Politics.be Registreren kan je hier.
Problemen met registreren of reageren op de berichten?
Een verloren wachtwoord?
Gelieve een mail te zenden naar [email protected] met vermelding van je gebruikersnaam.

Ga terug   Politics.be > Debatclub > Links
Registreer FAQForumreglement Ledenlijst Markeer forums als gelezen

Links Dit forum is voorbestemd voor een beperkte groep die wil discussieren rond linkse thema's.
Om deel te nemen aan de discussies moet u zich hier aanmelden.

Antwoord
 
Discussietools
Oud 21 maart 2010, 14:22   #1
MatthiasL
Vreemdeling
 
Geregistreerd: 11 mei 2007
Berichten: 56
Standaard Nieuw boek: Socialisme en Democratie in de 21ste eeuw

Op 20 maart vond de Dag van het socialisme plaats in de Vooruit in Gent. Socialisme 21 lanceerde tijdens die dag het nieuwe boek van Matthias Lievens 'Socialisme en democratie in de 21ste eeuw'. In het boek, dat 270 pagina's telt, stelt Matthias de relatie tussen socialisme en democratie centraal. Socialisme 21 wil op basis van dit boek tijdens de komende maanden een debat op gang brengen over het socialisme van de 21ste eeuw. Daarover zal je alles vernemen op www.socialisme21.be.

Bij wijze van voorproefje vind je hier het laatste stuk uit het inleidende hoofdstuk van het boek "Socialisme en Democratie in de 21ste eeuw’.

Als je het boek per post wil ontvangen, stuur dan een mailtje naar info[a]socialisme21.be met je adres en stort 11,5 euro op de rekening van Socialisme 21, nummer 523-0803570-97 met vermelding 'boek socialisme.




Een ander socialisme

Dit boek gaat niet zozeer over de inefficiënties, het democratisch deficit of de milieuvervuiling van het kapitalisme. Het wil eerder een aantal bouwstenen aanreiken voor een maatschappijalternatief dat de onvervulde beloftes van de huidige samenleving op sociaal, democratisch en ecologisch vlak eventueel wel kan waarmaken. Ondanks alle negatieve connotaties die het woord vandaag kan hebben, wil ik dat alternatief graag ‘socialisme’ noemen.

Voor vele generaties was het socialisme een evidente toekomsthorizon. Zelfs al wisten ze dat het ‘reëel (on)bestaande socialisme’ niet noodzakelijk het soort maatschappij was waarnaar ze eigenlijk streefden, toch was het feit dat een groot deel van de wereld bestuurd werd op een niet-kapitalistische basis een teken dat een alternatief wel degelijk mogelijk was. Sinds 1989 is er in het bewustzijn echter iets fundamenteel veranderd. Socialisme werd iets van het verleden, iets grijs, uniform, onderdrukkend, onvrij - associaties die niet helemaal ten onrechte zijn in het licht van de toestand in de voormalige Oostbloklanden. Het einde van het socialisme (en van de geschiedenis!) werd afgekondigd, Marx doodverklaard. Dat is een eigenaardige geste: welke socialist zou ooit Kant, Descartes of John Stuart Mill doodverklaren? Er bleek een politieke afrekening gemaakt te moeten worden. Is het omdat het spook van Marx zo hardnekkig bleek, dat die doodverklaring ritueel herhaald moest worden?

De twee pogingen van de 20ste eeuw om een alternatief op te bouwen voor het kapitalisme zijn mislukt. De sociaaldemocratie dacht binnen het systeem en zijn staat hervormingen te kunnen doorvoeren, maar werd vooral zelf hervormd door het systeem, tot er nauwelijks nog een schaduw overbleef van de oorspronkelijke aspiraties. Vandaag voeren sociaaldemocratische partijen overal ter wereld mee het neoliberaal beleid uit dat de ‘welvaartstaat’ ondermijnt. De bureaucratische en centralistische eenpartijsystemen in de Sovjet-Unie en andere zogenaamd socialistische landen hebben een erfenis nagelaten die mogelijk nog negatiever is. Ze hebben het woord socialisme een bijzonder negatieve bijklank gegeven. In de Sovjet-Unie bleven grote ongelijkheden bestaan. De kapitalistische privileges werden ingeruild voor de privileges van de bureaucratie. De ondemocratische, gecentraliseerde planeconomie bracht enorme verspillingen met zich mee. De realiteit van dit systeem bleef ver verwijderd van het socialisme dat Marx ooit beschreef als de ‘vrije associatie van individuen.’ Ook ecologisch hebben de Oostbloklanden een echte ramp nagelaten, waarvan de gevolgen vandaag nog voortduren. Net voor de val van de Berlijnse Muur stootte Tsjechoslovakije 20,7 ton CO2 per inwoner uit, de DDR 22 ton. Dat is hoger dan de uitstoot van de grootste kapitalistische vervuilers in dezelfde periode: 18,9 ton in de VS, 16,2 ton in Canada en 15 ton in Australië.1

Nagenoeg niemand die zich vandaag socialist noemt, verdedigt nog een systeem zoals dat van de Oostbloklanden. Lange tijd moesten integere socialisten opbotsen tegen de dominante invullingen van het socialisme en het marxisme. Er was een orthodoxie en een heterodoxie, een ‘gesloten’ en een ‘open’ marxisme. Verdedigers van de eenpartijregimes stonden tegenover voorstanders van een democratisch socialisme. Er was een mainstream, waartegen een minderheidsstroming zich moest afzetten. Vandaag geldt dit schema niet meer. Niet omdat socialisme en marxisme irrelevant zouden zijn geworden, of omdat er geen organisaties en bewegingen meer zijn die zich erop beroepen. Integendeel. Maar het terrein is veranderd: na de implosie van het socialisme van de 20ste eeuw blijven enkel een heleboel losse fragmenten en scherven over. Tal van auteurs, activisten en groepen proberen iets creatiefs te doen met de socialistische en marxistische erfenis. Ze proberen iets te redden van de oorspronkelijk aspiraties, de beloftes en de hoop op een andere maatschappij. De klassieke onderscheidingen tussen orthodoxie (marxisme-leninisme) en heterodoxie (van trotskistische, anarchistische of andere snit) maakten plaats voor een meer confuus veld, waarin sommige trotskisten soms veel dogmatischer blijken te zijn dan voormalige maoïsten, of waarin een libertaire geest niet meer beperkt blijft tot de anarchistische stroming in enge zin. Er zijn 1000 en één marxismen.2 En misschien ook duizend en één socialismen. Dat is tegelijk een zwakte en een troef. Er hoeft geen ‘socialistisch vaderland’ meer verdedigd te worden, een pagina kan omgedraaid worden. Er is niet langer sprake van ‘dé partij’ van ‘dé arbeidersklasse’, van ‘hét socialisme’ en van de ene theorie ervan, het marxisme. Er is een veelheid aan interessante bijdragen en perspectieven waaruit geput kan worden.

Dit creëert ruimte om opnieuw op een onbevangen wijze over socialisme te praten. Een woord dat een tijdlang taboe was, maar sinds enkele jaren opnieuw hardnekkig opduikt. De andersglobalisten gaven aanvankelijk geen naam aan ‘de andere wereld’ die ze mogelijk achtten. In de slotverklaring van de assemblee van sociale bewegingen tijdens het Wereld Sociaal Forum (WSF) in Belem begin 2009 werd echter naar het socialisme verwezen als antwoord op de crises van het kapitalisme. Opmerkelijk genoeg waren het vooral Latijns-Amerikaanse inheemse bewegingen die daarvoor hadden gepleit. Ondanks het feit dat het woord socialisme historisch uit het noorden komt, en zij eerder vertrekken vanuit hun eigen, inheemse wereldbeschouwing, stelden ze dat de socialistische gedachte toch het best uitdrukking gaf aan alles waarvoor ze strijden. Daarvoor had Hugo Chávez tijdens het WSF in 2005 al een historische toespraak gehouden over de noodzaak om het ‘socialisme van de 21ste eeuw’ uit te vinden.

In 2009 hield de BBC in 27 landen een opiniepeiling waaruit bleek dat slechts 11 % van de ondervraagden vond dat het vrijemarktkapitalisme goed functioneert en dat meer regulatie niet nodig is, 51% pleitte voor hervormingen en 23 % voor een totaal ander economisch systeem.3 Toen overheden bij het uitbreken van de financieel-economische crisis de banken begonnen te nationaliseren, titelde het Amerikaanse weekblad Newsweek ‘We Are All Socialists Now.’4 Of staatsinterventie om banken te redden en die vervolgens opnieuw te privatiseren ‘socialistisch’ is, is uiteraard nog maar de vraag. Maar dat de crisis de ideologische scheidslijnen kan verplaatsen, heeft Newsweek goed gezien. "Herinner je 14 maart 2008," schrijft Martin Wolf, columnist in de Financial Times, "dat was de dag dat de droom van het globale vrijemarktkapitalisme stierf."5 De verkoop van Das Kapital steeg sindsdien exponentieel.6 De laatste jaren is er ook een hernieuwde discussie over de betekenis van socialisme en communisme in linkse academische kringen, en woedt er een interessant debat onder academici en activisten over de betekenis van het zogenaamde ‘ecosocialisme.’ Dat betekent niet dat er een grote boulevard openligt voor de socialistische gedachte. De linkerzijde is nog altijd in het defensief. Maar er is wel een opening om opnieuw op een constructieve manier na te denken over een alternatief.

Het socialisme ontstond als reactie op het kapitalisme. Maar wat is de betekenis van het socialisme? Wat is de kern van de socialistische gedachte? Er kunnen verschillende invullingen gegeven worden aan het begrip socialisme. De filosoof Gerald Cohen opent zijn recente boekje Why Not Socialism? met een verhaal over een groep vrienden die gaan kamperen.7 Zoals dat gaat op een kampeertrip brengt iedereen iets mee van de benodigdheden, en worden de taken verdeeld: koken, afwassen, vissen enzovoort. In zo’n context, stelt Cohen, aanvaardt iedereen doorgaans spontaan een egalitaire verdeling van de lasten. De sfeer van het kamp zou onmiddellijk verpest worden als er een handeltje zou ontstaan waarbij de één eist minder te moeten meehelpen in het koken omdat die meer potten en pannen heeft meegebracht. Als alles zo afgewogen zou moeten worden, zou het niet enkel niet meer efficiënt zijn, maar vooral ook niet meer plezierig. Stel dat één kampeerster erg goed is in vissen, en daaruit de conclusie trekt dat ze het recht heeft op de beste stukjes tijdens het eten. Of dat iemand per toeval tijdens een wandeling een grote appelboom vindt, en eist dat de anderen hem voor die vondst vergoeden door een stuk van zijn werktaak over te nemen. Iedereen voelt spontaan dat de kampeertrip geen groot succes zou zijn. Cohen stelt zich dan ook de vraag: is de "socialistische aanpak, met gemeenschappelijk eigendom en gepland, wederzijds geven, niet evident de beste manier om zo’n kampeertrip te organiseren?"8

Voor Cohen is socialisme een moreel ideaal, en het verhaal over de kampeertrip is voor hem een goede manier om te laten zien dat het socialisme als het ware een morele evidentie is. Het sluit naadloos aan bij onze spontane morele intuïties. Het socialisme is dan gebaseerd op een aantal morele principes van gelijkheid en gemeenschap die hij verder filosofisch ontwikkelt. Maar is socialisme louter een moreel ideaal? Zijn morele principes voldoende om een maatschappijproject op te baseren? Wat met de politiek? En vooral: kun je de ervaring van een kleinschalig kamp wel overplanten naar het niveau van de maatschappij? Waar ligt de grens met een soort morele dwang waarbij je verplicht wordt te coöpereren in een collectivistische maatschappij?

In dat opzicht is het interessant om te zien hoe Marx het socialisme beschreef. Zoals bekend heeft Marx weinig geschreven over hoe een socialistische of communistische maatschappij er zou moeten uitzien of over de principes die ervan aan de grondslag zouden moeten liggen. In het Communistisch Manifest beschreef hij de maatschappij waar hij naar streefde als "een associatie, waarin de vrije ontwikkeling van ieder de voorwaarde is voor de vrije ontwikkeling van allen."9 Dat is een opmerkelijke definitie voor iemand die voor collectivist wordt versleten. Het socialisme wordt hier gepresenteerd als een ideaal van individuele vrijheid in een vrije maatschappij.10 Niemand is vrij als niet iedereen vrij is. "Het doel van het socialisme is niet zozeer de socialisatie van de persoon dan wel de verpersoonlijking van elk individu."11 Socialisme moet in die zin begrepen worden als een proces van emancipatie, van bevrijding. Maar wat is de maatschappij dan, en op basis van welke instituties moet die georganiseerd worden om de individuele vrijheid mogelijk te maken? Het klassieke antwoord is dat het een maatschappij is zonder klassen en zonder staat. Maar dat is een negatieve definitie, die zegt wat het niet is, niet wat een socialistische maatschappij wel is.

In een positieve zin is het socialisme vaak gelijkgesteld geworden met de emancipatie van de arbeidersklasse.12 Die klasse zou door zichzelf te bevrijden en een maatschappij zonder klassen te realiseren, de hele mensheid bevrijden. Dat klinkt de huidige lezeres toch wat te mythisch in de oren. Waarom zou de arbeidersklasse de laatste klasse van de geschiedenis zijn? Waarom zouden geen nieuwe hiërarchieën kunnen ontstaan, zoals in de Sovjet-Unie het geval was? Of waarom zouden nieuwe vormen van onderdrukking, gebaseerd op gender, seksuele identiteit, cultuur, enzovoort, niet verder kunnen blijven bestaan? Socialisme heeft zeker iets te maken met de emancipatie van de arbeidersklasse, maar zou het toch ook niet meer moeten zijn?

Een aantal definities van het socialisme focussen eerder op de economische principes die eraan ten grondslag moeten liggen. Zo staat socialisme volgens Ernest Mandel voor een klasseloze maatschappij zonder warenproductie, met andere woorden, een maatschappij waarin de markt en het geld zoveel als mogelijk zijn teruggedrongen.13 Cathérine Samary focust in haar definitie op de notie van de behoeften. Het socialisme staat volgens haar voor een maatschappij waarin de basisbehoeften van alle mensen bevredigd kunnen worden binnen een ecologisch kader.14 Maar wat zijn die behoeften? Hoe bepalen we die? Kan je een onderscheid maken tussen basisbehoeften en andere, en wie beslist daarover?

Het nadenken over alternatieve procedures en instituties om de behoeften te bevredigen buiten het kader van de markt moest eigenlijk nagenoeg nog beginnen na Marx en Engels, die behalve enkele algemene principes vooral een soort bevlogen geschiedfilosofische visie hadden. In zijn Bijdrage tot de Kritiek van de Politieke Economie schrijft Marx dat met het einde van de kapitalistische productie de "prehistorie van de menselijke maatschappij" aan zijn einde zou komen.15 De geschiedenis tot nu toe was de geschiedenis van klassenmaatschappijen, waarin mensen geen meester waren over hun eigen lot. Na de revolutie zou een nieuwe tijd aanbreken en zou de echte menselijke geschiedenis pas beginnen.16 Maar als die toekomstige maatschappij zo radicaal anders zal zijn, betekent dat ook dat we er in het heden weinig over kunnen zeggen. Marx lijkt die gedachte wel erg trouw te zijn gebleven. Hij liet een enorme theoretische schat na om de huidige maatschappij te begrijpen, maar leverde nauwelijks aanknopingspunten om een alternatief vorm te geven.

En dat is niet zo onschuldig als het lijkt. Niet enkel omdat je op die manier als socialist niet goed weet waar je naartoe moet. Maar vooral omdat je niets in handen hebt om je te verdedigen als je vaststelt dat je project dreigt mis te lopen. Zonder een opvatting over wat socialistische democratie is, mis je een cruciaal wapen om het socialisme te verdedigen tegen zijn totalitaire of bureaucratische ontsporingen. De Sovjet-Unie ontbeerde de fundamenten van een democratische cultuur, niet enkel omdat Rusland sowieso een onderontwikkeld land was zonder enige democratische traditie, maar ook omdat de marxistische erfenis er nauwelijks toe bijdroeg zo’n traditie te creëren. De verwording van de Sovjet-Unie tot een eenpartijstaat heeft natuurlijk heel complexe wortels in de burgeroorlog, de onderontwikkeling, de vorming van een bureaucratie enzovoort. Maar de strijd ertegen kan enkel politiek zijn, en politiek is een zaak van ideeën, die integere socialisten vaak pijnlijk leken te ontberen.

Wie vecht voor een maatschappijalternatief, ziet zich onvermijdelijk geplaatst voor de vraag welke plaats men inneemt in ‘de geschiedenis.’ Marx’ voorstelling van de geschiedenis, waarbij een prehistorie van klassenmaatschappijen afgesloten wordt door een socialistische revolutie die het begin zou inluiden van de echte menselijke geschiedenis, klinkt stimulerend, maar geeft nauwelijks houvast. In dit boekje krijgt het socialisme een andere plaats ‘in de geschiedenis.’ De stelling die hier zal worden verdedigd, is dat het niet zo zinvol is het socialisme te zien als een radicaal nieuw begin na een prehistorie van klassenmaatschappijen. Het socialisme is daarentegen de voortzetting en radicalisering van een breuk die voordien plaatsvond: die tussen het absolutisme van het Ancien Régime en de democratische revolutie. Het socialisme, zo zal worden betoogd, moet in de eerste plaats gezien worden als een verdieping van de democratische revolutie, wiens beloften niet helemaal gerealiseerd kunnen worden binnen het kader van de kapitalistische maatschappij.

Zoals we in het tweede hoofdstuk zullen zien, stellen veel marxisten de term ‘democratische revolutie’ gelijk aan de ‘burgerlijke’ revolutie, die het absolutisme en de persoonlijke afhankelijkheidsverhoudingen afschafte, en de markt en de ‘burgerlijke’ democratie in de plaats stelde. Daartegenover stellen ze de socialistische revolutie, die een klasseloze maatschappij zou vestigen. Er is echter een nauwe band tussen die twee revoluties. Het socialisme kan eigenlijk niets anders zijn dan de radicalisering van de democratische logica die de eerste revolutie in gang zette en die aan banden wordt gelegd binnen de kapitalistische maatschappij. Of beter, het socialisme van de 21ste eeuw dient zijn wortels te herdenken, en die liggen in de democratische revolutie die volop tot uitbarsting komt op het einde van de 18de eeuw. Socialisme is dus niet zomaar arbeidersemancipatie, waarvoor democratie goed van pas komt (maar die men zo ook weer laat vallen, als dat nodig is - zoals in de Sovjet-Unie gebeurde). Socialisme en democratie zijn intrinsiek verbonden: het socialisme is de vlag waaronder gestreden wordt voor de realisatie van de democratische mogelijkheden die in het kapitalisme gefnuikt worden.

Het is precies omdat het socialisme de strijd voor de radicalisering van de democratie is, dat het gevecht voor de welvaartstaat en de sociale zekerheid niet volstaat. De welvaartstaat zorgt voor een aantal herverdelende mechanismen, maar blijft de economie beschouwen als de alleenheerschappij van het privaat bezit. En dat privaat bezit zal er alles aan doen om die staat te ondermijnen van zodra ze daartoe de kans ziet. De welvaartstaat is dan ook geen stabiel ‘model’ van kapitalisme, maar is gebaseerd op een bijzonder fragiel machtsevenwicht.

Bij de welvaartstaat kunnen overigens ook grote ecologische vraagtekens geplaatst worden. Ze dreigt de arbeidersbeweging immers te integreren in een onhoudbaar systeem van economische groei: de arbeiders hebben recht op hun deel van de taart, maar om dat deel te vergroten, worden ze er mee verantwoordelijk voor, de taart als geheel te doen groeien. Het socialisme zou verdergaande ambities moeten hebben dan dat. Sociale hervormers willen lotsverbetering van de armen en de werkende mensen. Dat leidt snel tot een vorm van paternalisme dat de arbeiders in hun ondergeschikte posities houdt. Socialisme wil de democratie, het wil de macht veroveren om de macht te veranderen en te democratiseren, zodat het paternalistische ‘biefstuksocialisme’ niet meer nodig is.

In het tweede hoofdstuk wordt dieper ingegaan op de relatie tussen het socialisme en de democratische revolutie. De problematiek van de democratie is erg complex, en een aantal theoretische kwesties kunnen dan ook niet vermeden worden. Men kan niet over democratie spreken zonder gebruik te maken van een reeks ingewikkelde begrippen, zoals representatie, volk, constitutie enzovoort. Er is een poging gedaan om die begrippen op een toegankelijke manier te introduceren. Hoofdstuk 3 gaat in op het debat over hoe een socialistische maatschappij er kan uitzien, hoe de economie kan functioneren, en welke democratische instituties er nodig zijn. Na een kort intermezzo over de betekenis van het ecosocialisme, wordt afgesloten met een hoofdstuk over strategieën voor een andere, (eco)socialistische maatschappij.

Het boek is voor een stuk geschreven op basis van inzichten die recente filosofische discussies opleveren over het begrip van het politieke, de democratie en het socialisme, maar er is een poging gedaan om technische en conceptuele kwesties te vermijden. Wie geïnteresseerd is in de gesofisticeerde aspecten van het verhaal, kan terecht in de voetnoten en de referenties. De ideeën die hieronder worden uitgewerkt, zijn overigens geen poging om het warm water opnieuw uit te vinden. Het socialisme van de 20ste eeuw is mislukt, maar dat betekent niet dat we tabula rasa moeten maken en volledig van nul moeten herbeginnen. Sinds het begin van de geschiedenis van de socialistische beweging bestaan radicaaldemocratische, libertaire en emancipatorische socialistische tradities, vormen van socialisme van onderuit, die vandaag nog altijd inspiratie kunnen leveren. We starten dan ook niet van nul, maar – zoals in Gilles Deleuzes bekende formule - ‘in het midden.’
MatthiasL is offline   Met citaat antwoorden
Oud 21 maart 2010, 19:46   #2
Sjaax
Europees Commissaris
 
Sjaax's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 14 november 2006
Locatie: tussen het stemvee
Berichten: 7.237
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door MatthiasL Bekijk bericht
Matthias stelt de relatie tussen socialisme en democratie centraal.
Is dat geen sociaal-democratie?

Citaat:
De sociaaldemocratie dacht binnen het systeem en zijn staat hervormingen te kunnen doorvoeren, maar werd vooral zelf hervormd door het systeem, tot er nauwelijks nog een schaduw overbleef van de oorspronkelijke aspiraties.
Wordt er een analyse gegeven hoe dat kon gebeuren? Als dat niet gebeurt, bestaat grote kans dat nieuwe democratische pogingen hetzelfde lot ondergaan.
Sjaax is offline   Met citaat antwoorden
Oud 10 mei 2010, 16:52   #3
Flashheart
Lokaal Raadslid
 
Flashheart's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 8 mei 2010
Berichten: 384
Standaard

Absolute aanrader.
__________________
Preguntando caminamos!
Flashheart is offline   Met citaat antwoorden
Antwoord


Discussietools

Regels voor berichten
Je mag niet nieuwe discussies starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag niet bijlagen versturen
Je mag niet jouw berichten bewerken

vB-code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit
Forumnavigatie


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 10:14.


Forumsoftware: vBulletin®
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.
Content copyright ©2002 - 2020, Politics.be