voor spek en bonen bij loopt en steekt zijn kop in het zand om zo minder last te hebben van wat het anders te zien zou krijgen. Anderen kijken er dan weer afstandelijk naar en vervallen in afkeer en sarcasme. Een handvol idealisten probeert een tijdlang, meestal vruchteloos, de boel te beïnvloeden en te keren. Sommigen houden het zelfs een levenlang vol zonder zich van frustratie op te hangen. Een aangenaam leven hebben zij echter niet. De meesten die hun kop uitsteken, zelfs in aanleg echte idealisten, passen zich echter binnen de kortste keren aan de machtselite aan. Het is telkens weer beschamend om te zien hoe zij zich, lustig of noodgedwongen, aanpassen aan de machtsstructuren en precies hetzelfde gaan handelen. Niets werkt blijkbaar zo verslavend als macht.
__________________
Panda:Er is niets mis met die uitspraak uit de mond van Toback of Francken.Uiteraard wel als dat uit de bek van PhDW zou komen.De eerste 2 zijn democraten, de laatste is een fascist. |
26 november 2002, 10:48 | #11 | |
Staatssecretaris
Geregistreerd: 14 augustus 2002
Berichten: 2.701
|
Citaat:
Franciscus van den Enden is in de geschiedenis van de mensheid wellicht de eerste democraat geweest in de moderne betekenis van het woord. Van den Enden werd aanvankelijk opgeleid in Leuven, tot jezuïet. Hij heeft het echter nooit tot definitieve opname in de orde gebracht: in 1633 werd hij eruit getrapt, wegens al te erge dwalingen. Hij studeert medicijnen en bereist Europa. In 1642 huwt hij in zijn geboortestad, met Clara Maria Vermeeren. Enkele jaren later vestigt hij zich te Amsterdam, waar hij aanvankelijk als boek- en kunsthandelaar actief is. In 1652 gaat hij failliet, en begint hij met een private latijnse school, die groot succes kent. Vanaf 1655 is de jonge Spinoza een van zijn leerlingen. In 1661-1662 onderhandelt hij met de commissarissen van de Kolonies-kamer van Amsterdam om gunstige voorwaarden te verkrijgen voor een groep mensen die naar Nieuw-Nederland willen emigreren. Zijn voor die tijd radicaal-democratische voorstellen leiden echter tot een zwaar conflict met de stedelijke overheid. Kort daarna verschijnt dan zijn belangrijkste politieke werk: ‘Vrye Politijke Stellingen en Consideratien van Staat’ (1665; verder VPS). In 1670 verhuist van den Enden met zijn school naar Parijs. Daar raakt hij betrokken in een samenzwering tegen Lodewijk XIV. Hij wordt verraden, aangehouden en op 27 november 1674 opgehangen op de Place de la Bastille. De man die van den Enden zou verraden, Du Cause de Nazelle, heeft ons ook een karakterschetst van eerstgenoemde achtergelaten: “Hij had een kleine gestalte maar met een spirituele en zeer aangename fysionomie. Zijn conversatie was charmant. Hij was vol vuur in zijn redevoeringen, vooral in zijn snedige antwoorden, enthousiast zelfs bij steriele onderwerpen, subliem in zijn gedachten. De filosofie, de theologie, de wiskunde met al haar afdelingen fascineerden wanneer hij erover sprak (...) Wat betreft de godsdienst, die had hij geen. Hij geloofde noch in straffen noch in beloningen na dit leven, hoewel hij overigens een soevereine meester van het heelal beleed. Maar in privé-gesprekken ontdekte men zonder moeite zijn ware opvattingen over deze materie. In het publiek evenwel of in het bijzijn van onbekende personen nam hij zich zeer in acht” (VPS, inleiding, p.77-78). Van den Enden heeft overigens een wetenschappelijk werk geschreven, ‘Secreta Medicinae’, dat verloren is gegaan. De VPS werden anoniem uitgegeven, en pas in 1990 ontdekte Klever dat van den Enden de auteur was. Klever schrijft hierover, in zijn inleiding op van den Ende (p.13-15): “Onderzoek leidde al snel tot de conclusie dat het pamflet, dat in 1665 gedrukt was, niet alleen van kapitaal belang is als achtergrond van Spinoza’s politieke traktaten, maar dat het ook zelf vanwege zijn originaliteit en onvergelijkbare rijkdom een plaats op het wetenschappelijke erepodium verdient. Voor het eerst in de geschiedenis der politicologie wordt hier de stelling verdedigd - en dan nog wel in een buitengewoon knap betoog - dat de democratie de enig mogleijke wijze van een doelmatige staatkundige organistie is. Tot nu toe gold Spinoza als degene die in een anti-democratische traditie, waarin uitsluitend advocaten van een absolute monarchie of een regenteske aristocratie voorkwamen, moedig opstond voor de rechten en vrijheid van het volk met zijn voor die tijd gedurfde bewering dat een democratische staatsvorm ‘het meest natuurlijk’ is en ‘het meest de vrijheid nabij komt’ (...) Van den Enden is behalve een bewogen en daardoor ook fascinerende auteur tevens een radicale vernieuwer van het denken over de politiek. Wat had de historie van dit vak tot nu toe opgeleverd? Plato walgde van een democratie en was in ‘De Staat’ in het krijt getreden voor het bestuur door een zorgvuldig opgeleide elite. Aristoteles had zich in de ‘Politica’ uitgesproken voor een gemengde regeringsvorm, waarin monarchale, aristocratische en democratische componenten elkaar in evenwicht zouden houden. Cicero was nauwelijks van deze lijn afgeweken in zijn eclectische ‘De Re Publica’. In de Renaissancetijd had machiavelli in ‘Il Principe’ en de ‘Discorsi’ de toon gezet met nuchtere psychologische analyses van de machtsuitoefening. Hij had zich evenwel onthouden van een duidelijke keus voor een van de gangbare politieke varianten (...) En dan was er de Engelsman Thomas Hobbes, die in zijn ‘De Cive’ (1642) en ‘levithian’ (1651) trachtte aan te tonen dat het, om uit de chaotische noodsituatie van onderlinge berdreiging en burgeroorlog te geraken, maar het beste is om zich contractueel, doch met huid en haar en in bijna onvoorwaardelijke gehoorzaamheid, toe te vertrouwen aan een monarch. Tegen deze, hier slechts globaal geschetste achtergrond, was het werk van van den Enden niets minder dan revolutionair”. Van den Enden spreekt het idee van de volkssoevereiniteit uit in de krachtigst mogelijke bewoording: de stem van het volk moet beschouwd worden als de stem van God: “Achtende alzo hier als by voorraet genoegh aengewezen, en getoont, dat’er voor ‘s volx besten, geen getrouwer beradingh (=overleg), noch zeekerder oordeel, en besluit, noch getoont, noch gegeven kan worden, als ‘s volx ordentlijke beradingh, oordeel, en besluit zelve. En welkenthalven het allerweegen klaer, en waer zal blijken, dat de stemme eenes volx, voor ‘t zelve volk, waerlijk voor Godts stem voluit geacht, en gehouden moet worden” (VPS, p.17/175). Van den Ende voegt daar aan toe, dat het volk door de democratische praktijk van volksvergaderingen en onderling overleg, ook aan ervaring en inzicht zal winnen: “Waer by ook noch gevoegt kan worden, dat zo wanneer ‘t geheele volk ordentlijk raetslagende, en stemmende; niemants wijsheit, of kennisse onder zo een volk vruchteloos kan zijn; en dienvolgende is het volk, niet alleen van alle wijsheit, en kennisse, onder zich, in alle voorvallen en swarigheeden gedient; maer ook worden zy alle van tijt, tot tijt, meer, en meer, door dusdanighe vrye volx vergaderinghen en onderlinge raetslagen, tot kennisse van ‘t gemeene-best opgewekt, gescherpt, en gesleepen” (VPS, p.17/175). Men merkt inderdaad op dat van den Ende een directe vorm van democratie voor ogen heeft. De soevereiniteit moet volgens hem berusten bij de vergadering van meerderjarige mannen die in staat blijken in hun eigen onderhoud te voorzien (vrouwen, kinderen, en mannen die niet in hun onderhoud kunnen voorzien, horen volgens van den Enden dus niet thuis op de volksvergadering): “Om het welk wat naerder te overweegen, en in te zien; zo zullen wy ons hier voorstellen een vergaderingh van wel bevoegde mannen, of Borgers. (Want der vrouwen, jonge luiden, kinderen, dienende, enz. welstant; kan niet anders, als volkomen van der wel bevoegde mannen welstant af te hangen, en voluit verknocht te zijn geoordeelt worden) welkers mannen, of Borgeren wel bevoegtheit eener alderontsaghelijkste, vrye, en alleen wettige vergaderingh van menschen, acht ik geleegen te zijn, datze van hunne natuurlijke vryheit wel onderrecht zijnde; de zelve kennen, en op ‘t hooghste lieven. Minst, of liever gants niet, met superstitie behebt, of aengedaen, en dien volgende van alle hevige sect-gesintheit vry te zijn mogen gezeidt, en geacht werden. Hun eigen onderhout, buiten eenigerhande vile (=verachtelijke) dienstbaerheit, weten te bescharen, en daar toe noch bequaemheit van jaren, enz. hebben. Houdende de stemme des volks, waerlijk, en alleen onder ‘t zelve volk, en vergadering voor de stemme Godts” (VPS p.19/179-180). Een beperking bij van den Enden is duidelijk, dat hij vrouwen, en ook mannen die in hun onderhoud voorzien door ‘vile’ vormen van dienstbaarheid (het is niet duidelijk wat dit juist betekent) van het democratisch proces uitsluit. Hij spreekt ook de noodzaak uit dat die mannen zo veel mogelijk vanuit een rationele gesteldheid te werk gaan, en zich zo veel mogelijk los hebben gemaakt van bijgeloof en sekte-achtig gedrag. Deze laatste opmerking is volkomen relevant: democratie kan maar functioneren in de mate dat de burgers bereid zijn om ze te laten functioneren. Indien de burgers geen democratie willen, maar bijvoorbeeld theocratie, dan zullen ze de democratie langs democratische weg door een theocratie vervangen (het succes van islamtische partijen in sommige landen met moslimmeerderheid is een concreet voorbeeld van die paradox). Als voorbeeld voor een democratische werking geeft van den Enden de werkwijze in Holland tijdens de oorlog tegen de Spanjaarden. De gemeenteleden beraadslaagden tesamen, en dit in wapenuitrusting. Bij een akkoord werden de wapens op een hoop gegooid. Waren de voorstellen van de leiders onaanvaardbaar, dan uitte men dit door gekrijs en wapengekletter (VPS, p.22). Hierbij aansluitend wordt opgeroepen om amfitheaters te bouwen waarin duizenden burgers kunnen samen vergaderen en via geheime stemming besluiten nemen over de ‘interest van staet’: “Des zelfs vergader-plaets wild ik in ‘t ronde, met onderscheide galleryen, en banken tamelijk verheeven van onderen opwaerts gaende (...) na eisch van ieders Borgherschap wel geordineert, en gebouwt hebben: op dat alle de Borgeren van elkanderen wel gezien, en gehoort, mitsgaders der zelve stemmen ordentlijk, en wel bedekt, door Balletjens, op ‘t vrijst gegeven, en vergadert kosten werden” (VPS, p.31/p.209). Bij de eerste vergadering zouden alle verordeningen die de soeveeiniteit van het volk beknotten, publiek moeten worden verbrand: “Laet ons dan ook, tot een eerste intree, en vreughden-vieringh, onzer manhafte resolutie, alle gepretendeerde Graeflijke privilegien, Placcaeten, en Ordonnantien, verkeerde, en uitmergelende vryheits verkrachtende Rechts-pleegingen, enz. zo wel van alle voorgaende, als den tegenwoordigen tyran, als kluysters, en boeyens verachtende, met voeten treeden, en als bewijs-teekenen onzer ontroofde, en ontweldighde vryheit, door der zelver ghestelde beulen, tot een meede afschaffingh, en laetste dienst bewijzingh, door ‘t vuur opentlijk laten verbranden. En dit zal dan waerlijk en te recht mogen heeten pro libertate Populi, of patriae” (VPS, p.31/p.214-215). Vervolgens wordt gepleit voor een bond van aldus democratisch werkende steden, functionerende volgens het principe van de evenredige vertegenwoordiging (VPS, p.34). Van den Enden verzet zich tegen honorarium voor overheidsbedieningen, en pleit voor openbaarheid van beleid, en een gezond financieel beheer, zonder schulden. De wapens moeten in handen van de burgers blijven en de burgers moeten zich regelmatig oefenen in het gebruik ervan: “De wapenen dan moeten in handen, (ik meen niet in vremde, en gehuerde; maer in eigener wel geoeffende handen) niet min stantvastigh, als manhaftigh gegreepen” (VPS, p.30/p.207) “De Jongers, tot hunne mannelijke jaren ghekomen zijnde, moeten voor alle zaken de H. Wapenen dapperlijk te hanteeren, onderweezen werden: Op dat men die noyt, in ghedurige ghehuurde vremde lantloopers handen behoefden te vertrouwen: Want alwaer de kracht, eener gepretendeerde Republijk, tot een ghedurige, en ondragelijke belastingh van ‘t gemeen, voornamentlijk wordt gheppractiseert; weet voorzeeker, dat dit eindtlijk op een ondragelijke Tyranny, en ruine, dier ghepretendeerde Republijk, onvermijdelijk moet uit komen” (VPS, p.35/p.218). Alle functionarissen moeten met wakend oog gevolgd worden, vooral diegenen die uitmunten in welsprekendheid en hebzucht. Wanneer men de inhoud van de ‘Vrije Politijke Stellingen’ vergelijkt met de huidige toestand, kan men niet anders dan vaststellen dat de meeste van van den Endens doelstellingen nog toekomstmuziek zijn. Van den Ende kent het volledig algemeen stemrecht nog niet. Maar hij heeft een scherp begrip van de volksoevereiniteit en van de directe democratie. Hij eist een bewapening van het volk, die nooit werd gerealiseerd, en hij koesterde een vrees betreffende het ontstaan van een politieke klasse, die achteraf bekeken maar al te relevant is gebleken. Het duurde 115 jaar na van den Endens dood bij de Bastille, vooraleer op die plaats het volk naar het kruit en naar de macht greep. Vooralsnog vergeefs. Ondertussen zijn nog eens 213 jaren verstreken. Gods molen maalt langzaam. Voor geïnteresseerden kan ik twee boeken aanraden: Franciscus van den Enden (1665, 1992) 'Vrije Politijke Stellingen' (met inleiding door W.Klever) Amsterdam:Wereldbibliotheek Jonathan Israel (2001) 'Radical Enlightenment. Philosophy and the making of modernity 1650-1750' Oxford: Oxford UP
__________________
WIJ LEVEN NIET IN EEN DEMOCRATIE, WIJ LEVEN IN EEN PARTICRATIE |
|
26 november 2002, 12:14 | #12 |
Parlementsvoorzitter
Geregistreerd: 17 november 2002
Locatie: 't Stad
Berichten: 2.356
|
Prachtig
Is er op het internet iets van te vinden? |
26 november 2002, 13:56 | #13 | |
Banneling
|
Citaat:
Nationaal is het niet veel anders. Heel wat verslaggevers willen dan wel verder gaan maar mogen niet om twee redenen, de druk van bovenuit en de goede verstandhouding met politiekers die het goed doen in de media. Over deze verbanden zal achter de schermen heel wat bekend zijn, iets waar men verder niet veel over wil spreken. Het uiteindelijke doel is immers verhalen bekomen die uitgebracht kunnen worden. Meneer Jahjah is natuurlijk iets nieuws. Er bestaan nog geen regels en afspraken die maken dat men hem zal mijden zoals het geval is met het VB en mogelijk het NV-A. Ik denk dat de meeste verslaggevers staan te dringen om met hem een gesprek te voeren. De vergelijking met Pim Fortuyn is opvallend, ook deze man was de lieveling van de media. Dit soort mensen verkoopt goed en of men zich ergert of staat te juichen de mensen lezen en kijken. Hetzelfde voor een J.P. Van Rossem, bajes klant enz maar veel gevraagd want die vent komt leuk over. mvg. Rogier |
|
26 november 2002, 15:29 | #14 | |
Staatssecretaris
Geregistreerd: 14 augustus 2002
Berichten: 2.701
|
Citaat:
__________________
WIJ LEVEN NIET IN EEN DEMOCRATIE, WIJ LEVEN IN EEN PARTICRATIE |
|
27 november 2002, 19:35 | #15 |
Minister
Geregistreerd: 16 september 2002
Locatie: Antwerpen
Berichten: 3.496
|
JAHJAH EN DE POLITIEK
Politieke springstof "De angst dat andere thema's de verkiezingen gaan bepalen dan het zegebulletin dat de 'influisteraars' u allerwegen willen verkopen, is groot. Of de politieke marketingmachines erin zullen slagen wat er echt onder de bevolking leeft te overvleugelen, is nog maar de vraag. In het proces tegen het Blok en de provocaties van relletjesmanager Abou Jahjah alleen al zit springstof genoeg om de boel dioxinegewijs te doen kantelen." Mathias Danneels in Het Nieuwsblad, 22.11.2002 'Oorlogsretoriek' "Er begint stilaan een hysterische oorlogsretoriek te groeien rond Abou Jahjah, collectief door een deel van de politieke klasse uitgeroepen tot het grootste gevaar dat België heeft bedreigd sinds de inval van de Duitsers." Vrije meningsuiting "De Belgische grondwet garandeert de vrijheid van meningsuiting. Ook de zijne. Die vrijheid is er niet zozeer voor meningen waar we het met z'n allen over eens zijn, of die sympathiek klinken, ze is er vooral om die meningen te beschermen die shockeren of verontrusten, de meningen waar we het wel moeilijk mee hebben. Dat is het pure primaat van de democratische rechtsorde, een fundamentele pijler van alles waarvoor we staan." Yves Desmet in De Morgen, 22.11.2002 Commentaar van de redactie: Yves Desmet als de beschermer van de vrije meningsuiting. Het is om je in een deuk te lachen. Desmet is de man die om de haverklap andersdenkenden uitscheldt en aan de galg schrijft, die morele doodvonnissen en fatwas uitroept over mensen die er een andere 'afwijkende' mening op nahouden. Denk maar aan Brigitte Grouwels bijvoorbeeld die met pek en veren werd getooid omdat zij het waagde in Secessie het beruchte Lambermontakkoord af te kraken. Secessie wordt uitgegeven door Paul Beliën, de man van Alexandra Colen. De Morgen sprak daarom over "intellectuele collaboratie". Van respect voor andere meningen gesproken. Het klopt natuurlijk dat vrije meningsuiting inderd�*�*d niet alleen mag gelden voor mensen of standpunten waar we het mee eens zijn. Dat ze er zelfs vooral is voor "meningen die shockeren of verontrusten, en de meningen waar we het moeilijk mee hebben". Maar … Na deze wijze woorden van Yves Desmet moet u de commentaar van gisteren bij het proces tegen het Vlaams Blok er nog eens op nalezen. Uit het artikel steeg toen luid applaus op over het politieke proces en de eis van de aanklager om het Vlaams Blok te veroordelen. De strijd van De Morgen voor de vrije meningsuiting moet u dus niet met een korrel zout nemen, maar met een hele container! |
27 november 2002, 19:59 | #16 | |
Burger
Geregistreerd: 27 november 2002
Berichten: 189
|
Citaat:
Mensen worden geconditioneert als Schapen ... dankzij het "Politiek Correct denken " mensen met een andere mening worden uitgekaffert , opzij geschoven , gediscrimineert en monddood gemaakt . De Pers is de 4de Macht in een samenleving en ze misbruikt die macht om haar eigen doeleinden ...zolang zij er beter van worden en zolang de staat hun diensten kan bewijzen zal degenen die ervan profiteren NIET subjectief zijn . Voorbeeld van TV : De Zevende Dag....bespaart mij geld , nu moet ik niet meer betalen voor een TONEELVOORSTELLING ! Het klinkt misschien opportunistisch maar het enige programma dat een beetje ballen aan het lijf heeft en die advocaat van de duivel durft spreken en durft in te gaan op de vraag van de Kijkers is Zwartofwit . Ik vraag mij ook af waarom ze niet meer op KA2 komen ... Was de show misschien te goed of politiek incorrect ? Slu ..
__________________
Ghi sijt hier onteert |
|
28 november 2002, 07:06 | #17 |
Staatssecretaris
Geregistreerd: 14 augustus 2002
Berichten: 2.701
|
Hieronder een Nederlands krantenartikel dat tot nadenken stemt.
De moeizame verhouding tussen Belgische politici en de media Verschenen in NRC Handelsblad van 16/17 november 2002. Caroline de Gruyter Politiek en pers zijn in België nauw verstrengeld. Premier Verhofstadt belt regelmatig journalisten om ze uitte foeteren of te sturen. Doen ze niet wat hij wil, dan dreigt uitsluiting. 'De druk om inschikkelijk te zijn is onder deze regering enorm', zegt Rik van, Cauwelaertvan het Vlaamse opinieweekblad Knack. Op 5 juli verscheen de laatste column van Derk-Jan Eppink in de Vlaamse krant De Standaard. Die column ging over de leider van de Vlaamse liberale partij (VLD), een vrijmetselaar, die erop uit zou zijn om de macht van de katholieke kerk over het Vlaamse onderwijs en ziekenzorg te breken. De VLD-leider, Karel de Gucht, ontstak in woede toen hij dat las. Hij belde de hoofdredacteur van De Standaard met het verzoek om Eppink een toontje lager te laten zingen, maar dat haalde niets uit. Vervolgens nam de Belgische premier Guy Verhofstadt, ook een VLD'er, contact op met de voorzitter van de Europese Commissie, Romano Prodi. Want Derk Jan Eppink, voormalig redacteur van De Standaard en NRC Handelsblad, werkt tegenwoordig op het kabinet van de Nederlandse eurocommissaris Frits Bolkestein - en is dus in dienst van de Commissie. Verhofstadt klaagde dat de column de relaties tussen België en de Europese Commissie schaadde. Daarop werd Eppink naar eigen zeggen door zijn werkgever-voor het blok gezet: óf schrijven óf voor de Commissie werken. Eppink koos voor het laatste. Sommige mensen vroegen zich al af hoe het mogelijk was dat iemand die in dienst is van de Europese Commissie, al was het op persoonlijke titel, politieke columns in de krant schreef. Anderen vonden dat Eppink met zijn tirades over de schreef ging. Maar over de gebetenheid waarmee de BelgLischepolitici in deze episode terugsloegen trok menigeen ook zijn wenkbrauwen op. Het was bovendien niet de eerste keer dat de premier probeerde een scribent het zwijgen op te leggen. Want dezelfde Verhofstadt die bij zijn aantreden in 1999 trots de `open-debatcultuur' in België predikte, staat erom bekend dat hij direct de telefoon grijpt als een artikel of tv-programma hem niet bevalt. „Hij belt me in de badkamer, op de wc en als ik een tongetje sta te bakken", zegt Luc van der Kelen, een van de invloedrijkste commentatoren in België, die met zijn dagelijkse column in de krant Het Laatste Nieuws ongeveer een miljoen lezers bereikt. „Hij probeert me op zaterdagavond om half twaalf nog te vertellen wat ik moet schrijven en wat ik niet moet schrijven." Van der Kelen werd ongeveer een jaar geleden bijna van zijn functie ontheven na hevige pressie van de VLD op de beheersstichting die over de koers van zijn krant waakt. Hij maakte dat openbaar - en de deining die dat veroorzaakte heeft hem gered, zegt hij zelf. Maar de telefonades gaan onverminderd door. ook Olivier Mouton, een redacteur van de Franstalige krant La Libre Belgique die bezig is met een boek over de premier, zegt: „Verhofstadt is overgevoelig voor de media. Als een van de eerste politici in België begreep hij dat je de pers actief moet gebruiken om je boodschap bij de publieke opinie te krijgen. De media, en het imago dat zij van hem uitdragen, zijn vreselijk belangrijk voor hem. Maar dat maakt hem kwetsbaar voor kritiek. Als het goede nieuws in zijn ogen verkeerd wordt uitgedragen, is de wereld te klein." Overdreven Verhofstadt rechtvaardigt zijn telefonade's aan journalisten vaak met de opmerking `Ik mag me toch verdedigen?1' Dc premier, deze week door deze kram meermalen benaderd voor een gesprek over zijn relaties met de pers, had daar volgens zijn woordvoerder Miguel Chevalier geen tijd voor. „Maar de verhalen dat de premier zo vaak journalisten zou bellen", zegt Chevalier, „zijn overdreven. Trouwens, elke politicus doet dat hier. Ik zie niet in wat er verkeerd aan is, als er iets in de krant staat dat fout is." Maandag zei de premier gekscherend in een toespraak tot Belgische journalisten dat Chevalier hem soms moet tegenhouden om de telefoon te grijpen. „Datklopt", aldus Chevalier. „`Allez Guy', zeg ik soms. De pers en de politici staan in België dicht op elkaar. De premier heeft een open relatie met journalisten, Iedereen belt elkaar constant. Dat heeftvoordelen en nadelen. Ja, het geeft soms frictie." Dat politici zich actief met de pers bemoeien is in België niets nieuws. Maar de manier waaróp ze dat tegenwoordig doen is dat wel. Vroeger waren de media sterk verzuild. Elke partij had zijn eigen spreekbuis. De Standaard was de toeter van de christen-democraten, De Morgen hoorde de socialisten toe, La Libre was een katholieke krant, enzovoort. Aan Vlaamse kant is die verzuiling de laatste tien jaar sterk verbrokkeld: oude partijen kalfden af, nieuwe partijen kwamen op, nieuwe media deden hun intrede. Daarbij konden gevestigde partijen zich geen verliesgevende kranten of omroepen meer veroorloven, waardoor het economische management in de media zijn intrede deed. ook de Franstalige pers ontworstelt zich nu langzaam aan de greep van de politiek. Toen hij nog inde oppositie zat, zag Verhofstadt al in dat hij alle media moest bespelen als hij bij de verkiezingen wilde scoren. Hij vertolkte zijn gepassioneerde visie op `het nieuwe België' in elke talkshow die hem maar hebben wilde, en kondigde in grote kranteninterviews aan dat het onder zijn leiding gedaan zou zijn met de corruptie, de politieke benoemingen en alle andere makkes van het openbare leven waar de Belgen - zeker na de Agusta-, Dutroux- en dioxineschandalen- schoon genoeg van hadden. Hij schreef boeken, discussieerde met het publiek. Toegegeven, Verhofstadt is een opvliegend man. Slungelachtig, studentikoos, gedreven, impulsief, met het hart op de tong maakte hij als vice-premier tussen 1985 en 1988 veel politieke vijanden. „Baby-Thatcher", noemden ze hem, en „da arrogante joenk". De neiging om van zich af te blaffen is altijd het zwakke punt van zijn carrière geweest - ook al zei hij in 1997, na twee jaar retraite en `introspectie' in Toscane, bij zijn politieke rentree dat hij van zijn fouten had geleerd en een kalmer mens was geworden. Maar tot dan toe hadden journalisten minder last van die karaktertrek dan politici. Openheid Als premier, zegt een journalist, was Verhofstadt aanvankelijk een verademing. „Zijn voorganger, Jean-Luc Dehaene, veegde zijn gat met ons af. Van hem hoorde je nooit wat. Hij hield vaak kabinetsvergaderingen op een kasteel buiten de stad, met het hek dicht. wij stonden daar buiten uren te blauwbekken in de hoop dat iemand na afloop iets tegen ons zou zeggen. Maar meestal stoven ze in geblindeerde auto's het hek uit, langs ons heen, de straat op. Verhofstadt communiceert. ook zijn ministers mogen met ons praten zoveel ze willen, wat met zes coalitiepartners (drie Vlaamse en drie Franstalige regeringspartijen, red.) vaak een gekrakeel van jewelste is." iAlle deuren van de macht staan tegenwoordig wagenwijd open. Zelfs tijdens kabinetsberaad kunnen journalisten ministers op hun GSM bellen-als de ministers al niet zélf bellen. Maar het free for all van deze open-debatcultuur maakt het voor Verhofstadt lastig om enigszins greep te houden op wat er uiteindelijk gepubliceerd en uitgezonden wordt - al helemaal in een land waarin kranten wel eens willen uitpakken met een voorpaginaverhaal dat is gebaseerd op de sensationele uitlatingen van één persoon. Nu de nieuwigheid van de regering-Verhofstadt er na ruim drie jaar af is, begint de pers de premier af te rekenen op zijn verkiezingsbeloftes. Ze ontdekt dat er helemaal geen eind is gekomen aan de politieke benoemingen, laat staan aan vele andere symptomen van de `Belgische ziekte'. De verkiezingen komen er weer aan: in juni 2003, misschien eerder al. In het gewijzigde mediaklimaat van tegenwoordig moet Verhofstadt, die tijdens de vorige verkiezingen net als zijn Britse collega Tony Blair zwaar leunde op een strak geregisseerde imagocampagne van prijzig ingehuurde spin doctors, op een nieuwe manier in actie komen als hij wil dat er van dat imago nog iets overblijft. Die nieuwe manier, dat is actieve interventie, vooral door telefoontjes. Toen vice-premier Johan Vande Lanotte vorige maand zich ineens liet ontvallen dat hij de uitbreiding van de Europese Unie niet zo'n goed idee vond, liet de premier zijn woordvoerders allerlei redacties bellen met het verzoek er geen aandacht aan te besteden. Er was een bericht over op Belga, het Belgische persbureau dat door de grote uitgevers in het land wordt bestuurd. Maar, zei de woordvoerder, dat bericht moest niemand serieus nemen want de auteur, Paul Goossens, „volgt zijn eigen agenda". Dit typeert Verhofstadt: als er kritisch over hem wordt bericht, denkt hij vaak dat er iets achter zit, ook bij de buitenlandse pers. Luc van der Kelen van Het Laatste Nieuws, op wiens redactie ook zo'n telefoontje binnenkwam, vond zo'n aanval op een collega ongepast. Bovendien vond hij de uitspraken van Vande Lanotte groot nieuws. Hij schreef de volgende dag een column over de kwestie, waarin hij ook het telefoontje vermeldde. „Dit is een van de technieken van de misleiding die deze regering veelvuldig toepast", zegt Van der Kelen. „Dat kan toch niet." Maar in andere kranten duurde het dagen voordat er iets over verscheen - kort en bondig, op pagina 7 of nog verderop, zonder ook maar één regel over de mogelijke politieke implicaties van de uitspraak van Vande Lanotte. Anderen meldden het in het geheel niet. Diezelfde Paul Goossens van Belga herinnert zich 11 september vorig jaar, direct na de aanslagen op het WTC in New York. De Belgische premier en de vijf vice-premiers (vertegenwoordigers van de andere coalitiepartijen) vergaderden over een NAVO-verklaring dat een aanval op één lid een aanval op allen was. Ondanks „een totale black-out, alle telefoons waren dichtgegooid", wist Goossens iemand te vinden die hem vertelde dat er onenigheid over was. Hij schreef daar een bericht over. „Twee minuten later kreeg ik de premier aan de lijn om rechtzetting te eisen en weet ik wat allemaal. Hij was bijzonder boos. Ik heb het niet gedaan. Toen is hij de andere vice-premiers en fractieleiders gaan zeggen dat z$ niet met mij mochten praten. Dat is systematisch onder Verhofstadt." De andere media, die alle geabonneerd zijn op Belga, berichtten er niet over. Fopspenen De hamvraag is natuurlijk: waarom werkt dit bullyen zo goed? Journalisten mogen dan klagen, maar als zij de premier steeds nul op het rekest zouden geven, dan was hij er allang mee opgehouden. „Daar ligt precies het probleem", zegt Jurgen Verstrepen, die een politiek praatprogramma heeft op Liberty-TV. „Hij gaat door, omdat het effect heeft. En dat reken ik mezelf, ónszelf, aan." Verstrepen geeft ruitèrlijk toe dat hij zijn rug ook niet altijd recht weet te houden. Omdat hij als interviewer nogal ongezouten vragen stelt, wil premier Verhofstadt - in zijn oppositiedagen een enthousiaste gast- allang niet meer met hem praten. Maar Verstrepen schrijft ook politieke commentaren op een nieuws-site op internet. Of liever: schrééf. Want daar is hij sinds kort mee opgehouden. Er is druk op hem uitgeoefend, zegt hij, door kringen rondom de premier. Als Verstrepen met `die kloterij in die columns' door zou gaan, werd hem links en rechts verzekerd, „zou de premier ervoor zorgen dat er geen enkele gezagsdrager meer in mijn tv-programma verschijnt". Hij koos eieren voor zijn geld. „Als er geen hond meer naar mijn programma kijkt, ben ik mijn job kwijt. Ik wil mijn rekeningen aan het eind van de maand kunnen betalen." Het grote probleem, zeggen de meeste journalisten, is dat pers en politici in België zo dicht op elkaar zitten. Het is een klein landje, dat bovendien in tweeën is geknipt door de taalgrens. Nederlandstalige politici kennen alle Nederlandstalige journalisten van haver tot gort. Voor de Franstaligen, die eveneens vooral met elkáár omgaan, geldt hetzelfde. Veel journalisten en politici gaan decennialang mee. Ze kennen elkaars echtgenoten, komen op elkaars bruiloften. Als een politicus een toespraak heeft gehouden, klappen journalisten niet zelden met het publiek mee. Wie journalisten vraagt of ze privé- en GSM-nummers hebben van toppolitici valt van zijn stoel: ze laten zien hoe ze die nummers in hun eigen toestel hebben geprogrammeerd, tot dat van de premier aan toe. Ze gebruiken die nummers ook. „Dag en nacht, als het moet", zegt Jean-Pierre Martin van het televisiekanaal RTL. Zelf belde hij ooit, tijdens het Israëlische beleg van het Palestijnse vluchtelingenkamp bij Jenin, minister van Buitenlandse Zaken Louis Michel om te klagen dat de Israëlische soldaten hem het kamp niet inlieten. „Michel luisterde aandachtig, en beloofde dat hij dit probleem aan de orde zou stellen op de vergadering met zijn Europese collega's, enkele dagen later." Onnodig te zeggen dat politici journalisten ook bellen, als ze iets van hén nodig hebben. Met een scoop, een advies, een uitnodiging - het gebeurt voortdurend. Een verslaggever die lang voor Belgische media werkte en nu in Brussel voor een buitenlandse krant schrijft, antwoordt op de vraag of politici hem nu anders bejegenen dan vroeger: „Zeker. Sinds hun electoraat niet of nauwelijks meer leest wat ik schrijf, bellen ze me niet meer." De verstrengeling gaat nog verder. De vrouw van de belangrijkste justitieadviseur van Verhofstadt (de schaduwminister van justitie, noemt men hem) interviewt de premier voor het tv-programma Villa Politica, of doet voor avondnieuws een `item' over de échte justitie-minister, die het bloed van haar echtgenoot wel kan drinken. Een journalist bij DeStandaard die over de hervorming van de ambtenarij schrijft heeft een dochter die op het kabinet werkt van de minister die deze hervorming moet doorvoeren. Een journalist die voor La Libre Belgique werkt, klust freelance bij als woordvoerder voor een van de grootste infrastructurele megaprojecten van de Waalse regering. En dan zijn er de sucettes, `de fopspenen', zoals de reisjes. Omdat veel Belgische media klein zijn, hebben ze weinig geld om politici achterna te reizen. Gelukkig mogen ze vaak gratis mee in het regeringsvliegtuig, naar Europese toppen, naar de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in New York, of voor de zoveelste keer naar het Afrikaanse landje Benin, waar minister van Defensie André Flahaut een projectje heeft. Het effect daarvan op de berichtgeving is moeilijk te meten, maar dat is juist het venijnige. Dat veel media eens in de zoveel maanden een reportage over Benin hebben, hoort tot de onschuldigste gevolgen. Maar gevraagd wat veelvuldig meereizen met Louis Michel voor invloed heeft op zijn berichtgeving over de minister, wil een Franstalig verslaggever wel toegeven: „Uuhh, het meeste wat ik over hem weet, gebruik ik niet in mijn stukken. Anders mag ik niet meer mee." Dat laatste is nooit met zoveel woorden gezegd. Maar het hangt constant in de lucht, als ongeschreven regel. Achterdochtig Dat mechanisme moet Guy Verhofstadt ook door het hoofd zijn geschoten toen hij een journalist van het VRT journaal onder uit de zak gaf omdat deze de Duitse bondskanselier Gerhard Schröder, tijdens een gezamenlijke persconferentie met Verhofstadt in Berlijn, een vraag had gesteld die volgens de premier niet goed was voor het imago van België. En een tijdje geleden kreeg een journalist die met de Waalse minister van Economie Serge Kubla was meegevlogen naar Californië te verstaan „dat dit de laatste keer was", omdat hij geen zin had om Kubla's ontmoeting met de zangeres Céline Dion te filmen. „Wij zijn die reisjes aan het minderen", zegt Peter Vandermeersch, hoofdredacteur van De Standaard. Benin, dat hoeft voor hem niet meer. Maar, zegt hij, politici beschouwen dat als een belediging. Zo zei hij eens nee tegen een hoge handelsmissie, geleid door de kroonprins, naar China. „Dat vinden ze lastig. Het maakt ze achterdochtig." Vandermeersch beaamt volmondig dat journalisten en politici in België gevaarlijk dicht op elkaar zitten. Ook een redacteur van zijn krant schreef onlan een boek met (lees: voor) een politicus een vorm van partnerschap die in België in opmars is. Zo iemand krijgt een schat aan informatie als hij drie weken met een fractievoorzitter of minister in Italië aan een boek werkt. Bij terugkeer op de krant kan hij dat onmogelijk allemaal gebruiken. Hij past dus, in welke gradatie ook, zelfcensuur toe. Ook heeft Vandermeersch in korte tijd drie van zijn redacteuren naar de politiek zien vertrekken - allen naar de VLD. „We zijn soms te veel speler en te weinig toeschouwer. Maar het evenwicht is moeilijk. Als je nergens meer naar toe gaat, ais je niet barbecuet met de Vlaamse regering, niet naar feestjes gaat, word je buitengesloten. Dat is niet goed voor een krant." Het dreigement met de uitsluiting is een constante, zo blijkt. „De druk om inschikkelijk te zijn is onder deze regering enorm", weet Rik van Cauwelaert van het Vlaamse opinieweekblad Knack. Hij publiceerde onlangs een tergend omslagverhaal over Verhofstadts mediaadviseur Noël Slangen, en een vernietigend artikel waarin te lezen was dat de hervorming van de. ambtenarij die deze regering doorvoert in wezen een verkapte poging is om meer liberalen op hoge posten te benoemen. „Wat Verhofstadt ervan vindt kan mij niet schelen. Hij belt me dus ook nooit." Maar veel andere media durven dit soort onderwerpen niet aan. Wel gaven De Standaard en Le Soir alle ministers in juni een voorlopig rapportcijfer na drie jaar regering. Vijf ministers kregen een dikke onvoldoende. Sindsdien heeft de premier stelselmatig geweigerd om met De Standaard - „die oppositiekrant" - te praten. De minister van justitie draaide na drie maanden bij. Maar als Verhofstadt iets te melden heeft, doet hij dat nog steeds bij de concurrent, zoals De Morgen. „Dat steekt", zegt Peter Vandermeersch. „Onder vorige regeringen hebben we dat niet meegemaakt." Maar hij geeft toe dat vorige regeringen ook minder hard werden aangepakt. Overigens schreef de premier zélf in 2001 nog in De Standaard, in een stuk getiteld `Het wonder van de verdraagzaamheid': „Uitsluitend in een verdraagzame wereld kunnen vriend en vijand met open vizier naast en met elkaar leven. Daar hebben ze ook het recht en de plicht elkaar te bestrijden, in het enige politieke systeem dat zijn vijanden bestrijdt zonder ze te willen uitschakelen." Schipperen Aan Franstalige kant zijn de persoonlijke relaties zo mogelijk nog hechter dan in Vlaanderen. Ministers praten vrij met journalisten omdat ze ervan uitgaan dat het toch niet in de krant komt. Het meeste dat je van hen hoort, is compleet off the-record. Daar gebeuren zelden 'ongelukken' mee, omdat journalisten er voorzichtig mee omgaan- en niet alleen de journalisten van de RTBF, de Franstalige publieke omroep waar de politieke kleur van de bestuurders nog steeds een afspiegeling is van de laatste verkiezingsuitslagen en waar verslaggevers naar politieke kleur worden aangeno men. Iedereen houdt zich aan die code. Anders dan hun Vlaamse collega's vragen Franstalige politici zelden aan een journalist of ze een artikel voor publicatie mogen lezen. De Vlamingen willen er vaak nog aan prutsen, en eisen soms op hoge poten dat een citaat, ook al is dat op de band opgenomen, verdwijnt. Waarom ze dat doen, is evident: ze zijn gewend datje daarover kunt onderhande-len - en zeggen dat ook als een journalist protesteert. Franstalige journalisten doen meer aan zelfcensuur, zeggen ze zelf. „Wij zijn meer geneigd tot het compromis", vertelt David Coppi, politiek redacteur van Le Soir. „We zijn meer arrangiste dan de Vlamingen. Ik denk dat dit cultureel bepaald is." Eén keer ging het toch mis. De minister van Buitenlandse Zaken vertelde een collega van Coppi op reis in New York wat iedereen al jaren vermoedde maar nooit bevestigd had gekregen: dat er Amerikaanse kernwapens op de legerbasis Kleine Brogel opgeslagen liggen. Le Soir publiceerde dat, weliswaar zonder de naam van de minister te noemen. Louis Michel, een Bourgondiër die in temperament zeker niet onderdoet voor Guy Verhofstadt (hij kan even charmant zijn, maar aarzelt ook niet om zijn eigen diplomaten uit te schelden waar iedereen bij is), was woedend. Hij deed links en rechts zijn beklag, maar niet bij de krant. Nog steeds wordt er op de redactie gesproken over de vraag of dit artikel `kon' of niet. Velen vinden dat het op het randje was. Michel weet dat, en rekent erop dat het niet meer gebeurt. Zoals hij ook weet dat de meeste van zijn actieve interventies om de Belgische politiek in het gareel te houden de pers niet of maar zeer besmuikt halen. De enige keer dat Michel rechtstreeks een journalist belde om hem uit te schelden, was toen er in Le Soir stond dat hij een kabinetsmedewerkster had laten benoemen bij het Centrum voor Gelijkheid van Kansen, een overheids- instantie tegen racisme en discriminatie. „Het is dat ik in het buitenland zit, anders zou ik u ik weet niet wat doen. Ik heb niks met die benoeming te maken! Hoe denkt u verdomme wel dat die arme mevrouw zich voelt?!" Achilleshiel De angst voor uitsluiting is dus de achilleshiel van de Belgische pers. En daar spelen de politici actief op in. Ze kunnen het altijd proberen, want vaak werkt het. Zo bood de premier een paar weken geleden zowel De Standaard als De Morgen een groot stuk aan over de (anti)globalisering. Hij eiste dat ze van tevoren beslisten of ze het wilden plaatsen, anders stuurde hij het ze niet. Volgens Vandermeersch is De Standaard er niet op ingegaan, waarna de premier het stuk alsnog faxte. De redactie las het en besliste vervolgens om het te publiceren. Verhof stadt speelde hier duidelijk in op de angst die bij veel media leeft en die hij maar wat goed kent: `dat de ander het heeft'. Wie goed oplet, ziet dat een aantal media voor premier Verhofstadt ook zijn afgevallen de laatste tijd. De Franstalige pers staat hij sowieso spaarzaam te woord omdat, zegt Coppi van Le Soir, „zijn electoraat in Vlaanderen woont en niet aan onze kant van de taalgrens." `Kritische' media als de ondernemerskrant Financieel-Economische Tijd, het weekblad Knack, kranten van de VUMuitgeversgroep zoals De Standaard, en in mindere mate ook de VRT-televisie lijken bij de premier steeds meer uit de gratie te raken. Volgens een voormalig journalist die niet met zijn naam in de krant wil leunt Verhofstadt steeds meer op publicaties van De Persgroep (waaronder De Morgen en Het Laatste Nieuws) en op de VTM, de commerciële televisie. De Persgroep en de VTM worden allebei geleid door Christian van Thillo, een ondernemer die, aldus de voormalige journalist, „zo blauw is als het diepste blauw van de zee."Blauw is liberaal. Dat Van Thillo en Verhofstadt elkaar geregeld spreken, weet iedereen. Journalisten die binnen Van Thillo's concerns werken kunnen kritisch zijn over de regering Van Thillo intervenieert voor zover bekend meer in het voorpaginabeleid van zijn kranten (die pagina's worden steeds kleuriger en sensationeler, want dat verkoopt beter) dan in de redactionele inhoud. Hij komt soms zelfs voor zijn mensen op bij Verhofstadt en andere politici. Maar toch, de toon is gezet. Want dit zijn precies de journalisten met wie de premier bij tijd en wijle wil lunchen, om `bij pot en pint' de zaken even door te nemen. Dit zijn de mensen die hij vaak belt, als hem iets zint of als hem iets niet zint. Met hen is de relatie waarvoor de Fransen zo'n mooie term hebben, copain-copain, het innigst. Binnen die relatie spelen beide partijen met wikken en wegen hun eigen rol. Het blijft schipperen. Maar dat is altijd zo geweest. Ofwel what's new? Zucht de voormalige journalist: „De politieke verzuiling binnen de media heeft plaatsgemaakt voor economische verzuiling. Het medialand bestaat uit een paar grote concerns. Maar als de baas van zo'n concern kleur bekent, heb je eigenlijk weer politieke verzuiling."
__________________
WIJ LEVEN NIET IN EEN DEMOCRATIE, WIJ LEVEN IN EEN PARTICRATIE |
28 november 2002, 17:35 | #18 |
Minister
Geregistreerd: 16 september 2002
Locatie: Antwerpen
Berichten: 3.496
|
28/11/2002] - VRT liegt!
Het Vlaams Blok moet met �*lle mogelijke middelen bestreden worden. Die lijfspreuk van Louis Tobback is wet bij de Openbare Omroep. Het Vlaams Blok wordt doodgezwegen of uitgescholden voor rotte vis. Standpunten worden verdraaid, feiten gemanipuleerd. Dat gaat zo al jaren. Ongehinderd en ongestraft. Niets om je nog erg druk over te maken, want de opiniemakers schieten daarmee in hun eigen voet en ondermijnen alleen maar hun eigen geloofwaardigheid en die van de VRT. Tijdens de zware rellen in Antwerpen was het weer goed prijs. Terwijl collega-journalisten vakkundig in mekaar werden getimmerd door allochtone heethoofden, ging een VRT-verslaggever koortsachtig op zoek naar het 'extreem-rechtse' spook dat Vlaams Blok heet. En dat werd al snel gevonden. De politie zette een aantal zogenaamde 'snatch-teams' in. Die agenten in jeans en wintermutsen plukten de aanstokers en oproerkraaiers uit de opgehitste menigte. Maar de verslaggever van Radio 1 noemde de vermomde agenten "gewapende straatvechters van het Vlaams Blok". Het 'foutje' werd nadien rechtgezet. Een 'vergissing' zo klonk het bij de VRT. We zijn al wel wat gewoon intussen, maar dit is werkelijk ongehoord! Deontologisch absoluut onaanvaardbaar! Elke Omroep die zichzelf respecteert zet een journalist die dergelijke berichten zonder enige controle in de ether stuurt, op straat wegens zware beroepsfouten. Maar bij de VRT kan het allemaal ... |
28 november 2002, 19:13 | #19 | |
Banneling
|
Citaat:
|
|
5 december 2002, 18:50 | #20 |
Minister
Geregistreerd: 16 september 2002
Locatie: Antwerpen
Berichten: 3.496
|
[04/12/2002] - Dictaat aan de media
Wat Paarsgroen ons deze legislatuur heeft getoond, is een nogal speciaal communicatiebeleid. De manier waarop de regering - en dan vooral Premier Verhofstadt - met de pers omgaat, is enigszins uitzonderlijk. Elke journalist die een kritische noot durft te formuleren over het paarsgroene beleid wordt opgebeld, uitgescholden en afgedreigd. Zo beklaagde de editorialist van Het Laatste Nieuws zich er over dat hij door Verhofstadt zelfs werd opgebeld als hij bij wijze van spreken op het toilet zat. Verhofstadt was er ook verantwoordelijk voor dat de wekelijkse kritische column van Derk-Jan Eppink uit De Standaard is verdwenen. Ook een beproefde techniek is het wegkopen van journalisten op redacties. Zo werkt Rolf Falter intussen voor de premier. Nu is het blijkbaar de beurt aan Vlaams minister Mieke Vogels die de openbare omroep VRT kapittelt omdat ze naar haar zin niet op de juiste wijze bericht over allochtonen. En ze heeft hierover een en ander op papier gezet in een brief naar de baas van de VRT Tony Mary. Vogels was verbolgen over de manier waarop in het programma Koppen de begrafenis van de doodgeschoten vreemdeling werd gekoppeld aan de organisatie van Abou Jahjah. Volgens Vogels "misbruikt men die beelden om de vooroordelen als zou vreedzaam samenleven met moslims niet mogelijk zijn te bevestigen en wordt op subtiele wijze de beleving van de islam, een in België erkende godsdienst, in een crimineel kader geplaatst." De VRT krijgt dus van de Vlaamse overheid te horen dat de berichtgeving van de voorbije dagen niet kan. Maar veel is niet genoeg. "De allochtone medeburgers komen te weinig in beeld," aldus minister Vogels. De VRT weet meteen wat haar te doen staat. En zo verwordt dit land altijd maar meer tot een dictatuur die we tot hiertoe enkel maar in bananenrepublieken kenden. Een land waar de wetgeving wordt aangepast om een oppositiepartij monddood te maken, waar de bevolking door de overheid wordt bedrogen. Een land waar de media enkel maar mag berichten wat eerst door de overheid werd goedgekeurd. |