PDA

View Full Version : Islam in strijd met Universele Verklaring Rechten v/d Mens ?


Darwin
4 september 2002, 21:59
Via de discussies onder het topic "godsdienst" werden enkele uiterst merkwaardige kenmerken van de Islam aan het licht gebracht.

Uit het vergelijkend onderzoek van Jos Verhulst onthouden we vooral het volgende :


OPROEPEN TOT GEWELD IN EVANGELIE EN KORAAN


De Koraan bevat, in tegenstelling tot het Nieuw Testament, wel degelijk een reeks ondubbelzinnige oproepen om te pijnigen, te vervolgen of te doden.

-----------------
a) Oproep tot het doden van vijanden en tegenstanders

[2.190] En strijdt voor de zaak van Allah tegen degenen, die tegen u strijden, maar overschrijdt de grens niet. Voorzeker, Allah heeft de overtreders niet lief.

[2.191] En *doodt* hen, waar gij hen ook ontmoet en drijft hen uit, vanwaar zij u hebben uitgedreven; want vervolging is erger dan doden. En bevecht hen niet nabij de heilige Moskee, voordat zij u daarin bevechten. Maar indien zij u bevechten, bevecht hen dan - zo is de vergelding voor de ongelovigen.

[2.192] Maar als zij ophouden, dan is Allah zeker Vergevensgezind, Genadevol.

[2.193] En *bestrijdt* hen, totdat er geen vervolging meer is en de godsdienst alleen voor Allah wordt. Maar indien zij (met strijden) ophouden, dan is er geen vijandelijkheid meer toegestaan, behalve tegen de onrechtvaardigen.

==> In deze passage vindt men een oproep om te doden, en een oproep om te bestrijden tot de godsdienst alleen voor Allah wordt.

[5.33] *De vergelding* dergenen die oorlog tegen Allah en Zijn boodschappers voeren en er naar streven wanorde in het land te scheppen, *is* slechts dat zij gedood of gekruisigd worden, of dat hun handen en hun voeten de ene rechts en de andere links, worden afgesneden, of dat zij het land worden uitgezet. Dat zal voor hen een schande in deze wereld zijn en in het Hiernamaals zullen zij een grote straf ontvangen.

[5.34] Dit, met uitzondering van hen die berouw tonen, voordat gij hen in uw macht hebt. Weet derhalve, dat Allah Vergevensgezind, Genadevol is.

==> Gevangen oorlogstegenstanders moeten gedood, gekruisigd, aan handen en voeten geamputeerd of verbannen worden.



b ) Oproepen tot bestrijden, afpersen of doden van andersdenkenden

[9.5] Wanneer de heilige maanden voorbij zijn, *doodt* dan de afgodendienaren waar gij hen ook vindt en grijpt hen en belegert hen en loert op hen uit elke hinderlaag. Maar als zij berouw hebben en het gebed houden en de Zakaat betalen, laat hun weg dan vrij. Voorzeker, Allah is Vergevensgezind, Genadevol.

==> In dit vers wordt opgeroepen om de afgodendienaren te doden, tenzij ze zich onderwerpen en betalen.

------------------
[9.29] *Bestrijdt* diegenen onder de mensen van het Boek, die in Allah noch in de laatste Dag geloven, noch voor onwettig houden wat Allah en Zijn boodschapper voor onwettig hebben verklaard, noch de ware godsdienst belijden totdat zij de belasting met eigen hand betalen, terwijl zij onderdanig zijn.

==> In dit vers wordt opgeroepen om de ‘mensen van het Boek’ (Joden en Christenen) te bestrijden tot ze betalen en onderdanig zijn.


[9.123] O, gij die gelooft, *bestrijdt* de ongelovigen die in uw nabijheid zijn en laat hen hardheid in u vinden en weet, dat Allah met de godvruchtigen is.

==> Dit vers roept op om de ongelovigen in de buurt te bestrijden.


----------------
c) Oproep tot het mishandelen of doden van overspeligen

[4.15] En voor degenen uwer vrouwen, die zich aan ontucht schuldig maken, roept vier uwer als getuigen tegen haar en als zij getuigen, *sluit* haar dan in de huizen op, totdat de dood haar achterhaalt, of totdat Allah haar een weg opent.

==> Vrouwen waarvan de ontucht door getuigen is aangetoond, moeten worden opgesloten tot ze sterven (tenzij Allah ingrijpt).

Een vers over hetzelfde onderwerp uit de 24ste Soera:

[24.2] *Geselt* iedere echtbreekster en echtbreker met honderd slagen. En laat medelijden met hen u van de gehoorzaamheid aan Allah niet afhouden indien gij in Allah en de Laatste Dag gelooft. En laat een groepgelovigen getuige zijn van hun bestraffing.

==> Overspeligen moeten in het publiek en zonder medelijden worden geslagen.


-------------
d) Oproep tot het mishandelen van vrouwen.

[4.34] Mannen zijn voogden over de vrouwen omdat Allah de enen boven de anderen heeft doen uitmunten en omdat zij van hun rijkdommen besteden. Deugdzame vrouwen zijn dus zij, die gehoorzaam zijn en heimelijk bewaren, hetgeen Allah onder haar hoede heeft gesteld. En degenen, van wie gij ongehoorzaamheid vreest, wijst haar terecht en laat haar in haar bedden alleen en *tuchtigt* haar. Als zij u dan daarna gehoorzamen, zoekt geen weg tegen haar. Waarlijk, Allah is Verheven, Groot.

==> Vrouwen die eventueel ongehoorzaam zouden kunnen zijn, moeten worden getuchtigd.



Hierbij moet goed in gedachten gehouden worden dat Mohammed steeds heeft gesteld dat wat hij in de verzen verkondigde hem rechtstreeks door God werd ingegeven; dat deze verzen maw letterlijk het woord van God zijn. En daar God onfeilbaar is zijn deze verzen dus ook voor eeuwig van toepassing en kunnen ze niet in twijfel getrokken worden.

Vandaar dat het gerechtvaardigd is om los van godsdienst in het algemeen deze vraag specifiek met betrekking tot de Islam te stellen :

Is de Islam wel/niet in strijd met de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens?

:!:

S.
5 september 2002, 09:23
Bovenal bemin één God,
zweer niet, ijdel, vloek, noch spot,
vader, moeder zult gij eren,....

Dit zijn woorden die Mozes volgens het OT rechtstreeks van God heeft gekregen.

Ik ken zéér weinig van godsdiensten, maar we hebben het hier over mensenrechten. Het bovenstaande citaatje, is strijdig met het EVRM en de Grondwet (vrijheid van godsdienst, vrijheid van spreken, vrijheid van handelen,...). Moest het parlement een wet stemmen met de volgende inhoud, werd hij binnen de korste keren vernietigd door het arbitragehof.

Punt is, alle godsdiensten roepen op om vanalles te doen. Wij leven in een samenleving waar je daar niet moet, maar wel naar mag naar luisteren.

Moest de bijbel het wetboek zijn, was dat tegen de mensenrechten. Als men in delen van Nigeria de sharia gebruikt, is het niet meer dan logisch dat het ook strijdig is met de mensenrechten.

de moralist
7 september 2002, 13:59
De Bijbel,de Koran of ander godsdienst geschriften zijn produkten van mensen die al of niet beinvloedt waren door omstandigheden.Toen men ze schreef waren ze ook tijdsgebonden en heersten er andere morale waarden. Tegenwoordig zijn deze in strijd met de Universele Verklaring en kunnen niet van toepassing zijn(voor diegenen die in deze geschriften geloven).Het ware beter om,in het belang van de mens en de vrede,deze geschriften worden aangepast aan de huidige tijd.

Darwin
8 september 2002, 11:55
De Bijbel,de Koran of ander godsdienst geschriften zijn produkten van mensen die al of niet beinvloedt waren door omstandigheden.Toen men ze schreef waren ze ook tijdsgebonden en heersten er andere morale waarden. Tegenwoordig zijn deze in strijd met de Universele Verklaring en kunnen niet van toepassing zijn(voor diegenen die in deze geschriften geloven).Het ware beter om,in het belang van de mens en de vrede,deze geschriften worden aangepast aan de huidige tijd.
Zou het inderdaad niet stilaan tijd worden voor een UNO-Wereldconferentie over godsdienst, religie en wereldbeschouwingen ?

Vandaag vormt godsdienst vooral een hinderpaal voor de ontwikkeling van landen (islamitische landen), de emancipatie van bevolkingsgroepen (kaste-systeem in India) en zorgt vooral voor tegenstellingen en spanningen tussen landen (islam versus westen) en binnen landen (moslims in Europa).

In een stilaan eengemaakte wereld kan het toch niet dat verschillende "waarheden" en waarden en normen naast elkaar bestaan en voor meer problemen dan voor verrijking zorgen?

Darwin
14 september 2002, 16:01
Op de site van Pater Leman van het Centrum voor gelijke kansen en voor racismebestrijding http://www.antiracisme.be

vinden we onder het hoofdstuk http://www.agenda-respect.be

de volgende link : http://www.antiracisme.be/respect/teksten/resp-txt-islam_1.htm


De tekst hieronder komt dus van een toch wel heel onverdachte bron. Lees de tekst, vergelijk hem met wat eerder op dit forum al over de islam gezegd is, en trek uw conclusies.





DE ISLAM

1. Voorwoord

Een objectief beeld schetsen van de islam of van een andere wereldreligie is niet zo eenvoudig.
Godsdienst is immers geen zaak die van buitenaf objectief belicht kan worden; het gaat om méér dan een aantal richtlijnen of ge/verboden, het gaat ook om de geloofsbeleving, die voor velen een diep-menselijke relatie is.

Wat de islam betreft hebben wij ook bepaalde weerstanden te overwinnen om tot een onbevooroordeelde benadering te komen:

- de geschiedkundige vete tussen islam en christendom (kruistochten, heilige oorlogen, koloniale overheersing)

- het vaak negatieve beeld dat we van de islam uit het onderwijs hebben overgehouden ...

- de benadering door de (westerse) media van bepaalde aspecten in de islam (polygamie, positie van de vrouw)

- de veelheid aan strekkingen en groeperingen binnen de islam.

2. Terminologie

- Islam betekent "overgave", "toewijding aan God". Het omvat méér dan het aanvaarden van Gods gezag en wet, het is de volledige toewijding van zichzelf aan God.

- Moslim is afgeleid van de term "islam" en betekent: diegene die zich op God verlaat/aan God overgegeven heeft.

- Muzelman is eveneens een variante die dezelfde betekenis heeft.

- Mohammedaan (d.w.z. volgeling van Mohammed) is een naam die door de christenen aan de moslims werd gegeven, zoals ook de naam "christen" volgeling van Christus betekent.
De moslims wijzen de naam "Mohammedaan" af. Voor hen is Mohammed wel de grootste en laatste profeet, doch zij bekennen geen persoonlijke verhouding tot hem.
De term "moslim" is dus veruit te verkiezen boven de onjuiste term "Mohammedaan".


3. Het ontstaan van de islam

3.1 De pre-islamitische situatie

Het Arabisch Schiereiland was zo'n 2,6 miljoen km2 groot (85 x België) en is in hoofdzaak een onmetelijk stuk dor woestijngebied. Het lag ten zuiden van de Antieke Wereld (Griekenland-Rome) en was tot dusver erg weinig beïnvloed door de Griekse, de Romeinse of de Christelijke wereld. Ook bij de verkondiging van het christelijk geloof was het woestijnschiereiland Arabië grotendeels ongemoeid gelaten, met uitzondering van de zuidelijke kuststrook (Jemen), waar de permanent gevestigde bevolking wel groepjes christenen telde.
De centrale woestijn van het schiereiland werd slechts doorkruist door handelskaravanen en nomadenstammen die hun veestapel (schapen en kamelen) van oase naar oase dreven. De stammen hadden eigen organisatievormen en vereerden natuurelementen en hemellichamen, hadden hun eigen stamgoden. Langs de karavaanwegen waren de oases nederzettingen met belangrijke handelsknooppunten.
De koopmansgeest die er heerste, bracht een grote tolerantie met zich mee op religieus gebied en een gastvrijheid voor alle mogelijke godsdiensten en sekten. Zo vindt men onder andere in Mekka het heiligdom "de KAABA", een vierkante tempel van 10 op 12 meter en 6 meter hoog. In die tempel waren talrijke afgodsbeelden en werden de oude Arabische stamgoden vereerd. Zo werden er onder meer, naast vele vreemde goden en godinnen, ook de oppergod Allah en zijn drie dochters vereerd.


3.2. Het leven van Mohammed (570 tot 632)

Gegevens over het leven van Mohammed werden pas rond 760 (dit is 130 jaar na Mohammeds dood) door Ibn Ishâq samengebracht en op schrift gesteld. De gegevens zijn dus eerst door de moslimoverleveringen bewaard gebleven. Zoals met alle overleveringen is de grens tussen waarheid en legende vaak moeilijk te trekken.
Mohammed wordt te Mekka (in het huidige Saoedi-Arabië) geboren in 570 na Christus. Zijn vader heeft hij nooit gekend (die stierf kort voor zijn geboorte) en Mohammed verliest zijn moeder als hij zes jaar oud is. Hij wordt (na enige tijd) aan zijn oom Aboe Talib toevertrouwd.
Op 20-jarige leeftijd wordt hij door zijn oom uitbesteed om te werken bij een rijke koopmansweduwe, Chadija genaamd. Hij wint haar vertrouwen en krijgt steeds belangrijkere opdrachten toevertrouwd. Hij zal als leider van haar handelskaravanen een groot deel van het Midden-Oosten bereizen en komt zo in contact met de godsdienst van joden en christenen en met de Byzantijnse en Perzische cultuur. Op 25-jarige leeftijd huwt hij zijn meesteres Chadija, waardoor hij een welgesteld en aanzienlijk man wordt in Mekka.

Mohammed is een religieus bewogen man. Zijn kennismaking met de joodse en christelijke godsdienst met hun streng monotheïsme, hun profeten en de strenge zedenleer boeien hem in hoge mate. Reeds vroeg had hij de gewoonte aangenomen om zich regelmatig af te zonderen in de grotten even buiten Mekka. Dat was in die tijd geen uitzondering; ook christelijke monniken trokken zich in de Arabische woestijn terug om er te mediteren en te bidden.
Op 40-jarige leeftijd, rond 610 krijgt Mohammed in de woestijn een eerste openbaring van de engel Gabriël waarin hij ook de opdracht krijgt om de boodschap te verkondigen, namelijk het onvoorwaardelijke geloof en de overgave aan de ene en enige god: Allah. Hij wordt aldus de boodschapper van Allah.
Mohammed bestreed dan te Mekka de gedachte dat God drie dochters had en hij benadrukt het monotheïsme. In Mekka wordt dit niet in dank aanvaard. Het pelgrimsoord Mekka ziet in deze verkondiging een bedreiging voor zijn bestaan.

In het optreden van Mohammed als profeet zijn twee fasen te onderscheiden:

de Mekkaanse periode (610-622)

Aanvankelijk treedt Mohammed op als profeet tegen het veelgodendom van zijn volk. Hij verkondigt het geloof in de ene almachtige God aan wie iedereen zich moet overgeven.
Op de dag van het oordeel zal God elkeen belonen of straffen voor het goed en het kwaad dat hij gedaan heeft. Zijn sterke sociale bewogenheid is gericht op de bescherming van de armen; de rijken bedreigt hij met het hellevuur omdat ze niet rechtvaardig handelden.
Zijn volgelingen zijn, naast zijn vrouw Chadija, enkele familieleden en vooral slaven; armen en verdrukten voor wie zijn boodschap meer rechtvaardigheid brengt. Zijn optreden stuit meer en meer op verzet van de rijke welvarende Mekkanen, waardoor hij in 622 met een kleine groep van getrouwen uitwijkt naar de noordelijker gelegen stadsoase Yatrib. Later wordt de naam Yatrib omgedoopt tot Medina (afkorting voor "stad van de profeet").
Deze vlucht van Mohammed en zijn volgelingen, ook wel de hijra genoemd, vormt het begin of het jaar één van de moslimtijdrekening.


De Medina-periode (622-630)

Mohammed slaagt erin om de in Medina levende stammen met elkaar te verzoenen. Hij ontpopt zich tot een geestelijk en wereldlijk leider en sticht er een godsdienstige staatkundige gemeenschap (de oemma), gebaseerd op het monotheïsme, met eigen wetten en structuren. Mekkaanse karavanen worden aangevallen en naburige Arabische gebieden worden veroverd.
In de overwonnen gebieden moeten heidenen zich bekeren of sterven. Alleen de "mensen van het boek", d.w.z. joden (de Thora) en christenen (de Bijbel), mogen hun godsdienst bewaren.
Aanvankelijk leeft Mohammed op goede voet met de joodse gemeenschap van Medina. Onder meer wordt het gebed bijvoorbeeld in de richting van Jeruzalem gereciteerd. Maar de joden kunnen de Arabier, die bovendien ongeletterd is, moeilijk als profeet van God erkennen. De erkenning van Jezus in de Koran als profeet is voor de joden onaanvaardbaar. Eén jaar na de Hijra, in 623, komt het tot een volledige breuk tussen Mohammed en de joden.
De onenigheid leidt zelfs tot vervolging. Het gebed wordt sindsdien opgezegd met het gelaat naar Mekka gekeerd. De betrekkingen met de christenen blijven goed. In de Koran wordt Jezus als profeet geprezen en zijn volgelingen "nederig, goed en op zoek naar volmaaktheid".

Naar het einde van zijn leven toe zal Mohammed echter in zijn veroveringstochten in het noorden tegen de grenzen van het Byzantijnse Rijk stoten, dat het bolwerk van de christenheid is. De eerste confrontaties met de Byzantijnse legers lopen niet goed af en in de Koran worden de christenen ook veroordeeld.
De bekroning van de Medinase periode is echter de verovering door Mohammed van Mekka in 630, slechts 8 jaar nadat hij uit Mekka is moeten vluchten. Als bekwaam politicus zal Mohammed echter verzoenend optreden en zich niet wreken op de stad.
Hij vernietigt weliswaar alle afgodsbeelden uit de Kaaba, maar hij behoudt de tempel en verklaart hem huis van Allah.
Ook de "zwarte steen" die op één van de hoeken van de Kaaba is ingemetseld en die sedert eeuwen door de bedoeïenen vereerd werd, blijft behouden. De steen wordt nu aanzien als geschonken door de engel Gabriël aan Ismaël, zoon van Abraham en stamvader van de Arabieren.
Eén jaar vóór zijn dood zal Mohammed met zijn gevolg naar Mekka op bedevaart komen. Kort nadien, in 632 sterft Mohammed na een kortstondige ziekte, op 62-jarige leeftijd. Naast zijn graf in Medina wordt een moskee opgericht, die nu, na Mekka, één van de belangrijkste bedevaartsoorden van de islam is.
Bij Mohammeds dood waren de Arabische stammen van het schiereiland in één rijk verenigd en bekeerd tot de overgave aan de ene god Allah.


De vrouwen van Mohammed

Zoals gezegd huwde Mohammed de rijke koopmansweduwe Chadija, wiens karavanen hij leidde.
Vijfentwintig jaar lang, tot aan Chadija's dood in 619 leidde Mohammed een monogaam huwelijk. Chadija was de enige officiële vrouw die de profeet ooit kinderen schonk. Zij steunde hem in zijn eerste openbaringen en werd zijn eerste volgelinge.
Na het overlijden van Chadija huwde Mohammed de 7 jaar jonge Aïcha, die hem drie jaar later in Medina vervoegde. (Aïcha was de dochter van Aboe Bakr, die na Mohammeds overlijden de eerste kalief zou worden.)
Aïcha werd Mohammeds lievelingsvrouw. Zij werd vrij snel betrokken in de organisatie van de islamitische gemeenschap in wording. Ze vergezelde haar echtgenoot zelfs tijdens zijn militaire campagnes. Op verzoek van Mohammed was zij ook aanwezig op zijn sterfbed, waar Mohammed geen opvolger aanduidde en niet in een opvolgingsprocedure voorzag.
In Medina ging Mohammed nog verschillende politieke en/of morele huwelijken aan, met zowel vrouwen uit Arabische als uit de joodse gemeenschap. Zulke politieke huwelijken hadden onder andere tot doel de eenheid tussen de verschillende gemeenschappen te versterken.


4. De leer van de islam

Deze leer vinden we hoofdzakelijk terug in de Koran, het heilige boek der moslims. Naast de Koran zijn er ook de talrijke overleveringen (hadith's) over het leven en de handelingen van de profeet. De verzameling van al de hadith's is de soenna.

4.1 De koran

4.1.1 Samenstelling

- De Koran bevat de openbaringen die Mohammed als profeet van God ontvangen heeft. Mohammed heeft (net zoals Jezus trouwens) niets zelf op schrift gesteld en heeft geen enkele geschreven tekst nagelaten.
Nog gedurende zijn leven, vooral na 622, werden bepaalde boodschappen van de profeet door zijn volgelingen opgetekend op diverse materialen: stukken leer, perkament, schouderbladen van kamelen, ...
Onmiddellijk na Mohammeds overlijden heeft de eerste kalief, Aboe Bakr, dit materiaal verzameld.
De derde kalief, Otman, laat rond 650 na Christus, 20 jaar na Mohammeds dood, alle teksten samenbrengen en uitgeven. Dit wordt de officiële tekst. Later komen er nog licht afwijkende versies van de Koran in omloop, maar vanaf de 10de eeuw ligt de Koran definitief vast.

- Het is belangrijk om weten dat de zichtbare (geschreven) Koran in feite slechts een kopie is van het eeuwige woord van God, dat als ongeschreven boek reeds vóór de schepping bestond.
Als zodanig is de Koran Gods woord en dus Heilig, onveranderlijk en boven alle kritiek verheven.
De taal van de Koran (het Arabisch) is dan ook de taal van God. Daarom is de Koran in feite onvertaalbaar. Ook in niet-Arabische landen gebruiken de moslims dus enkel de Arabische tekst van de Koran. (Ook de christenen kenden een gelijkaardige situatie: mis en sacramenten werden overal ter wereld gecelebreerd in de kerktaal, het Latijn.)

- De stijl van de Koran is niet chronologisch opgesteld. Toen kalief Otman rond 650 de teksten verzamelde, heeft men de hoofdstukken (soera's) gerangschikt volgens lengte. De kortste soera bevat 3 en de langste 286 verzen. In totaal bevat de Koran 114 hoofdstukken, bestaande uit 6.226 verzen.
In de soera's herkent men wel een vermoedelijke chronologische volgorde:
* de soera's uit de Mekkaanse periode bevatten de aankondiging van het (laatste) oordeel, de verwijten aan de rijken en de machtigen die de armen onderdrukken, de bevestiging van Mohammeds roeping en de steeds wederkerende bevestiging van de absolute eenheid van God.
* nadien worden de soera's gevarieerder van inhoud en bevatten ze vooral de openbaringen langs Abraham, Mozes, Jezus en de profeten.
* tenslotte zijn er de meer organisatorische soera's (Medina-periode, toen Mohammed zijn gemeenschap vorm gaf). Ze betreffen allerlei politieke, sociale, praktische, juridische regelingen i.v.m. opvoeding, wellevendheid, erfrecht, strafrecht, enz.
Volgens Mohammed waren de Thora van de Joden en het Evangelie van de christenen voorlopige, gedeeltelijke openbaringen. De Koran vervolledigt en voltooit de openbaring.
De drie boeken kunnen elkaar dus niet tegenspreken. Daar waar dit wel zo zou zijn, zou dit volgens de islam te wijten zijn aan het feit dat de joden en christenen met de tijd hun boeken zouden gewijzigd (vervalst) hebben.

4.1.2. De inhoudelijke leer

De islam is een vrij eenvoudige godsdienst. Naast het ene centrale geloofspunt dat er slechts één God is, zijn er geen andere geloofsleerstellingen. Er zijn geen sacramenten, geen priesters, geen kerk en geen hiërarchie.
Naast enkele duidelijke omschreven verplichtingen, is er een grote persoonlijke vrijheid. Elke moslim is persoonlijk verantwoordelijk voor zijn doen en laten tegenover God.
De verplichtingen als mens en gelovige berusten in hoofdzaak op vijf voorschriften waarop de islam gevestigd is.


DE VIJF ZUILEN VAN DE ISLAM

1. De geloofsbelijdenis of shahada

Deze luidt: "Er is geen God buiten Allah, en Mohammed is zijn boodschapper".
Het is een vers uit de Koran, dat de moslim meerdere malen in zijn gebed opzegt. Om moslim te worden, volstaat het om de Shahada oprecht uit te spreken ten overstaan van een erkende getuige (bijvoorbeeld de imam van de moskee). Je kan de Shahada vergelijken met het 'doopsel'.
Wanneer een moslim op sterven ligt, spreekt hij eveneens de Shahada uit.

2. Het gebed of de 'salat'

· De vrome moslim bidt 5 x per dag op welbepaalde tijden: bij zonsopgang, op de middag, in de namiddag, bij zonsondergang en later op de avond.

· In de Koran worden slechts 2 �* 3 gebedsstonden voorgeschreven, doch de vijfvoudige gebedsstonde werd al zéér vroeg een algemeen gebruik.

· In niet-moslimlanden wordt het gebed vaak teruggebracht tot tweemaal per dag: éénmaal voor de dagtaak en éénmaal erna.

· Het gebed kan overal gedaan worden: thuis, op het werk, in de moskee ...

· De heilige weekdag voor de moslims is de vrijdag; een dag die aan Allah is toegewijd. Het is echter geen verplichte rustdag.
Op vrijdag komen de moslims samen in de moskee, waar de "imam" of gebedsvoorganger een preek houdt. In deze preek wordt een bepaalde passage uit de Koran verklaard. Tevens worden er allerlei praktische schikkingen geregeld met betrekking tot de plaatselijke moslimgemeenschap.

· De imam is geen priester. Hij is een vrome leek, die de Koran moet kennen en die voorgaat in het gebed.

· De moslimvrouwen bidden meestal thuis. Ze kunnen wel naar de moskee gaan indien er voor hen een afzonderlijke ruimte is voorzien. Het gebed moet in staat van reinheid gebeuren en wordt bijgevolg voorafgegaan door wassingen met water (of bij gebrek hieraan, met zand). Bij de normale wassing reinigt men zich het hoofd, aangezicht, de handen, de voorarmen en de voeten.

· Wie bidt, plaatst zich, ongeschoeid en met bedekt hoofd, met het gelaat in de richting van Mekka. Het gebruik van een gebedsmatje is aangeraden: het bakent een religieuze ruimte af.

· Het hoofdbestanddeel van het moslimgebed is de eerste soera van de Koran, de Fatiha. Het is een aanbiddings-, lof- en dankgebed.

3. De derde zuil is de "ramadan" of jaarlijkse vastenmaand

· "Ramadan" is de naam van de negende maand van de moslimkalender. Het is een heilige maand, aangezien Allah destijds tijdens deze maand zijn openbaring aan Mohammed liet mededelen door de engel Gabriël. Aangezien de moslimkalender twaalf maan-maanden bevat, van elk 29 tot 30 dagen, is het islamitische jaar 10 tot 11 dagen korter dan ons zonnejaar.

· Bijgevolg verspringt de ramadan jaarlijks 11 dagen. In Turkije, Algerije en Tunesië worden begin en einde van de ramadan vooraf bepaald door astronomische berekeningen. In de andere moslimlanden moet de nieuwe maan ter plekke met het blote oog waarneembaar zijn. Vandaar dat Marokkaanse moslims niet op voorhand weten wanneer de ramadan juist begint. Ze vernemen dit via de radio.

· De moslimvasten is erg streng. Van zonsopgang tot zonsondergang zijn spijzen, drank, tabak en seksuele omgang verboden voor alle moslims die de puberteitsjaren hebben bereikt.

· Enkel zwaar zieken en ouderlingen zijn van de vastenplicht vrijgesteld. Zwangere en zogende vrouwen, zieken die niet in stervensgevaar verkeren, reizigers en mensen die zware arbeid verrichten zijn tijdelijk vrijgesteld, maar moeten nadien, van zodra ze het kunnen, de verloren vastendagen inhalen.

· De ramadan zal dus zwaar zijn als hij in de zomer valt (lange dagen) en veel minder belastend tijdens de winter.


4. De vierde zuil: de armenbelasting of zakat

De armenbelasting omvat verplichte aalmoezen die ongeveer 5 % van het jaarinkomen bedragen. De aalmoezen willen de armen steunen om aldus een meer rechtvaardige verdeling van goederen te bereiken. Alles behoort immers God toe en die wenst dat de rijkere zijn overvloed deelt met de armere.


5. De vijfde zuil: de bedevaart naar Mekka of "hadj"

· Elke moslim moet trachten minstens éénmaal in zijn/haar leven naar Mekka te gaan, indien hij/zij daar financieel en fysisch toe in staat is. Vroeger was dergelijke tocht een hele onderneming, maar nu is het reizen erg vergemakkelijkt.

· De laatste jaren zijn het geen honderdduizenden, maar meer dan 2 miljoen bedevaarders die uit alle hoeken van de wereld samenkomen. De bedevaarders trachten in Mekka aan te komen vóór de grote feesten die er jaarlijks gedurende een hele week gevierd worden. Deze feesten vangen aan op de zevende dag van de 12de maand.

· De rituelen die bij de bedevaart worden gebruikt, zijn talrijk en streng bepaald. Enkele ervan zijn zeker het vermelden waard:

* Elke mannelijke pelgrim neemt een ritueel bad en kleedt zich met twee naadloze witte doeken, een lendendoek en een schouderdoek. Ongeacht rang of stand geldt deze kleding voor iedereen, als teken van broederlijke gelijkheid. Voor vrouwen is qua kleding niets speciaals voorzien.

* Vervolgens trekt de pelgrim naar het heiligdom waar hij zeven maal rond de Kaaba trekt en waarbij hij de heilige zwarte steen vereert.

* De volgende dagen worden doorgebracht op nabijgelegen heilige plaatsen (Mina, de berg Arafa).

* De vierde dag heeft het hoogtepunt van de bedevaart plaats: het offerfeest. Het wordt tegelijkertijd door alle moslims wereldwijd gevierd: het heet "Aid el kebir" of het grote feest.
Elk gezin koopt die dag een ram en slacht deze op rituele wijze, met de kop naar Mekka gericht (of laat dit ritueel slachten).
Het is een herinnering aan het offer van Abraham, die zijn zoon wilde offeren aan God en die door tussenkomst van Gods engel zijn zoon mocht vervangen door een ram die met zijn horens in een struik verstrikt zat.

* Wie op bedevaart is gegaan, wordt bij zijn terugkeer met de erenaam El Hadj aangesproken. Door het deelnemen aan de bedevaart heeft hij immers kwijtschelding voor al zijn zonden bekomen. De bedevaarder wordt verondersteld voortaan deugdzaam en zondeloos door het leven te gaan. Om die reden wordt de bedevaart vaak pas op rijpere leeftijd gehouden, opdat men zijn verplichting om een vroom leven te leiden, gemakkelijker zou kunnen nakomen.


Besluit: de vijf zuilen benadrukken de eenheid van de gemeenschap (oemma). Hoe verscheiden de moslims over de gehele wereld mogen zijn, hun eenheid wordt benadrukt door het (gelijktijdig) naleven van de vijf zuilen van de islam.

4.1.3. Andere voorschriften

De besnijdenis:

Dit is in feite geen echt voorschrift, maar wel een oud gebruik dat in het Oosten erg verspreid was. Ook de joden passen de besnijdenis toe. Vermoedelijk gaat het om een oeroude maatregel, die om hygiënische redenen werd uitgevoerd.


Verboden spijzen en dranken:

Varkensvlees, vlees van hoefdieren (paarden, ...), van roofdieren en prooivogels mag niet genuttigd worden.
In principe mag enkel vlees gegeten worden van overige dieren die op rituele wijze geslacht zijn. De rituele slachting bestaat eruit dat men het dier niet verstikt of verdooft, maar wel doet leegbloeden (principe van het offer).
Als drank zijn zowel bloed als alle alcoholische dranken verboden. Principieel zijn ook drugs verboden.


Verbod op interest:

Voor de Koran is rente of interest een ongeoorloofde vorm van woekeren. Ook voor de christenen gold vroeger een verbod op het innen van interest op geleende gelden. Geldspeculaties zijn eveneens verboden. Bepaalde islamitische banken hebben systemen uitgewerkt om dit voorschrift op een handige wijze te omzeilen: door geen interesten aan te rekenen, maar wel participaties in de winst bijvoorbeeld.
Kansspelen, weddenschappen en gokken:
Deze zijn verboden. Zo wordt het kaartspel ook vaak als slecht beschouwd door de vrome moslim. Met uitzondering van schaak- of damspel hebben de moslims overigens niet erg veel gezelschapsspelen.

Afbeelding van mensen en dieren:

Deze zijn in principe verboden. Dit staat niet letterlijk in de Koran, doch het wordt algemeen aanvaard om het gevaar voor verafgoding tegen te gaan. Zo zal men in vroegere miniaturen de persoon van Mohammed terugvinden met een witte plek voor het gelaat (geen afbeelding).
Dit verbod om levende wezens af te beelden heeft geleid tot het ontwikkelen van een prachtige kunstvorm: de kalligrafie. Het is het verheffen van het schrift tot een fijnzinnige kunstvorm. Ook geometrische lijntekeningen werden tot een ware kunstvorm ontwikkeld.
Sinds het bestaan van de fotografie wordt met het verbod veel minder rekening gehouden. Foto's van familieleden of staatshoofden zijn gebruikelijk geworden.
Het huwelijk:
Het huwelijk is een plicht, waardoor de moslim zijn nakomelingschap verzekert. Het is veel meer een overeenkomst tussen twee families, dan wel een contract tussen twee individuen. Vrijgezellen worden bijgevolg met een wantrouwig oog bekeken.
De algemene regel is de monogamie. Toch voorziet de Koran in een mogelijkheid om meerdere vrouwen te huwen, dit met het oog op de bescherming van bijvoorbeeld weduwen en wezen. De polygamie wordt nochtans principieel erg moeilijk gemaakt.
De Koran voorziet dat men maximaal 4 personen kan huwen, op voorwaarde dat de man al zijn echtgenoten op gelijke voet behandelt, in hun onderhoud voorziet en geen enkele bevoordeligt.
Dit maakt de polygamie tot een zeer dure en praktische haast onmogelijke zaak. Ze is dan ook zéér beperkt en komt nog enkele zeldzame keren voor in de hogere rijke standen van een klein aantal islamitische landen.
Daar het huwelijk de voortplanting moet verzekeren, zijn kinderbeperking en abortus uit den boze. Het onvruchtbaar zijn van de partner is dan ook een reden om het huwelijk op te heffen (verstoting of scheiding).
Alle seksuele bevrediging buiten het huwelijk is streng verboden. Homoseksualiteit, incest, pedofilie en pornografie zijn totaal onaanvaardbaar.


Algemene kenmerken bij het huwelijk
Voor de islam is het huwelijk de kleinste bouwsteen van de samenleving. Een harmonieuze samenleving is pas mogelijk als er harmonie bestaat tussen man en vrouw.
Voor de islamitische man is het mogelijk om een niet-moslim vrouw te huwen. Zij mag zelfs een andere godsdienst praktiseren. De kinderen dienen wel islamitisch opgevoed te worden.
De moslim-vrouw echter moet met een moslim-man huwen, omdat men ervan uitgaat dat de man over het algemeen meer invloed heeft op het religieuze gebeuren dan de vrouw.
Voor Europese begrippen huwen moslims op zeer jeugdige leeftijd. De reden die hieraan gegeven wordt, is dat men aldus immoreel gedrag en losbandigheid wil voorkomen.
De uithuwelijking is in vele landen nog een dagelijkse praktijk. Zoals eerder vermeld, is het huwelijk veeleer een overeenkomst tussen twee families dan wel tussen twee individuen. (Ook bij ons waren uithuwelijkingen in het begin van de eeuw nog schering en inslag, vooral als er gronden of bezit mee gemoeid waren.)
De islam schrijft voor dat de man bij het huwelijk een bruidsschat geeft aan de vrouw, dat hij in haar onderhoud voorziet en dat hij haar goed behandelt. De bruidsschat blijft privé-bezit van de vrouw, ook tijdens het huwelijk. De bruidsschat moet de vrouw immers toelaten om in haar onderhoud te voorzien, in het geval haar man zou overlijden.
De Heilige Oorlog of "Djihaad":
De letterlijke betekenis van "djihaad" is "inspanning". Sommige moslims onderscheiden twee vormen van djihaad: de "kleine djihaad" die de gewapende strijd betekent, en de "grote djihaad" of de "geestelijke djihaad", de strijd die elke moslim moet voeren tegen zijn eigen driften.
Moderne moslims interpreteren djihaad doorgaans als een verdedigingsoorlog, die alleen geoorloofd is als een islamitisch gebied bedreigd wordt. In de periode van het westers kolonialisme werd de onafhankelijkheidsstrijd vaak als djihaad beschouwd.
Moslim-fundamentalisten beschouwen de djihaad nog steeds als middel ter verspreiding van de islam, maar ook ter bestrijding van het heersende regime indien dat de beginselen van de islam met de voeten treedt.


5. Strekkingen binnen de islam

Binnen de islam bestaan verscheidene strekkingen, scholen, broederschappen en zelfs sekten. Dit is niet te verwonderen indien men vaststelt dat de islam over de gehele wereld is verspreid. Wij zullen ons beperken tot het vermelden van de twee grootste strekkingen: de Soennieten en de Sjiieten.


5.1. De soennieten

Soennieten noemen zichzelf "diegenen die naast de Koran ook het voorbeeld van Mohammed volgen en die de ware gemeenschap van moslims vormen". Meer dan 90 % van alle moslims beschouwt zich als soenniet.
Zij onderscheiden zich van de sjiieten en van alle voor hen "extreme" richtingen van de islam, door het eenvoudige feit dat zij hun leer en leven baseren op de Koran en de Soenna van de profeet, die samen de Charia vormen (de Wet).
De soennieten kennen vier rechtsscholen die elkaar als evenwaardig erkennen.
Eén der hoofdkenmerken van de soennieten is dat de gelovige rechtstreeks tegenover God staat en dat de gemeenschap haar leider zelf aanwijst.


5.2. De sjiieten

De sjiieten houden geen rekening met de Soenna en volgen enkel de Koran. De sjiieten gaan ervan uit dat Mohammed wel een opvolger had gekozen en dat er dus een erfelijk recht van opvolging is. Voor hen is het niet de gemeenschap die de leider aanwijst, maar is het Gods wil dat het leiderschap toegewezen is aan de nakomelingen van de schoonzoon van Mohammed: Ali. Zij vertegenwoordigen 10 % van de moslims.




8O

Jos Verhulst
15 september 2002, 22:45
Het is nogal evident dat de islam niet verenigbaar is met UVRM.
Moslimlanden hebben trouwens over die verklaring altijd moeilijk gedaan.

http://www.hraic.org/
http://www.alhewar.com/ISLAMDECL.html

Maar dat betekent volgens mij niet dat je de islam moet verbieden, mocht dat soms de bedoeling zijn. Verbieden te spreken is trouwens tegen artikel 19 van de UVRM. Het muilkorfcentrum van Leman bijvoorbeeld, is evengoed tegen de UVRM als de islam. Vrijheid van spreken moet universeel zijn, en niet selectief.

http://www.unhchr.ch/udhr/lang/dut.htm

Volgens mij moeten er twee dingen gebeuren.

1) Ten eerste moet er een scheiding komen tussen kerk en staat in het algemeen, en tussen staat en islam in het bijzonder. Ik vind het nogal straf dat ik als belastingsbetaler door de politieke klasse gedwongen word om mee allerhande obscurantistische types te financieren, die dan aan kinderen een 'heilige' tekst gaan aanleren waarin bijvoorbeeld staat dat vrouwen mogen geslagen, of ongelovigen afgeperst worden.

Dit is des te krasser omdat diezelfde politieke klasse en hele reeks andere godsdiensten en zelfs niet-religieuze filosofische groepen op een sektenlijst heeft geplaatst, en een centrum heeft opgericht 'ter bestrijding van schadelijke sekten', die u op eenvoudige aanvraag laster over zo'n sekte kan toesturen (de antroposofische vereniging, waarvan ik lid ben en die op de sektenlijst staat, heeft dit geconstateerd).

http://www.lachambre.be/documents/L49/313/7.pdf
http://www.lachambre.be/documents/sectes.pdf
http://www.skepsis.nl/sektenrapport.html
http://www.poldoc.be/dailydoc/document/mbs/2000/00-082an.htm

Een voorbeeld van de gehanteerde dubbele standaard: er zijn in België bij mijn weten twee erkende erediensten, de islam en het jodendom, die genitale verminking (besnijdenis) toepassen op weerloze mannelijke babies (diverse 'christelijke' kerken en kerkjes maken zich daar trouwens ook schuldig aan). Niet alleen doen onze kinderrechtverdedigers hier niets aan, blijkbaar moet dit soort erediensten ook nog eens gesubsidieerd worden. Je zou nogal gehuil horen indien 'schadelijk' geachte sektes, zoals bijvoorbeeld antroposofen, op een vergelijkbare manier met babies zouden omgaan (bijvoorbeeld door vingertopjes af te snijden of zo).

==> over de besnijdenis van mannelijke babies, zie eerst en vooral dit uitstekend artikel uit 'Journal of law and medicine', dat komaf maakt met allerlei bijgelovige onzin en drogredenen:

http://www.cirp.org/library/legal/boyle1/

en verder:

http://www.mothersagainstcirc.org/
http://www.mensnewsdaily.com/stories/newswire080102a.htm
http://www.circumcision.org/question.htm
http://www.arclaw.org/

2) Er moet een keihard en frontaal debat mogelijk worden tegen het obscurantisme. Dit betekent echter, dat alle muilkorfwetten moeten afgeschaft worden, zodat iedereen weer vrij kan spreken; de waarheid zal wel bovendrijven in het open debat, zij heeft geen muilkorfwetten nodig om zich te verdedigen. Zolang iedereen zich gedeist moet houden uit angst voor een proces wegens xenofobie, racisme, gevoeligetenentrapperij of wat dan ook, kan de leugen de Grote Jan uithangen. "Politici en burgers mogen nooit worden bedreigd om wat ze zeggen of denken":

http://www.groenlinks.nl/partij/2dekamer/nieuws/4001265.html

jan breydel
16 september 2002, 10:39
Via de discussies onder het topic "godsdienst" werden enkele uiterst merkwaardige kenmerken van de Islam aan het licht gebracht.

Uit het vergelijkend onderzoek van Jos Verhulst onthouden we vooral het volgende :


OPROEPEN TOT GEWELD IN EVANGELIE EN KORAAN


De Koraan bevat, in tegenstelling tot het Nieuw Testament, wel degelijk een reeks ondubbelzinnige oproepen om te pijnigen, te vervolgen of te doden.

-----------------
a) Oproep tot het doden van vijanden en tegenstanders

[2.190] En strijdt voor de zaak van Allah tegen degenen, die tegen u strijden, maar overschrijdt de grens niet. Voorzeker, Allah heeft de overtreders niet lief.

[2.191] En *doodt* hen, waar gij hen ook ontmoet en drijft hen uit, vanwaar zij u hebben uitgedreven; want vervolging is erger dan doden. En bevecht hen niet nabij de heilige Moskee, voordat zij u daarin bevechten. Maar indien zij u bevechten, bevecht hen dan - zo is de vergelding voor de ongelovigen.

[2.192] Maar als zij ophouden, dan is Allah zeker Vergevensgezind, Genadevol.

[2.193] En *bestrijdt* hen, totdat er geen vervolging meer is en de godsdienst alleen voor Allah wordt. Maar indien zij (met strijden) ophouden, dan is er geen vijandelijkheid meer toegestaan, behalve tegen de onrechtvaardigen.

==> In deze passage vindt men een oproep om te doden, en een oproep om te bestrijden tot de godsdienst alleen voor Allah wordt.

[5.33] *De vergelding* dergenen die oorlog tegen Allah en Zijn boodschappers voeren en er naar streven wanorde in het land te scheppen, *is* slechts dat zij gedood of gekruisigd worden, of dat hun handen en hun voeten de ene rechts en de andere links, worden afgesneden, of dat zij het land worden uitgezet. Dat zal voor hen een schande in deze wereld zijn en in het Hiernamaals zullen zij een grote straf ontvangen.

[5.34] Dit, met uitzondering van hen die berouw tonen, voordat gij hen in uw macht hebt. Weet derhalve, dat Allah Vergevensgezind, Genadevol is.

==> Gevangen oorlogstegenstanders moeten gedood, gekruisigd, aan handen en voeten geamputeerd of verbannen worden.



b ) Oproepen tot bestrijden, afpersen of doden van andersdenkenden

[9.5] Wanneer de heilige maanden voorbij zijn, *doodt* dan de afgodendienaren waar gij hen ook vindt en grijpt hen en belegert hen en loert op hen uit elke hinderlaag. Maar als zij berouw hebben en het gebed houden en de Zakaat betalen, laat hun weg dan vrij. Voorzeker, Allah is Vergevensgezind, Genadevol.

==> In dit vers wordt opgeroepen om de afgodendienaren te doden, tenzij ze zich onderwerpen en betalen.

------------------
[9.29] *Bestrijdt* diegenen onder de mensen van het Boek, die in Allah noch in de laatste Dag geloven, noch voor onwettig houden wat Allah en Zijn boodschapper voor onwettig hebben verklaard, noch de ware godsdienst belijden totdat zij de belasting met eigen hand betalen, terwijl zij onderdanig zijn.

==> In dit vers wordt opgeroepen om de ‘mensen van het Boek’ (Joden en Christenen) te bestrijden tot ze betalen en onderdanig zijn.


[9.123] O, gij die gelooft, *bestrijdt* de ongelovigen die in uw nabijheid zijn en laat hen hardheid in u vinden en weet, dat Allah met de godvruchtigen is.

==> Dit vers roept op om de ongelovigen in de buurt te bestrijden.


----------------
c) Oproep tot het mishandelen of doden van overspeligen

[4.15] En voor degenen uwer vrouwen, die zich aan ontucht schuldig maken, roept vier uwer als getuigen tegen haar en als zij getuigen, *sluit* haar dan in de huizen op, totdat de dood haar achterhaalt, of totdat Allah haar een weg opent.

==> Vrouwen waarvan de ontucht door getuigen is aangetoond, moeten worden opgesloten tot ze sterven (tenzij Allah ingrijpt).

Een vers over hetzelfde onderwerp uit de 24ste Soera:

[24.2] *Geselt* iedere echtbreekster en echtbreker met honderd slagen. En laat medelijden met hen u van de gehoorzaamheid aan Allah niet afhouden indien gij in Allah en de Laatste Dag gelooft. En laat een groepgelovigen getuige zijn van hun bestraffing.

==> Overspeligen moeten in het publiek en zonder medelijden worden geslagen.


-------------
d) Oproep tot het mishandelen van vrouwen.

[4.34] Mannen zijn voogden over de vrouwen omdat Allah de enen boven de anderen heeft doen uitmunten en omdat zij van hun rijkdommen besteden. Deugdzame vrouwen zijn dus zij, die gehoorzaam zijn en heimelijk bewaren, hetgeen Allah onder haar hoede heeft gesteld. En degenen, van wie gij ongehoorzaamheid vreest, wijst haar terecht en laat haar in haar bedden alleen en *tuchtigt* haar. Als zij u dan daarna gehoorzamen, zoekt geen weg tegen haar. Waarlijk, Allah is Verheven, Groot.

==> Vrouwen die eventueel ongehoorzaam zouden kunnen zijn, moeten worden getuchtigd.



Hierbij moet goed in gedachten gehouden worden dat Mohammed steeds heeft gesteld dat wat hij in de verzen verkondigde hem rechtstreeks door God werd ingegeven; dat deze verzen maw letterlijk het woord van God zijn. En daar God onfeilbaar is zijn deze verzen dus ook voor eeuwig van toepassing en kunnen ze niet in twijfel getrokken worden.

Vandaar dat het gerechtvaardigd is om los van godsdienst in het algemeen deze vraag specifiek met betrekking tot de Islam te stellen :

Is de Islam wel/niet in strijd met de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens?



:!:

Als we deze tekst lezen is de Islam duidelijk in strijd met de Univ. Verkl. voor de Rechten van de mens! Ik zeg dit niet uit politieke overtuiging of wat dan ook, maar gewoon vanuit mijn menselijk aanvoelen.

Moi
1 oktober 2002, 11:30
Het grote verschil tussen de Islam en andere godsdiensten is dat de Islam oproept alle niet gelovigen te doden als ze zich niet willen verkeren. En dat is het enige wat tegen de grondwet is, dit gaat namelijk in tegen de vrijheid van eredienst. Bijbelteksten hebben alleen maar waarde voor Christenen, en interferen dus niet met de grondwet. De koran doet dit duidelijk wel.

jan breydel
1 oktober 2002, 17:42
Idd, Moi.

Het derde gebod van de decaloog zegt: 'gij zult niet doden'.
Ook als we de grondwet bekijken, is deze gebaseerd op diezelfde decaloog.
Dit staat recht tegenover de 'plicht' van de islamieten om andersgelovigen te doden. Nu denk ik wel dat het merendeel van de islamieten dit niet zo letterlijk neemt, maar voor fundamentalisten is deze zinssnede uit de Koran wel een grond van rechtvaardiging voor hun 'Heilige oorlog', die naar mijn mening alles behalve heilig is!

S.
1 oktober 2002, 17:50
U lijdt aan selectieve blindheid. In het OT staat 'oog om oog, tand om tand'.
U verbindt de Koran ook aan het islamfundamentalisme, maar vergeet dat wij met onze 'o zo mooie' bijbel wel even verschrikkelijke dingen hebben gedaan.

Moi
2 oktober 2002, 11:45
U lijdt aan selectieve blindheid S., in het NT staat: als men u op de linkerwang slaat, biedt dan u rechterwang aan.

Ik ben wel niet gelovig, maar dit ging wel een beetje ver S.

S.
2 oktober 2002, 11:51
Zucht, ik ontken dat ook niet. Ik zeg gewoon dat je de bijbel ook kan gebruiken om tegen de grondwet te zondigen. U vult de rest maar zelf aan met pakweg het woord... 'kruistochten'.

maddox
2 oktober 2002, 12:21
Het is eigenlijk beangstigend.

Welke monotheistische godsdienst dan ook,waar boeken als leidraad gebruikt worden zijn zodanig uitgelegd dat alles kan ,als je de juiste fraze maar gebruikt.
Mischien waren de orginele regels duidelijker,maar een paar honderd jaar interpretatie van MENSEN,die die boeken naschrijven laat een politiek tintje achter.

Een voorbeeld.
Ergens zal er wel in de bijbel staan dat men de behoeftigen moet helpen(de 7 deugden?).
Op een andere plaats staat, God helpt hen die zichzelf helpen.

Wat is het nu,iedereen die iedereen moet helpen.
Of alleen de gelovigen.
Of moeten de niet behoeftigen gewoon toekijken tot god diegene gaat helpen die zichzelf proberen te helpen.

Dat verklaart wel veel hoe de politici denken...allemaal goeie gelovigen,want ze helpen zichzelf ten zeerste.

Darwin
4 oktober 2002, 09:33
In het boek The Calcutta Quran Petition van Sita Ram Goel krijgen we een kijk op de Islam door een niet-westerling. Dit geeft een andere invalshoek en kan ons een meer algemeen, universeel oordeel doen vellen.


http://www.voi.org/img/petition.jpg

Hier kunt u het volledig boek online lezen: http://www.bharatvani.org/books/tcqp/index.htm


Om een idee te krijgen van de inhoud volgt hieronder een bespreking ervan door Dr. N.S. Rajaram.

--------------------------------------------------------------------------------
The Calcutta Quran Petition
Sita Ram Goel
New Delhi,Voice Of India, 1999, 3rd edition
325 + xvi pages, Rs.150(PB)
Reviewed by Dr. N.S. Rajaram

--------------------------------------------------------------------------------


--------------------------------------------------------------------------------

Islam Without Illusions

The average educated person today, anywhere in the world, is likely to be both confused and frightened by Islam. On the one hand, it is supposed to be a religion of peace that preaches equality and justice for all, while on the other, it is hardly possible to escape the sight of the most unspeakable acts of violence being committed by individuals and groups in its name. To make the situation more confusing, there is no shortage of 'experts' - Eastern and Western - who tell us that Islamic terror is an aberration that has nothing to do with the 'true' Islam. It is fair to say that a majority of the people in the world has swallowed this explanation while remaining ambivalent about Muslims and their behavior. In the book under review, Sita Ram Goel, one of the world's most incisive students of Islam, blows away this confusion by giving an unwarnished, scholarly yet highly readable account of the theory and practice of Islam. By a detailed analysis of its scripture and history, he explodes the charade that Islamic terror can somehow be separated from its teachings. In the process, the prolific and erudite Mr. Goel has probably written his masterpiece.

To return to the confused state of knowledge about Islam, there has long been a need - more urgent today than ever before - for a work that can explain the theory and practice of Islam for the average reader. This void is now effectively filled by the book under review - 'The Calcutta Quran Petition' by Sita Ram Goel. His pluralistic Hindu background gives him a distinct advantage over his Western counterparts, who, despite their best efforts, cannot entirely break free of the shackles of their exclusivist Judeo-Christian heritage that springs from the same soil as Islam. Goel on the other hand looks at Islam as a complete outsider, disregarding its pious claims. If there is one book on Islam that a concerned person should read, it is his 'The Calcutta Quran Petition'.

The book could with equal justice be titled 'Islam for Nonbelievers: Its scripture, history and practice'. The reason for the unusual title is historical. On 29 March 1985, one Chandmal Chopra filed a writ petition in the Calcutta High Court seeking a ban on the Quran under Sections 153A and 295A of the Indian Penal Code because it "incites violence, disturbs public tranquility, promotes, on the ground of religion, feelings of enmity, hatred and ill-will between different religious communities, and insults other religions or religious beliefs of other religious communities of India." The Calcutta High Court disallowed the petition, but the issues raised by it remain relevant, especially now when the need to understand the causes of terror in the name of Islam is greater than ever. More significantly for the present discussion, it led Sita Ram Goel to write the volume under review. The sordid details of the case in question would probably be of little interest to the average reader today though they shed much light on the ignoble conduct of the Governments of India and West Bengal in the face of real or perceived Muslim threats. Out of a total of 345 pages, the author devotes no less than 230 pages to a general discussion of Islam that has little directly to do with the Calcutta Petition. These pages, covering Chapters 2 through 10, constitute for all practical purposes an independent manual on Islam, beginning with the message of the Quran. This is what is reviewed here.

The first point about the Quran is that it does not stand alone. The Suras (verses) of the Quran were created in specific situations arising out of specific military, political and sometimes personal needs. They invariably reflect the convenience of the Prophet who found it expedient to invoke Allah as authority to have his own way with his people. Seeing this, his favorite wife A'sha once observed, "I find that Allah is prompt to proclaim commandments in accordance with your desire." This means that the context in which a Sura was created is all-important. Taking Quranic passages out of context can lead to outlandish interpretations like Sir Abdullah Suhrawardy's Sayings of Muhammad, which Mahatma Gandhi hailed in his Foreword as among the "treasures of mankind."

The all-important context for interpreting the Suras of the Quran is provided by the Hadis. They may be described as the record of the activities of the Prophet. They are so detailed, that it is possible to obtain a more or less complete picture of the private and public life of the Prophet. It may fairly be said that the Hadis rather than Quran form the basis for Islam, for without them the Quran becomes virtually incoherent. As Goel makes clear (Chapter 3) there is practically no difference between Allah and the Prophet; Allah does at the Prophet's bidding. This made the great Maharshi Dayananda Saraswati observe, "Allah is the Prophet's domestic servant." As Goel explains, this makes the Quran (the 'Word of Allah') and the Hadis ('Acts of Muhammad') interchangeable.

In other words, the Hadis describe the Quran in action, meaning the acts of the Prophet. These in turn became the model of behavior to be emulated, for every true Muslim from the highest to the lowest. As Goel observes: "It is this fixed and frozen image of the Prophet which is meant when a Muslim proclaims his Din (fundamental faith). In fact the Prophet produced a 'revelation' (33.21) presenting himself as the perfect model for those who look forward (with hope) for the Day of Judgement. For a pious Muslim, human life is best lived when it conforms to Muhammad's conduct even in minor matters such as defecating... , cutting one's beard to a specific size and so on. Islam leaves no room at all for individual initiative or judgement...

In case of doubt, a pious Muslim must go to a mufti (juriconsultant) and obtain a fatwa [ruling] about how the Prophet would have conducted himself in a situation which, according to all sources, the Prophet is not known to have faced." Needless to say, this is not a climate conducive to progress.

This has a sinister side with far-reaching implications. Since the later part of the Prophet's career is full of war and bloodshed in the name of Allah, religious war or Jihad is seen as the highest goal of Islam. What the world is faced today - from Kashmir to Kosovo - is Jihad or religious war to bring the whole world under the sway of Islam. This reality cannot be wished away as is done by liberal academics in East and West, by giving an abstract interpretation of Jihad. As Walter Laquer, an American expert on terrorism observed, "Many interpreters of jihad in the Muslim world, and an equal number in the West, have explained that jihad has a double meaning: it stands for jihad bi al saif (holy war by means of the sword) and also for jihad al nafs (literally, struggle for one's soul against one's own base instinct). Both interpretations are true, but Islamic militants have rejected the spiritual explanation as dangerous heresy. ...The Taliban in Afghanistan and many militants are not impressed by the speeches and writings of more moderate exegetists about the 'poverty of fanaticism' and the 'spiritual mission of Islam,' and this fact is what matters..."

The fact of the matter is that influential Muslim leaders see the violent version of Jihad as the only valid one. Jihad to them is "the most glorious word in the vocabulary of Islam," and by this they don't mean striving for inner perfection. Goel explains this vital fact with clarity and thoroughness with profuse illustrations from the history and scripture of Islam. As he points out, the Quran studied alongside the Hadis is a nothing but a manual on Jihad - or religious war. Just as the Prophet became the model for Muslim behavior, his blood soaked career became the model for a succession of Muslim leaders down to the present.

While the Hadis are indispensable for understanding Islam, they present a bewildering mass of detail to the uninitiated. In Chapter 4 ('The Prophet Sets the Pattern'), the author takes the reader through the Prophet's career by presenting a systematic picture of the historical background and the key events. He describes also two interesting episodes that are not widely known: the Prophet's invitation, in a time of distress, to the Christian Abyssinians to invade Mecca, claiming that his teachings were no different from theirs; and the famous 'Satanic verses' inspired by the need to regain the support of the Meccans. In Chapter 5 ('The Orthodox Exposition of Jihad'), the author produces evidence from primary sources to demolish the claim of modern apologists that Jihad has - or ever had - a spiritual meaning. This 'spiritual' interpretation is exhumed only when they feel insecure - as in India today, or when faced with powerful opponents like the United States - to be buried again when conditions turn favorable.

Chapter 6 ('Jihad in India's History') may be read as a practical demonstration of Islam in action. It is to be hoped that every policymaker in India as well as the West will read this capsule account of the 'bloodiest story in history' - as Will Durant called it - and learn its lessons. Indians in particular must face this historical truth and not seek escape in fantasies written by soothsayers calling themselves historians. This chapter should be made required reading for students in India, if mistakes of the past are not to be repeated.

In some ways the most interesting as well original section is Chapter 10 ('A Close Look at Allah of the Quran'). In this, Goel compares Allah of Prophet Muhammad with the Mongol sky god Tengiri who inspired Chengiz Khan on his world conquest. He shows how from the Jaxartes (Syr Darya) in Central Asia to the Nile, the soldiers of Allah were no match for Tengiri's Mongols. Baghdad along with its Caliph were reduced to dust literally under the hooves of the horses of Chengiz's grandson Huelgu Khan and his 'Devil's Horsemen'. This fact though is rarely found in history books in use in India. (Tengiri had a redeeming feature though - he was tolerant of all religions.)

In summary, Sita Ram Goel has produced a manual on Islam that is a 'must read' for everyone concerned about the threat posed by Islamic terror in our time. After reading The Calcutta Quran Petition, one can appreciate what Maharshi Dayananda Saraswati meant, when he said upon reading the Quran, "I cannot tell the difference between its God and its Devil."



Hier kunt u het volledig boek online lezen: http://www.bharatvani.org/books/tcqp/index.htm

Moi
14 oktober 2002, 11:40
Voor mij is het duidelijk: de Islam dient (nog) niet verboden te worden, maar wel op de lijst van gevaarlijke sekten geplaatst te worden, zodat de staatsveiligheid erin kan infiltreren. Na de recenten gebeurtenissen in Helsinki, Bali en Yemen is het toch wel duidelijk zeker!

S.
14 oktober 2002, 15:32
Infiltreren in de Islam? Wat moet je je daar nu bij voorstellen? Zie je ze al bezig in een moslimland: 'ja mannen, we gaan infiltreren in het Christendom. Alles wijst erop dat de Paus, tesamen met enkele protestante en orthodoxe leiders een complot heeft gesloten ons uit te roeien'. Zou U misschien niet bedoelen dat er moet geïnfiltreerd worden in radicale moslimorganisaties? Zoiets is de evidentie zelve, toch? Er bestaan ook radicale organisaties die hun mosterd elders halen om zever te verkopen. Uit de bijbel bvb, of uit Mein Kampf (niet waar Guderian?). Die moeten toch ook geïnfiltreerd worden?

U bent blijkbaar goed op de hoogte van het nieuws, daar U al weet dat een moslim achter de aanslag in Helsinki zit. Heeft U toevallig ook een bron?

Darwin
21 november 2002, 23:24
even omhoog zetten voor frolic en d' andere nieuwkomers ;)

Jos Verhulst
22 november 2002, 15:26
Zucht, ik ontken dat ook niet. Ik zeg gewoon dat je de bijbel ook kan gebruiken om tegen de grondwet te zondigen. U vult de rest maar zelf aan met pakweg het woord... 'kruistochten'.

Volgens mij is 'Bijbel' een weinig relevant begrip. De Bijbel omvat twee totaal verschillende tekstenbundels: het Oud testament en het Nieuw Testament. Alleen dat laatste is karakteristiek voor het christendom. Het Oud testament is een verzameling joodse boeken, waarvan de goddelijke herkomst door de meeste christleijke kerken is erkend. De truk om islam en christendom qua 'bronkwaliteit' gelijk te stellen, bestaat er blijkbaar in om citaten uit de koran te counteren met gelijkaardige citaten uit het oud testament.

Ook met die voortdurende verwijzing naar de kruistochten heb ik enkele problemen. Ik ben er absoluut niet op uit om die goed te praten of te verdedigen, maar het moet wel erkend worden dat die kruistochten op de herovering van voormalig 'christelijk' gebied gericht waren. Indien je de kruistochten verwerpt, moet je ook de reconquista van het Iberisch schiereiland verwerpen en zou je zelfs het verzet van Karel Martel (als die ooit bestaan heeft) tegen de moslims moeten afkeuren. Kortom, een vermelding van de kruistochten zou, om eerlijk te zijn, altijd moeten vergezeld gaan van een vermelding van de daaraan voorafgaande islamitische veroveringstochten.

S.
22 november 2002, 20:40
Tja, U mag de kruistochten gerust laten vallen. Het OT, het NT en de Koran zijn al op duizend andere manieren verkracht.

torvicx
21 december 2002, 18:17
Het opmerkelijke is dat islam niet zozeer betekent "overgave aan god" of aan "de wil van god" maar gewoon overgave in de betekenis van je overgeven als overwonnene.
De term werd namelijk voor het eerst gebruikt door de vijanden van de islam in de periode toen de islam verre van een machtsbastion vormde.
De aanhang van mohamed vluchte naar hat Christelijke Abessynie (erfvijand van Arabië) ze gaven zich dus "over" , ze liepen "over" naar de vijand. Mohamed gebruikte toen die beschimping als geuzenaam :
" ja, wij hebben ons overgegeven maar dat deden we aan god"
Die subsitutie is zodanig geslaagd dat niemand zeker een mohahamedaan niet de wortel kent van "moslim". Het kent de zelfde wortel als Salam (vrede) de een betekent dus vrede de ander betekent pacificatie en gepacificeerde.......


hihihihi :wink:

eno2
25 januari 2010, 11:50
Ze respecteren nog niet eens de fysieke integriteit van de persoon.

filosoof
25 januari 2010, 11:53
een zeven jaar oude draad terug bovenhalen...
Gerontofilie:roll:

eno2
25 januari 2010, 11:54
een zeven jaar oude draad terug bovenhalen...
Gerontofilie:roll:

Ja zeg, waarom worden ze bijgehouden?

Om te laten verrotten?

eno2
25 januari 2010, 11:55
Een aantal van die ouwe draden is veel interessanter dan al dat hedendaags gelul

the_dude
25 januari 2010, 12:24
Waarom altijd dat kleine vizier?
ELKE religie is een aanslag op de rechten van de mens.

Zipper
25 januari 2010, 12:35
Waarom altijd dat kleine vizier?
ELKE religie is een aanslag op de rechten van de mens.

Da's een mooie.