Politics.be Registreren kan je hier.
Problemen met registreren of reageren op de berichten?
Een verloren wachtwoord?
Gelieve een mail te zenden naar [email protected] met vermelding van je gebruikersnaam.

Ga terug   Politics.be > Debatclub > Algemeen
Registreer FAQForumreglement Ledenlijst Markeer forums als gelezen

Algemeen Hier kan een gesloten groep deelnemers debatteren over allerhande onderwerpen. Indien je wil deelnemen dan moet je toegang vragen bij de moderator via je control panel.

Antwoord
 
Discussietools
Oud 17 augustus 2002, 14:42   #1
FMisplon
Provinciaal Gedeputeerde
 
FMisplon's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 24 maart 2002
Locatie: (kot) Leuven | (thuis) Koolskamp
Berichten: 896
Stuur een bericht via MSN naar FMisplon
Standaard

'Jeugdgevangenissen': een betwistbare ad-hoc oplossing

Nadat de media ruimschoots aandacht hadden besteed aan het feit dat een aantal jeugdrechters minderjarigen tijdens de rechtspleging vrij dienden te laten, daar er geen plaats was in gespecialiseerde instellingen, en dit uiteraard schokkend overkwam bij de publieke opinie, en toen de heisa een climax bereikte met de troebelen rond een nieuwe, zij het in feite nog niet gebruiksklare instelling, besloot de regering-Verhofstadt snel in te grijpen met een bijzonder omstreden ad-hoc oplossing. Haar imago werd immers publiekelijk ondermijnd, hetgeen de premier uiteraard niet kon dulden. Met stoere en trotse taal verkondigde hij dat een extra editie van het staatsblad een wet bevatte die de hemel van wolken zou bevrijden. Laten wij ingaan op de inhoud van die wet om te komen tot een ontkrachting van deze – gebruikelijke – euforische taal van de Eerste Minister.
Zoals geweten kunnen juridische procedures enige tijd in beslag nemen en daarom werd voorzien in de mogelijkheid ten aanzien van minderjarigen tijdens die rechtsgang 'bewarende maatregelen' te treffen, i.e. ze onder voorlopig toezicht stellen, ze plaatsen in een instelling,… Omdat dergelijke faciliteiten niet altijd voorhanden zijn, kon de minderjarige voorlopig, met name gedurende 15 dagen in een huis van arrest worden ondergebracht. Om een en ander in overeenstemming te brengen met het EVRM (in 1988 had het Europees Hof voor de Rechten van de Mens zich terzake negatief uitgesproken, in het arrest inzake Bouamar), stelde de wetgever in 1994 een aantal beperkende voorwaarden, waaronder het feit dat een dergelijke procedure tijdens een zaak slechts eenmaal kan opgelegd worden. Dit gaf dan de problemen die thans zo scherp aan het licht zijn gekomen.

Het is in dit kader dat de 'wetgevende ingreep' is geschied. De eerder gestelde voorwaarden werden allen afgeschaft en vervangen door een andere reeks, die bijzonder betwistbaar is. Nu geldt de opsluiting niet meer als subsidiaire maatregel. Weliswaar werd de grens wat betreft de hoogte van de straf gesteld op het feit, vanaf wanneer een dergelijke maatregel kan worden getroffen, naar boven getrokken, maar daar staat tegenover dat het regime enkel geldt ten aanzien van jongens (!) ouder dan 14 jaar. Dat er een gebrek aan plaats moet zijn in gespecialiseerde instellingen maakt ook een voorwaarde uit, die in ons land al snel vervuld zal zijn. De opsluiting geschiedt voor 5 dagen maar kan door de jeugdrechtbank tweemaal verlengd worden voor telkens één maand!

Deze wet betreft een juridisch laakbare handeling. Waar men veeleer diende te opteren voor een bijkomende inzet van middelen, teneinde afdoende ruimte te voorzien in gespecialiseerde instellingen, zijn de maatregelen dienaangaande verwaarloosbaar, en werd gekozen voor een uitbreiding van de mogelijkheid tot opsluiting in een huis van arrest. Het gaat bijgevolg om weinig structurele maatregelen, tenzij men deze weg verder wenst te volgen, hetgeen bijzonder verwerpelijk is, daar de opsluiting van de minderjarige gedurende de toegestane tijdsspanne, een onverantwoorde keuze inhoudt, die de kansen op resocialisatie van deze laatste reeds tijdens de procedure hypothekeert.

Het hoeft nauwelijks gezegd dat deze wet, naar onze mening, ook juridisch op wankele gronden rust. Zij zal de gebeurlijke toets aan artikel 5 van het EVRM wellicht niet met succes kunnen doorstaan. Verder wijzen wij op een mogelijk optreden van het Arbitragehof (dat ondermeer wetten kan vernietigen die in strijd zijn met onder andere de artikelen 10 (gelijkheidsbeginsel) en 11 (non-discriminatie) van onze grondwet): het feit dat de wet onder haar toepassingsvoorwaarden de exclusieve toepassing op jongens bevat kan bezwaarlijk niet discriminatoir worden genoemd. Zeker in onze tijden van emancipatie en gelijkheid tussen de seksen lijkt voor een dergelijk onderscheid in behandeling geen redelijke grondslag te vinden. De trots van de Eerste Minister in dit dossier is misplaatst. In plaats van Europese glorie en glans te verkondigen en te verworden tot een handelaar in niet gerealiseerde ideeën en boutades, die op betuttelende en gemediatiseerde wijze worden medegedeeld aan de burgers, zou hij zich beter wijden aan de behartiging van het algemeen belang. Dat dit electoraal minder lonend mag zijn, nu de media liever inspelen op grootspraak dan zich te richten naar de minder sexy inhoud van correct 'huiswerk', is een jammer genoeg correcte redenering in hoofde van de politicus. Als een democratie niet meer beloont wie zich ter dege van zijn taak kwijt, dan schort er wat. Als een politicus die goedlachs in spelletjesprograma's optreedt het haalt, dan zijn alle maatschappelijke actoren aan bezinning toe. Maar dat is een ander verhaal.

Roel De Meu
FMisplon is offline   Met citaat antwoorden
Antwoord


Discussietools

Regels voor berichten
Je mag niet nieuwe discussies starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag niet bijlagen versturen
Je mag niet jouw berichten bewerken

vB-code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit
Forumnavigatie


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 22:13.


Forumsoftware: vBulletin®
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.
Content copyright ©2002 - 2020, Politics.be