PDA

View Full Version : Circus Knipp


Knipp
11 mei 2009, 23:49
Ik zie in dit forum veel ongerealiseerd potentieel.

En vraag me al lang af hoe het komt dat er hier vrij zelden echt goede discussies ontstaan.

En met een goede discussie bedoel ik drie dingen :

- Diepgaand, met enige blijvende waarde.
- Entertainend.
- En rond een thema van enig gewicht, niet rond het nieuws van de dag.

Ideeënrijke mensen genoeg, scherpe pennen genoeg,
en een bizonder rijke variatie aan invalshoeken.
Alle ingrediënten zijn aanwezig.
Maar op een of andere manier komt er zelden een discussie uit die echt
het lezen waard is, of gaat ze verloren in een massa post die niet veel
meer is dan gekrakeel.

Dat komt denk ik vooral door het gebruikte discussieformat.

En een klein beetje brainstormen volstaat om nieuwe formats te bedenken.

Ik hoop dat er naast Circus Knipp nog voorstellen worden gelanceerd.

...

Circus Knipp is dus een format.

Het is geen revolutie, alle bestaande rubrieken en mogelijkheden blijven,
maar het nieuwe format is een extra er bovenop.

Een discussie format Knipp is technisch niet meer dan een koppel draden,
de ene draad is de arena, de tweede draad is de tribune.

Twee tot zes gladiatoren betreden de arena.
En alleen zij mogen er posten.

Gladiatorgevechten kunnen in allerlei variaties.
Standaardsituaties zijn 1 vs 1, 2 vs 2, 3 vs 3.
Maar asymmetrische situaties mogen ook.

Arenagevechten worden of georganiseerd door de forumgoden.
Of ontstaan op initiatief van 1 of meerdere uitdagers.

De uitdagers kunnen hun gewenste tegenstander bij naam noemen.
Maar de uitdaging kan ook open zijn.

Wanneer er teveel mensen zijn die de wapens willen opnemen,
kunnen rond hetzelfde thema meerdere arena's worden gestart.

De voordelen zijn duidelijk :
Het thema overstijgt het triviale.
De deelnemers aan de discussie zijn extra gemotiveerd.
Spektakel is gegarandeerd.
De draad kan niet worden gekaapt.
De ruzie is gesacraliseerd.

Parallel met de eerste draad loopt er een tweede : de tribune.
Ik zie het als een soort perstribune.
Iedereen mag er posten.
Maar niet meer dan één keer per dag.
Een soort dagelijkse krantencommentaren bij het lopend gevecht.
Alle stijlen zijn toegelaten.
Van kwaliteitskrant tot satirisch blad.

...

Mij lijkt het in elk geval het proberen waard.
En natuurlijk kan het idee verder worden verfijnd.

Benieuwd naar de reacties.

Uiteraard mogen de forumgoden hun macht in deze zone ook afstaan aan Keizer Knipp,
die met plezier dit circus zal in gang trappen en runnen.

Flanelcondoom
12 mei 2009, 01:15
(ik vrees ervoor dat hier straks een of andere kasteloze zich gaat afvragen waarom er zoveel tekst is)

Ik daag AdrianHealey uit.

Wapens: inzichten over het begrip vrijheid.

Ik daag liberalist_NL uit.

Wapens: inzichten over de noodzaak van introspectie en ascetisme.

Ik daag Uh-huh uit.

Wapens: inzichten over introspectie en religie.

Jazeker
12 mei 2009, 07:35
Help! Filosofen en mentaal labielen nemen K&K over!

Snel... post hier uw tetten of kontjes... geeft niet van welker kunnen je bent.

Soms toch wel de indruk dat de computers van gesloten instellingen p.be als enige bookmark hebben.

Firestone
12 mei 2009, 07:40
Pas toch maar op met zo'n oproep, straks komt manta ook hier zijn abominaties posten!

Zwartengeel
12 mei 2009, 07:42
Help! Filosofen en mentaal labielen nemen K&K over!

Snel... post hier uw tetten of kontjes... geeft niet van welker kunnen je bent.

Soms toch wel de indruk dat de computers van gesloten instellingen p.be als enige bookmark hebben.

U vraagt, wij draaien... ;-)


http://img186.imageshack.us/img186/2008/81116904.jpg

Jazeker
12 mei 2009, 07:46
Zwak&Grijs :cheer:

;-)

Zwartengeel
12 mei 2009, 07:47
Zwak&Grijs :cheer:

;-)

:cheer: katekop :cheer:

;-)

Jazeker
12 mei 2009, 07:48
:cheer: katekop :cheer:

;-)

Dat is mijnheer Kattekop voor jou, mister... :evil:

Knipp
12 mei 2009, 08:10
Knipp schrijft iets zwartengeel in z'n zwart boekje, en dan iets vleeskleurig en dan iets vleeskleurig en dan iets vleeskleurig en dan iets vleeskleurig en dan iets vlee s kl eu ... r ..i.. g.

Knipp
12 mei 2009, 08:16
Ik daag Adrian uit voor een ultiem gevecht op leven en dood rond geldcreatie.

Ik daag Flanelcondoom uit tot een gevecht over het liberalisme.
Waarbij de arena uiteraard zal worden omgebouwd tot een ruïne.
Flanelcondoom zal gewapend zijn met een gevechtshelikopter en ikzelf met een vlindernetje.

En ik zoek twee partners die samen met mij drie notoire 'nieuwsolidaristen' willen uitdagen.

manta
12 mei 2009, 08:44
Pas toch maar op met zo'n oproep, straks komt manta ook hier zijn abominaties posten!

:evil:

Geef toe dat je gewoon niet modebewust bent ... ;-)



http://web.mac.com/joshkp/joshkilmer-purcell/Josh_blog/Entries/2008/9/3_Farm_Fashion._files/IMG_6897.jpg

http://farm3.static.flickr.com/2074/1800985160_25d25f2079.jpg
http://www.areavoices.com/farside/images/HPIM4335.JPG


Heimelijk wil iedereen dat toch dragen 8-)

Flanelcondoom
12 mei 2009, 11:01
Ik daag Adrian uit voor een ultiem gevecht op leven en dood rond geldcreatie.

Ik daag Flanelcondoom uit tot een gevecht over het liberalisme.
Waarbij de arena uiteraard zal worden omgebouwd tot een ruïne.
Flanelcondoom zal gewapend zijn met een gevechtshelikopter en ikzelf met een vlindernetje.

En ik zoek twee partners die samen met mij drie notoire 'nieuwsolidaristen' willen uitdagen.

Een gevecht over het liberalisme het is, dan.

Er zijn overigens geen drie nieuw-solidaristen op het forum. Bwanni is namelijk geen solidarist.

Knipp
12 mei 2009, 11:05
Een gevecht over het liberalisme.

Er zijn overigens geen drie nieuw-solidaristen op het forum. Bwanni is namelijk geen solidarist.

- liberalisme : 1 vs 1 ? of nodigen we aan elke kant nog een paar provocatores en bestiarii uit ? (zie lager)

- geen drie te vinden op het forum ?
niets belet ons er te gaan zoeken buiten dit forum ...

Knipp
12 mei 2009, 11:06
Een beetje extra inspiratie :

Andabatae: (1st cent. BC) Clad in chainmail like eastern cavalry (cataphracti), wore visored helmets without eye holes. They charged blindly at one another on horseback as an ancient precursor to the medieval joust.
Bestiarii: (beast fighters) originally armed with a spear or knife, these gladiators were condemned to fight beasts with a high probability of death. In later times, the Bestiarii were highly trained, specializing in various types of exotic, imported beasts.
Dimachaeri: Used two-swords, one in each hand.
Equites: Fought on horseback with a spear and gladius, dressed in a full tunic, with a manica (arm-guard). Generally, the Eques only fought gladiators of his own type.
Essedari: Celtic style charioteers, likely first brought to Rome from Britain by Caesar.
Hoplomachi (heavily armed) or Samnite: Fully armored, and based on Greek hoplites. They wore a helmet with a stylized griffin on the crest, woollen quilted leg wrappings, and shin-guards. They carried a spear in the Hoplite style with a small round shield. They were paired against Mirmillones or Thraces.
Laquerii: Laqueatores used a rope and noose.
Mirmillones (or murmillones): Wore a helmet with a stylized fish on the crest (the mormylos or sea fish), as well as an arm guard (manica). They carried a gladius and an oblong shield in the Gallic style. They were paired with Hoplomachi or Thraces.
Provocatores(challengers): Paired against the Samnites but their armament is unknown and may have been variable depending on the games.
Retiarii: Carried a trident, a dagger, and a net, a larger manica extending to the shoulder and left side of the chest. They commonly fought secutores or mirmillones. Occasionally a metal shoulder shield, or galerus, was added to protect the neck and lower face.
Saggitarii: Mounted bowman armed with reflex bows capable of propelling an arrow a great distance.
Samnites: see Hoplomachi.
Secutores: Had the same armour as a murmillo, including oblong shield and a gladius. They were the usual opponents of retiarii.
Scissores (carvers): Little is known about this ominous sounding gladiator.
Thraces: The Thracian was equipped with a broad-rimmed helmet that enclosed the entire head, a small round or square-shaped shield, and two thigh-length greaves. His weapon was the Thracian curved sword, or the sica. They commonly fought mirmillones or hoplomachi.
Velites: Fought on foot, each holding a spear with attached thong in strap for throwing. Named for the early Republican army units of the same name.
Venatores: Specialized in wild animal hunts. Technically not gladiators but still a part of the games.

One more type deserving mention is the Praegenarii who were used as an ancient opening act to get the crowd in the mood. They used a rudis (wooden sword) and wore wrappings around body. As they fought, they were accompanied by music (cymbals, trumpets, and hydraulic water organ).

Flanelcondoom
12 mei 2009, 11:07
- liberalisme : 1 vs 1 ? of nodigen we nog wat armen en gelaarsde benen uit ?

- geen drie te vinden op het forum ?
niets belet ons er te gaan zoeken buiten dit forum ...

Nestor Burma is hier voorlopig de enige. De andere, Volksstormer, is van't forum gezwierd.

De overige dinaso's kunnen niet als nieuw-solidarist worden gerekend wegens het grote aantal vertakkingen binnen het solidarisme.

1 vs 1 is prima voor mij. Er zullen vast anderen rond ons scharen. Ik zie Hertog van Gelre al aan jouw kant staan.

Knipp
12 mei 2009, 11:10
Ik zie Hertog van Gelre al aan jouw kant staan.

De uitdager demotiveren nog voor het startsignaal is verboden ! :-)

Dronkoers
12 mei 2009, 11:10
http://www.stuffyourownsafari.com/teen%20flip%20flop%20fun.jpg

Knipp
12 mei 2009, 11:11
Sinds Dronkoers God heeft geschapen, is z'n smaak erop vooruit gegaan :)

Pieke
12 mei 2009, 11:13
in K&K vraagt dit erom om kapotgespamd te worden

misschien hoort dit meer thuis in de debatclub? 3/4de van de K&K adepten weten toch niet dat dat subforum bestaat ;-)

Dronkoers
12 mei 2009, 11:15
Sinds Dronkoers God heeft geschapen, is z'n smaak erop vooruit gegaan :)

Iets tegen mijn smaak gehad? ;-)

Flanelcondoom
12 mei 2009, 11:15
in K&K vraagt dit erom om kapotgespamd te worden

misschien hoort dit meer thuis in de debatclub? 3/4de van de K&K adepten weten toch niet dat dat subforum bestaat ;-)

Wij proberen hier een frisse wind te scheppen.

Een wind van eeuwenoude traditie, de primordiale orde hersteld. De moderniteit van de K&K-cultuur afgebroken, en de aan het universum eigen ordes en kastesystemen terug opgebouwd.

Dronkoers
12 mei 2009, 11:16
Wij proberen hier een frisse wind te scheppen.

Een wind van eeuwenoude traditie, de primordiale orde hersteld. De moderniteit van de K&K-cultuur afgebroken, en de aan het universum eigen ordes en kastesystemen terug opgebouwd.

Wa zit gij hier nu eigenlijk te zeggen? :-D

Flanelcondoom
12 mei 2009, 11:18
Wa zit gij hier nu eigenlijk te zeggen? :-D

Dat jij een baan moet zoeken.

Dronkoers
12 mei 2009, 11:19
Dat jij een baan moet zoeken.

Is 1 baan nie genoeg meer soms? ;-)

Flanelcondoom
12 mei 2009, 11:20
Is 1 baan nie genoeg meer soms? ;-)

Neen.

Knipp
12 mei 2009, 11:21
in K&K vraagt dit erom om kapotgespamd te worden

misschien hoort dit meer thuis in de debatclub? 3/4de van de K&K adepten weten toch niet dat dat subforum bestaat ;-)

Bedoeling is dat het circus een eigen zone wordt, waar de circusregels strikt worden gerespecteerd.

If not, dan zien we ons verplicht alle tetten- en tenendraden onder te Nietzschen.

Dronkoers
12 mei 2009, 11:21
Neen.

Nah, ik hou liever nog wa vrije tijd over om mijn 7 zonden te belusten ;-)

Pieke
12 mei 2009, 11:22
Bedoeling is dat het circus een eigen zone wordt, waar de circusregels strikt worden gerespecteerd.


veel succes dan

Flanelcondoom
12 mei 2009, 11:27
If not, dan zien we ons verplicht alle tetten- en tenendraden onder te Nietzschen.

Moeilijk kan het niet zijn. Als er iemand echt moeilijk doet, halen wij zelfs de citaten boven.

Dronkoers
12 mei 2009, 11:29
Moeilijk kan het niet zijn. Als er iemand echt moeilijk doet, halen wij zelfs de citaten boven.

'k Heb liever een eigen mening dan een Duitser te copiëren ;-)

Flanelcondoom
12 mei 2009, 11:33
'k Heb liever een eigen mening dan een Duitser te copiëren ;-)

Lukt het goed, die mening opbouwen? Nog drie jaar en je hebt em?

Dronkoers
12 mei 2009, 11:35
Lukt het goed, die mening opbouwen? Nog drie jaar en je hebt em?

Dit is een forum, hier hoeft niemand mijn mening over alles te weten ;-)

Knipp
12 mei 2009, 11:36
'k Heb liever een eigen mening dan een Duitser te copiëren ;-)

Je toont hier dagelijks aan in welke lijn we 'een mening hebben' moeten plaatsen.

Tetten, tenen, en een eigen mening.

Ik stel mij voor dat jij door het Prado wandelt en dan op 't eind zegt 'ik heb liever een eigen mening'.
Waarna je een café induikt, of een teen opscharrelt.

Dronkoers
12 mei 2009, 11:37
Je toont hier dagelijks aan in welke lijn we 'een mening hebben' moet plaatsen.

Tetten, tenen, en een eigen mening.

Ik stel mij voor dat jij door het Prado wandelt en dan op 't eind zegt 'ik heb liever een eigen mening'.
Waarna je een café induikt, of een teen opscharrelt.

Lijkt me nochtans boeiender dan een Nietzsche ofzo de bewonderen ;-)

Zwartengeel
12 mei 2009, 11:42
Laten we nog even wat spammen, misschien? ;-)

Zwartengeel
12 mei 2009, 11:44
Ok, here we go! ;-)

Zwarte gaten
Wat zijn zwarte gaten?

De geboorte van het concept

Het idee van zwarte gaten bestaat al best lang. In 1783 kwam Brits amateur astronoom Reverend John Mitchell op het idee dat licht beïnvloed kan worden door zwaartekracht, net als materie. Daaruit kwam hij tot de conclusie dat er sterren zouden kunnen bestaan die zo massief zijn, dat het licht dat ze uitstralen meteen weer teruggetrokken wordt. Dit waren de zogenaamde donkere sterren. In 1795 kwam Frans fysicus Pierre-Simon Laplace tot dezelfde conclusies en redeneerde hij dat 'de meest lichtgevende objecten in dit universum daardoor onzichtbaar zijn'. Mitchell en Laplace dachten namelijk allebei dat de ontsnappingssnelheid van een ster die massief genoeg is groter kon zijn dan de snelheid van het licht. Dit idee werd afgeschreven door vele wetenschappers omdat Thomas Young in 1799 aantoonde dat licht zich gedraagde als een golf, en een golf kan niet worden beïnvloed door zwaartekracht.

In 1915 kwam Einstein echter op de proppen met zijn Algemene Relativiteitstheorie, waarin de zwaartekracht beschreven werd als een vervorming van de ruimte. Deze theorie is uitgedrukt in 10 ontzettend ingewikkelde wiskundige equaties. Vanuit deze equaties kon men het bestaan van zwarte gaten voorspellen.

Snel na het verschijnen van de Algemene Relativiteitstheorie kwam Karl Schwarzschild, een Duitse fysicus, met oplossingen voor de equaties van Einstein. Hij deed dit toen hij vocht voor de Duitsers in de Eerste Wereldoorlog. Enkele maanden later stierf hij aan een zeldzame ziekte die hij opliep tijdens de oorlog. De oplossing van hem, de Schwarzschild Geometrie, beschrijft de ruimte en tijd om een ronde massa vanaf het centrum van deze massa waar licht niet kan ontsnappen. Dit is de Schwarzschild radius, Rs. Als de massa van een object zich totaal binnen de Schwarzschild-radius bevindt, praten we over een perfect rond, niet-roterend zwart gat.

In 1930 berekende de Indiase fysicus Subrahmanyan Chandrasekhar de maximale massa die een witte dwerg kon hebben. Deze massa kwam overeen met 1,4 zonnemassa's. (1,4 maal de massa van onze ster, de zon). Als de massa hoger was en dus de zwaartekracht van de witte dweg sterker was dan de witte dwerg zelf, zou hij vervallen naar een neutronenster. In 1939 berekende J.R. Oppenheimer de maximale massa die een neutronenster kon hebben voordat het een zwart gat werd. Deze massa kwam overeen met 3,2 zonnemassa's. Oppenheimer liet later zijn werk over zwarte gaten liggen, zodat hij kon helpen bij de bouw van de atoombom tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Roy Kerr, een fysicus uit Nieuw-Zeeland, kwam in 1963 met nieuwe oplossingen voor de equaties van Einstein's Algemene Relativiteitstheorie. Zijn oplossingen beschreven de roterende zwarte gaten. Werner Israel, een Canadese fysicus, concludeerde in 1967 dat niet-roterende zwarte gaten erg simpel zijn en alleen massa hebben. Brandon Carter concludeerde later dat roterende zwarte gaten alleen massa en een rotatiesnelheid hebben, wat later werd bewezen door Stephen Hawking. Dit zijn de enige eigenschappen van de zwarte gaten, ongeacht van welke stof ze gemaakt zijn. Daaruit volgde de bekende uitspraak "Zwarte gaten hebben geen haar".

De Amerikaanse wetenschapper John Wheeler was de eerste die de woorden 'zwart gat' in de mond nam. Deze naam wekte mysterie op waardoor er meer interesse werd getoond voor zwarte gaten.

Tot 1972 aan toe waren zwarte gaten alleen maar een menselijke voorstelling. Er was tot dan toe nog geen enkel bewijs voor zwarte gaten. In dit jaar werd echter de eerste aanwijzing gevonden voor het bestaan van zwarte gaten, toen röntgenstraling-technologie toenam en een kandidaat zwart gat werd gevonden in het binaire stelsel Cygnus X-1.



Een voorstelling van een zwart gat


Het portret van een zwart gat:

Zwarte gaten bestaan uit een paar onderdelen.

1. De singulariteit, de kern. Het wordt een singulariteit genoemd omdat het oneindigheids-eigenschappen heeft. Dit komt omdat de singulariteit een punt is waarin massa verdwijnt dat het zwarte gat binnen wordt gezogen. Doordat het een punt is heeft het geen volume en dat heeft als gevolg dat het een oneindige dichtheid heeft. Een punt is op zich al oneindig klein.
2. De waarnemingshorizon. Dit is niet echt een onderdeel dat bestaat uit materie of energie, maar is wel een belangrijke 'grens' bij het zwarte gat. Op deze grens is namelijk de zwaartekracht zo sterk dat de ontsnappingssnelheid gelijk is aan de lichtsnelheid. Als een lichtstraal binnen deze horizon komt, kan het niet meer ontsnappen uit het zwarte gat. Hiervan is het zwarte afgeleid in de definitie zwarte gaten: Je kunt ze niet zien doordat het licht van de kern teruggetrokken wordt.
3. De accreatieschijf. De accretieschijf is een schijf van stof en gas, dat aangetrokken is door het zwarte gat. Dit komt omdat de meeste stof niet direct in het zwarte gat valt, maar het centrum 'mist' en eerst in een baan rond de kern blijft draaien voordat het erin verdwijnt. Vergelijk het met de afvoer van een bad. Accreatieschijven kunnen ook gevonden worden rond neutronensterren, witte dwergen en protosterren.
4. De jets. Jets zijn stroken van materie die naar buiten worden geschoten. De jets ontstaan in de accreatieschijf. Men weet nog niet waarom ze precies ontstaan en hoe ze omhoog geschoten worden. Het lijkt dat magnetische velden er iets mee te maken hebben of het ronddraaien van zwarte gaten om hun eigen as, waarmee ze kinetische energie kunnen geven aan materie uit de acreatieschijf.



Jets vanuit M87


Conclusie

Een zwart gat is een stuk ruimte dat gekromd is door een singulariteit. De ruimte is zo gekromd dat op een gegeven moment zelfs licht niet meer kan ontsnappen uit het zwarte gat. De grens wordt bepaald door de Schwarzschild-radius. Dit is de buitenste rand van het werkelijke zwarte gat.

De relativiteitstheorie

Om een goed beeld te kunnen krijgen van zwarte gaten moet men weten hoe de relativiteitstheorie in elkaar zit. Zwarte gaten zijn namelijk een voorspelling die de relativiteitstheorie met zich meebracht. Er is nog geen enkel hard bewijs voor het bestaan van zwarte gaten, maar er duiden wel heel veel dingen op het bestaan van deze en bijna alle wetenschappers zijn overtuigd van hun bestaan.

Om de relativiteitstheorie te begrijpen zijn er een aantal simpele voorstellingen te maken. Een daarvan zal ik hier schetsen. Stel je de ruimte voor als een rubber vel. Span dit rubberen vel in je gedachten in een raamwerk. Als je nu een zwaar, rond object, zoals een bowlingbal in het midden legt zal het rubber vel buigen naar het midden waar de bal ligt. Als je nu een minder zwaar object zoals een knikker over het vel laat rollen zie je dat de knikker afbuigt naar de bowlingbal. Als je de knikker precies de goede snelheid geeft en de goede richting, blijft de knikker in een cirkel om de bowlingbal rollen als er geen wrijving zou zijn. Dit komt omdat het rubber vel vervormd, gekromd is. En zo is dat ook bij de ruimte: De ruimte wordt gekromd door massa, de ruimte wordt vervormd. Objecten oefenen zwaartekracht uit, en zwaartekracht is een kromming in de ruimte. Hoe zwaarder een object, hoe groter de kromming. De zon heeft een hele grote massa en oefent heel veel zwaartekracht uit, waardoor de ruimte heel erg gekromd wordt. De planeten zitten binnen het 'krommingsveld' van de zon, waardoor ze om de zon blijven draaien. Dit is de algemene relativiteitstheorie. Zwarte gaten hebben alleen nog grotere massa's waardoor er een enorme kromming opgewekt wordt waardoor zelfs licht niet kan ontsnappen aan de zwaartekracht van het zwarte gat.



De vervorming van de ruimte als 'vel' door massa


Dit is misschien wel een leuke theorie, maar is deze bewezen? Jazeker. Bij de zonsverduistering van 1919 leken de zon en de maan tussen twee sterren door te bewegen. Toen de zon tussen de sterren door schoof leken de sterren een beetje naar buiten te wijken, ze leken even verder van elkaar te staan. Dit kwam doordat de zon het licht van die sterren afboog, waardoor het leek alsof de sterren zich even verplaatsten.
De relativiteitstheorie is bedacht door Albert Einstein. Hij was er een aantal jaar mee bezig en rondde hem af in 1915.

Hoe zit het dan met de 2D van het vel? De ruimte is 3D (als we kijken naar de coördinatieve dimensies). De vel is een 2D voorstelling van de 3D werkelijkheid. Zo'n 'vel' wordt een membraan genoemd. De ruimte bestaat uit deze zogenaamde membranen die overal lopen op elke mogelijke manier. De hele ruimte is dus opgebouwd uit membranen, en door de massa van objecten worden deze membranen verbogen en kromt de ruimte: Hier is zwaartekracht.

De algemene relativiteitstheorie?

Er is ook nog een andere relativiteitstheorie. Dat is de speciale relativiteitstheorie, een theorie die gaat over de constante snelheid van het licht, die voor iedere waarnemer gelijk is, in elke situatie. Deze theorie komt iets minder aan bod dan de algemene relativiteitstheorie, maar speelt wel een grote rol bij wat er gebeurt als men in een zwart gat valt.

De constante snelheid van het licht, hoe moet je je dat voorstellen? Als men in een trein zit die met 100 km/h rijdt, en als men dan een object vanuit het raam naar voren gooit met een snelheid van 20 km/h, is de snelheid van het object voor een waarnemer van buitenaf 120 km/h. Dit komt omdat de snelheid van de trein bij de snelheid van het object wordt opgeteld. Maar, als men in een ruimteschip zit en men schijnt met een zaklantaarn vooruit, dan is de snelheid van het licht niet de snelheid van het licht zelf plus de snelheid van het ruimteschip, maar is de lichtsnelheid gewoon ruwweg 300000 km/s. De lichtsnelheid wordt aangegeven met het symbool c en dat zal ik verder gebruiken. Dit is een voortvloeisel uit het additie-theorema van snelheden van Hendrik Lorentz. Lorentz heeft een formule opgesteld die zegt dat c+c=c, want volgens hem is de snelheid van het object dat vanuit de trein wordt gegooid niet 120 km/h, maar net iets minder: ongeveer 119,9999999999999 km/h. Hier scheelt het maar heel weinig, maar bij snelheden die dicht bij de lichtsnelheid komen worden de verschillen groter en groter. Bij de lichtsnelheid is het verschil precies gelijk aan de lichtsnelheid, waardoor het "wegvalt": c+c = 2c - c = c.

Het ontstaan van zwarte gaten

Het ontstaan van zwarte gaten is een vaste procedure in de evolutie van zware sterren. In de kern van zware sterren worden lichte stoffen omgezet in zwaardere stoffen. Eerst wordt waterstof omgezet in helium. Als al het waterstof op is, wordt er met de helium gewerkt, die omget wordt in koolstof en zuurstof. Dit proces heet kernfusie en gebeurt onder de enorme druk die in de kern van de ster aanwezig is. Koolstof en zuurstof zijn niet de zwaarste stoffen die sterren kunnen produceren. Om alles op te noemen worden de volgende stoffen nog verwerkt: koolstof en zuurstof naar neon, neon naar magnesium, magnesium naar silicium en uiteindelijk silicium naar ijzer. Door de kernfusie wordt er een uitwaardse tegendruk gevormd, die de inwaardse druk van de ster tegengaat zodat de ster niet instort en het door kan gaan met het kernfusieproces zonder er zelf onder te lijden. De uitwaardse druk is elektromagnetische straling.



De 'fusie-lagen' van een ster


Ijzer is een van de zwaarste stoffen die er zijn, en het samensmelten van ijzeratomen levert geen energie op. Ook omdat het fuseren van ijzeratomen in de kern van een ster onmogelijk is doordat er te weinig druk aanwezig is, stopt de kernfusie. Omdat er geen kernfusie meer is, is de uitwaardse druk er ook niet meer. De inwaardse druk in de kern blijft er. De energie bouwt zich op en op een gegeven moment explodeert de ster in een supernova. Hierdoor worden de buitenste lagen van de ster afgeworpen en blijft alleen de kern nog over. Die kern begint dan in te zakken. Dit komt door zijn eigen zwaartekracht. Nu kunnen er twee dingen gebeuren:

1. De kern wordt een neutronenster. Dit is de compactste ster die er bestaat. Een neutronenster heeft gemiddeld een diameter van 20 kilomter en heeft een enorme massa. De dichtheid is daarom immens. Een teelepel van de samenstelling van een neutronenster wel een miljard ton. Ze worden neutronensterren genoemd omdat de dichtheid zo groot is dat elektronen die normaal om atomen draaien de kern van atomen in worden geduwd, waar ze versmelten met protonen tot neutronen.
2. De kern van de ster blijft invallen. Dit gebeurt wanneer de ster zwaar genoeg is (ongeveer 20 tot 25 zonnemassa's). De kern blijft en blijft maar inzakken, waardoor de dichtheid enorm toeneemt. Dezelfde massa moet steeds in een kleiner stukje gepropt worden.

Bij dit laatste vormt er een zwart gat. De kern blijft alsmaar instorten. Hierdoor kun je zeggen dat hij oneindig klein wordt. De kern wordt dan vanaf nu een singulariteit genoemd. Er wordt gedacht dat zwarte gaten gevormd worden uit sterren of andere massieve objecten als en wanneer die instorten door hun eigen zwaartekracht en daarbij een object vormen van oneindige massa: in andere woorden een singulariteit. Singulariteiten wekken een enorme zwaartekracht op. De ontsnappingsnelheid van een zwart gat wordt groter dan de lichtsnelheid. De grens waar deze snelheid de lichtsnelheid overschreidt wordt de waarnemingshorizon genoemd. Een waar zwart gat is geboren uit de as van een overleden ster.

Soorten Zwarte Gaten

Zwarte gaten komen er in allerlei soorten en maten. Er zijn groepen voor de grootte en sterkte van zwarte gaten en er zijn groepen die te maken hebben met de dynamica van zwarte gaten. Ik ga hieronder eerst de groepen die te maken hebben met grootte en sterkte van zwarte gaten uitleggen. Bij de grootte wordt er gekeken naar het aantal zonnemassa's die het zwarte gat bedraagt. Een zonnemassa komt overeen met de massa van de zon. (Als er dus 5 zonnemassa's staat, betekent dat dat het zwarte gat 5x zo veel massa heeft als onze zon)

Miniatuur zwarte gaten:
Stephen Hawking, een beroemde en succesvolle astrofysicus, pleitte voor het bestaan van miniatuur zwarte gaten. Deze zwarte gaten zijn zeer klein en bestaan maar voor een fractie van een seconde, daarna verdampen ze. Volgens Stephen Hawking onstaan deze niet door hun eigen zwaartekracht, maar door druk van buitenaf. De zwarte gaatjes zouden kunnen hebben bestaan tijdens de oerknal.

Lang voordat Hawking met dit idee kwam gebeurde er iets in Siberia. Op 30 juni 1908, om 07:14 was er een enorme explosie in de lucht. Men denkt nu dat dat kwam doordat er een mini-zwart gat met de massa van een grote meteoriet in was gekrompen tot kleiner dan een atoom waardoor het explodeerde.

Stellaire zwarte gaten:
Stellaire zwarte gaten zijn zwarte gaten die een zonnemassa hebben van 5 tot 100. Dit soort zwarte gaten zijn ontstaan uit een supernova van een zware ster.

Middeltypen:
Middeltypen zijn zwarte gaten met een zonnemassa van 500 tot 1000. Over de evolutie van deze zwarte gaten is weinig bekend. Dit type zwarte gaten werd door het Chandra X-ray Observatorium (een ruimtetelescoop) ontdekt in het stelsel M82. De middeltypen zaten op 600 lichtjaar afstand van het centrum van het sterrenstelsel. De massa bedroeg daar ongeveer 500 zonnemassa's



M82, waarin de middeltype zwarte gaten werden gevonden


Superzware zwarte gaten:
Superzware zwarte gaten zijn zwarte gaten met meer dan een miljoen zonnemassa's. Deze zwarte gaten komen voor in de centra van sterrenstelsels. Sommige wetenschappers beweren dat spiraalachtige stelsels ronddraaien door een superzwaar zwart gat dat in het centrum werkt.



Superzware zwarte gaten komen voor in de kernen van spiraalstelsels zoals deze (NGC4414)


De soorten zwarte gaten hierboven zijn opgedeeld van klein en zwak naar groot en sterk. Hieronder staan de zwarte gaten ingedeeld naar geometrie.

Niet-roterende zwarte gaten:
Deze zwarte gaten volgen de regels van de Schwartzschild geometrie. Dit soort zwarte gaten heeft naast een waarnemingshorizon ook een fotosfeer.

Deze fotosfeer kun je vergelijken met het volgende: Om de aarde draaien satellieten. De satellieten hebben niet genoeg snelheid om weg te vliegen van de aarde maar gaan ook snel genoeg om niet naar aarde te vallen. Hoe dichter de satellieten bij de aarde 'zweven', hoe sneller ze moeten gaan. De fotosfeer bij zwarte gaten is het gebied waarin licht om het zwarte gat kan draaien zonder dichterbij te komen of verder weg te gaan. Dit geldt ook voor andere deeltjes die met de snelheid van het licht zich voortbewegen. In theorie duurt dit oneindig voort. In de praktijk botsen de lichtdeeltjes echter af en toe waardoor ze de ruimte in geslingerd worden. De fotosfeer bevindt zich op 1,5 x de afstand van de Schwarzschild-radius, de radius van de waarnemingshorizon.

Het statische zwarte gat heeft maar een eigenschap: Massa. Omdat een statisch zwart gat niet ronddraait zoals een normale ster dat doet, kun je de Schwarzschild oplossing voor zwarte gaten niet toepassen op roterende zwarte gaten. Daarvoor is een andere oplossing nodig: De Kerr oplossing.



De Schwarzschild radius


Roterende zwarte gaten:
Deze zwarte gaten zijn trouw aan deKerr geometrie. Ze hebben meerdere fotosferen. Dit komt omdat alles wat zich in de buurt van het zwarte gat bevindt, inclusief licht, mee gaat stromen met de rotatie. Sommige lichtstralen gaan ook tegen de stroom in.

Een roterend zwart gat heeft ook nog een ergosfeer. Ergosferen komen alleen voor bij roterende zwarte gaten. Het is een ruimte (en geen grens) die zich om het zwarte gat bevindt. Hierin is het onmogelijk stil te gaan staan, net zoals bij de waarnemingshorizon van een statisch of geladen zwart gat. Er is wel een verschil: Je kan makkelijk in en uit de ergosfeer gaan.

Het roterende zwarte gat heeft twee waarnemingshorizonnen in plaats van een waarnemingshorizon. Hierbij geldt een ongeveer gelijke regel met de afstanden tussen deze twee waarnemingshorizonnen: Hoe sneller het zwarte gat draait, hoe dichter ze bij elkaar te gaan liggen. Bij een bepaalde snelheid versmelten ze ook met elkaar en met een nog hogere snelheid verdwijnen ze. Hierbij is het gevolg dat een naakte singulariteit ontstaat.

De singulariteit zelf is ook anders dan die van statische zwarte gaten. Het is namelijk geen punt, maar een ring van materie. Dit komt door de oneindige vervorming van de ruimte-tijd door de rotatie van het zwarte gat.

Het roterende zwarte gat heeft dus twee eigenschappen: Massa en omloopssnelheid.



De kracht van een roterend zwart gat


Geladen zwarte gaten:
Deze zwarte gaten eren de Reissner-Nordstrøm geometrie. De fotosfeer van deze zwarte gaten komt overeen met die van statische zwarte gaten.

Als de lading van het zwarte gat minder is dan zijn massa, heeft het geladen zwarte gat twee waarnemingshorizonnen in plaats van maar een. In het begin is er maar een waarnemingshorizon, maar die krimpt in door de oplopende lading en vormt een tweede waarnemingshorizon. Tussen de twee waarnemingshorizonnen is de ruimte als een soort waterval en wordt alles meegetrokken richting de singulariteit. Als de lading van een zwart gat echter steeds groter wordt, gaan de horizonnen dichter bij elkaar staan. Hoe groter de lading van een zwart gat, hoe dichter de buitenste waarnemingshorizon bij de kern is en hoe verder weg de binnenste waarnemingshorizon van de kern staat. Bij een bepaalde lading versmelten de beide horizonnen en bij nog grotere ladingen verdwijnen ze zelfs. Dat betekent dan dat we de singulariteit zouden kunnen zien: Een naakte singulariteit.

Omdat het universum elektrisch neutraal is, of bijna neutraal, is het bestaan van geladen zwarte gaten onwaarschijnlijk. Als een zwart gat toch zichzelf elektrisch zou kunnen laden. Zelfs als dat het kon, is het erg waarschijnlijk dat het zichzelf weer neutraal zou maken door zichzelf ook te laden met de tegenovergestelde lading. Stel dat ze desondanks dit alles toch bestaan, is er nog iets speciaals. Omdat het zwarte gat geladen is en jij ook, zul je de kern niet kunnen raken omdat je afgestoten wordt.

Wat gebeurt er als je in de buurt van een zwart gat komt?

Als je in de buurt van een zwart gat bent, zul je snel een enorme zwaartekracht merken. Je zult worden gevangen in de zwaartekrachtsveld van een zwart gat en om het zwarte gat draaien met andere materie in de accreatieschijf (Als je tenminste niet recht in het zwarte gat bent gedoken). Hoe dichter je bij het zwarte gat komt, hoe sneller je gaat. Als je dicht bij de waarnemingshorizon komt zul je merken dat het deel van je lichaam dat gewijst staat naar de kern langer wordt: Je wordt uitgerekt. Dit komt doordat de zwaartekracht bij dat deel van je lichaam sterker is dan bij het deel dat niet gericht is naar het zwarte gat. Zo snel je binnen de waarnemingshorizon bent is iedere kans van ontsnappen verkeken.

Iemand die van buitenaf jouw einde waarneemt, ziet echter iets anders dan jij. Tijd loopt langzamer voor jou wanneer je sneller gaat dan iemand anders. Als je dus door de krachten van het zwarte gat bijna de lichtsnelheid bereikt, lijkt het voor een waarnemer van buitenaf alsof je heel langzaam beweegt. Als je snel genoeg gaat lijk je voor een waarnemer van buitenaf stil te staan doordat jij zo snel gaat dat een seconde voor jou even veel is als een paar jaar voor een waarnemer van buitenaf.

Hierdoor ziet men nooit materie werkelijk binnen de waarnemingshorizon vallen. Het gaat zo snel dat het voor ons stil lijkt te staan. Daarom worden zwarte gaten ook wel 'bevroren sterren' genoemd.

Reizen door middel van zwarte gaten

Of het in de praktijk ooit mogelijk zal zijn is de vraag, maar theoretisch gezien zouden we zwarte gaten kunnen gebruiken om het universum te ontdekken zonder er meerdere generaties over te doen. Zwarte gaten kunnen zelfs gebruikt worden voor tijdreizen!

Een manier om jezelf een flinke snelheid te geven is langs een zwart gat te scheren. Voyager I en II en een aantal andere sondes hebben al gebruik gemaakt van de zwaartekracht van planeten om zichzelf wat meer snelheid te geven. Het is ook mogelijk om dit te doen bij zwarte gaten. Het probleem is dat je dan eerst een zwart gat moet vinden op je weg. Hierbij blijf je ver van de kern vandaan.

De complete Schwarzschild geometrie bevat naast zwarte gaten ook witte gaten en wormgaten. Witte gaten zijn precies het tegenovergestelde van zwarte gaten en spuwen materie uit. Wormgaten zijn de stukken tussen een verbonden zwart en wit gat. Hiervoor moet het zwarte en het witte gat de ruimte-tijd echter wel enorm krommen. Witte gaten kunnen echter niet bestaan in de theorieën van tegenwoordig, omdat ze zich niet houden aan de tweede wet van de thermodynamica. Om terug te komen op het reizen: Als wormgaten wel zouden bestaan en stabiel genoeg zijn (of stabiel gehouden kunnen worden door exotische materie), verbinden ze dus twee stukken in de ruimte. Wanneer je door het wormgat kunt reizen leg je dus in de hyperruimte minder afstand af dan in de normale ruimte, maar kom je wel op dezelfde plaats uit.



Een voorstelling van een wormgat


Zwarte gaten kun je ook gebruiken om te reizen in de tijd. Volgens de speciale relativiteitstheorie kun je alleen in de toekomst reizen. Doordat de tijd volgens deze theorie langzamer loopt wanneer je meer snelheid hebt, kun je bij een zwart gat enorme snelheden behalen door de gigantische zwaartekracht. Als je een tijdje met een snelheid dicht bij die van het licht om een zwart gat zou kunnen blijven cirkelen en niet binnen de waarnemingshorizon zou komen, loopt de tijd voor jou vele malen langzamer dan voor de rest van het universum. Wanneer van het zwarte gat vandaan gaat en afremt, zul je merken jouw avontuur maar een uur heeft geduurd, terwijl voor de buitenwereld jaren, misschien wel eeuwen of millenia voorbij zijn gegaan. Je bent in de toekomst.

Hawkingstraling

Zwarte gaten zijn niet helemaal zwart. Dit stelde Stephen Hawking met de naar hem genoemde Hawkingstraling. Hij deed dit omdat zwarte gaten alleen maar werden bekeken via de relativiteitstheorie. Wat zou er gebeuren als je de mogelijkheden van de quantummechanica toe zou voegen aan de mogelijkheden van de relativiteitstheorie? Hawkingstraling was de uitkomst.

Door quantum fluctuaties ontstaan er in vacuum deeltjes die daarna zichzelf weer opheffen en verdwijnen. Dit zijn de virtuele deeltjes. Ze komen altijd in paren; het normale deeltje en zijn tegenhanger, het anti-deeltje. Ze kunnen maar heel even bestaan, dit komt door de wet van behoud van massa/energie. Ze 'lenen' alleen even wat massa van het niets, bestaan voor heel even en botsen dan met elkaar, waardoor ze geannihileerd worden en hun massa weer 'teruggegeven' wordt aan het niets. Netto gezien is er dus geen overtreding van de wet van behoud van massa/energie.

Zo worden deze ook gevormd bij een zwart gat. Er kunnen dan drie dingen gebeuren:

1. De virtuele deeltjes worden binnen de waarnemingshorizon gevormd. Ze annihileren elkaar en er gebeurt niets interessants.
2. De virtuele deeltjes worden buiten de waarnemingshorizon gevormd. Ook hier kunnen ze elkaar annihileren.
3. De virtuele deeltjes precies op de waarnemingshorizon gevormd.

Bij deze laatste mogelijkheid kan er iets opmerkelijks gebeuren: Een van de deeltjes wordt in het zwarte gat getrokken voordat zijn partner hem kan annihileren. Het andere deeltje kan materialiseren en ontsnappen. Dit omdat het zwarte gat via bepaalde processen ook energie af kan geven. Maar: doordat de deeltjes elkaar niet hebben geannihileerd, is de wet van behoud van energie/massa verbroken. Het andere deeltje is al gematerialiseerd en van hem kan niets meer afgenomen worden. Het zwarte gat dat het andere deeltje echter heeft opgezogen moet opdraaien voor de massa en energie die door de wet van behoud eigenlijk niet mag bestaan, en het zwarte gat krimpt. Het zwarte gat krimpt ook al doordat het energie heeft afgegeven aan het deeltje dat ontsnapt.

Daarom kan gezegd worden dat zwarte gaten niet helemaal zwart zijn: Ze stralen Hawkingstraling uit. Dit proces heeft ook tot gevolg dat zwarte gaten langzaam zullen oplossen als ze niet meer materie kunnen aantrekken en opslokken. Er bestaan berekeningen over de leeftijd van zwarte gaten, die op een enorm getal duiden: 120 undeciljoen jaar. Dat is 12 met 67 nullen.

Wat hebben zwarte gaten te maken met het einde van het heelal?

Er zijn drie theorieën omtrend het einde van het universum:

1. Het heelal blijft op een progressief tempo uitdijen.
2. Het heelal zal later met een gelijk tempo gaan uitdijen.
3. Het heelal zal ooit stoppen met uitdijen en weer inkrimpen.

Bij de eerste twee spelen zwarte gaten een passieve rol. De sterrenbrandstof raakt op, en massieve sterren exploderen naar supernova's. Zij laten zwarte gaten en neutronensterren achter. De middelmatige sterren zullen iets langer kunnen blijven bestaan maar later ook ten onder gaan. Deze zullen neutronensterren en witte dwergen achterlaten. Deze veranderen later in zwarte dwergen en neutronensterren blijven ook niet bestaan. De laatste sterren die overblijven, de rode sterren, zullen nog 200 miljard jaar bestaan voordat ze in zwarte sintels veranderen. Ondertussen zijn ze allemaal op een enorme afstand van elkaar staan, geïsoleerd in de leegte van de ruimte. Door die uitbreiding is ook de temperatuur gedaald. De zwarte gaten zullen door Hawkingstraling oplossen. Hierdoor zijn er nog wat stoffen in omloop, maar later zullen deze ook verdwijnen. De neutronensterren gaan ook ten onder. Als ze niet ioniseren, zullen ze 'quantum-tunnelen' tot zwarte gaten die dan oplossen. Zo geldt het ook voor de zwarte dwergen en andere objecten die nog bestaan. Als deze al niet zijn vergaan door verval van protonen, zullen zij ook quantum-tunnellen tot zwarte gaten die ook weggestraald worden door Hawkingstraling. Dit algehele proces duurt heel, heel lang: Met wat pech duurt het 10^10^26 jaar.

Bij het laatste scenario stopt het heelal met uitdijen en krimpt het later weer in door de zwaartekracht die opgewekt wordt door alle massa in het universum. Zwarte gaten, de sterkste objecten qua zwaartekracht, zullen dan dus een grote rol spelen. Het is zelfs mogelijk dat alles uiteindelijk in één groot zwart gat wordt gezogen. Als alle massa is opgezogen is het heelal weer waar het is begonnen: Niets. Sommige wetenschappers denken dat de kern van het laatste zwarte gat zal exploderen in een nieuwe Big Bang.

Dronkoers
12 mei 2009, 11:44
Laten we nog even wat spammen, misschien? ;-)

:cheer:

Maar hoe? :-(

Zwartengeel
12 mei 2009, 11:46
Hier, nog wat:



Gecoördineerde tekst
van 17 februari 1994
(FR=Version française - DE=Deutsche Fassung)

TITEL I
HET FEDERALE BELGIË, ZIJN SAMENSTELLING EN ZIJN GRONDGEBIED
(FR - DE)
Art. 1

België is een federale Staat, samengesteld uit de gemeenschappen en de gewesten.



Art. 2

België omvat drie gemeenschappen : de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap.



Art. 3

België omvat drie gewesten : het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Gewest.



Art. 4

België omvat vier taalgebieden : het Nederlandse taalgebied, het Franse taalgebied, het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad en het Duitse taalgebied.

Elke gemeente van het Rijk maakt deel uit van een van deze taalgebieden.

De grenzen van de vier taalgebieden kunnen niet worden gewijzigd of gecorrigeerd dan bij een wet, aangenomen met de meerderheid van de stemmen in elke taalgroep van elke Kamer, op voorwaarde dat de meerderheid van de leden van elke taalgroep aanwezig is en voor zover het totaal van de ja-stemmen in beide taalgroepen twee derden van de uitgebrachte stemmen bereikt.



Art. 5

Het Vlaamse Gewest omvat de provincies Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant en West-Vlaanderen. Het Waalse Gewest omvat de provincies Henegouwen, Luik, Luxemburg, Namen en Waals-Brabant.

De wet kan, indien daartoe redenen zijn, het grondgebied indelen in een groter aantal provincies.

Een wet kan bepaalde gebieden, waarvan zij de grenzen vaststelt, aan de indeling in provincies onttrekken, ze onder het rechtstreekse gezag plaatsen van de federale uitvoerende macht en ze een eigen statuut toekennen. Deze wet moet worden aangenomen met de meerderheid bepaald in artikel 4, laatste lid.



Art. 6

De onderverdelingen van de provincies kunnen alleen door de wet worden vastgesteld.



Art. 7

De grenzen van de Staat, van de provincies en van de gemeenten kunnen niet worden gewijzigd of gecorrigeerd dan krachtens een wet.



--------------------------------------------------------------------------------

TITEL Ibis
ALGEMENE BELEIDSDOELSTELLINGEN VAN HET FEDERALE BELGIË, DE GEMEENSCHAPPEN EN DE GEWESTEN
(FR - DE)
Art. 7bis

Bij de uitoefening van hun respectieve bevoegdheden streven de federale Staat, de gemeenschappen en de gewesten de doelstellingen na van een duurzame ontwikkeling in haar sociale, economische en milieu-gebonden aspecten, rekening houdend met de solidariteit tussen de generaties.





--------------------------------------------------------------------------------

TITEL II
DE BELGEN EN HUN RECHTEN
(FR - DE)
Art. 8

De staat van Belg wordt verkregen, behouden en verloren volgens de regelen bij de burgerlijke wet gesteld.

De Grondwet en de overige wetten op de politieke rechten bepalen welke de vereisten zijn waaraan men moet voldoen, benevens de staat van Belg, om die rechten te kunnen uitoefenen.

In afwijking van het tweede lid kan de wet het stemrecht regelen van de burgers van de Europese Unie die niet de Belgische nationaliteit hebben, overeenkomstig de internationale en supranationale verplichtingen van België.

Het stemrecht bedoeld in het vorige lid kan door de wet worden uitgebreid tot de in België verblijvende niet-Europese Unie onderdanen, onder de voorwaarden en op de wijze door haar bepaald.



Overgangsbepaling

De wet bedoeld in het vierde lid kan niet worden aangenomen vóór 1 januari 2001.



Art. 9

Naturalisatie wordt verleend door de federale wetgevende macht.



Art. 10

Er is in de Staat geen onderscheid van standen.

De Belgen zijn gelijk voor de wet; zij alleen zijn tot de burgerlijke en militaire bedieningen benoembaar, behoudens de uitzonderingen die voor bijzondere gevallen door een wet kunnen worden gesteld.

De gelijkheid van vrouwen en mannen is gewaarborgd.



Art. 11

Het genot van de rechten en vrijheden aan de Belgen toegekend moet zonder discriminatie verzekerd worden. Te dien einde waarborgen de wet en het decreet inzonderheid de rechten en vrijheden van de ideologische en filosofische minderheden.



Art. 11bis

De wet, het decreet of de in artikel 134 bedoelde regel waarborgen voor vrouwen en mannen de gelijke uitoefening van hun rechten en vrijheden, en bevorderen meer bepaald hun gelijke toegang tot de door verkiezing verkregen mandaten en de openbare mandaten.

De Ministerraad en de Gemeenschaps- en Gewestregeringen tellen personen van verschillend geslacht.

De wet, het decreet of de in artikel 134 bedoelde regel organiseren de aanwezigheid van personen van verschillend geslacht binnen de bestendige deputaties van de provincieraden, de colleges van burgemeester en schepenen, de raden voor maatschappelijk welzijn, de vaste bureaus van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en in de uitvoerende organen van elk ander interprovinciaal, intercommunaal of binnengemeentelijk territoriaal orgaan.

Het voorgaande lid is niet van toepassing wanneer de wet, het decreet of de in artikel 134 bedoelde regel de rechtstreekse verkiezing organiseren van de bestendig afgevaardigden van de provincieraden, van de schepenen, van de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn, van de leden van het vast bureau van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn of van de leden van de uitvoerende organen van elk ander interprovinciaal, intercommunaal of binnengemeentelijk territoriaal orgaan.



Art. 12

De vrijheid van de persoon is gewaarborgd.

Niemand kan worden vervolgd dan in de gevallen die de wet bepaalt en in de vorm die zij voorschrijft.

Behalve bij ontdekking op heterdaad kan niemand worden aangehouden dan krachtens een met redenen omkleed bevel van de rechter, dat moet worden betekend bij de aanhouding of uiterlijk binnen vierentwintig uren.



Art. 13

Niemand kan tegen zijn wil worden afgetrokken van de rechter die de wet hem toekent.



Art. 14

Geen straf kan worden ingevoerd of toegepast dan krachtens de wet.



Art. 14bis

De doodstraf is afgeschaft.



Art. 15

De woning is onschendbaar; geen huiszoeking kan plaatshebben dan in de gevallen die de wet bepaalt en in de vorm die zij voorschrijft.



Art. 16

Niemand kan van zijn eigendom worden ontzet dan ten algemenen nutte, in de gevallen en op de wijze bij de wet bepaald en tegen billijke en voorafgaande schadeloosstelling.



Art. 17

De straf van verbeurdverklaring der goederen kan niet worden ingevoerd.



Art. 18

De burgerlijke dood is afgeschaft; hij kan niet opnieuw worden ingevoerd.



Art. 19

De vrijheid van eredienst, de vrije openbare uitoefening ervan, alsmede de vrijheid om op elk gebied zijn mening te uiten, zijn gewaarborgd, behoudens bestraffing van de misdrijven die ter gelegenheid van het gebruikmaken van die vrijheden worden gepleegd.



Art. 20

Niemand kan worden gedwongen op enigerlei wijze deel te nemen aan handelingen en aan plechtigheden van een eredienst of de rustdagen ervan te onderhouden.



Art. 21

De Staat heeft niet het recht zich te bemoeien met de benoeming of de installatie der bedienaren van enige eredienst of hun te verbieden briefwisseling te houden met hun overheid en de akten van deze overheid openbaar te maken, onverminderd, in laatstgenoemd geval, de gewone aansprakelijkheid inzake drukpers en openbaarmaking.

Het burgerlijk huwelijk moet altijd aan de huwelijksinzegening voorafgaan, behoudens de uitzonderingen door de wet te stellen, indien daartoe redenen zijn.



Art. 22

Ieder heeft recht op eerbiediging van zijn privé-leven en zijn gezinsleven, behoudens in de gevallen en onder de voorwaarden door de wet bepaald.

De wet, het decreet of de in artikel 134 bedoelde regel waarborgen de bescherming van dat recht.



Art. 22bis(tweede wijziging)

Elk kind heeft recht op eerbiediging van zijn morele, lichamelijke, geestelijke en seksuele integriteit.

Elk kind heeft het recht zijn mening te uiten in alle aangelegenheden die het aangaan; met die mening wordt rekening gehouden in overeenstemming met zijn leeftijd en zijn onderscheidingsvermogen.

Elk kind heeft recht op maatregelen en diensten die zijn ontwikkeling bevorderen.

Het belang van het kind is de eerste overweging bij elke beslissing die het kind aangaat.

De wet, het decreet of de in artikel 134 bedoelde regel waarborgen deze rechten van het kind.



Art. 23

Ieder heeft het recht een menswaardig leven te leiden.

Daartoe waarborgen de wet, het decreet of de in artikel 134 bedoelde regel, rekening houdend met de overeenkomstige plichten, de economische, sociale en culturele rechten, waarvan ze de voorwaarden voor de uitoefening bepalen.

Die rechten omvatten inzonderheid :
1° het recht op arbeid en op de vrije keuze van beroepsarbeid in het raam van een algemeen werkgelegenheidsbeleid dat onder meer gericht is op het waarborgen van een zo hoog en stabiel mogelijk werkgelegenheidspeil, het recht op billijke arbeidsvoorwaarden en een billijke beloning, alsmede het recht op informatie, overleg en collectief onderhandelen;
2° het recht op sociale zekerheid, bescherming van de gezondheid en sociale, geneeskundige en juridische bijstand;
3° het recht op een behoorlijke huisvesting;
4° het recht op de bescherming van een gezond leefmilieu;
5° het recht op culturele en maatschappelijke ontplooiing.



Art. 24

§ 1. Het onderwijs is vrij; elke preventieve maatregel is verboden; de bestraffing van de misdrijven wordt alleen door de wet of het decreet geregeld.

De gemeenschap waarborgt de keuzevrijheid van de ouders.

De gemeenschap richt neutraal onderwijs in. De neutraliteit houdt onder meer in, de eerbied voor de filosofische, ideologische of godsdienstige opvattingen van de ouders en de leerlingen.

De scholen ingericht door openbare besturen bieden, tot het einde van de leerplicht, de keuze aan tussen onderricht in een der erkende godsdiensten en de niet-confessionele zedenleer.

§ 2. Zo een gemeenschap als inrichtende macht bevoegdheden wil opdragen aan een of meer autonome organen, kan dit slechts bij decreet, aangenomen met een meerderheid van twee derden van de uitgebrachte stemmen.

§ 3. Ieder heeft recht op onderwijs, met eerbiediging van de fundamentele rechten en vrijheden. De toegang tot het onderwijs is kosteloos tot het einde van de leerplicht.

Alle leerlingen die leerplichtig zijn, hebben ten laste van de gemeenschap recht op een morele of religieuze opvoeding.

§ 4. Alle leerlingen of studenten, ouders, personeelsleden en onderwijsinstellingen zijn gelijk voor de wet of het decreet. De wet en het decreet houden rekening met objectieve verschillen, waaronder de eigen karakteristieken van iedere inrichtende macht, die een aangepaste behandeling verantwoorden.

§ 5. De inrichting, erkenning of subsidiëring van het onderwijs door de gemeenschap wordt geregeld door de wet of het decreet.



Art. 25

De drukpers is vrij; de censuur kan nooit worden ingevoerd; geen borgstelling kan worden geëist van de schrijvers, uitgevers of drukkers.

Wanneer de schrijver bekend is en zijn woonplaats in België heeft, kan de uitgever, de drukker of de verspreider niet worden vervolgd.



Art. 26

De Belgen hebben het recht vreedzaam en ongewapend te vergaderen, mits zij zich gedragen naar de wetten, die het uitoefenen van dit recht kunnen regelen zonder het echter aan een voorafgaand verlof te onderwerpen.

Deze bepaling is niet van toepassing op bijeenkomsten in de open lucht, die ten volle aan de politiewetten onderworpen blijven.



Art. 27

De Belgen hebben het recht van vereniging; dit recht kan niet aan enige preventieve maatregel worden onderworpen.



Art. 28

Ieder heeft het recht verzoekschriften, door een of meer personen ondertekend, bij de openbare overheden in te dienen.

Alleen de gestelde overheden hebben het recht verzoekschriften in gemeenschappelijke naam in te dienen.



Art. 29

Het briefgeheim is onschendbaar.

De wet bepaalt welke agenten verantwoordelijk zijn voor de schending van het geheim der aan de post toevertrouwde brieven.



Art. 30

Het gebruik van de in België gesproken talen is vrij; het kan niet worden geregeld dan door de wet en alleen voor handelingen van het openbaar gezag en voor gerechtszaken.



Art. 31

Geen voorafgaand verlof is nodig om vervolgingen in te stellen tegen openbare ambtenaren wegens daden van hun bestuur, behoudens wat ten opzichte van de ministers en de leden van de Gemeenschaps- en Gewestregeringen is bepaald.



Art. 32

Ieder heeft het recht elk bestuursdocument te raadplegen en er een afschrift van te krijgen, behoudens in de gevallen en onder de voorwaarden bepaald door de wet, het decreet of de regel bedoeld in artikel 134.



--------------------------------------------------------------------------------

TITEL III
DE MACHTEN
(FR - DE)
Art. 33

Alle machten gaan uit van de Natie.

Zij worden uitgeoefend op de wijze bij de Grondwet bepaald.



Art. 34

De uitoefening van bepaalde machten kan door een verdrag of door een wet worden opgedragen aan volkenrechtelijke instellingen.



Art. 35

De federale overheid is slechts bevoegd voor de aangelegenheden die de Grondwet en de wetten, krachtens de Grondwet zelf uitgevaardigd, haar uitdrukkelijk toekennen.

De gemeenschappen of de gewesten zijn, ieder wat hem betreft, bevoegd voor de overige aangelegenheden onder de voorwaarden en op de wijze bepaald door de wet. Deze wet moet worden aangenomen met de meerderheid bepaald in artikel 4, laatste lid.



Overgangsbepaling

De wet bedoeld in het tweede lid bepaalt de dag waarop dit artikel in werking treedt. Deze dag kan niet voorafgaan aan de dag waarop het nieuw in titel III van de Grondwet in te voegen artikel in werking treedt dat de exclusieve bevoegdheden van de federale overheid bepaalt.



Art. 36

De federale wetgevende macht wordt gezamenlijk uitgeoefend door de Koning, de Kamer van volksvertegenwoordigers en de Senaat.



Art. 37

De federale uitvoerende macht, zoals zij door de Grondwet is geregeld, berust bij de Koning.



Art. 38

Elke gemeenschap heeft de bevoegdheden welke haar door de Grondwet of door de wetten aangenomen krachtens deze laatste, worden toegekend.



Art. 39

De wet draagt aan de gewestelijke organen welke zij opricht en welke samengesteld zijn uit verkozen mandatarissen de bevoegdheid op om de aangelegenheden te regelen welke zij aanduidt met uitsluiting van die bedoeld in de artikelen 30 en 127 tot 129 en dit binnen het gebied en op de wijze die zij bepaalt. Deze wet moet worden aangenomen met de meerderheid bepaald in artikel 4, laatste lid.



Art. 40

De rechterlijke macht wordt uitgeoefend door de hoven en rechtbanken.

De arresten en vonnissen worden in naam des Konings ten uitvoer gelegd.



Art. 41 (wijziging van de terminologie)

De uitsluitend gemeentelijke of provinciale belangen worden door de gemeenteraden of de provincieraden geregeld volgens de beginselen bij de Grondwet vastgesteld.

De in artikel 134 bedoelde regel stelt de bevoegdheden, de werkingsregels en de wijze van verkiezing vast van de binnengemeentelijke territoriale organen die aangelegenheden van gemeentelijk belang kunnen regelen.

Die binnengemeentelijke territoriale organen worden opgericht in gemeenten met meer dan 100.000 inwoners op initiatief van de gemeenteraad. Hun leden worden rechtstreeks verkozen. Ter uitvoering van een wet, aangenomen met de in artikel 4, laatste lid, bepaalde meerderheid, regelt het decreet of de in artikel 134 bedoelde regel de overige voorwaarden waaronder en de wijze waarop dergelijke binnengemeentelijke territoriale organen kunnen worden opgericht.

Dat decreet en die in artikel 134 bedoelde regel moeten worden aangenomen met een meerderheid van twee derden van de uitgebrachte stemmen, op voorwaarde dat de meerderheid van de leden van het betrokken Parlement aanwezig is.

Over de aangelegenheden van gemeentelijk of provinciaal belang kan in de betrokken gemeente of provincie een volksraadpleging worden gehouden. De in artikel 134 bedoelde regel regelt de nadere uitwerking en de organisatie van de volksraadpleging.



HOOFDSTUK I
DE FEDERALE KAMERS
(FR - DE)
Art. 42

De leden van beide Kamers vertegenwoordigen de Natie en niet enkel degenen die hen hebben verkozen.



Art. 43

§ 1. Voor de bij de Grondwet bepaalde gevallen worden de gekozen leden van elke Kamer in een Nederlandse en een Franse taalgroep ingedeeld op de bij de wet vastgestelde wijze.

§ 2. De senatoren bedoeld in artikel 67, § 1, 1°, 3° en 6°, vormen de Nederlandse taalgroep van de Senaat. De senatoren bedoeld in artikel 67, § 1, 2°, 4° en 7°, vormen de Franse taalgroep van de Senaat.



Art. 44

De Kamers komen van rechtswege bijeen ieder jaar, de tweede dinsdag van oktober, behalve wanneer zij reeds voordien door de Koning zijn bijeengeroepen.

De Kamers moeten ieder jaar ten minste veertig dagen in zitting blijven.

De zitting wordt door de Koning gesloten.

De Koning heeft het recht de Kamers in buitengewone zitting bijeen te roepen.



Art. 45

De Koning kan de Kamers verdagen. Evenwel mag de verdaging, zonder instemming van de Kamers, de termijn van een maand niet overschrijden, noch gedurende eenzelfde zitting worden herhaald.



Art. 46

De Koning heeft enkel het recht de Kamer van volksvertegenwoordigers te ontbinden wanneer zij, bij volstrekte meerderheid van haar leden :
1° hetzij een motie van vertrouwen in de federale Regering verwerpt en niet binnen een termijn van drie dagen, te rekenen van de dag van de verwerping van de motie, een opvolger voor de Eerste Minister voor benoeming aan de Koning voordraagt;
2° hetzij een motie van wantrouwen tegen de federale Regering aanneemt en niet tegelijk een opvolger voor de Eerste Minister voor benoeming aan de Koning voordraagt.

Over moties van vertrouwen en wantrouwen kan slechts gestemd worden na verloop van achtenveertig uur, volgend op de indiening van de motie.

Bovendien kan de Koning bij ontslag van de federale Regering de Kamer van volksvertegenwoordigers ontbinden, nadat deze daarmee bij volstrekte meerderheid van haar leden heeft ingestemd.

De ontbinding van de Kamer van volksvertegenwoordigers heeft de ontbinding van de Senaat tot gevolg.

Het ontbindingsbesluit bevat oproeping van de kiezers binnen veertig dagen en bijeenroeping van de Kamers binnen twee maanden.



Art. 47

De vergaderingen van de Kamers zijn openbaar.

Elke Kamer vergadert evenwel met gesloten deuren, op verzoek van haar voorzitter of van tien leden.

Zij beslist daarna, bij volstrekte meerderheid, of de vergadering in het openbaar zal worden hervat ter behandeling van hetzelfde onderwerp.



Art. 48

Elke Kamer onderzoekt de geloofsbrieven van haar leden en beslecht de geschillen die hieromtrent rijzen.



Art. 49

Men kan niet tegelijk lid van beide Kamers zijn.



Art. 50

Een lid van een van beide Kamers dat door de Koning tot minister wordt benoemd en de benoeming aanneemt, houdt op zitting te hebben en neemt zijn mandaat weer op wanneer de Koning een einde heeft gemaakt aan zijn ambt van minister. De wet stelt de nadere regelen van zijn vervanging in de betrokken Kamer vast.



Art. 51

Een lid van een van beide Kamers dat door de federale Regering wordt benoemd tot een ander bezoldigd ambt dan dat van minister en de benoeming aanneemt, houdt onmiddellijk op zitting te hebben en treedt niet weder in functie dan krachtens een nieuwe verkiezing.



Art. 52

Bij iedere zitting benoemt elke Kamer haar voorzitter, haar ondervoorzitters en stelt haar bureau samen.



Art. 53

Elk besluit wordt bij volstrekte meerderheid van stemmen genomen, behoudens hetgeen door de reglementen der Kamers zal worden bepaald met betrekking tot verkiezingen en voordrachten.

Bij staking van stemmen is het behandelde voorstel verworpen.

Geen van beide Kamers kan een besluit nemen indien niet de meerderheid van haar leden aanwezig is.



Art. 54

Behoudens voor de begrotingen alsook voor de wetten waarvoor een bijzondere meerderheid is vereist, kan een met redenen omklede motie, ondertekend door ten minste drie vierden van de leden van een der taalgroepen en ter tafel gelegd na de indiening van het verslag en vóór de eindstemming in openbare vergadering, verklaren dat de bepalingen die zij aanwijst in een ontwerp of voorstel van wet de betrekkingen tussen de gemeenschappen ernstig in het gedrang kunnen brengen.

In dat geval wordt de parlementaire procedure opgeschort en de motie verwezen naar de Ministerraad, die binnen dertig dagen daarover zijn gemotiveerd advies geeft en de betrokken Kamer uitnodigt zich uit te spreken hetzij over dit advies, hetzij over het eventueel geamendeerde ontwerp of voorstel.

Deze procedure kan slechts eenmaal worden toegepast door de leden van een taalgroep betreffende eenzelfde ontwerp of voorstel van wet.



Art. 55

De stemmingen geschieden bij zitten en opstaan of bij naamafroeping; over de wetten in hun geheel wordt altijd bij naamafroeping gestemd. Verkiezingen en voordrachten van kandidaten geschieden bij geheime stemming.



Art. 56

Elke Kamer heeft het recht van onderzoek.



Art. 57

Het is verboden in persoon aan de Kamers verzoekschriften aan te bieden.

Elke Kamer heeft het recht de bij haar ingediende verzoekschriften naar de ministers te verwijzen. De ministers zijn verplicht omtrent de inhoud uitleg te verstrekken, zo dikwijls als de Kamer het eist.



Art. 58

Geen lid van een van beide Kamers kan worden vervolgd of aan enig onderzoek onderworpen naar aanleiding van een mening of een stem, in de uitoefening van zijn functie uitgebracht.



Art. 59

Behalve bij ontdekking op heterdaad kan geen lid van een van beide Kamers, tijdens de zitting en in strafzaken, worden verwezen naar of rechtstreeks gedagvaard voor een hof of een rechtbank, of worden aangehouden dan met verlof van de Kamer waarvan het lid deel uitmaakt.

Behalve bij ontdekking op heterdaad kunnen de dwangmaatregelen waarvoor het optreden van een rechter is vereist, ten opzichte van een lid van een van beide Kamers, tijdens de zitting en in strafzaken, alleen worden bevolen door de eerste voorzitter van het hof van beroep op verzoek van de bevoegde rechter. Deze beslissing wordt aan de voorzitter van de betrokken Kamer meegedeeld.

Huiszoeking of inbeslagneming krachtens het voorgaande lid kan alleen geschieden in aanwezigheid van de voorzitter van de betrokken Kamer of van een door hem aangewezen lid.

De vervolging in strafzaken van een lid van een van beide Kamers kan, tijdens de zitting, enkel worden ingesteld door de ambtenaren van het openbaar ministerie en de bevoegde ambtenaren.

In elke stand van het onderzoek kan het betrokken lid van een van beide Kamers, tijdens de zitting en in strafzaken, aan de Kamer waarvan hij deel uitmaakt de schorsing van de vervolging vragen. Deze Kamer dient hiertoe met een meerderheid van twee derden van de uitgebrachte stemmen te beslissen.

De hechtenis van een lid van een van beide Kamers of zijn vervolging voor een hof of een rechtbank wordt tijdens de zitting geschorst indien de Kamer waarvan het lid deel uitmaakt, het vordert.



Art. 60

Elke Kamer bepaalt, in haar reglement, de wijze waarop zij haar bevoegdheden uitoefent.



Afdeling I
De Kamer van volksvertegenwoordigers
(FR - DE)
Art. 61

De leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers worden rechtstreeks gekozen door de burgers die volle achttien jaar oud zijn en die niet verkeren in een der gevallen van uitsluiting bij de wet bepaald.

Ieder kiezer heeft recht op slechts één stem.



Art. 62

De samenstelling van de kiescolleges wordt door de wet geregeld.

De verkiezingen geschieden volgens het stelsel van evenredige vertegenwoordiging dat door de wet wordt vastgesteld.

De stemming is verplicht en geheim. Zij heeft plaats in de gemeente, behoudens de bij de wet te stellen uitzonderingen.



Art. 63

§ 1. De Kamer van volksvertegenwoordigers telt honderdvijftig leden.

§ 2. Elke kieskring telt zoveel keren een zetel als de federale deler in het cijfer van de bevolking van de kieskring begrepen is. De federale deler wordt verkregen door het bevolkingscijfer van het Rijk te delen door honderdvijftig.

De overblijvende zetels worden toegewezen aan de kieskringen met het grootste nog niet vertegenwoordigde bevolkingsoverschot.

§ 3. De indeling van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers over de kieskringen wordt door de Koning bepaald in verhouding tot de bevolking.

Het cijfer van de bevolking van elke kieskring wordt om de tien jaar vastgesteld door een volkstelling of door enig ander middel, bepaald door de wet. De Koning maakt binnen een termijn van zes maanden de uitslagen bekend.

Binnen een termijn van drie maanden na die bekendmaking bepaalt de Koning het aantal zetels dat aan iedere kieskring toekomt.

De nieuwe indeling wordt toegepast vanaf de eerstvolgende algemene verkiezingen.

§ 4. De wet bepaalt de kieskringen; zij bepaalt eveneens de voorwaarden waaraan men moet voldoen om kiezer te zijn, alsmede het verloop van de kiesverrichtingen.



Art. 64

Om verkiesbaar te zijn moet men :
1° Belg zijn;
2° het genot hebben van de burgerlijke en politieke rechten;
3° de volle leeftijd van eenentwintig jaar hebben bereikt;
4° zijn woonplaats hebben in België.

Geen andere voorwaarde tot verkiesbaarheid kan worden vereist.



Art. 65

De leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers worden gekozen voor vier jaar.

De Kamer wordt om de vier jaar vernieuwd.



Art. 66

Ieder lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers geniet een jaarlijkse vergoeding van twaalfduizend frank.

Binnen de grenzen van de Staat hebben de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers vrij verkeer op alle verkeerswegen door de openbare overheden geëxploiteerd of in concessie gegeven.

Aan de Voorzitter van de Kamer van volksvertegenwoordigers kan een jaarlijkse vergoeding worden toegekend, aan te rekenen op de dotatie bestemd voor de dekking der uitgaven van deze vergadering.

De Kamer bepaalt het bedrag dat van de vergoeding mag worden ingehouden als bijdrage in de lijfrente- of pensioenkassen waarvan zij de oprichting wenselijk acht.



Afdeling II
De Senaat
(FR - DE)
Art. 67 (wijziging van de terminologie)

§ 1. Onverminderd artikel 72, telt de Senaat eenenzeventig senatoren, van wie :
1° vijfentwintig senatoren, overeenkomstig artikel 61 gekozen door het Nederlandse kiescollege;
2° vijftien senatoren, overeenkomstig artikel 61 gekozen door het Franse kiescollege;
3° tien senatoren, aangewezen door en uit het Parlement van de Vlaamse Gemeenschap, Vlaamse Parlement genoemd;
4° tien senatoren, aangewezen door en uit het Parlement van de Franse Gemeenschap;
5° een senator, aangewezen door en uit het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap;
6° zes senatoren, aangewezen door de senatoren bedoeld in 1° en 3°;
7° vier senatoren, aangewezen door de senatoren bedoeld in 2° en 4°.

Bij de algehele vernieuwing van hun Parlement die niet samenvalt met de vernieuwing van de Senaat, behouden de senatoren bedoeld in het eerste lid, 3º tot 5º, die geen zitting meer hebben in hun Parlement, het mandaat van senator tot de opening van de eerste zitting na de vernieuwing van hun Parlement.

§ 2. Ten minste een van de senatoren bedoeld in § 1, 1°, 3° en 6°, heeft op de dag van zijn verkiezing zijn woonplaats in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad.

Ten minste zes van de senatoren bedoeld in § 1, 2°, 4° en 7°, hebben op de dag van hun verkiezing hun woonplaats in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad. Indien niet ten minste vier van de senatoren bedoeld in § 1, 2°, op de dag van hun verkiezing hun woonplaats hebben in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, moeten ten minste twee van de senatoren bedoeld in § 1, 4°, op de dag van hun verkiezing hun woonplaats hebben in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad.



Art. 68 (wijziging van de terminologie)

§ 1. Het totaal aantal senatoren bedoeld in artikel 67, § 1, 1°, 2°, 3°, 4°, 6° en 7°, wordt in elke taalgroep, op grond van het stemcijfer van de lijsten behaald bij de verkiezing van de senatoren bedoeld in artikel 67, § 1, 1° en 2°, verdeeld volgens het stelsel van evenredige vertegenwoordiging dat door de wet wordt vastgesteld.

Voor de aanwijzing van de senatoren bedoeld in artikel 67, § 1, 3° en 4°, komen alleen de lijsten in aanmerking waarop ten minste een senator bedoeld in artikel 67, § 1, 1° en 2°, gekozen is en voor zover voldoende op deze lijsten gekozen leden zitting hebben in, naar gelang van het geval, het Parlement van de Vlaamse Gemeenschap of het Parlement van de Franse Gemeenschap.

Voor de aanwijzing van de senatoren bedoeld in artikel 67, § 1, 6° en 7°, komen alleen de lijsten in aanmerking waarop ten minste een senator bedoeld in artikel 67, § 1, 1° en 2°, gekozen is.

§ 2. Voor de verkiezing van de senatoren bedoeld in artikel 67, § 1, 1° en 2°, is de stemming verplicht en geheim. Zij heeft plaats in de gemeente, behoudens de bij de wet te stellen uitzonderingen.

§ 3. Voor de verkiezing van de senatoren bedoeld in artikel 67, § 1, 1° en 2°, bepaalt de wet de kieskringen en de samenstelling van de kiescolleges; zij bepaalt eveneens de voorwaarden waaraan men moet voldoen om kiezer te zijn, alsmede het verloop van de kiesverrichtingen.

De wet regelt de aanwijzing van de senatoren bedoeld in artikel 67, § 1, 3° tot 5°, met uitzondering van de nadere regelen die overeenkomstig een wet, aangenomen met de meerderheid bepaald in artikel 4, laatste lid, door de Gemeenschapsparlementen, elk voor zich, bij decreet worden vastgesteld. Dat decreet moet worden aangenomen met een meerderheid van twee derden van de uitgebrachte stemmen, op voorwaarde dat de meerderheid van de leden van het betrokken Parlement aanwezig is.

De senator bedoeld in artikel 67, § 1, 5°, wordt aangewezen door het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap bij volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen.

De wet regelt de aanwijzing van de senatoren bedoeld in artikel 67, § 1, 6° en 7°.



Art. 69

Om tot senator gekozen of aangewezen te kunnen worden moet men :
1° Belg zijn;
2° het genot hebben van de burgerlijke en politieke rechten;
3° de volle leeftijd van eenentwintig jaar hebben bereikt;
4° zijn woonplaats hebben in België.



Art. 70

De senatoren bedoeld in artikel 67, § 1, 1° en 2°, worden gekozen voor vier jaar. De senatoren bedoeld in artikel 67, § 1, 6° en 7°, worden aangewezen voor vier jaar. De Senaat wordt om de vier jaar geheel vernieuwd.

De verkiezing van de senatoren bedoeld in artikel 67, § 1, 1° en 2°, vindt op dezelfde dag plaats als de verkiezingen voor de Kamer van volksvertegenwoordigers.



Art. 71

De senatoren genieten geen wedde.

Zij hebben evenwel recht op vergoeding van hun onkosten; die vergoeding is vastgesteld op vierduizend frank per jaar.

Binnen de grenzen van de Staat hebben de senatoren vrij verkeer op alle verkeerswegen door de openbare overheden geëxploiteerd of in concessie gegeven.



Art. 72

De kinderen van de Koning of, indien er geen zijn, de Belgische nakomelingen van de tot regeren gerechtigde tak van het koninklijk stamhuis zijn van rechtswege senator op de leeftijd van achttien jaar. Zij zijn eerst stemgerechtigd op de leeftijd van eenentwintig jaar. Zij worden niet meegerekend bij het bepalen van het aanwezigheidsquorum.



Art. 73

Elke vergadering van de Senaat die mocht worden gehouden buiten de zitting van de Kamer van volksvertegenwoordigers, is van rechtswege nietig.



HOOFDSTUK II
DE FEDERALE WETGEVENDE MACHT
(FR - DE)
Art. 74

In afwijking van artikel 36 wordt de federale wetgevende macht gezamenlijk uitgeoefend door de Koning en de Kamer van volksvertegenwoordigers voor :
1° het verlenen van naturalisaties;
2° de wetten betreffende de burgerrechtelijke en strafrechtelijke aansprakelijkheid van de ministers van de Koning;
3° de begrotingen en de rekeningen van de Staat, onverminderd artikel 174, eerste lid, tweede zin;
4° de vaststelling van het legercontingent.



Art. 75

Het recht van initiatief behoort aan elke tak van de federale wetgevende macht.

Behalve voor de aangelegenheden bedoeld in artikel 77 worden de wetsontwerpen voorgelegd aan de Kamers op initiatief van de Koning, ingediend in de Kamer van volksvertegenwoordigers en vervolgens overgezonden aan de Senaat.

De wetsontwerpen houdende instemming met verdragen voorgelegd aan de Kamers op initiatief van de Koning, worden ingediend in de Senaat en vervolgens overgezonden aan de Kamer van volksvertegenwoordigers.



Art. 76

Een wetsontwerp kan door een Kamer eerst worden aangenomen nadat daarover artikelsgewijs is gestemd.

De Kamers hebben het recht de artikelen en de voorgestelde amendementen te wijzigen en te splitsen.



Art. 77

De Kamer van volksvertegenwoordigers en de Senaat zijn gelijkelijk bevoegd voor :
1° de verklaring tot herziening van de Grondwet en de herziening van de Grondwet;
2° de aangelegenheden die krachtens de Grondwet door beide wetgevende Kamers dienen te worden geregeld;
3° de wetten bedoeld in de artikelen 5, 39, 43, 50, 68, 71, 77, 82, 115, 117, 118, 121, 123, 127 tot 131, 135 tot 137, 140 tot 143, 145, 146, 163, 165, 166, 167, § 1, derde lid, § 4 en § 5, 169, 170, § 2, tweede lid, § 3, tweede en derde lid, § 4, tweede lid, en 175 tot 177, evenals de wetten ter uitvoering van de voormelde wetten en artikelen;
4° de wetten aan te nemen met de meerderheid bepaald in artikel 4, laatste lid, evenals de wetten ter uitvoering hiervan;
5° de wetten bedoeld in artikel 34;
6° de wetten houdende instemming met verdragen;
7° de wetten aangenomen overeenkomstig artikel 169 om de naleving van internationale of supranationale verplichtingen te verzekeren;
8° de wetten op de Raad van State;
9° de organisatie van de hoven en rechtbanken;
10° de wetten tot goedkeuring van samenwerkingsakkoorden tussen de Staat, de gemeenschappen en de gewesten.

Een wet aangenomen met de meerderheid bepaald in artikel 4, laatste lid, kan andere wetten aanduiden waarvoor de Kamer van volksvertegenwoordigers en de Senaat gelijkelijk bevoegd zijn.



Art. 78

In de andere aangelegenheden dan die bedoeld in de artikelen 74 en 77, wordt het wetsontwerp dat door de Kamer van volksvertegenwoordigers is aangenomen, overgezonden aan de Senaat.

Op verzoek van ten minste vijftien van zijn leden onderzoekt de Senaat het wetsontwerp. Dat verzoek wordt geformuleerd binnen vijftien dagen na de ontvangst van het ontwerp.

De Senaat kan, binnen een termijn die zestig dagen niet te boven mag gaan :
- beslissen dat er geen reden is om het wetsontwerp te amenderen;
- het ontwerp na amendering aannemen.

Indien de Senaat zich niet binnen de voorgeschreven termijn heeft uitgesproken of indien hij de Kamer van volksvertegenwoordigers in kennis heeft gesteld van zijn beslissing om het wetsontwerp niet te amenderen, zendt de Kamer van volksvertegenwoordigers het ontwerp over aan de Koning.

Indien het ontwerp is geamendeerd, zendt de Senaat het over aan de Kamer van volksvertegenwoordigers, die een definitieve beslissing neemt door alle of sommige van de door de Senaat aangenomen amendementen hetzij aan te nemen, hetzij te verwerpen.



Art. 79

Indien de Kamer van volksvertegenwoordigers tijdens de in artikel 78, laatste lid, bedoelde behandeling een nieuw amendement aanneemt, wordt het wetsontwerp teruggezonden naar de Senaat, die zich over het geamendeerde ontwerp uitspreekt. De Senaat kan, binnen een termijn die vijftien dagen niet te boven mag gaan :
- beslissen dat hij instemt met het door de Kamer van volksvertegenwoordigers geamendeerde ontwerp;
- het ontwerp na een nieuwe amendering aannemen.

Indien de Senaat zich niet binnen de voorgeschreven termijn heeft uitgesproken of indien hij de Kamer van volksvertegenwoordigers in kennis heeft gesteld van zijn beslissing om in te stemmen met het door de Kamer van volksvertegenwoordigers goedgekeurde ontwerp, zendt de Kamer het ontwerp over aan de Koning.

Indien het ontwerp opnieuw is geamendeerd, zendt de Senaat het over aan de Kamer van volksvertegenwoordigers, die een definitieve beslissing neemt door het wetsontwerp hetzij aan te nemen, hetzij te amenderen.



Art. 80

Indien de federale Regering bij de indiening van een in artikel 78 bedoeld wetsontwerp de spoedbehandeling vraagt, bepaalt de in artikel 82 bedoelde parlementaire overlegcommissie de termijnen waarbinnen de Senaat zich moet uitspreken.

Wordt in de commissie geen overeenstemming bereikt, dan wordt de termijn waarbinnen de Senaat zijn evocatierecht kan uitoefenen, verminderd tot zeven dagen en de termijn van behandeling bedoeld in artikel 78, derde lid, tot dertig dagen.



Art. 81

Indien de Senaat in de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 een wetsvoorstel aanneemt op grond van zijn recht van initiatief, wordt het wetsontwerp overgezonden aan de Kamer van volksvertegenwoordigers.

Binnen een termijn die zestig dagen niet te boven mag gaan, neemt de Kamer een definitieve beslissing door het wetsontwerp hetzij te verwerpen, hetzij aan te nemen.

Indien de Kamer het wetsontwerp amendeert, wordt het teruggezonden naar de Senaat, die erover beraadslaagt volgens de regelen bepaald in artikel 79.

Bij toepassing van artikel 79, derde lid, neemt de Kamer binnen vijftien dagen een definitieve beslissing.

Beslist de Kamer niet binnen de in het tweede en het vierde lid voorgeschreven termijnen, dan komt de in artikel 82 bedoelde parlementaire overlegcommissie binnen vijftien dagen bijeen, die de termijn bepaalt waarbinnen de Kamer uitspraak moet doen.

Wordt in de commissie geen overeenstemming bereikt, dan moet de Kamer binnen zestig dagen uitspraak doen.



Art. 82

Een parlementaire overlegcommissie, paritair samengesteld uit leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en van de Senaat, regelt de bevoegdheidsconflicten tussen de twee Kamers en kan, in onderlinge overeenstemming, te allen tijde de in de artikelen 78 tot 81 voorgeschreven termijnen van onderzoek verlengen.

Is er geen meerderheid in de twee samenstellende delen van de commissie, dan beslist deze bij meerderheid van twee derden van haar leden.

Een wet bepaalt de samenstelling en de werkwijze van de commissie, alsmede de berekeningswijze van de in de artikelen 78 tot 81 gestelde termijnen.



Art. 83

Elk wetsvoorstel en elk wetsontwerp vermeldt of het een aangelegenheid regelt bedoeld in artikel 74, in artikel 77 of in artikel 78.



Art. 84

Alleen de wet kan een authentieke uitlegging van de wetten geven.



--------------------------------------------------------------------------------

HOOFDSTUK III
DE KONING EN DE FEDERALE REGERING
(FR - DE)
Afdeling I
De Koning
(FR - DE)
Art. 85

De grondwettelijke macht van de Koning gaat bij erfopvolging over op de natuurlijke en wettige nakomelingschap, in de rechte lijn, van Z.M. Leopold, Joris, Christiaan, Frederik van Saksen-Coburg en volgens eerstgeboorterecht.

De in het eerste lid bedoelde nakomeling die huwt zonder toestemming van de Koning of van hen die, bij gebreke van de Koning, zijn macht uitoefenen in de bij de Grondwet bepaalde gevallen, verliest zijn recht op de kroon.

Hij kan echter in zijn recht worden hersteld door de Koning of door hen die, bij gebreke van de Koning, zijn macht uitoefenen in de bij de Grondwet bepaalde gevallen, doch alleen met instemming van beide Kamers.



Art. 86

Bij gebreke van nakomelingschap van Z.M. Leopold, Joris, Christiaan, Frederik van Saksen-Coburg, kan de Koning zijn opvolger benoemen, mits de Kamers daarmee instemmen op de wijze als in artikel 87 is voorgeschreven.

Indien geen opvolger op deze wijze is benoemd, is de troon onbezet.



Art. 87

De Koning kan niet tegelijk hoofd van een andere Staat zijn zonder instemming van beide Kamers.

Geen van beide Kamers kan hierover beraadslagen, wanneer niet ten minste twee derden van haar leden aanwezig zijn, en het besluit is alleen dan aangenomen, indien het ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen heeft verkregen.



Art. 88

De persoon des Konings is onschendbaar; zijn ministers zijn verantwoordelijk.



Art. 89

De civiele lijst wordt door de wet vastgesteld voor de duur van de regering van elke Koning.



Art. 90

Bij overlijden van de Koning komen de Kamers zonder bijeenroeping samen, uiterlijk de tiende dag na die van het overlijden. Indien de Kamers tevoren ontbonden zijn en het ontbindingsbesluit bijeenroeping bevat tegen een later tijdstip dan de tiende dag, treden de oude Kamers opnieuw in functie totdat de Kamers die hun plaats moeten innemen, bijeenkomen.

Te rekenen van het overlijden van de Koning en tot de eedaflegging van zijn troonopvolger of van de Regent, wordt de grondwettelijke macht van de Koning in naam van het Belgische volk uitgeoefend door de in raad verenigde ministers en onder hun verantwoordelijkheid.



Art. 91

De Koning is meerderjarig op de volle leeftijd van achttien jaar.

De Koning neemt eerst bezit van de troon nadat hij, in een vergadering der verenigde Kamers, de volgende eed plechtig heeft afgelegd :

"Ik zweer dat ik de Grondwet en de wetten van het Belgische volk zal naleven, 's Lands onafhankelijkheid handhaven en het grondgebied ongeschonden bewaren.".



Art. 92

Indien, bij overlijden van de Koning, zijn opvolger minderjarig is, komen beide Kamers in verenigde vergadering bijeen, ten einde in het regentschap en in de voogdij te voorzien.



Art. 93

Indien de Koning in de onmogelijkheid verkeert te regeren, roepen de ministers, na deze onmogelijkheid te hebben laten vaststellen, de Kamers dadelijk bijeen. Door de verenigde Kamers wordt in de voogdij en in het regentschap voorzien.



Art. 94

Het regentschap mag slechts aan één persoon worden opgedragen.

De Regent treedt eerst in functie nadat hij de bij artikel 91 voorgeschreven eed heeft afgelegd.



Art. 95

Ingeval de troon onbezet is, voorzien de Kamers, samen beraadslagend, voorlopig in het regentschap totdat de geheel vernieuwde Kamers bijeenkomen; deze bijeenkomst heeft plaats uiterlijk binnen twee maanden. De nieuwe Kamers, samen beraadslagend, voorzien voorgoed in het bezetten van de troon.



Afdeling II
De federale Regering
(FR - DE)
Art. 96

De Koning benoemt en ontslaat zijn ministers.

De federale Regering biedt haar ontslag aan de Koning aan wanneer de Kamer van volksvertegenwoordigers, bij volstrekte meerderheid van haar leden, een motie van wantrouwen aanneemt die een opvolger voor de Eerste Minister voor benoeming aan de Koning voordraagt, of een opvolger voor de Eerste Minister voor benoeming aan de Koning voordraagt binnen drie dagen na het verwerpen van een motie van vertrouwen. De Koning benoemt de voorgedragen opvolger tot Eerste Minister, die in functie treedt op het ogenblik van de eedaflegging van de nieuwe federale Regering.



Art. 97

Alleen Belgen kunnen minister zijn.



Art. 98

Geen lid van de koninklijke familie kan minister zijn.



Art. 99

De Ministerraad telt ten hoogste vijftien leden.

De Eerste Minister eventueel uitgezonderd, telt de Ministerraad evenveel Nederlandstalige als Franstalige ministers.



Art. 100

De ministers hebben zitting in elke Kamer en het woord moet hun worden verleend wanneer zij het vragen.

De Kamer van volksvertegenwoordigers kan de aanwezigheid van de ministers vorderen. De Senaat kan hun aanwezigheid vorderen voor de bespreking van een wetsontwerp of wetsvoorstel bedoeld in artikel 77, of van een wetsontwerp bedoeld in artikel 78, of voor de uitoefening van zijn recht van onderzoek bedoeld in artikel 56. Voor de andere aangelegenheden kan hij hun aanwezigheid vragen.



Art. 101

De ministers zijn verantwoordelijk tegenover de Kamer van volksvertegenwoordigers.

Geen minister kan worden vervolgd of aan enig onderzoek onderworpen naar aanleiding van een mening in de uitoefening van zijn ambt uitgebracht.



Art. 102

In geen geval kan een mondeling of schriftelijk bevel van de Koning een minister van zijn verantwoordelijkheid ontheffen.



Art. 103

Ministers worden voor misdrijven die zij in de uitoefening van hun ambt mochten hebben gepleegd, uitsluitend berecht door het hof van beroep. Hetzelfde geldt voor misdrijven die ministers buiten de uitoefening van hun ambt mochten hebben gepleegd en waarvoor zij worden berecht tijdens hun ambtstermijn. De artikelen 59 en 120 zijn in voorkomend geval niet van toepassing.

De wet bepaalt op welke wijze tegen hen in rechte wordt opgetreden, zowel bij de vervolging als bij de berechting.

De wet wijst het bevoegde hof van beroep aan, dat in algemene vergadering zitting houdt, en bepaalt de samenstelling ervan. Tegen de arresten van het hof van beroep is beroep mogelijk bij het Hof van Cassatie, in verenigde kamers, dat niet in de beoordeling van de zaken zelf treedt.

De vervolging in strafzaken van een minister kan enkel worden ingesteld en geleid door het openbaar ministerie bij het bevoegde hof van beroep.

Voor elke vordering tot regeling van de rechtspleging, voor elke rechtstreekse dagvaarding voor het hof van beroep en, behalve bij ontdekking op heterdaad, voor elke aanhouding, is het verlof van de Kamer van volksvertegenwoordigers vereist.

De wet bepaalt de procedure die moet worden gevolgd indien de artikelen 103 en 125 beide van toepassing zijn.

Aan een overeenkomstig het eerste lid veroordeeld minister kan geen genade worden verleend dan op verzoek van de Kamer van volksvertegenwoordigers.

De wet bepaalt in welke gevallen en volgens welke regels de benadeelde partijen een burgerlijke rechtsvordering kunnen instellen.



Overgangsbepaling

Dit artikel is niet van toepassing op de feiten waarvoor daden van opsporing werden verricht en op vervolgingen ingesteld vóór de inwerkingtreding van de wet tot uitvoering ervan.

Hiervoor geldt de volgende regeling : de Kamer van volksvertegenwoordigers heeft het recht ministers in beschuldiging te stellen en hen te brengen voor het Hof van Cassatie. Dit alleen is bevoegd om hen te berechten, in verenigde kamers, in de gevallen en met toepassing van de straffen die in de strafwetten zijn bepaald. De wet van 17 december 1996 houdende tijdelijke en gedeeltelijke uitvoering van artikel 103 van de Grondwet blijft terzake gelden.



Art. 104

De Koning benoemt en ontslaat de federale staatssecretarissen.

Zij zijn lid van de federale Regering. Zij maken geen deel uit van de Ministerraad. Zij worden toegevoegd aan een minister.

De Koning bepaalt hun bevoegdheid en de perken waarbinnen zij het recht van medeondertekening kunnen krijgen.

De grondwettelijke bepalingen betreffende de ministers zijn op de federale staatssecretarissen mede van toepassing, met uitzondering van de artikelen 90, tweede lid, 93 en 99.



Afdeling III
De bevoegdheden
(FR - DE)
Art. 105

De Koning heeft geen andere macht dan die welke de Grondwet en de bijzondere wetten, krachtens de Grondwet zelf uitgevaardigd, hem uitdrukkelijk toekennen.



Art. 106

Geen akte van de Koning kan gevolg hebben, wanneer zij niet medeondertekend is door een minister, die daardoor alleen reeds, ervoor verantwoordelijk wordt.



Art. 107

De Koning verleent de graden in het leger.

Hij benoemt de ambtenaren bij het algemeen bestuur en bij de buitenlandse betrekkingen, behoudens de door de wetten gestelde uitzonderingen.

Andere ambtenaren benoemt hij alleen krachtens een uitdrukkelijke wetsbepaling.



Art. 108

De Koning maakt de verordeningen en neemt de besluiten die voor de uitvoering van de wetten nodig zijn, zonder ooit de wetten zelf te mogen schorsen of vrijstelling van hun uitvoering te mogen verlenen.



Art. 109

De Koning bekrachtigt de wetten en kondigt ze af.



Art. 110

De Koning heeft het recht de door de rechters uitgesproken straffen kwijt te schelden of te verminderen, behoudens hetgeen ten aanzien van de ministers en van de leden van de Gemeenschaps- en Gewestregeringen is bepaald.



Art. 111 (wijziging van de terminologie)

De Koning kan aan een door het Hof van Cassatie veroordeeld minister of lid van een Gemeenschaps- of Gewestregering geen genade verlenen dan op verzoek van de Kamer van volksvertegenwoordigers of het betrokken Parlement.



Art. 112

De Koning heeft het recht munt te slaan, ter uitvoering van de wet.



Art. 113

De Koning heeft het recht adeldom te verlenen, zonder ooit enig voorrecht daaraan te mogen verbinden.



Art. 114

De Koning verleent de militaire orden, met inachtneming van wat de wet daaromtrent voorschrijft.



HOOFDSTUK IV
DE GEMEENSCHAPPEN EN DE GEWESTEN
(FR - DE)
Afdeling I
De organen
(FR - DE)
Onderafdeling I
De Gemeenschaps- en Gewestparlementen
(FR - DE)
Art. 115 (wijziging van de terminologie)

§ 1. Er is een Parlement van de Vlaamse Gemeenschap, Vlaamse Parlement genoemd, en een Parlement van de Franse Gemeenschap, waarvan de samenstelling en de werking worden bepaald door de wet, aangenomen met de in artikel 4, laatste lid, bepaalde meerderheid.

Er is een Parlement van de Duitstalige Gemeenschap, waarvan de samenstelling en de werking door de wet worden bepaald.

§ 2. Onverminderd artikel 137, omvatten de gewestelijke organen bedoeld in artikel 39, voor elk gewest, een Parlement.



Art. 116 (wijziging van de terminologie)

§ 1. De Gemeenschaps- en Gewestparlementen zijn samengesteld uit verkozen mandatarissen.

§ 2. Elk Gemeenschapsparlement is samengesteld uit leden rechtstreeks gekozen tot lid van het betrokken Gemeenschapsparlement of tot lid van een Gewestparlement.

Behoudens in geval van toepassing van artikel 137, is elk Gewestparlement samengesteld uit leden rechtstreeks gekozen tot lid van het betrokken Gewestparlement of tot lid van een Gemeenschapsparlement.



Art. 117 (wijziging van de terminologie)

De leden van de Gemeenschaps- en Gewestparlementen worden gekozen voor vijf jaar. De Gemeenschaps- en Gewestparlementen worden om de vijf jaar geheel vernieuwd.

Tenzij een wet, aangenomen met de meerderheid bepaald in artikel 4, laatste lid, er anders over beschikt, vinden de verkiezingen voor de Gemeenschaps- en Gewestparlementen plaats op dezelfde dag, welke samenvalt met die van de verkiezingen voor het Europese Parlement.



Art. 118 (wijziging van de terminologie)

§ 1. De wet regelt de in artikel 116, § 2, bedoelde verkiezingen, evenals de samenstelling en de werking van de Gemeenschaps- en Gewestparlementen. Behoudens voor het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap, wordt deze wet aangenomen met de meerderheid bepaald in artikel 4, laatste lid.

§ 2. Een wet, aangenomen met de meerderheid bepaald in artikel 4, laatste lid, duidt de aangelegenheden aan betreffende de verkiezing, de samenstelling en de werking van het Parlement van de Vlaamse Gemeenschap, het Parlement van de Franse Gemeenschap en het Parlement van het Waalse Gewest, welke door de Parlementen, ieder wat hem betreft, bij decreet of bij een in artikel 134 bedoelde regel worden geregeld, naar gelang van het geval. Dat decreet en die in artikel 134 bedoelde regel moeten worden aangenomen met een meerderheid van twee derden van de uitgebrachte stemmen, op voorwaarde dat de meerderheid van de leden van het betrokken Parlement aanwezig is.



Art. 118bis (wijziging van de terminologie)

Binnen de grenzen van de Staat hebben de leden van de Parlementen van de in de artikelen 2 en 3 bedoelde gemeenschappen en gewesten vrij verkeer op alle verkeerswegen door de openbare overheden geëxploiteerd of in concessie gegeven.



Art. 119 (wijziging van de terminologie)

Een lid van een Gemeenschaps- of Gewestparlement kan niet tegelijk lid zijn van de Kamer van volksvertegenwoordigers. Het kan evenmin tegelijk senator zijn als bedoeld in artikel 67, § 1, 1°, 2°, 6° en 7°.



Art. 120 (wijziging van de terminologie)

Ieder lid van een Gemeenschaps- of Gewestparlement geniet de onschendbaarheid bepaald in de artikelen 58 en 59.


Onderafdeling II
De Gemeenschaps- en Gewestregeringen
(FR - DE)
Art. 121

§ 1. Er is een Regering van de Vlaamse Gemeenschap en een Regering van de Franse Gemeenschap, waarvan de samenstelling en de werking worden bepaald door de wet, aangenomen met de in artikel 4, laatste lid, bepaalde meerderheid.

Er is een Regering van de Duitstalige Gemeenschap, waarvan de samenstelling en de werking door de wet worden bepaald.

§ 2. Onverminderd artikel 137, omvatten de gewestelijke organen bedoeld in artikel 39, voor elk gewest, een Regering.



Art. 122 (wijziging van de terminologie)

De leden van elke Gemeenschaps- of Gewestregering worden gekozen door hun Parlement.



Art. 123 (wijziging van de terminologie)

§ 1. De wet regelt de samenstelling en de werking van de Gemeenschaps- en Gewestregeringen. Behoudens voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, wordt deze wet aangenomen met de meerderheid bepaald in artikel 4, laatste lid.

§ 2. Een wet, aangenomen met de meerderheid bepaald in artikel 4, laatste lid, duidt de aangelegenheden aan betreffende de samenstelling en de werking van de Regering van de Vlaamse Gemeenschap, de Regering van de Franse Gemeenschap en de Regering van het Waalse Gewest, welke door hun Parlementen, elk voor zich, bij decreet of bij een in artikel 134 bedoelde regel worden geregeld, naar gelang van het geval. Dat decreet en die in artikel 134 bedoelde regel moeten worden aangenomen met een meerderheid van twee derden van de uitgebrachte stemmen, op voorwaarde dat de meerderheid van de leden van het betrokken Parlement aanwezig is.



Art. 124

Geen lid van een Gemeenschaps- of Gewestregering kan worden vervolgd of aan enig onderzoek onderworpen naar aanleiding van een mening of een stem in de uitoefening van zijn ambt uitgebracht.



Art. 125 (wijziging van de terminologie)

De leden van een Gemeenschaps- of Gewestregering worden voor misdrijven die zij in de uitoefening van hun ambt mochten hebben gepleegd, uitsluitend berecht door het hof van beroep. Hetzelfde geldt voor misdrijven die de leden van een Gemeenschaps- of Gewestregering buiten de uitoefening van hun ambt mochten hebben gepleegd en waarvoor zij worden berecht tijdens hun ambtstermijn. De artikelen 120 en 59 zijn in voorkomend geval niet van toepassing.

De wet bepaalt op welke wijze tegen hen in rechte wordt opgetreden, zowel bij de vervolging als bij de berechting.

De wet wijst het bevoegde hof van beroep aan, dat in algemene vergadering zitting houdt, en bepaalt de samenstelling ervan. Tegen de arresten van het hof van beroep is beroep mogelijk bij het Hof van Cassatie, in verenigde kamers, dat niet in de beoordeling van de zaken zelf treedt.

De vervolging in strafzaken van een lid van een Gemeenschaps- of Gewestregering kan enkel worden ingesteld en geleid door het openbaar ministerie bij het bevoegde hof van beroep.

Voor elke vordering tot regeling van de rechtspleging, voor elke rechtstreekse dagvaarding voor het hof van beroep en, behalve bij ontdekking op heterdaad, voor elke aanhouding is het verlof van het Gemeenschaps- of Gewestparlement, elk voor zich, vereist.

De wet bepaalt de procedure die moet worden gevolgd indien de artikelen 103 en 125 beide van toepassing zijn, evenals in geval van dubbele toepassing van artikel 125.

Aan een overeenkomstig het eerste lid veroordeeld lid van een Gemeenschaps- of Gewestregering kan geen genade worden verleend dan op verzoek van het betrokken Gemeenschaps- of Gewestparlement.

De wet bepaalt in welke gevallen en volgens welke regels de benadeelde partijen een burgerlijke rechtsvordering kunnen instellen.

De wetten bedoeld in dit artikel moeten worden aangenomen met de meerderheid bepaald in artikel 4, laatste lid.



Overgangsbepaling

Dit artikel is niet van toepassing op feiten waarvoor daden van opsporing werden verricht en op vervolgingen ingesteld vóór de inwerkingtreding van de wet tot uitvoering ervan.

Hiervoor geldt de volgende regeling : de Gemeenschaps- en de Gewestparlementen hebben het recht de leden van hun Regering in beschuldiging te stellen en hen te brengen voor het Hof van Cassatie. Dit alleen is bevoegd om hen te berechten, in verenigde kamers, in de gevallen en met toepassing van de straffen die in de strafwetten zijn bepaald. De bijzondere wet van 28 februari 1997 houdende tijdelijke en gedeeltelijke uitvoering van artikel 125 van de Grondwet blijft terzake gelden.



Art. 126

De grondwettelijke bepalingen betreffende de leden van de Gemeenschaps- en Gewestregeringen, alsmede de uitvoeringswetten bedoeld in artikel 125, laatste lid, zijn mede van toepassing op de gewestelijke staatssecretarissen.



Afdeling II
De bevoegdheden
(FR - DE)
Onderafdeling I
De gemeenschapsbevoegdheden
(FR - DE)
Art. 127 (wijziging van de terminologie)

§ 1. De Parlementen van de Vlaamse en de Franse Gemeenschap regelen, elk voor zich, bij decreet :
1° de culturele aangelegenheden;
2° het onderwijs, met uitsluiting van :
a) de bepaling van het begin en het einde van de leerplicht;
b) de minimale voorwaarden voor het uitreiken van de diploma's;
c) de pensioenregeling;
3° de samenwerking tussen de gemeenschappen, alsook de internationale samenwerking, met inbegrip van het sluiten van verdragen, voor de aangelegenheden bedoeld in 1° en 2°.

Een wet aangenomen met de in artikel 4, laatste lid, bepaalde meerderheid, stelt de in 1° vermelde culturele aangelegenheden, de in 3° vermelde vormen van samenwerking, alsook de nadere regelen voor het in 3° vermelde sluiten van verdragen vast.

§ 2. Deze decreten hebben kracht van wet respectievelijk in het Nederlandse taalgebied en in het Franse taalgebied, alsmede ten aanzien van de instellingen gevestigd in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad die, wegens hun activiteiten moeten worden beschouwd uitsluitend te behoren tot de ene of de andere gemeenschap.



Art. 128 (wijziging van de terminologie)

§ 1. De Parlementen van de Vlaamse en de Franse Gemeenschap regelen, elk voor zich, bij decreet, de persoonsgebonden aangelegenheden, alsook, voor deze aangelegenheden, de samenwerking tussen de gemeenschappen en de internationale samenwerking, met inbegrip van het sluiten van verdragen.

Een wet aangenomen met de in artikel 4, laatste lid, bepaalde meerderheid, stelt deze persoonsgebonden aangelegenheden vast, alsook de vormen van samenwerking en de nadere regelen voor het sluiten van verdragen.

§ 2. Deze decreten hebben kracht van wet respectievelijk in het Nederlandse taalgebied en in het Franse taalgebied, alsmede, tenzij wanneer een wet aangenomen met de in artikel 4, laatste lid, bepaalde meerderheid er anders over beschikt, ten aanzien van de instellingen gevestigd in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad die, wegens hun organisatie, moeten worden beschouwd uitsluitend te behoren tot de ene of de andere gemeenschap.



Art. 129 (wijziging van de terminologie)

§ 1. De Parlementen van de Vlaamse en de Franse Gemeenschap regelen, bij uitsluiting van de federale wetgever, elk voor zich, bij decreet, het gebruik van de talen voor :
1° de bestuurszaken;
2° het onderwijs in de door de overheid opgerichte, gesubsidieerde of erkende instellingen;
3° de sociale betrekkingen tussen de werkgevers en hun personeel, alsmede de door de wet en de verordeningen voorgeschreven akten en bescheiden van de ondernemingen.

§ 2. Deze decreten hebben kracht van wet, respectievelijk in het Nederlandse taalgebied en in het Franse taalgebied, uitgezonderd wat betreft :
- de gemeenten of groepen van gemeenten palend aan een ander taalgebied en waar de wet het gebruik van een andere taal dan die van het gebied waarin zij gelegen zijn, voorschrijft of toelaat. Voor deze gemeenten kan in de bepalingen betreffende het gebruik van de talen voor de aangelegenheden bedoeld in § 1 geen verandering worden aangebracht dan bij een wet aangenomen met de in artikel 4, laatste lid, bepaalde meerderheid;
- de diensten waarvan de werkkring verder reikt dan het taalgebied waarin zij gevestigd zijn;
- de door de wet aangewezen federale en internationale instellingen waarvan de werking gemeen is aan meer dan één gemeenschap.



Art. 130 (wijziging van de terminologie)

§ 1. Het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap regelt bij decreet :
1° de culturele aangelegenheden;
2° de persoonsgebonden aangelegenheden;
3° het onderwijs, binnen de grenzen bepaald in artikel 127, § 1, eerste lid, 2°;
4° de samenwerking tussen de gemeenschappen, alsmede de internationale samenwerking, daarin begrepen het sluiten van verdragen, voor de in 1°, 2° en 3° bedoelde aangelegenheden.
5° het gebruik van de talen voor het onderwijs in de door de overheid opgerichte, gesubsidieerde of erkende instellingen.

De wet stelt de in 1° en 2° vermelde culturele en persoonsgebonden aangelegenheden vast, alsook de in 4° vermelde vormen van samenwerking en de wijze waarop de verdragen worden gesloten.

§ 2. Deze decreten hebben kracht van wet in het Duitse taalgebied.



Art. 131

De wet stelt de regelen vast ter voorkoming van elke discriminatie om ideologische en filosofische redenen.



Art. 132 (wijziging van de terminologie)

Het recht van initiatief berust bij de Gemeenschapsregering en bij de leden van het Gemeenschapsparlement.



Art. 133

Alleen het decreet kan een authentieke uitlegging van de decreten geven.


Onderafdeling II
De gewestbevoegdheden
(FR - DE)
Art. 134

De wetten ter uitvoering van artikel 39 bepalen de rechtskracht van de regelen die de organen, welke zij oprichten, uitvaardigen in de aangelegenheden, welke zij aanduiden.

Zij kunnen aan deze organen de bevoegdheid toekennen om decreten met kracht van wet uit te vaardigen op het gebied en op de wijze die zij bepalen.


Onderafdeling III
Bijzondere bepalingen
(FR - DE)
Art. 135

Een wet aangenomen met de in artikel 4, laatste lid, bepaalde meerderheid wijst de overheden aan die voor het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad de bevoegdheden uitoefenen die niet zijn toegewezen aan de gemeenschappen voor de aangelegenheden bedoeld in artikel 128, § 1.



Art. 136 (wijziging van de terminologie)

Er bestaan taalgroepen in het Parlement van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, en Colleges, bevoegd voor de gemeenschapsaangelegenheden; hun samenstelling, werking, bevoegdheden en, onverminderd artikel 175, hun financiering worden geregeld door een wet, aangenomen met de in artikel 4, laatste lid, bepaalde meerderheid.

De Colleges vormen samen het Verenigd College, dat fungeert als overleg- en coördinatieorgaan tussen de beide gemeenschappen.



Art. 137 (wijziging van de terminologie)

Met het oog op de toepassing van artikel 39 kunnen het Parlement van de Vlaamse Gemeenschap en het Parlement van de Franse Gemeenschap en hun Regeringen de bevoegdheden uitoefenen van respectievelijk het Vlaamse en het Waalse Gewest, onder de voorwaarden en op de wijze die de wet bepaalt. Deze wet moet worden aangenomen met de meerderheid bepaald in artikel 4, laatste lid.



Art. 138 (wijziging van de terminologie)

Het Parlement van de Franse Gemeenschap enerzijds en het Parlement van het Waalse Gewest en de Franse taalgroep van het Parlement van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest anderzijds kunnen in onderlinge overeenstemming en elk bij decreet beslissen dat het Parlement van het Waalse Gewest en zijn Regering in het Franse taalgebied en de Franse taalgroep van het Parlement van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en zijn College in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad geheel of gedeeltelijk bevoegdheden van de Franse Gemeenschap uitoefenen.

Deze decreten worden aangenomen met een meerderheid van twee derden van de uitgebrachte stemmen in het Parlement van de Franse Gemeenschap en met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen in het Parlement van het Waalse Gewest en in de Franse taalgroep van het Parlement van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, op voorwaarde dat de meerderheid van de leden van het betrokken Parlement of de betrokken taalgroep aanwezig is. Zij kunnen de financiering van de bevoegdheden die zij aanduiden, regelen, alsook de overdracht van het personeel, de goederen, rechten en verplichtingen die erop betrekking hebben.

Deze bevoegdheden worden, naar gelang van het geval, uitgeoefend bij wege van decreten, besluiten of verordeningen.



Art. 139 (wijziging van de terminologie)

Op voorstel van hun respectieve Regeringen kunnen het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap en het Parlement van het Waalse Gewest in onderlinge overeenstemming en elk bij decreet beslissen dat het Parlement en de Regering van de Duitstalige Gemeenschap in het Duitse taalgebied geheel of gedeeltelijk bevoegdheden van het Waalse Gewest uitoefenen.

Deze bevoegdheden worden, naar gelang van het geval, uitgeoefend bij wege van decreten, besluiten of verordeningen.



Art. 140 (wijziging van de terminologie)

Het Parlement en de Regering van de Duitstalige Gemeenschap oefenen, bij wege van besluiten en verordeningen, elke andere bevoegdheid uit die de wet hun toekent.

Artikel 159 is van toepassing op deze besluiten en verordeningen.


HOOFDSTUK V
HET GRONDWETTELIJK HOF, DE VOORKOMING EN DE REGELING VAN CONFLICTEN
(FR - DE)
Afdeling I
De voorkoming van de bevoegdheidsconflicten
(FR - DE)
Art. 141

De wet stelt de procedure in om de conflicten tussen de wet, het decreet en de in artikel 134 bedoelde regelen, alsook tussen de decreten onderling, en tussen de in artikel 134 bedoelde regelen onderling te voorkomen.



Afdeling II
Het Grondwettelijk Hof
(FR - DE)
Art. 142

Er bestaat voor geheel België een Grondwettelijk Hof, waarvan de samenstelling, de bevoegdheid en de werking door de wet worden bepaald.

Dit Hof doet, bij wege van arrest, uitspraak over :
1° de in artikel 141 bedoelde conflicten;
2° de schending door een wet, een decreet of een in artikel 134 bedoelde regel, van de artikelen 10, 11 en 24;
3° de schending door een wet, een decreet of een in artikel 134 bedoelde regel, van de artikelen van de Grondwet die de wet bepaalt.

De zaak kan bij het Hof aanhangig worden gemaakt door iedere bij wet aangewezen overheid, door ieder die doet blijken van een belang of, prejudicieel, door ieder rechtscollege.

De wetten bedoeld in het eerste lid, in het tweede lid, 3°, en in het derde lid, worden aangenomen met de meerderheid bepaald in artikel 4, laatste lid.



Afdeling III
De voorkoming en de regeling van de belangenconflicten
(FR - DE)
Art. 143

§ 1. Met het oog op het vermijden van de belangenconflicten nemen de federale Staat, de gemeenschappen, de gewesten en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, in de uitoefening van hun respectieve bevoegdheden, de federale loyauteit in acht.

§ 2. De Senaat doet, bij wege van gemotiveerd advies, uitspraak over de belangenconflicten tussen de vergaderingen die wetgevend optreden bij wege van wet, decreet of de in artikel 134 bedoelde regel, onder de voorwaarden en op de wijze die een wet, aangenomen met de meerderheid bepaald in artikel 4, laatste lid, vaststelt.

§ 3. Een wet, aangenomen met de meerderheid bepaald in artikel 4, laatste lid, stelt de procedure in om de belangenconflicten tussen de federale Regering, de Gemeenschaps- en Gewestregeringen en het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschaps-commissie te voorkomen en te regelen.



Overgangsbepaling

De gewone wet van 9 augustus 1980 tot hervorming der instellingen blijft, wat de voorkoming en de regeling van de belangenconflicten betreft, van toepassing; maar zij kan slechts worden opgeheven, aangevuld, gewijzigd of vervangen door de wetten bedoeld in §§ 2 en 3.



HOOFDSTUK VI
DE RECHTERLIJKE MACHT
(FR - DE)
Art. 144

Geschillen over burgerlijke rechten behoren bij uitsluiting tot de bevoegdheid van de rechtbanken.



Art. 145

Geschillen over politieke rechten behoren tot de bevoegdheid van de rechtbanken, behoudens de bij de wet gestelde uitzonderingen.



Art. 146

Geen rechtbank, geen met eigenlijke rechtspraak belast orgaan kan worden ingesteld dan krachtens een wet. Geen buitengewone rechtbanken of commissies kunnen, onder welke benaming ook, in het leven worden geroepen.



Art. 147

Er bestaat voor geheel België een Hof van Cassatie.

Dit Hof treedt niet in de beoordeling van de zaken zelf.



Art. 148

De terechtzittingen van de rechtbanken zijn openbaar, tenzij de openbaarheid gevaar oplevert voor de orde of de goede zeden; in dat geval wordt zulks door de rechtbank bij vonnis verklaard.

Inzake politieke misdrijven en drukpersmisdrijven kan het sluiten der deuren niet dan met algemene stemmen worden uitgesproken.



Art. 149

Elk vonnis is met redenen omkleed. Het wordt in openbare terechtzitting uitgesproken.



Art. 150

De jury wordt ingesteld voor alle criminele zaken, alsmede voor politieke misdrijven en drukpersmisdrijven, behoudens voor drukpersmisdrijven die door racisme of xenofobie ingegeven zijn.



Art. 151 (wijziging van de terminologie)

§ 1. De rechters zijn onafhankelijk in de uitoefening van hun rechtsprekende bevoegdheden. Het openbaar ministerie is onafhankelijk in de individuele opsporing en vervolging onverminderd het recht van de bevoegde minister om de vervolging te bevelen en om de bindende richtlijnen van het strafrechtelijk beleid, inclusief die van het opsporings- en vervolgingsbeleid, vast te leggen.

§ 2. Er bestaat voor geheel België een Hoge Raad voor de Justitie. Bij de uitoefening van zijn bevoegdheden respecteert hij de onafhankelijkheid bedoeld in § 1.

De Hoge Raad voor de Justitie bestaat uit een Nederlandstalig en uit een Franstalig college. Elk college telt evenveel leden en is paritair samengesteld enerzijds uit rechters en ambtenaren van het openbaar ministerie die rechtstreeks verkozen worden door hun gelijken onder de voorwaarden en op de wijze bij de wet bepaald, en anderzijds uit andere leden benoemd door de Senaat met een meerderheid van twee derden van de uitgebrachte stemmen onder de voorwaarden bij de wet bepaald.

Binnen elk college is er een benoemings en aanwijzingscommissie en een advies- en onderzoekscommissie, die elk paritair zijn samengesteld overeenkomstig de bepaling van het vorige lid.

De wet bepaalt nader de samenstelling van de Hoge Raad voor de Justitie, zijn colleges en hun commissies evenals de voorwaarden waaronder en de wijze waarop zij hun bevoegdheden uitoefenen.

§ 3. De Hoge Raad voor de Justitie oefent zijn bevoegdheden uit in volgende materies :
1° de voordracht van de kandidaten voor een benoeming tot rechter, zoals bedoeld in § 4, eerste lid, of tot ambtenaar van het openbaar ministerie;
2° de voordracht van de kandidaten voor een aanwijzing in de functies bedoeld in § 5, eerste lid, en in de functies van korpschef bij het openbaar ministerie;
3° de toegang tot het ambt van rechter of van ambtenaar van het openbaar ministerie;
4° de vorming van de rechters en de ambtenaren van het openbaar ministerie;
5° het opstellen van standaardprofielen voor de aanwijzingen bedoeld in 2°;
6° het geven van adviezen en voorstellen inzake de algemene werking en de organisatie van de rechterlijke orde;
7° het algemeen toezicht op en de bevordering van het gebruik van de interne controlemiddelen;
8° met uitsluiting van enige tuchtrechtelijke en strafrechtelijke bevoegdheid :
- het ontvangen en het opvolgen van klachten inzake de werking van de rechterlijke orde;
- het instellen van een onderzoek naar de werking van de rechterlijke orde.

Onder de voorwaarden en op de wijze bepaald bij de wet, worden de bevoegdheden vermeld onder 1° tot en met 4° toegewezen aan de bevoegde benoemings- en aanwijzingscommissie en de bevoegdheden vermeld onder 5° tot en met 8° toegewezen aan de bevoegde advies- en onderzoekscommissie. De wet bepaalt in welke gevallen en op welke wijze de benoemings- en aanwijzingscommissies enerzijds, en de advies- en onderzoekscommissies anderzijds, hun bevoegdheden gezamenlijk uitoefenen.

Een wet aan te nemen met de meerderheid bepaald in artikel 4, laatste lid, bepaalt de overige bevoegdheden van deze Raad.

§ 4. De vrederechters, de rechters in de rechtbanken, de raadsheren in de hoven en in het Hof van Cassatie worden door de Koning benoemd onder de voorwaarden en op de wijze bepaald bij de wet.

Deze benoeming geschiedt op gemotiveerde voordracht van de bevoegde benoemings- en aanwijzingscommissie, bij een tweederde meerderheid overeenkomstig de modaliteiten bij de wet bepaald en na afweging van de bekwaamheid en geschiktheid. Deze voordracht kan enkel worden geweigerd op de wijze bij de wet bepaald en mits motivering.

In geval van benoeming tot raadsheer in de hoven en in het Hof van Cassatie, geven de betrokken algemene vergaderingen van deze hoven, voorafgaandelijk aan de voordracht bedoeld in het vorige lid, een gemotiveerd advies op de wijze bij de wet bepaald.

§ 5. De eerste voorzitter van het Hof van Cassatie, de eerste voorzitters van de hoven en de voorzitters van de rechtbanken worden door de Koning in deze functies aangewezen onder de voorwaarden en op de wijze bij de wet bepaald.

Deze aanwijzing geschiedt op gemotiveerde voordracht van de bevoegde benoemings- en aanwijzingscommissie, bij een tweederde meerderheid overeenkomstig de modaliteiten bij de wet bepaald en na afweging van de bekwaamheid en geschiktheid. Deze voordracht kan enkel worden geweigerd op de wijze bij de wet bepaald en mits motivering.

In geval van aanwijzing tot de functie van eerste voorzitter van het Hof van Cassatie of van eerste voorzitter van de hoven geven de betrokken algemene vergaderingen van deze hoven, voorafgaandelijk aan de voordracht bedoeld in het vorige lid, een gemotiveerd advies op de wijze bij de wet bepaald.

De voorzitter en de afdelingsvoorzitters van het Hof van Cassatie, de kamervoorzitters van de hoven en de ondervoorzitters van de rechtbanken worden door de hoven en de rechtbanken in deze functies aangewezen uit hun leden onder de voorwaarden en op de wijze bij de wet bepaald.

Onverminderd de bepalingen van artikel 152, bepaalt de wet de duur van de aanwijzingen in deze functies.

§ 6. Op de wijze bij de wet bepaald, worden de rechters, de titularissen van de functies bedoeld in § 5, vierde lid, en de ambtenaren van het openbaar ministerie onderworpen aan een evaluatie.



Overgangsbepaling

De bepalingen van de §§ 3 tot 6 treden in werking na de installatie van de Hoge Raad voor de Justitie, zoals bedoeld in § 2.

Op deze datum worden de eerste voorzitter, de voorzitter en de afdelingsvoorzitters van het Hof van Cassatie, de eerste voorzitters en de kamervoorzitters van de hoven en de voorzitters en de ondervoorzitters van de rechtbanken geacht in deze functies te zijn aangewezen voor de duur en onder de voorwaarden bij de wet bepaald en tegelijk te zijn benoemd in respectievelijk het Hof van Cassatie, het hof van beroep of het arbeidshof en de overeenkomstige rechtbank.

Tot dan blijven de hiernavolgende bepalingen van toepassing.

De vrederechters en de rechters in de rechtbanken worden rechtstreeks door de Koning benoemd.

De raadsheren in de hoven van beroep en de voorzitters en ondervoorzitters van de rechtbanken van eerste aanleg binnen hun rechtsgebied worden door de Koning benoemd uit twee lijsten van twee kandidaten, de ene door die hoven, de andere, naar gelang van het geval, door de provincieraden en het Parlement van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest voorgelegd.

De raadsheren in het Hof van Cassatie worden door de Koning benoemd uit twee lijsten van twee kandidaten, de ene door het Hof van Cassatie, de andere beurtelings door de Kamer van volksvertegenwoordigers en door de Senaat voorgelegd.

In beide gevallen mogen de op een lijst voorgedragen kandidaten ook op de andere worden voorgedragen.

Alle voordrachten worden openbaar gemaakt ten minste vijftien dagen voor de benoeming.

De hoven kiezen uit hun leden, hun voorzitters en ondervoorzitters.


Art. 152

De rechters worden voor het leven benoemd. Zij worden in ruste gesteld op de bij de wet bepaalde leeftijd en genieten het bij de wet bepaalde pensioen.

Geen rechter kan uit zijn ambt worden ontzet of worden geschorst dan door een vonnis.

De overplaatsing van een rechter kan niet geschieden dan door een nieuwe benoeming en met zijn toestemming.



Art. 153

De Koning benoemt en ontslaat de ambtenaren van het openbaar ministerie bij de hoven en rechtbanken.



Art. 154

De wedden van de leden der rechterlijke orde worden door de wet vastgesteld.



Art. 155

Geen rechter mag van een regering bezoldigde ambten aanvaarden, tenzij hij die onbezoldigd uitoefent en behoudens de gevallen van onverenigbaarheid bij de wet bepaald.



Art. 156

Er zijn in België vijf hoven van beroep :
1° dat van Brussel, waarvan het rechtsgebied de provincies Vlaams-Brabant en Waals-Brabant en het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad omvat;
2° dat van Gent, waarvan het rechtsgebied de provincies Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen omvat;
3° dat van Antwerpen, waarvan het rechtsgebied de provincies Antwerpen en Limburg omvat;
4° dat van Luik, waarvan het rechtsgebied de provincies Luik, Namen en Luxemburg omvat;
5° dat van Bergen, waarvan het rechtsgebied de provincie Henegouwen omvat.



Art. 157

Er zijn militaire gerechten wanneer de staat van oorlog bepaald in artikel 167, § 1, tweede lid, is vastgesteld. De organisatie van de militaire gerechten, hun bevoegdheid, de rechten en verplichtingen van de leden van deze gerechten, alsmede de duur van hun ambt worden bij wet geregeld.

Er zijn rechtbanken van koophandel in de plaatsen die de wet aanwijst. Zij regelt hun organisatie, hun bevoegdheid, alsmede de wijze van benoeming en de duur van het ambt van hun leden.

De wet regelt eveneens de organisatie van de arbeidsgerechten, hun bevoegdheid, de wijze van benoeming en de duur van het ambt van hun leden.

Er zijn strafuitvoeringsrechtbanken in de plaatsen die de wet aanwijst. Zij regelt hun organisatie, hun bevoegdheid, alsmede de wijze van benoeming en de duur van het ambt van hun leden.



Overgangsbepaling

Het eerste lid treedt in werking op de datum van opheffing van de wet van 15 juni 1899 houdende titel I en II van het Wetboek van strafrechtspleging voor het leger.

Tot dan blijft de hiernavolgende bepaling van toepassing :

De organisatie van de militaire rechtbanken, hun bevoegdheid, de rechten en verplichtingen van de leden van deze rechtbanken, alsmede de duur van hun ambt worden door bijzondere wetten geregeld.



Art. 158

Het Hof van Cassatie doet uitspraak over conflicten van attributie, op de wijze bij de wet geregeld.



Art. 159

De hoven en rechtbanken passen de algemene, provinciale en plaatselijke besluiten en verordeningen alleen toe in zoverre zij met de wetten overeenstemmen.



HOOFDSTUK VII
DE RAAD VAN STATE EN DE ADMINISTRATIEVE RECHTSCOLLEGES
(FR - DE)
Art. 160

Er bestaat voor geheel België een Raad van State, waarvan de samenstelling, de bevoegdheid en de werking door de wet worden bepaald. De wet kan evenwel aan de Koning de macht toekennen de rechtspleging te regelen overeenkomstig de beginselen die zij vaststelt.

De Raad van State doet bij wege van arrest uitspraak als administratief rechtscollege en geeft advies in de door de wet bepaalde gevallen.



Art. 161

Geen administratief rechtscollege kan worden ingesteld dan krachtens een wet.



HOOFDSTUK VIII
DE PROVINCIALE EN GEMEENTELIJKE INSTELLINGEN
(FR - DE)
Art. 162 (wijziging van de terminologie)

De provinciale en gemeentelijke instellingen worden bij de wet geregeld.

De wet verzekert de toepassing van de volgende beginselen :
1° de rechtstreekse verkiezing van de leden van de provincieraden en de gemeenteraden;
2° de bevoegdheid van de provincieraden en van de gemeenteraden voor alles wat van provinciaal en van gemeentelijk belang is, behoudens goedkeuring van hun handelingen in de gevallen en op de wijze bij de wet bepaald;
3° de decentralisatie van bevoegdheden naar de provinciale en gemeentelijke instellingen;
4° de openbaarheid van de vergaderingen der provincieraden en gemeenteraden binnen de bij de wet gestelde grenzen;
5° de openbaarheid van de begrotingen en van de rekeningen;
6° het optreden van de toezichthoudende overheid of van de federale wetgevende macht om te beletten dat de wet wordt geschonden of het algemeen belang geschaad.

Ter uitvoering van een wet, aangenomen met de in artikel 4, laatste lid, bepaalde meerderheid, kan de organisatie en de uitoefening van het administratief toezicht geregeld worden door de Gemeenschaps- of Gewestparlementen.

Ter uitvoering van een wet, aangenomen met de in artikel 4, laatste lid, bepaalde meerderheid, regelt het decreet of de in artikel 134 bedoelde regel de voorwaarden waaronder en de wijze waarop verscheidene provincies of verscheidene gemeenten zich met elkaar kunnen verstaan of zich kunnen verenigen. Evenwel kan aan verscheidene provincieraden of aan verscheidene gemeenteraden niet worden toegestaan samen te beraadslagen.



Art. 163

De bevoegdheden die in het Vlaamse en het Waalse Gewest worden uitgeoefend door verkozen provinciale organen, worden in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad uitgeoefend door de Vlaamse en de Franse Gemeenschap en door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, elk voor wat betreft de aangelegenheden die krachtens de artikelen 127 en 128 tot hun bevoegdheid behoren, en door het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest voor wat de andere aangelegenheden betreft.

Evenwel stelt een wet, aangenomen met de meerderheid bepaald in artikel 4, laatste lid, de nadere regelen vast volgens welke het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest of elke instelling waarvan het de leden benoemt, de in het eerste lid bedoelde bevoegdheden uitoefent die geen in artikel 39 bedoelde aangelegenheden betreffen. Een wet aangenomen met dezelfde meerderheid stelt de nadere regelen vast voor de toewijzing aan de in artikel 136 bedoelde instellingen van bepaalde of van alle in het eerste lid bedoelde bevoegdheden die in de artikelen 127 en 128 bedoelde aangelegenheden betreffen.



Art. 164

Het opmaken van de akten van de burgerlijke stand en het houden van de registers behoren bij uitsluiting tot de bevoegdheid van de gemeentelijke overheid.



Art. 165

§ 1. De wet richt agglomeraties en federaties van gemeenten op. Zij bepaalt hun organisatie en hun bevoegdheid en verzekert daarbij de toepassing van de beginselen vermeld in artikel 162.

Elke agglomeratie en elke federatie heeft een raad en een uitvoerend college.

De voorzitter van het uitvoerend college wordt door de raad uit zijn leden verkozen; zijn verkiezing wordt door de Koning bekrachtigd; de wet bepaalt zijn statuut.

De artikelen 159 en 190 zijn toepasselijk op de besluiten en verordeningen van de agglomeraties en van de federaties van gemeenten.

De grenzen van de agglomeraties en van de federaties van gemeenten kunnen niet worden veranderd of gecorrigeerd dan krachtens een wet.

§ 2. De wet richt het orgaan op waarin elke agglomeratie en de dichtstbijgelegen federaties van gemeenten, onder de voorwaarden en op de wijze die zij bepaalt, overleg plegen voor het onderzoek van de gemeenschappelijke problemen met technisch karakter die tot hun respectieve bevoegdheid behoren.

§ 3. Verscheidene federaties van gemeenten mogen zich met elkaar of met een of meer agglomeraties verstaan of zich verenigen, onder de voorwaarden en op de wijze door de wet te bepalen, om zaken die tot hun bevoegdheid behoren gemeenschappelijk te regelen en te beheren. Het is hun raden niet toegestaan samen te beraadslagen.



Art. 166 (wijziging van de terminologie)

§ 1. Artikel 165 is van toepassing op de agglomeratie waartoe de hoofdstad van het Rijk behoort, behoudens het hierna bepaalde.

§ 2. De bevoegdheden van de agglomeratie waartoe de hoofdstad van het Rijk behoort, worden, op de wijze bepaald door een wet aangenomen met de in artikel 4, laatste lid, bepaalde meerderheid, uitgeoefend door de krachtens artikel 39 opgerichte organen van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.

§ 3. De organen, bedoeld in artikel 136 :
1° hebben, elk voor hun gemeenschap, dezelfde bevoegdheden als de andere inrichtende machten inzake culturele aangelegenheden, onderwijs en persoonsgebonden aangelegenheden;
2° oefenen, elk voor hun gemeenschap, de bevoegdheden uit die hun worden opgedragen door de Parlementen van de Vlaamse en de Franse Gemeenschap;
3° regelen samen de in 1° bedoelde aangelegenheden van gemeenschappelijk belang.



--------------------------------------------------------------------------------

TITEL IV
DE BUITENLANDSE BETREKKINGEN
(FR - DE)
Art. 167 (wijziging van de terminologie)

§ 1. De Koning heeft de leiding van de buitenlandse betrekkingen, onverminderd de bevoegdheid van de gemeenschappen en de gewesten om de internationale samenwerking te regelen, met inbegrip van het sluiten van verdragen, voor de aangelegenheden waarvoor zij door of krachtens de Grondwet bevoegd zijn.

De Koning voert het bevel over de krijgsmacht, stelt de staat van oorlog vast alsook het einde van de vijandelijkheden. Hij geeft daarvan kennis aan de Kamers, zodra het belang en de veiligheid van de Staat het toelaten, onder toevoeging van de passende mededelingen.

Geen afstand, geen ruil, geen toevoeging van grondgebied kan plaatshebben dan krachtens een wet.

§ 2 De Koning sluit de verdragen, met uitzondering van die welke betrekking hebben op de aangelegenheden bedoeld in § 3. Deze verdragen hebben eerst gevolg nadat zij de instemming van de Kamers hebben verkregen.

§ 3. De in artikel 121 bedoelde Gemeenschaps- en Gewestregeringen sluiten, ieder wat haar betreft, de verdragen die betrekking hebben op de aangelegenheden waarvoor hun Parlement bevoegd is. Deze verdragen hebben eerst gevolg nadat zij de instemming van het Parlement hebben verkregen.

§ 4. Een wet aangenomen met de in artikel 4, laatste lid, bepaalde meerderheid, stelt de nadere regelen vast voor het sluiten van de verdragen bedoeld in § 3 en van de verdragen die niet uitsluitend betrekking hebben op de aangelegenheden waarvoor de gemeenschappen of de gewesten door of krachtens de Grondwet bevoegd zijn.

§ 5. De Koning kan de verdragen die voor 18 mei 1993 gesloten werden en betrekking hebben op de in § 3 bedoelde aangelegenheden, opzeggen in overeenstemming met de betrokken Gemeenschaps- en Gewestregeringen.

De Koning zegt deze verdragen op indien de betrokken Gemeenschaps- en Gewestregeringen hem daarom verzoeken. Een wet aangenomen met de in artikel 4, laatste lid, bepaalde meerderheid regelt de procedure bij gebreke van overeenstemming tussen de betrokken Gemeenschaps- en Gewestregeringen.



Art. 168

Van bij het begin der onderhandelingen over elke herziening van de verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen en van de verdragen en akten waarbij deze verdragen zijn gewijzigd of aangevuld, worden de Kamers daarover geïnformeerd. Zij krijgen kennis van het verdragsontwerp vóór de ondertekening ervan.



Art. 169

Om de naleving van internationale of supranationale verplichtingen te verzekeren, kunnen de in de artikelen 36 en 37 bedoelde machten, mits de door de wet bepaalde voorwaarden worden nageleefd, tijdelijk in de plaats treden van de in de artikelen 115 en 121 bedoelde organen. Deze wet moet worden aangenomen met de in artikel 4, laatste lid, bepaalde meerderheid.



--------------------------------------------------------------------------------

TITEL V
DE FINANCIËN
(FR - DE)
Art. 170

§ 1. Geen belasting ten behoeve van de Staat kan worden ingevoerd dan door een wet.

§ 2. Geen belasting ten behoeve van de gemeenschap of het gewest kan worden ingevoerd dan door een decreet of een in artikel 134 bedoelde regel.

De wet bepaalt ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde belastingen, de uitzonderingen waarvan de noodzakelijkheid blijkt.

§ 3. Geen last of belasting kan door de provincie worden ingevoerd dan door een beslissing van haar raad.

De wet bepaalt ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde belastingen, de uitzonderingen waarvan de noodzakelijkheid blijkt.

De wet kan de in het eerste lid bedoelde belastingen geheel of gedeeltelijk afschaffen.

§ 4. Geen last of belasting kan door de agglomeratie, de federatie van gemeenten en de gemeente worden ingevoerd dan door een beslissing van hun raad.

De wet bepaalt ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde belastingen, de uitzonderingen waarvan de noodzakelijkheid blijkt.



Art. 171

Over de belastingen ten behoeve van de Staat, de gemeenschap en het gewest wordt jaarlijks gestemd.

De regelen die ze invoeren, zijn slechts voor een jaar van kracht indien zij niet worden vernieuwd.



Art. 172

Inzake belastingen kunnen geen voorrechten worden ingevoerd.

Geen vrijstelling of vermindering van belasting kan worden ingevoerd dan door een wet.



Art. 173

Behalve voor de provincies, de polders en wateringen en de gevallen uitdrukkelijk uitgezonderd door de wet, het decreet en de regelen bedoeld in artikel 134, kan van de burgers geen retributie worden gevorderd dan alleen als belasting ten behoeve van de Staat, de gemeenschap, het gewest, de agglomeratie, de federatie van gemeenten of de gemeente.



Art. 174

Elk jaar wordt door de Kamer van volksvertegenwoordigers de eindrekening vastgesteld en de begroting goedgekeurd. Evenwel stellen elk jaar de Kamer van volksvertegenwoordigers en de Senaat, ieder wat hem betreft, de dotatie voor hun werking vast.

Alle staatsontvangsten en -uitgaven moeten op de begroting en in de rekeningen worden gebracht.



Art. 175 (wijziging van de terminologie)

Een wet aangenomen met de in artikel 4, laatste lid, bepaalde meerderheid stelt het financieringsstelsel voor de Vlaamse en de Franse Gemeenschap vast.

De Parlementen van de Vlaamse en de Franse Gemeenschap regelen, elk voor zich, de bestemming van hun ontvangsten bij decreet.



Art. 176 (wijziging van de terminologie)

Een wet stelt het financieringsstelsel voor de Duitstalige Gemeenschap vast.

Het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap regelt de bestemming van de ontvangsten bij decreet.



Art. 177 (wijziging van de terminologie)

Een wet aangenomen met de in artikel 4, laatste lid, bepaalde meerderheid stelt het financieringsstelsel vast voor de gewesten.

De Gewestparlementen regelen, elk voor zich, de bestemming van hun ontvangsten bij de in artikel 134 bedoelde regelen.



Art. 178 (wijziging van de terminologie)

Onder de voorwaarden en op de wijze die de wet, aangenomen met de meerderheid bepaald in artikel 4, laatste lid, bepaalt, draagt het Parlement van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, bij de in artikel 134 bedoelde regel, financiële middelen over aan de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en aan de Vlaamse en de Franse Gemeenschapscommissies.



Art. 179

Geen pensioen, geen gratificatie ten laste van de staatskas kan worden toegekend dan krachtens een wet.



Art. 180

De leden van het Rekenhof worden door de Kamer van volksvertegenwoordigers benoemd, voor de tijd bij de wet bepaald.

Dit Hof is belast met het nazien en het verevenen der rekeningen van het algemeen bestuur en van allen die tegenover de staatskas rekenplichtig zijn. Het waakt ervoor dat geen artikel van de uitgaven der begroting wordt overschreden en dat geen overschrijving plaatsheeft. Het Hof oefent tevens algemeen toezicht uit op de verrichtingen met betrekking tot de vaststelling en de invordering van de door de Staat verkregen rechten, met inbegrip van de fiscale ontvangsten. Het stelt de rekeningen der verschillende besturen van de Staat vast en is ermee belast te dien einde alle nodige inlichtingen en bewijsstukken te verzamelen. De algemene staatsrekening wordt aan de Kamer van volksvertegenwoordigers onderworpen met de opmerkingen van het Rekenhof.

Dit Hof wordt door de wet georganiseerd.



Art. 181

§ 1. De wedden en pensioenen van de bedienaren der erediensten komen ten laste van de Staat; de daartoe vereiste bedragen worden jaarlijks op de begroting uitgetrokken.

§ 2. De wedden en pensioenen van de afgevaardigden van de door de wet erkende organisaties die morele diensten verlenen op basis van een niet-confessionele levensbeschouwing, komen ten laste van de Staat; de daartoe vereiste bedragen worden jaarlijks op de begroting uitgetrokken.



--------------------------------------------------------------------------------

TITEL VI
DE GEWAPENDE MACHT
(FR - DE)
Art. 182

De wet bepaalt op welke wijze het leger wordt aangeworven. Zij regelt eveneens de bevordering, de rechten en de verplichtingen van de militairen.



Art. 183

Het legercontingent wordt jaarlijks goedgekeurd. De wet die het vaststelt, is slechts voor een jaar van kracht, indien zij niet wordt vernieuwd.



Art. 184

De organisatie en de bevoegdheid van de geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, worden bij de wet geregeld. De essentiële elementen van het statuut van de personeelsleden van de geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, worden bij de wet geregeld.



Overgangsbepaling

De Koning kan echter de essentiële elementen van het statuut van de personeelsleden van de geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, vaststellen en uitvoeren, voor zover het besluit, met betrekking tot die elementen, bekrachtigd wordt bij de wet vóór 30 april 2002.


Art. 185

Vreemde troepen mogen niet dan krachtens een wet tot de dienst van de Staat worden toegelaten, het grondgebied bezetten of er doorheen trekken.



Art. 186

Militairen kunnen niet van hun graden, ererechten en pensioenen worden ontzet dan op de wijze bij de wet bepaald.



--------------------------------------------------------------------------------

TITEL VII
ALGEMENE BEPALINGEN
(FR - DE)
Art. 187

De Grondwet kan noch geheel, noch ten dele worden geschorst.



Art. 188

Met ingang van de dag waarop de Grondwet uitvoerbaar wordt, zijn alle daarmee strijdige wetten, decreten, besluiten, reglementen en andere akten opgeheven.



Art. 189

De tekst van de Grondwet is in het Nederlands, in het Frans en in het Duits gesteld.



Art. 190

Geen wet, geen besluit of verordening van algemeen, provinciaal of gemeentelijk bestuur is verbindend dan na te zijn bekendgemaakt in de vorm bij de wet bepaald.



Art. 191

Iedere vreemdeling die zich op het grondgebied van België bevindt, geniet de bescherming verleend aan personen en aan goederen, behoudens de bij de wet gestelde uitzonderingen.



Art. 192

Geen eed kan worden opgelegd dan krachtens de wet. Deze stelt de formule vast.



Art. 193

De Belgische Natie kiest als kleuren rood, geel en zwart, en als rijkswapen de Belgische Leeuw met de kenspreuk EENDRACHT MAAKT MACHT.



Art. 194

De stad Brussel is de hoofdstad van België en de zetel van de federale Regering.



--------------------------------------------------------------------------------

TITEL VIII
DE HERZIENING VAN DE GRONDWET
(FR - DE)
Art. 195

De federale wetgevende macht heeft het recht te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van zodanige grondwettelijke bepaling als zij aanwijst.

Na deze verklaring zijn beide Kamers van rechtswege ontbonden.

Twee nieuwe Kamers worden overeenkomstig artikel 46 bijeengeroepen.

Deze Kamers beslissen, in overeenstemming met de Koning, over de punten die aan herziening zijn onderworpen.

In dit geval mogen de Kamers niet beraadslagen wanneer niet ten minste twee derden van de leden waaruit elke Kamer bestaat, aanwezig zijn; en een verandering is alleen dan aangenomen, indien zij ten minste twee derden van de stemmen heeft verkregen.



Art. 196

Er mag geen herziening van de Grondwet worden ingezet of voortgezet in oorlogstijd of wanneer de Kamers verhinderd zijn vrij bijeen te komen op het federale grondgebied.



Art. 197

Tijdens een regentschap mag in de Grondwet geen verandering worden aangebracht wat betreft de grondwettelijke macht van de Koning en de artikelen 85 tot 88, 91 tot 95, 106 en 197 van de Grondwet.



Art. 198

In overeenstemming met de Koning kunnen de grondwetgevende Kamers de nummering van de artikelen en de onderverdelingen van artikelen van de Grondwet, evenals de onderverdeling van de Grondwet in titels, hoofdstukken en afdelingen aanpassen, de terminologie van de niet aan herziening onderworpen bepalingen wijzigen om deze in overeenstemming te brengen met de terminologie van de nieuwe bepalingen en de Nederlandse, de Franse en de Duitse tekst van de Grondwet met elkaar in overeenstemming brengen.

In dit geval mogen de Kamers niet beraadslagen wanneer niet ten minste twee derden van de leden waaruit elke Kamer bestaat, aanwezig zijn; en de veranderingen zijn alleen dan aangenomen, indien het geheel van de wijzigingen ten minste twee derden van de stemmen heeft verkregen.



--------------------------------------------------------------------------------

TITEL IX
INWERKINGTREDING EN OVERGANGSBEPALINGEN
(FR - DE)
(wijziging van de terminologie)

I. - De bepalingen van artikel 85 zullen voor het eerst toepassing vinden op de nakomelingschap van Z.K.H. Prins Albert, Felix, Humbert, Theodoor, Christiaan, Eugène, Marie, Prins van Luik, Prins van België, met dien verstande dat het huwelijk van H.K.H. Prinses Astrid, Josephine, Charlotte, Fabrizia, Elisabeth, Paola, Marie, Prinses van België, met Lorenz, Aartshertog van Oostenrijk-Este, geacht wordt de in artikel 85, tweede lid, bedoelde toestemming te hebben verkregen.

Tot dan blijven de hiernavolgende bepalingen van toepassing.

De grondwettelijke macht van de Koning gaat bij erfopvolging over op de natuurlijke en wettige nakomelingschap, in de rechte lijn, van Z.M. Leopold, Joris, Christiaan, Frederik van Saksen-Coburg, van man op man, volgens eerstgeboorterecht en met altijddurende uitsluiting van de vrouwen en van hun nakomelingschap.

De prins die huwt zonder toestemming van de Koning of van hen die, bij gebreke van de Koning, zijn macht uitoefenen in de bij de Grondwet bepaalde gevallen, verliest zijn recht op de kroon.

Hij kan echter in zijn recht worden hersteld door de Koning of door hen die, bij gebreke van de Koning, zijn macht uitoefenen in de bij de Grondwet bepaalde gevallen, doch alleen met instemming van beide Kamers.

II. - (opgeheven op 6 december 2005)

III. - Artikel 125 is van toepassing op de feiten gepleegd na 8 mei 1993.

IV. - De eerstkomende verkiezingen van de Parlementen, overeenkomstig de artikelen 115, § 2, 116, § 2, 118 en 119, met uitzondering van artikel 117, vinden plaats op dezelfde dag als de eerstkomende algemene verkiezingen van de Kamer van volksvertegenwoordigers. De daaropvolgende verkiezingen van de Parlementen, overeenkomstig de artikelen 115, § 2, 116, § 2, 118 en 119, vinden plaats op dezelfde dag als de tweede verkiezingen van het Europese Parlement, volgend op de inwerkingtreding van de artikelen 115, § 2, 118, 120, 121, § 2, 123 en 124.

Tot de eerstkomende verkiezingen van de Kamer van volksvertegenwoordigers zijn de artikelen 116, § 2, 117 en 119, niet van toepassing.

V. - (opgeheven op 6 december 2005)

VI. - § 1. (opgeheven op 6 december 2005)

§ 2. (opgeheven op 6 december 2005)

§ 3. De personeelsleden en het patrimonium van de provincie Brabant worden verdeeld tussen de provincie Vlaams-Brabant, de provincie Waals-Brabant, het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, de in de artikelen 135 en 136 bedoelde overheden en instellingen, evenals de federale overheid, op de wijze bepaald door een wet aangenomen met de in artikel 4, laatste lid, bepaalde meerderheid.

Na de eerstvolgende vernieuwing van de provincieraden en tot op het tijdstip van hun verdeling worden het gemeenschappelijk gebleven personeel en patrimonium gezamenlijk beheerd door de provincie Vlaams-Brabant, de provincie Waals-Brabant en de in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad bevoegde overheden.

§ 4. (opgeheven op 6 december 2005)

§ 5. (opgeheven op 6 december 2005)

Knipp
12 mei 2009, 11:47
Lijkt me nochtans boeiender dan een Nietzsche ofzo de bewonderen ;-)

Eerlijk gezegd, ik heb het zo'n beetje gehad met de banaliteit van dit forum.

Ik denk da'k maar es een tijdje terug verdwijn.

Kwissen de dag rond, vier jaar lang het nieuws van de dag verlimericken, tetten en tenen posten.

Have your fun.

Ik ga de mijne elders zoeken.

Flanelcondoom
12 mei 2009, 11:48
Eerlijk gezegd, ik heb het zo'n beetje gehad met de banaliteit van dit forum.

Ik denk da'k maar es een tijdje terug verdwijn.

Niet opgeven. Er zijn hier ook mensen, naast de kastelozen, de kleinburgers en anderen.

Pieke
12 mei 2009, 11:52
zeg niet dat ik je niet gewaarschuwd heb

knipp, kies uw battles wise, en in het juiste subforum ;-)

en ik stel me kandidaat, altijd al ne 1:1 willen doen met een creationiste

Dronkoers
12 mei 2009, 11:53
Eerlijk gezegd, ik heb het zo'n beetje gehad met de banaliteit van dit forum.

Ik denk da'k maar es een tijdje terug verdwijn.

Kwissen de dag rond, vier jaar lang het nieuws van de dag verlimericken, tetten en tenen posten.

Have your fun.

Ik ga de mijne elders zoeken.

Ge kunt ook gewoon buiten k&k gaan ;-)

Flanelcondoom
12 mei 2009, 11:54
Ge kunt ook gewoon buiten k&k gaan ;-)

Het is daar even erg, alleen doen jullie tenminste niet alsof jullie over serieuze onderwerpen praten.

Flanelcondoom
12 mei 2009, 11:54
zeg niet dat ik je niet gewaarschuwd heb

knipp, kies uw battles wise, en in het juiste subforum ;-)

en ik stel me kandidaat, altijd al ne 1:1 willen doen met een creationiste

Averroes is terug.

Of daag Uh-huh uit. Ik heb haar ook uitgedaagd, ik wil de vloer eens boenen met haar cargo cult.

Knipp
13 mei 2009, 01:38
Niet opgeven. Er zijn hier ook mensen, naast de kastelozen, de kleinburgers en anderen.

Ik verdraag deze omgeving zeer slecht wanneer ik na een paar geïnspireerde weken weer de begane grond raak.

Ik heb dan Mozart nodig. Of iets van die orde.

Zelfs de quiz, die hier al maanden m'n zuurstoffles is, bood vandaag niet de minste troost.

Flanelcondoom
13 mei 2009, 01:50
Ik verdraag deze omgeving zeer slecht wanneer ik na een paar geïnspireerde weken weer de begane grond raak.

Ik heb dan Mozart nodig. Of iets van die orde.

Zelfs de quiz, die hier al maanden m'n zuurstoffles is, bood vandaag niet de minste troost.

Wat liet je deze rock bottom raken?

Factoren op dit forum?