Karel Hendrik
24 mei 2004, 22:12
Als premier was u (mede-)verantwoordelijk voor de herziening van art. 8 van de Grondwet. (wet van 11.12.1998).De door u gebruikte techniek had voor gevolg dat er geen tweederde meerderheid bestond om het migrantenstemrecht in te voeren, meerderheid die noodzakelijk is om de Grondwet te wijzigen. Er was wel duidelijk in 1998 een 2/3 meerderheid om dat niet te doen voor 1.1.2001 zoals blijkt uit de overgangsbepaling.
In 1921 werd de mogelijkheid van het vrouwenstemrecht in de Grondwet ingeschreven maar toen werd terecht voorzien dat de wet die daar uitvoering moest aan geven met een tweederde meerderheid diende tot stand te komen. Intussen kent men in het grondwettelijk recht de techniek van de bijzondere meerderheid van art.4 maar ook deze mogelijkheid werd niet gebruikt om een latere invoering van het migrantenstemrecht op een grondwettelijk verantwoorde manier in te voeren.
U bent dus rechtsreeks verantwoordelijk voor het migrantenstemrecht dat zonder de tweederde meerderheid tot stand is gekomen.
In 1921 werd de mogelijkheid van het vrouwenstemrecht in de Grondwet ingeschreven maar toen werd terecht voorzien dat de wet die daar uitvoering moest aan geven met een tweederde meerderheid diende tot stand te komen. Intussen kent men in het grondwettelijk recht de techniek van de bijzondere meerderheid van art.4 maar ook deze mogelijkheid werd niet gebruikt om een latere invoering van het migrantenstemrecht op een grondwettelijk verantwoorde manier in te voeren.
U bent dus rechtsreeks verantwoordelijk voor het migrantenstemrecht dat zonder de tweederde meerderheid tot stand is gekomen.