PDA

View Full Version : Artikelsgewijze toelichting: De waardigheid van de mens


Mango
17 december 2002, 23:34
Toelichting: In afwachting van een aanpassing van de federale Grondwet die de deelgebieden toelaat een eigen Grondwet aan te nemen hanteren
we de term handvest. Hiermee wordt ook elke terminologische
verwarring vermeden met werkelijk wetgevende akten, die middels
een resolutie niet kunnen worden aangenomen. Om dezelfde
redenen werd de term ‘artikel’ geweerd bij de nummering van deze
beginselen.

Geen discriminatie, gelijke kansen, een open democratie waaraan een verantwoordelijke en plichtsbewuste bevolking meewerkt
(de eigenlijke artikels staan in het vet. De schuingedrukte tekst is uitleg)

Inleidende bepalingen

1. De waardigheid van ieder mens is onaantastbaar. De menselijke
waardigheid vormt de grondslag van elk overheidshandelen.
De Vlaamse overheid verzekert in haar beleid het genot van elk
recht zonder discriminatie op enige grond zoals geslacht,
huidskleur, seksuele geaardheid, taal, levensbeschouwing of
godsdienst, politieke of andere overtuiging, nationale of
maatschappelijke afkomst, vermogen, geboorte of een andere
status.

De Vlaamse overheid voert een actief beleid dat gelijke kansen van
iedereen, inzonderheid van mannen en vrouwen, waarborgt en
uitgaat van de gelijkwaardigheid van alle inwoners van
Vlaanderen.

Met eerbiediging van de fundamentele rechten en vrijheden
bevordert de Vlaamse overheid in alle beleidsdomeinen de
ontwikkeling van de identiteit en de verscheidenheid van
Vlaanderen als een open democratische samenleving waarvan
rechtvaardigheid, verdraagzaamheid, solidariteit en vrijheid de
grondslagen vormen.

Het optreden van de Vlaamse overheid is er op gericht om de
bevolking actief mee te laten werken aan deze samenleving. De
Vlaamse overheid vraagt hierbij van haar bevolking een
verantwoordelijke en plichtsbewuste houding waarin respect voor
de medemens en de regelgeving centraal staat.

Het bestuur van de Vlaamse overheid is gericht op de creatie van
een duurzame samenleving waarin de mensen elkaar kunnen
waarderen en het samenhorigheidsgevoel een essentieel
bestanddeel is.

De dienstverlening van de Vlaamse overheid streeft kwaliteit en
klantvriendelijkheid na.

De regelgeving van de Vlaamse overheid is gericht op eenvoud,
kwaliteit, duidelijkheid en zekerheid.

Toelichting:
Het eerste lid van deze inleidende bepaling is de bevestiging van de
basiswaarde van alle fundamentele rechten en vrijheden. Zo luidt
de eerste zin van artikel 1 van de Universele Verklaring van de
Rechten van de Mens: Alle menselijke wezens worden vrij en gelijk
in waardigheid geboren.

Het tweede lid verzekert een beleid van de Vlaamse overheid
zonder discriminaties. De lijst van de verboden criteria voor
onrechtmatige ongelijke behandeling is een open lijst. De
vermelding ‘of een andere status’ heeft tot gevolg dat ook andere
criteria voor ongelijke behandeling strijdig kunnen zijn met de
beginselen van de rechtsstaat. De voorgestelde lijst zelf is mede
ontleend aan het Europees verdrag van de rechten van de mens.

Het derde lid legt aan de Vlaamse overheid uitdrukkelijk de
verplichting op om de gelijke kansen van iedereen te bevorderen.
De doelstelling inzake gelijke kansen bevat een specificatie voor
mannen en vrouwen. Op die manier creëert men ruimte voor wat
met een ongelukkige term “positieve discriminatie” genoemd
wordt, maar eigenlijk slechts een correcte toepassing van het
gelijkheidsbeginsel is. De bevordering van gelijke kansen is
evenwel ruimer dan de gelijkwaardige behandeling verzekeren van
mannen en vrouwen. Het impliceert dat iedereen gelijkwaardig is
en dezelfde mogelijkheden moet kunnen krijgen en dit ongeacht van
het feit of men nu man of vrouw is, rijk of arm is, oud of jong is,
gezond of ziek is, valide of mindervalide is, gelovig of niet gelovig
is, allochtoon of autochtoon is, intelligent of minder intelligent is.

De kern van het vierde lid is mede geïnspireerd op een formulering
die het Vlaams Parlement reeds gebruikte bij de omschrijving van
de opdrachten van de openbare omroep. De verwijzing naar de
fundamentele vrijheden moet de indruk voorkomen dat de Vlaamse
overheid de ambitie zou hebben middels haar regelgevende
bevoegdheid of haar beleid van ondersteuning van vrije
initiatieven, een bepaald samenlevingsmodel aan eenieder zou
pogen op te dringen. Om de symboolwaarde en de didactische
functie van deze tekst te benadrukken werd in dit lid de keuze voor
een rechtvaardige samenleving gebaseerd op openheid, solidariteit,
vrijheid, gelijkheid en verdraagzaamheid duidelijk opgenomen.

Met het beleidsbeginsel dat wordt verwoord in het vijfde lid wil het
Vlaams Parlement de betrokkenheid en de
medeverantwoordelijkheid van de bevolking aanwakkeren. Het
optreden van de Vlaamse overheid moet er dan ook op gericht zijn
om de bevolking actief mee te laten werken aan de opbouw van de
samenleving. Tegelijkertijd vraagt de Vlaamse overheid van haar
bevolking een verantwoordelijke en plichtsbewuste houding waarin
respect voor de medemens en de regelgeving centraal staat. Dit
respect sluit aan bij het samenhorigheidsgevoel dat in het zesde lid
als een essentieel bestanddeel van de Vlaamse samenleving naar
voor wordt geschoven. Door elkaar te respecteren, te waarderen,
door samen tot eenzelfde gemeenschap te willen behoren, door als
het ware “samen ik” te willen zijn kan Vlaanderen een regio
worden waarin iedereen het goed heeft. Het spreekt voor zich dat
het bestuur van de Vlaamse overheid op dergelijke doelstelling
moet gericht zijn.

Zwartengeel
9 december 2008, 20:04
Foutje.