PDA

View Full Version : Spelling


Leo
12 september 2003, 19:10
Bece zegde in “Suggesties gevraagd ivm justitie” zo langs de neus weg het volgende:

“Hetzelfde vindt men terug bij de spelling van de Nederlandse taal. Ook hier kan men stellen dat wanneer de spellingsregels zouden gemaakt worden door mensen die niet van de taal moeten leven, deze een stuk eenvoudiger zouden zijn.”

In het nummer 44 van Voorzetten publiceerde de Nederlandse Taalunie twee deeltjes.

Deel I (ISBN 90-12-08138-6) geeft de nieuwe spelling weer zoals die op zuiver taalkundige gronden beschreven is en voor die beregeling tekenden bij de officiële uitgave volgende taalkundigen verantwoordelijk: de professoren G. Geerts, A. Neijt-Kappen, G. de Schutter, P.G.J. van Sterkenburg, J. Taeldeman, S. de Vriendt, de doctores in de Germaanse filologie G.J.M. Verhoeven en J.J. Zuidema, en drs. P.C. uit den Bogaart. Dat zijn stuk voor stuk zwaargewichten op taalgebied en hoe dan ook mensen die beroepsmatig hun hele leven met onze taal bezig zijn, haar van binnenuit kennen en verdomd goed weten waarover ze praten. Hun beregeling is keurig en verzorgd (ieder stapje diepgaand verantwoord en door publieksonderzoek ondersteund), en vooral: ze is loepzuiver Nederlands. Om deze reden spreken we van de taalkundige versie van de nieuwe spelling. De regels werden door drs. Gert Meesters samengevat in een artikel dat na te lezen valt op http://www.ufsia.ac.be/~estorme/geerts.html. Een kind kan het leren (en dat is ook de bedoeling dacht ik).

Deel II (ISBN 90-12-08139-4) geeft de nieuwe spelling weer zoals die op politieke gronden is beschreven en voor die beregeling tekende bij de officiële uitgave H. d’Ancona verantwoordelijk mede namens haar kollega-kultuurminister H. Weckx en de onderwijsministers L. van den Bossche en J. Ritzen. Zij hebben op taalkundig gebied geen enkel soortelijk gewicht en ze kunnen geen enkele taalkundige geloofsbrief voorleggen. Om deze reden spreken we van de politieke versie van de nieuwe spelling. Professor Pauwels krijgt er kop nog staart aan, Paul van Grembergen heeft nog altijd het boekje nodig, en ik weet niet of de ruzie tussen Van Daele en het Groene Boekje iets opgeleverd heeft. Het zal me worst wezen.

Geïntrigeerd door de toepassingsbepalingen van het politieke besluit, deed ik navraag bij het Genootschap Onze Taal. P.H.M. Smulders, toen redakteur-sekretaris, antwoordde me letterlijk: "Ook de ministers van de Taalunie roepen om het hardst dat iedereen mag blijven spellen zoals hij wil - alleen voor het onderwijs en voor de ambtenarij is een eenheidsspelling voorgeschreven.

Terug naar Bece: de ingewikkelde regels zijn dus niet het werk van wie van de taal moeten leven, ze komen van onze politiekers. De overzichtelijke en eenduidige regels zijn van - jawel - taalkundigen. Kon je verwachten. Toch?

Het begrip "fout" bestaat dus niet eens als het over spelling gaat. Wie spelt zoals het taalkundig hoort, kan je hoogstens burgerlijke ongehoorzaamheid aanwrijven, en dan nog alleen als dat binnen ambtenarij of onderwijs gebeurt.

De protesten tegen de ambtelijke knoeiboel werden gesust met de belofte dat er een evaluatie zou komen na 10 jaar. Dat was boerenbedrog, want het besluit zelf spreekt alleen over toevoegen van nieuwe woorden en schrappen van in onbruik geraakte woorden. Paul van Grembergen heeft niettemin een proefballonnetje opgelaten, dat Marleen Vanderpoorten gelijk afgeschoten heeft. In het Noorden houdt men de boot af, met de verklaring dat er nog geen officiële vraag werd gesteld.

Wordt het geen tijd dat onze bewindslieden zich eenvoudig onbevoegd verklaren in deze materie, en het werk overlaten aan mensen die er iets van kennen?

ClearedEyes
5 december 2003, 16:00
Ik denk dat deze materie nog altijd vrij ingewikkeld is om één reden.

Onze wetgeving en rechtspraak.

bv. De wet op de vinkeniers, die bepaald hoeveel vinken een vinkenier mag vangen en op welke manieren, etc...
Deze wet, net als alle andere, is op een ingewikkelde manier opgebouwd met vaste structuurregels en vaste zinsbouw.

Wat gebeurd er als de Nederlands Taalunie het woord 'vinkenier' afschaft en een ander woord gebruikt voor deze hobby.
Dan zouden alle wetten over deze hobby vervallen want er staat letterlijk vinkeniers. Dan zouden ook alle vinkeniers die ooit een veroordeling of boete gekregen hebben wegens inbreuk tegen deze wet, hun geld mogen terug eisen. Aangezien zij beboet zijn volgens een wet tegenover een hobby die op dit moment niet meer zou bestaan.

Dit is nu een heeeel simplistisch voorbeeld, maar het beschrijft de situatie wel.
Indien een woord niet meer erkend zou worden, dan zou men een hoop aan overgangsbepalingen en nieuwe wetten moeten maken en laten stemmen, goedkeuren,......

Maar indien er een bepaalde zinsbouw niet meer geldend zou zin in onze taal, en die structuur dan nog hoofdelijk in elke wet zou staan. Dan zouden ALLE wetten opeens onbruikbaar zijn. En als alle wetten onbruikbaar zijn, dan zullen ook alle veroordeelden van die dag, onwettig in de cel zitten of boetes betalen.
Dit lijkt een hele hoop onzin, maar er zijn al mensen vrijgelaten wegens een bepaalde taalkundige fout in een wet.

Wegens onze prachtige proceduremogelijkheden, kan een crimineel vrijkomen door een fout. (zelfs een typfout)
Onze taal heeft een grondige herwerking nodig, maar indien de politiek geen inspraak zou krijgen, dan zou dit kunnen leiden tot wetteloosheid.

Onze wereld zit toch ingewikkeld ineen mijn beste vrienden.

Leo
5 december 2003, 21:27
Wat gebeurd er als de Nederlands Taalunie het woord 'vinkenier' afschaft en een ander woord gebruikt voor deze hobby..

Helemaal niets.

Deze interpretatie klopt langs geen kanten. Onze wetten worden niet herschreven omwille van spellingsveranderingen. Zelfs niet omdat woorden van betekenis verschuiven. Voor de interpretatie moeten de juristen in geval van twijfel teruggrijpen naar de notulen van de "wetsvorming". De inhoudelijke bedoeling van de wet dus. Als het goed is wordt elke term daarin trouwens gedefiniëerd. Het zou anders gewoon niet te doen zijn. Denk maar aan de Napoleontische wetten die nog steeds van kracht zijn. De enige uitzondering zijn wettelijk beschermde termen, maar dat zijn wettelijk gezien eigennamen, en die zijn onveranderlijk (op de hoofdletters/kleine letters na).

Trouwens, als je dan toch wettisch wil redeneren: de spellingsvoorschriften gelden uitsluitend voor ambtenarij en onderwijs. Valt het gerecht daaronder? (Scheiding der machten???)

Overigens is de kontekst van een wet alleen al voldoende om te weten waarover het gaat. Wat doe je met de stenografisch opgenomen betogen? Zijn die ongeldig? Denk je dat een dreigbrief geen dreigbrief is als wie klacht neerlegt over een drijgbrief spreekt? Kom nou...

Tot slot nog dit: ik zie in principe geen been in een soort eenheidspelling (al bestaat die in geen enkele taal (behalve in het Frans) met voorbehoud voor het feit dat een taal evolueert (staat óók uitdrukkelijk in het Groene Boekje). Ik erger me alleen maar aan de knoeiboel van politiekers die zich als analfabeten gedragen. Zopas wordt bekend gemaakt dat Suriname geassocieerd wordt in de Nederlandse Taalunie. Ik moet dat nog uitspitten. Ik kan alleen maar hopen dat de Surinamers ook een kultuur- en een onderwijsminister zullen mogen afvaardigen. Vermoedelijk zijn dat géén analfabeten. Hoop doet leven, toch?

Jan van den Berghe
6 december 2003, 09:21
Terug naar Bece: de ingewikkelde regels zijn dus niet het werk van wie van de taal moeten leven, ze komen van onze politiekers. De overzichtelijke en eenduidige regels zijn van - jawel - taalkundigen. Kon je verwachten. Toch?

Jammer genoeg moet ik u teleurstellen. De huidige spelling (1995) is het resultaat van een reeks aanbevelingen van de taalkundigen zelf. De politiek heeft die aanbevelingen gewoon klakkeloos gevolgd.

Jan van den Berghe
6 december 2003, 09:22
Trouwens, als je dan toch wettisch wil redeneren: de spellingsvoorschriften gelden uitsluitend voor ambtenarij en onderwijs. Valt het gerecht daaronder? (Scheiding der machten???)

Jazeker, alle ambtelijke stukken moeten in de voorgeschreven spelling worden opgesteld. Dat heeft trouwens niets met de scheiding der machten te maken.

Jan van den Berghe
6 december 2003, 09:29
Tot slot nog dit: ik zie in principe geen been in een soort eenheidspelling (al bestaat die in geen enkele taal (behalve in het Frans) met voorbehoud voor het feit dat een taal evolueert (staat óók uitdrukkelijk in het Groene Boekje).

In alle Europese talen bestaat er een eenheidsspelling, niet alleen het Frans... Overal in Europa hebben de talen een vaste, niet zelden door de overheid of een ander bevoegde instantie opgelegde spelling. Slechts in een aantal talen is er sprake van een zekere vrijheid (bijvoorbeeld in het Noors, waar er een sterke tendens bestaat om alles te vernoorsen... trouwens, de Noorse overheid heeft al aangekondigd om volgend jaar werk te maken van een volledig uniforme spelling).

Spellingshervormingen moeten de band tussen gesproken en geschreven taal dichter aanhalen. In Nederlands zou het een grote stap vooruit zijn om de woorden van buitenlandse oorsprong te vernederlandsen (zoals men in het Duits heeft gedaan met de laatste spellingshervorming of zoals men bijna systematisch doet in het Noors), de tussen -n laten vallen (zoals men in het Afrikaans heeft gedaan) en om enkele onlogische elementen te verwijderen (de -isch in Belgisch, de -lijk in belachelijk, enz.). Men kan dan natuurlijk verder gaan (zoals in het Afrikaans): de afschaffing van het onderscheid au/ou, ei/ij. Maar dat laatste zal op een grotere weerstand stuiten dan de eerste groep hervormingen.

Dimitri
6 december 2003, 13:18
Spellingshervormingen moeten de band tussen gesproken en geschreven taal dichter aanhalen. In Nederlands zou het een grote stap vooruit zijn om de woorden van buitenlandse oorsprong te vernederlandsen (zoals men in het Duits heeft gedaan met de laatste spellingshervorming of zoals men bijna systematisch doet in het Noors), de tussen -n laten vallen (zoals men in het Afrikaans heeft gedaan) en om enkele onlogische elementen te verwijderen (de -isch in Belgisch, de -lijk in belachelijk, enz.). Men kan dan natuurlijk verder gaan (zoals in het Afrikaans): de afschaffing van het onderscheid au/ou, ei/ij. Maar dat laatste zal op een grotere weerstand stuiten dan de eerste groep hervormingen.
Voor het vernederlandsen van buitenlandse woorden en het afschaffen van de tussen-n zal je wel veel medestanders kunnen vinden in Nederland, aangezien veel mensen moeite hebben met die (inconsequentie in de) regels. Maar het afschaffen van -isch en -lijk zal een stuk moeilijker liggen verwacht ik. Ik hoor nu al de commentaren dat het Nederlands 'verkleutert' als zulke wijzigingen worden doorgezet, dat het teveel op Afrikaans ('kindernederlands') gaat lijken, enz. Bovendien hebben mensen niet het idee dat de taal er makkelijker door wordt, en dat wordt tegenwoordig wel als belangrijkste criterium voor een spellingshervorming beschouwd. Daarom denk ik dat je het beter kunt laten bij de eerste twee punten (het vernederlandsen van buitenlandse woorden en het afschaffen van de tussen-n), die inderdaad de taal vergemakkelijken. De andere maatregelen zullen te ingrijpend gevonden worden. En dan nog heb je mensen die zeggen: "alwéér een nieuwe spelling?!".

Leo
6 december 2003, 17:44
Tot slot nog dit: ik zie in principe geen been in een soort eenheidspelling (al bestaat die in geen enkele taal (behalve in het Frans) met voorbehoud voor het feit dat een taal evolueert (staat óók uitdrukkelijk in het Groene Boekje).

In alle Europese talen bestaat er een eenheidsspelling, niet alleen het Frans... Overal in Europa hebben de talen een vaste, niet zelden door de overheid of een ander bevoegde instantie opgelegde spelling. Slechts in een aantal talen is er sprake van een zekere vrijheid (bijvoorbeeld in het Noors, waar er een sterke tendens bestaat om alles te vernoorsen... trouwens, de Noorse overheid heeft al aangekondigd om volgend jaar werk te maken van een volledig uniforme spelling).

Spellingshervormingen moeten de band tussen gesproken en geschreven taal dichter aanhalen. In Nederlands zou het een grote stap vooruit zijn om de woorden van buitenlandse oorsprong te vernederlandsen (zoals men in het Duits heeft gedaan met de laatste spellingshervorming of zoals men bijna systematisch doet in het Noors), de tussen -n laten vallen (zoals men in het Afrikaans heeft gedaan) en om enkele onlogische elementen te verwijderen (de -isch in Belgisch, de -lijk in belachelijk, enz.). Men kan dan natuurlijk verder gaan (zoals in het Afrikaans): de afschaffing van het onderscheid au/ou, ei/ij. Maar dat laatste zal op een grotere weerstand stuiten dan de eerste groep hervormingen.

Ik ken niet alle talen ter wereld, maar ik heb er wel een paar onder de knie. Het is wel zo dat er hier en daar een soort "aanbeveling" is, maar vaste regels? Vergeet het.

Hoe meer een taal verspreid is, hoe meer varianten. Om met het Engels te beginnen, dat wel de kroon spant. De BBC wijdde er ooit een uitzending aan waarin ze als grondregel vooropstelde: Als de Engelse taal haar status van wereldtaal niet wil verliezen, mag geen enkele variant fout bestempeld worden. Het ging daar zowel over spelling als over semantiek, zinsbouw, grammatika. Het Engels heeft voor zover ik weet de meeste varianten die allemaal korrekt zijn. De meest bekende is de s/z variant [organisation/organization] (te vergelijken met onze c/k). Maar er zijn ook nog de o/ou variant [color/colour], ey/y [whiskey/whisky], ct/x [connection/connexion], er/re [center/centre], ay/ey [gray/grey], er/or [adviser/advisor].

De volgende taal in belangrijkheid, het Spaans, heeft een x/j variant [Mexico/Mejico].

Het Portugees laat toe niet uitgesproken letters ofwel te schrijven ofwel te laten vallen [otimo/optimo], en het kent een qu/qü variant [consequente/conseqüente] een é/ê variant [congénito/congênito], ó/ô [manicómio/manicômio]...

Het Duits heeft de ö/oe en een ss/ß variant [groesse/größe]

Zowel het Goethe-Institut als de Portugese regering hebben enige jaren geleden een poging gedaan om dat te veranderen, maar ze hebben beide wijselijk besloten dat toch maar niet te doen.

En ga zo maar door.... Het mag duidelijk zijn dat mijn opsomming alles behalve volledig is.

Wat de twee vorige opmerkingen van Jan betreft:
Lees eerst de beide publikaties van de Nederlandse Taalunie die ik hoger heb aangehaald en waarin zowel de regels als de officiële verantwoordelijken genoemd worden. Dan hoor je het eens van een ander: officieel van de bron zelf. En wat de ambtenarij betreft, ja natuurlijk: dat zei ik toch?

In het Nederlands gaat het probleem trouwens bijna uitsluitend om ingevoerde woorden. De spelling van oorspronkelijk Nederlandse woorden vertoont een opvallende eenvormigheid. Eigenlijk komt de hele zaak er op neer eenduidig vast te leggen wanneer voor een ingevoerd woord het ogenblik aangebroken is om in zijn spelling naar de beregeling van het Nederlands over te stappen. Volgens de taalkundigen is dat wanneer alle andere elementen die aanpassing ook al achter de rug hebben, zoals daar met name zijn: meervoudsvorming, uitspraak, het aanmeten van voor- en achtervoegsels, verbuigingen en vervoegingen. Volgens de politiekers komt dat ogenblik er niet (of nooit?). De politiekers hebben de taalkundigen niet klakkeloos gevolgd, ze hebben ze helemaal niet gevolgd, er gewoon geen rekening mee gehouden.

Jan van den Berghe
6 december 2003, 19:38
Het Duits heeft de ö/oe en een ss/ß variant [groesse/größe]

Zowel het Goethe-Institut als de Portugese regering hebben enige jaren geleden een poging gedaan om dat te veranderen, maar ze hebben beide wijselijk besloten dat toch maar niet te doen.

Er is hier geen sprake van een "variant", maar gewoon de mogelijkheid om oe en ss te gebruiken wanneer men de ö en ß niet kan plaatsen (bijvoorbeeld op bepaalde tikmachines of bepaalde drukpersen). Kijk dat gerust maar even na in de nieuwe Duden.

Leo
6 december 2003, 20:12
Het Duits heeft de ö/oe en een ss/ß variant [groesse/größe]

Zowel het Goethe-Institut als de Portugese regering hebben enige jaren geleden een poging gedaan om dat te veranderen, maar ze hebben beide wijselijk besloten dat toch maar niet te doen.

Er is hier geen sprake van een "variant", maar gewoon de mogelijkheid om oe en ss te gebruiken wanneer men de ö en ß niet kan plaatsen (bijvoorbeeld op bepaalde tikmachines of bepaalde drukpersen). Kijk dat gerust maar even na in de nieuwe Duden.

De reden waarom maakt niet uit. Overigens kunnen drukpersen die tekens wel aan, zeker de ö. Ik heb nog een tijdje in de drukkerswereld gezeten, mij maak je niets wijs op dat punt. Onze oude mechanische tikmachines, dat klopt. Ze zijn ondertussen zoetjesaan achterhaald door onze tekstverwerkers, en die hebben daar geen problemen mee zoals we hier overtuigend aan het bewijzen zijn. De reden van dubbele spellingsvormen kan ook van geografische oorsprong zijn (meestal), of gewoon door de evolutie, zeg het maar...

Ze zijn er, en ze worden zowat in alle talen aanvaard en gebruikt. Dát is het punt. Alleen de ministers van de Nederlandse Taalunie zijn op dat punt Oost-Indisch doof.

Waar het op aankomt is dat we moeten afleren anderen het etiket "foutschrijver" op te plakken, alleen maar omdat hij anders spelt dan wijzelf. Zeker als zo een andere verdomd goed weet waarom, en zoals in het geval van de taalkundige spelling van het Nederlands, grondig studiewerk kan inroepen, publieksonderzoek inbegrepen.

Dat neemt niet weg dat een zekere eenvormigheid zo zijn voordelen heeft. Maar met een knoeiboel is niemand gediend. Daarom mijn vraag aan de politiek om daar met haar tengels af te blijven, en het werk over te laten aan mensen die wéten wat spelling in wezen is, waar ze moet voor dienen, en hoe ze aangeleerd moet worden. Het is voor dat laatste punt dat er regels nodig zijn. Ordelijke en samenhangende regels.

Pelgrim
6 december 2003, 20:15
In het Esperanto bestaat er een soortgelijke consensus. De letters met hoedje op die op een computerklavier niet getipt kunnen worden, zet men dan als gewone letter met een 'x' achter.

Dat bewijst eigenlijk dat spelling niet meer is dan een afspraak in bepaalde omstandigheden genomen en nooit absoluut en eeuwig.

In die zin is het best mogelijk dat over honderd jaar de dt regel anders zal zijn.

Jan van den Berghe
6 december 2003, 20:18
Ik ken niet alle talen ter wereld, maar ik heb er wel een paar onder de knie. Het is wel zo dat er hier en daar een soort "aanbeveling" is, maar vaste regels? Vergeet het.

Laat ik dan van mijn kant u een paar talen geven die een vaste spelling hebben. Er zijn bijvoorbeeld het Deens, Afrikaans, Fins, Hongaars, Turks... allemaal talen met een voorgeschreven en streng genormeerde spelling.

Jan van den Berghe
6 december 2003, 20:22
De politiekers hebben de taalkundigen niet klakkeloos gevolgd, ze hebben ze helemaal niet gevolgd, er gewoon geen rekening mee gehouden.

U vergist zich jammer genoeg. Het rapport met aanbevelingen is door de politiek klakkeloos gevolgd. Niet de politiek heeft de regels voor de tussen -n opgesteld, maar de taalkundigen. Ik verwijs hierbij naar het aanbevelingsrapport van de Taalunie, een rapport dat u kunt nalezen in de universiteitsbibliotheek van Kortrijk.

Jan van den Berghe
6 december 2003, 20:52
Ze zijn er, en ze worden zowat in alle talen aanvaard en gebruikt. Dát is het punt. Alleen de ministers van de Nederlandse Taalunie zijn op dat punt Oost-Indisch doof.

Er zijn geen "ministers van de Nederlandse Taalunie". De Taalunie is een aparte instelling, maar de ministers van Nederland en Vlaanderen bekrachtigen en vaardigen de aanbevelingen van de Taalunie uit.

In niet alle talen bestaan er dubbelvormen (toch niet van het genormeerd gedeelte). Hongaars en Fins bijvoorbeeld hebben een streng genormeerde eenheidsspelling.

In het Nederlands hebben we nood aan een duidelijke en eenvormige spelling. Ik zie trouwens niet goed in waarom er nu plotseling zou moeten worden teruggekeerd naar het tweeluik progressieve/voorkeursspelling.

Dimitri
6 december 2003, 21:29
Hoe meer een taal verspreid is, hoe meer varianten. Om met het Engels te beginnen, dat wel de kroon spant. De BBC wijdde er ooit een uitzending aan waarin ze als grondregel vooropstelde: Als de Engelse taal haar status van wereldtaal niet wil verliezen, mag geen enkele variant fout bestempeld worden. Het ging daar zowel over spelling als over semantiek, zinsbouw, grammatika. Het Engels heeft voor zover ik weet de meeste varianten die allemaal korrekt zijn. De meest bekende is de s/z variant [organisation/organization] (te vergelijken met onze c/k). Maar er zijn ook nog de o/ou variant [color/colour], ey/y [whiskey/whisky], ct/x [connection/connexion], er/re [center/centre], ay/ey [gray/grey], er/or [adviser/advisor].
Gaat het hier niet gewoon om geografische varianten van het Engels? De s/z-, o/ou- en er/re-varianten zijn bijvoorbeeld kenmerken van het Amerikaans Engels. Dit neemt niet weg dat die varianten niet worden geaccepteerd in het Brits Engels, wat het Engels is dat in Nederland (en in Vlaanderen waarschijnlijk ook) op de basis- en middelbare school wordt onderwezen. Vreemd overigens, want verreweg de meeste Engelstaligen in de wereld spreken Amerikaans Engels en de meeste Engelstalige teksten (op Nederlandse universiteiten bijv.) hanteren ook Amerikaans Engels. Ik meen me te herinneren dat men daarom in Nieuw-Zeeland enkele jaren geleden bewust is overgestapt van het Brits naar het Amerikaans Engels. Er is dus wel degelijk sprake van een genormeerde spelling, alleen hanteren de VS en GB verschillende normen.

Nu zou je kunnen zeggen dat Nederland en Vlaanderen dan ook wel eigen genormeerde spellingen kunnen gaan hanteren, maar als buurlanden binnen een relatief klein taalgebied lijkt me dat niet wenselijk. Overzees gebeurt dat natuurlijk sneller en inderdaad heeft het Nederlands in Zuid-Afrika zich zelfs nog verder ontwikkeld dan het Engels in de VS, tot het Afrikaans. In Suriname hanteert men wel dezelfde spelling als in Nederland (alhoewel soms nog de progressieve spelling wordt gebruikt, vanwege de verouderde lesmaterialen), en de Surinaamse regering wordt tegenwoordig ook betrokken bij de Nederlandse Taalunie. Uiteindelijk zou dat moeten resulteren in een volwaardig lidmaatschap.

Leo
7 december 2003, 16:08
Ze zijn er, en ze worden zowat in alle talen aanvaard en gebruikt. Dát is het punt. Alleen de ministers van de Nederlandse Taalunie zijn op dat punt Oost-Indisch doof.

Er zijn geen "ministers van de Nederlandse Taalunie". De Taalunie is een aparte instelling, maar de ministers van Nederland en Vlaanderen bekrachtigen en vaardigen de aanbevelingen van de Taalunie uit.

In niet alle talen bestaan er dubbelvormen (toch niet van het genormeerd gedeelte). Hongaars en Fins bijvoorbeeld hebben een streng genormeerde eenheidsspelling.

In het Nederlands hebben we nood aan een duidelijke en eenvormige spelling. Ik zie trouwens niet goed in waarom er nu plotseling zou moeten worden teruggekeerd naar het tweeluik progressieve/voorkeursspelling.

Ik kan me niet herinneren ooit ergens gezegd te hebben dat we zouden moeten terugkeren naar het "tweeluik progressieve/voorkeursspelling". Ik heb gezegd dat spellingvoorschriften geen werk zijn voor politiekers, en ik heb ook gezegd dat we een spellingberegeling nodig hebben die ordelijk en samenhangend is. Daarmee parafraseer ik de termen (konsekwent en konsistent) die gebruikt werden voor de opdracht om aanbevelingen te doen, en dat komt inderdaad neer op duidelijk en eenvormig. Waar zit dan het probleem?

Ik heb de volledige officiële uitgave van het Spellingrapport van de Nederlandse Taalunie vóór me liggen: in hun onverkorte vorm 145 bladzijden aanbevelingen, verantwoordingen, voorbeelden, bibliografie en resultaten van het publieksonderzoek. Daarvan hebben de ministers welgeteld twee punten, met name 3.2 De schrijfwijze van de verbindingsklank sjwa en 3.3 De schrijfwijze van de verbindingsklank [s] (van midden blz. 70 tot blz 83 ) in hun besluit betrokken. De rest hebben ze doodleuk laten vallen. Nogal mager, niet? De ministers van Nederland en Vlaanderen bekrachtigen en vaardigen de aanbevelingen van de Taalunie uit komt in die kontekst nogal grappig over. Het is niet omdat slechts weinigen zich in de zaak verdiept hebben, dat je de goegemeente gelijk wat op de mouw kan spelden. Zo bouw je geen vruchtbare gedachtenwisseling op.

Kwatongen zeggen dat de ministers na lezing van de aanbevelingen opdracht gegeven hebben aan enkele ambtenaren om een beperktere aanbeveling te doen. Of dat waar is, weet ik niet, of dat gebeurd is weet ik niet, en of daar dokumenten over bestaan weet ik ook niet. Als die bestaan komen die in elk geval niet voor in de officiële stukken van de Nederlandse Taalunie terzake. Niet-openbaar gemaakte interne briefwisseling over het onderwerp kan helpen als achtergrondgegeven om het officiële gedeelte beter te begrijpen, maar die mag je niet als officiële aanbeveling verkopen.

Leo
7 december 2003, 17:06
De s/z-, o/ou- en er/re-varianten zijn bijvoorbeeld kenmerken van het Amerikaans Engels. [....] Er is dus wel degelijk sprake van een genormeerde spelling, alleen hanteren de VS en GB verschillende normen.

Nu zou je kunnen zeggen dat Nederland en Vlaanderen dan ook wel eigen genormeerde spellingen kunnen gaan hanteren, maar als buurlanden binnen een relatief klein taalgebied lijkt me dat niet wenselijk.

Varianten zij inderdaad meestal regionaal. Heel grofweg kan je zeggen dat de s, ou en re-varianten Brits zijn, de z, o en er Amerikaans. Ze zijn trouwens dominant in de betrokken regio, maar niet verplicht. In de praktijk stellen Amerikanen helemaal geen belang in de zaak (er wordt meer geruzied over bepaalde woorden, want ook de woordenschat vertoont verschillen). Britten lijken meer taalbewust. Maar van een echte vastgelegde norm is nergens sprake. Bovendien zijn er nog Iers/Britse verschillen. Wat ze wel allemaal gemeenschappelijk hebben is het standpunt: het is allemaal Engels. Period.

Wat Nederland en Vlaanderen betreft is er eigenlijk geen verschil. In de spelling van de inheemse woorden al helemaal niet, en voor de ingevoerde woorden lopen de regionale verschillen meer over heel andere demografische lijnen zoals landelijk/stedelijk, hoger of lager geschoold, dat soort dingen. Je hoort wel eens beweren dat Vlamingen de k-variant verkiezen uit anti-Frans purisme, en de Nederlanders de c-variant uit anti-Duits purisme, maar eerlijk gezegd lijkt me dat meer borrelpraat dan wat anders: je vindt beide in beide regio's. Er is wel een neiging onder intellektuelen om meer de fonetische richting uit te gaan bij ingevoerde woorden, terwijl in puristische hoek niet zozeer de vreemde spelling dan wel het gehele vreemde woord ongewenst is. De vreemde spelling bewaren wordt dan een soort merkteken dat betekent: te mijden... (Waarmee ik niet beweer dat puristen geen intellektuelen zouden zijn).
Maar twee normen vastleggen? Neen. Behalve dat de rijksgrens een onbruikbare grenslijn is op spellinggebied, denk ik dat het Engelse standpunt veel gezonder is: het is allemaal Nederlands. Punt.

Jan van den Berghe
8 december 2003, 14:16
Daarvan hebben de ministers welgeteld twee punten, met name 3.2 De schrijfwijze van de sjwa en 3.3 De schrijfwijze van de verbindingsklank [s] (van midden blz. 70 tot blz 83 ) in hun besluit betrokken.

Ik denk dat u toch ergens de bal misslaat. Met de spellingsregeling van 1995 is er helemaal niets veranderd aan de schrijfwijze van de sjwa. Deze klank kan nog steeds, zoals in de spelling van 1954 en die van vroegere datum, op verschillende wijzen geschreven worden: e, i, ij en u (en in een enkel geval ook o).

Wat de verbindingsklank -s betreft, zijn we even ver van huis als vroeger. De regels die de taalkundigen hierbij opgesteld hebben zijn even warrig als vroeger. Dat geldt trouwens ook voor de tussenletter -n (ook een nieuwe regeling in de spelling van 1995). Vandaar trouwens de verschillen tussen het Groene Boekje en Van Dale bijvoorbeeld.

Jan van den Berghe
8 december 2003, 14:20
Maar twee normen vastleggen? Neen. Behalve dat de rijksgrens een onbruikbare grenslijn is op spellinggebied, denk ik dat het Engelse standpunt veel gezonder is: het is allemaal Nederlands. Punt.

En dat juist iets waar we helemaal geen behoefte aan hebben. Een eenvormige en duidelijke spelling hebben we nodig, en geen mentaliteit "het is allemaal goed Nederlands".

Pelgrim
8 december 2003, 16:49
Ik zie eigenlijk eerder nut in twee vormen die parallel lopen.
Een algemeen Nederlands waarvan de spelling overal en voor iedereen de zelfde regels heeft, voor de 'officiële' aangelegenheden (staatszaken bvb). Zoals Jan zegt het is beter een eenduidige norm te hebben die alle discussies wegneemt.

Daarnaast vind ik echter ook dat het dialect als cultuurtalen moeten blijven bestaan, dus in culturele gevallen zoals literatuur en dergelijke zou een lossere, meer dialect gerichtere spelling moeten kunnen.

Jan van den Berghe
8 december 2003, 17:21
Daarnaast vind ik echter ook dat het dialect als cultuurtalen moeten blijven bestaan, dus in culturele gevallen zoals literatuur en dergelijke zou een lossere, meer dialect gerichtere spelling moeten kunnen.

Natuurlijk, maar de discussie is nu eenmaal niet welke spelling we voor onze dialecten moeten of mogen gebruiken, maar gaat wel over de spelling van onze standaardtaal.

Laten we spelling nu eenmaal niet verwarren met de taaluitingen (algemene, overkoepelende taal versus plaatselijke taalvormen).

Jan van den Berghe
8 december 2003, 17:25
Een algemeen Nederlands waarvan de spelling overal en voor iedereen de zelfde regels heeft, voor de 'officiële' aangelegenheden (staatszaken bvb). Zoals Jan zegt het is beter een eenduidige norm te hebben die alle discussies wegneemt.

En ook in het onderwijs hebben we nood aan een eenvormige spelling.

De discussie zal maar ophouden wanneer de spelling eenduidig en ten grond hervormd wordt. Nu zitten we met het Nederlands opgescheept met een reeks opeenvolgende spellingshervormingen. Dat alles kon gerust in een trek gebeuren.

Men heeft dat indertijd met het Hongaars, Turks en Fins gedaan. Van enige spellingsstrijd is er bij die talen geen sprake.

Mij is nog steeds niet duidelijk waarom de Nederlandse en Vlaamse taalkundigen niet eens kijken naar de spellingshervorming in het Afrikaans.

Pelgrim
8 december 2003, 17:28
Daar heb je gelijk in. Standaardtaal moet standaard zijn, en niet afhangen van de buien van de schrijver.
Ik bedoelde alleen maar, dat er ook ruimte moet zijn voor 'dichterlijke inventiviteit', uiteraard niet in belangrijke kwesties maar bvb in literatuur en dergelijke. Men heeft al wel eens de neiging een spelling of grammatica fout als grote ramp te zien (en toegegeven, soms erger ik me er ook al eens aan :wink: )

Jan van den Berghe
8 december 2003, 17:46
Men heeft al wel eens de neiging een spelling of grammatica fout als grote ramp te zien (en toegegeven, soms erger ik me er ook al eens aan :wink: )

Dat komt omdat men spelling nog altijd ziet als een soort kunst, een verheven ambacht dat men onder de knie moet krijgen.

In het Nederlands wemelt het nu nog van ongerijmdheden (nu ja, eerlijkheidshalve moeten we zeggen dat onze spelling al een stuk dichter bij de standaarduitspraak staat dan bijvoorbeeld de Franse of Engelse spelling). Naar het voorbeeld van het Afrikaans kunnen die gedeeltelijk weggewerkt worden. Dan zullen er geen discussies meer zijn over de tussen -n bijvoorbeeld. Geen problemen meer bij het spellen van woorden van vreemde oorsprong. Enzovoort.

Pelgrim
8 december 2003, 18:28
Ik ben niet echt thuis in het Afrikaans. Ken je een goede website waar zuid afrikaans nederlands uitgelegd wordt? Ooit ben ik eens iemand tegengekomen die het sprak. Converseren was niet moeilijk, maar het leek mij wel nogal een soort nederlands aangepast voor de 'simpele mens'.

Jan van den Berghe
8 december 2003, 18:53
Converseren was niet moeilijk, maar het leek mij wel nogal een soort nederlands aangepast voor de 'simpele mens'.

En zo klinkt het Nederlands ook in Duitse oren.

Er bestaat een boekje over Nederlands-Afrikaanse verschillen. Het steekt ergens in mijn boekenrij, maar alleen de goden weten waar dat ergens steekt.

Leo
8 december 2003, 20:07
Daarvan hebben de ministers welgeteld twee punten, met name 3.2 De schrijfwijze van de sjwa en 3.3 De schrijfwijze van de verbindingsklank [s] (van midden blz. 70 tot blz 83 ) in hun besluit betrokken.

Met de spellingsregeling van 1995 is er helemaal niets veranderd aan de schrijfwijze van de sjwa. Deze klank kan nog steeds, zoals in de spelling van 1954 en die van vroegere datum, op verschillende wijzen geschreven worden: e, i, ij en u (en in een enkel geval ook o).

Ik had het over het stukje 3.2 De schrijfwijze van de verbindingsklank sjwa. Ik heb in het overtikken het belangrijkste woord ingeslikt. Ik verbeter mijn tekst terstond. En dat gaat wel degelijk over wat in de volksmond te tussen-e(n) genoemd wordt. Mijn verontschuldigingen.

Ik onthou me bewust van elke neiging tot voorschrijven hoe de beregeling er uiteindelijk in detail moet uitzien, zolang ze maar ordelijk en samenhangend is. Ook al weet ik dan van de hoed en de rand, mijn kennis reikt niet diep genoeg om een verantwoorde eindkeuze te maken. Dat laat ik over aan mensen die onze taal en haar spelling van haver tot gort kennen, taalkundigen dus. Dat neemt niet weg dat er in de ambtelijke spelling een ernstige beperking zit, met name de onmogelijkheid om in het eerste morfeem van een samenstelling nadrukkelijk te zeggen of je enkelvoud of meervoud bedoelt, ook al heb je dat dan niet alle dagen nodig. De regel van de tussenletters staat in de weg, stomweg omdat voor beide zaken dezelfde letters gebruikt worden. Ik bedoel dus dingen in de trant van de Antwerpse Stationstraat of de Brusselse Twee-stationsstraat. Vervelend is dat. In dit geval kan het telwoord nog helpen, maar het blijft een schoonheidsfout. Daar moesten ze nog maar eens goed over nadenken.

Jan van den Berghe
8 december 2003, 21:18
Het probleem van de tussen -n is eigenlijk geen probleem. In de beschaafde uitspraak wordt die immers niet uitgesproken. En zoals Te Winkel en De Vries stelden moet dat de leidraad zijn voor onze spelling (ze zondigen gedeeltelijk wel tegen dit beginsel door ook plaats te geven aan de etymologie met hun -s en -sch, -o -a, -e en -oo, -aa en -ee, ou/au en ij/ei).

Men had veel beter de afspraak van het Afrikaans gevolgd: men schrijft gewoon geen -n. Nooit ofte nimmer.

Dimitri
8 december 2003, 23:12
Varianten zij inderdaad meestal regionaal. Heel grofweg kan je zeggen dat de s, ou en re-varianten Brits zijn, de z, o en er Amerikaans. Ze zijn trouwens dominant in de betrokken regio, maar niet verplicht. In de praktijk stellen Amerikanen helemaal geen belang in de zaak (er wordt meer geruzied over bepaalde woorden, want ook de woordenschat vertoont verschillen). Britten lijken meer taalbewust. Maar van een echte vastgelegde norm is nergens sprake. Bovendien zijn er nog Iers/Britse verschillen. Wat ze wel allemaal gemeenschappelijk hebben is het standpunt: het is allemaal Engels. Period.
Van iemand die niet volgens oude of zeer progressieve spellingregels Nederlands schrijft zal ook niemand zeggen dat het geen Nederlands is. Maar het is wel afwijkend van de officiële spelling. Er is misschien geen door de overheid vastgelegde spelling, maar er bestaat wel een uniforme spelling in de landen. In feite komt dat op hetzelfde neer. Als Engelse kinderen 'labor' schrijven, wordt het net zo fout gerekend als wanneer Nederlandse kinderen 'arbeit' spellen.

Je hoort wel eens beweren dat Vlamingen de k-variant verkiezen uit anti-Frans purisme, en de Nederlanders de c-variant uit anti-Duits purisme, maar eerlijk gezegd lijkt me dat meer borrelpraat dan wat anders: je vindt beide in beide regio's.
Het lijkt me sowieso borrelpraat om te denken dat Nederlanders er bij het schrijven van woorden bij stil zouden staan of het lijkt op Duits. Het is bijna altijd een gewoontekwestie: iemand is gewend om een woord op een bepaalde manier te schrijven en vindt het dan raar als de spelling plots anders is. Een ander is die spelling misschien wel gewend en vindt het helemaal niet raar. Zo krijg je dat veel mensen op gevoel spellen als er geen vastgelegde spelling bestaat. Toen de progressieve spelling nog was toegelaten, waren het vaak de jongeren die een progressieve spelling voerden, omdat ze niet anders gewend waren en deze het dichtst bij de uitspraak lag, terwijl ouderen de oude spelling gewend waren en die nog gebruikten. Uiteindelijk is in 1995 verrassend genoeg meestal voor de oude spelling gekozen en nu zullen veel mensen gewend raken aan die spelling.

Er is wel een neiging onder intellektuelen om meer de fonetische richting uit te gaan bij ingevoerde woorden, terwijl in puristische hoek niet zozeer de vreemde spelling dan wel het gehele vreemde woord ongewenst is. De vreemde spelling bewaren wordt dan een soort merkteken dat betekent: te mijden... (Waarmee ik niet beweer dat puristen geen intellektuelen zouden zijn).
Maar twee normen vastleggen? Neen. Behalve dat de rijksgrens een onbruikbare grenslijn is op spellinggebied, denk ik dat het Engelse standpunt veel gezonder is: het is allemaal Nederlands. Punt.
Dat lijkt me geen goed idee, want er is juist behoefte aan een duidelijk vastgelegde spelling. Men heeft niet voor niets de spellingsvrijheid afgeschaft. Laat het vrij en iedereen zal zich vertwijfelt afvragen wat nu precies de juiste spelling is van een woord: mensen willen duidelijkheid.

Overigens heeft 95% van de bevolking ook geen enkele boodschap aan discussies over fonetische of puristische spellingen. De meeste mensen spellen gewoon zoals het hen is aangeleerd of opgedragen. Weinigen zullen zich afvragen wat de achterliggende redenen geweest zouden kunnen zijn om juist deze spelling van het woord tot officiële spelling te maken. Alleen is je heel ingrijpende wijzigingen doorvoert, bijv. een ultra-progressieve spelling, zullen mensen zich gaan afvragen waar het allemaal goed voor is.

Leo
9 december 2003, 10:29
Dat lijkt me geen goed idee, want er is juist behoefte aan een duidelijk vastgelegde spelling. Men heeft niet voor niets de spellingsvrijheid afgeschaft. Laat het vrij en iedereen zal zich vertwijfelt afvragen wat nu precies de juiste spelling is van een woord: mensen willen duidelijkheid.

Je hoort me niet zeggen dat er geen behoefte is aan een duidelijk vastgelegde spelling. Maar hoe leg je die vast? Woord-per-woord op zijn Engels, of in ondubbelzinnige regels zoals in het Esperanto? Laten we niet naïef zijn: de grote massa zal het allemaal worst wezen, en die spelt vrij (en dat eindigt nogal eens met een fonetisch resultaat: zie de vele "d/t fouten"). Wie daarentegen veel tekst moet maken, die stelt zich vragen. Of dat al dan niet vertwijfeld is weet ik niet. Het gevoel overheerst in elk geval dat de spelling woord-per-woord verschilt. De regels komen niet als regels uit de verf, veeleer als totale willekeur. En daar zit het hele probleem.

Sommigen zeggen: liever slechte regels dan geen regels, en die zoeken het dan maar op (die kennen maar één regel: neem het Groene Boekje). Anderen zeggen: liever geen regels dan slechte regels, en die proberen dan maar op een (volgens hen) verantwoorde manier volgens eigen "richtlijnen" te spellen. En vergis je niet: het Nederlands kent (buiten ambtenarij en onderwijs) geen énkele verplichting terzake. Gelukkig maar las ik ergens bij een kommentaar, want zoals het nu gaat (met een mengsel van regels, tellingen, angst voor verandering) zouden we binnen de kortste keren met een nóg chaotischer spelling opgescheept zitten (zeg maar gerust: op zijn Engels).

De behoefte is er, daar ben ik het volledig mee eens. Maar een duidelijke spelling hebben we nog steeds niet. Niemand, zelfs niet eens de overblijvende 5% van de bevolking heeft een boodschap aan de motieven die de keuze bepalen voor iedere regel afzonderlijk. Om fonetisch te spellen hoef je het woord fonetisch niet eens te kennen. Maar het vertrouwen dat de regels goed zijn, dat ze niet om de haverklap veranderen, dat het de moeite loont om ze goed te leren omdat ze helder zijn, dat krijg je niet als zoals nu een stelletje amateurs ons eens snel gaat vertellen hoe we moeten spellen. Ook al kan het de goegemeente niet schelen hoe de regels tot stand komen, ze kunnen pas goed en aanvaardbaar zijn als ze in elkaar gezet worden door mensen die verdomd goed weten waar ze mee bezig zijn. Dat vereist een grondige dynamische kennis van taal en spelling om te beginnen, maar ook van didaktiek, denkprocessen en dies meer.

Het is bijna ergonomie. Mensen weten heel goed wat een degelijik apparaat is, ook al hebben ze er geen benul van wat daar allemaal aan studiewerk in gestoken is. Maar als die achterliggende kennis niet bestaat of niet in rekening gebracht is bij het ontwerp, met het argument dat niemand daar een boodschap aan heeft, dan trekt het apparaat op niks, is het slecht hanteerbaar, gaat het te snel kapot, .... En daar hebben de mensen wél een boodschap aan. Is spelling niet het apparaat waarmee we gesproken woorden omzetten in tekens, die de lezer in staat moeten stellen die woorden weer uit te spreken zoals de schrijver dat zou doen?

Jan van den Berghe
9 december 2003, 10:50
Je hoort me niet zeggen dat er geen behoefte is aan een duidelijk vastgelegde spelling. Maar hoe leg je die vast? Woord-per-woord op zijn Engels, of in ondubbelzinnige regels zoals in het Esperanto?

Het antwoord mag toch wel duidelijk zijn: het laatste is te verkiezen boven het eerste. Spelling is immers slechts een hulpmiddel om een taal neer te schrijven, bijgevolg moet dit hulpmiddel doeltreffend, gemakkelijk en soepel hanteerbaar en eenduidig zijn.

Als iemand die al zovele jaren in het onderwijs actief ben, weet ik maar al te goed welke last spelling voor de leerlingen kan betekenen. Legt u maar eens uit aan kinderen waarom we hier eens ij en daar dan weer ei schrijven. Of ou en au. Of waarom we nu toch -isch blijven schrijven in woorden als "logisch" alhoewel niemand dat nog zo uitspreekt. Met de etymologie uitpakken heeft geen zin, want daar hebben mijn leerlingen van het lager onderwijs nu eenmaal geen boodschap aan.

En dan spreek ik nog niet over de regels voor de tussen -n (jawel, uitgedacht door de taalkundigen en bekrachtigd door de politici... u vuurt uw pijlen voortdurend tegen de laatsten af, maar vergeet gemakkelijkheidshalve wie de regels bedacht hebben). Hoe hoor ik de leraren van het middelbaar van onze school klagen over die regels. Wat als een grote vereenvoudiging werd aangekondigd, is nog een grotere nachtmerrie gebleken dan wat we voordien op ons bord kregen.

Nu, al bij al mogen we toch niet klagen vooral als we onze Nederlandse spelling vergeleken met bijvoorbeeld de sterk historiserende Engelse en Franse spelling.

U hoeft trouwens niet onmiddellijk naar een kunsttaal te grijpen om een volkomen regelmatige spelling te hebben. Een volledig gestroomlijnde spelling heeft het Hongaars, Fins, Turks en Tsjechisch. Bij al die talen heeft men op een bepaald moment het mes erin gezet en volledig komaf gemaakt met de aanslibsels uit het verleden (of gewoon van nul begonnen zoals bij het Turks). Het resultaat mag er dan ook zijn. Geen spellingsdebatten meer, geen oneinigheid meer, geen nutteloze uren dictees e.d.: een duidelijke en volledig eenvormige spelling. En ik kan je verzekeren dat voor iemand die die talen leert, dat een grote zegen is. Na mijn eerste lessen Hongaars kon ik al luidop en bijna foutloos een heus artikel uit de Magyar Nemzet lezen, een kracht die mijn lerares had meegenomen. Ik begreep er wel niets van, maar lezen kon ik wel. Probeer dat maar eens te doen met leerlingen die al een paar jaar Engels of Frans hebben gevolgd....

Jan van den Berghe
9 december 2003, 10:54
... die spelt vrij (en dat eindigt nogal eens met een fonetisch resultaat: zie de vele "d/t fouten").

Als onderwijzer moet ik u volkomen tegenspreken. De dt-fouten die leerlingen maken hebben niets van doen met "fonetische spelling", wel integendeel. Niet zelden lees ik in opstelletjes "hij leesd" e.d. Leerlingen zondigen heel veel tegen deze regels omdat ze (a) de structuur van de zin niet goed begrijpen en bijgevolg niet weten waar het werkwoord nu juist bijhoort, of (b) verkeerd redeneren en de regels slecht toepassen, of (c) gewoon maar iets schrijven om er van af te zijn.

Dt-fouten zijn in heel veel gevallen redeneerfouten. Niet meer, niet minder.

Jan van den Berghe
9 december 2003, 11:04
Om fonetisch te spellen hoef je het woord fonetisch niet eens te kennen.

Het Nederlands leent zich niet tot een fonetische spelling. In tegenstelling tot het Hongaars bijvoorbeeld kennen ze in onze taal zoiets als assimilatie waarbij dus bepaalde klanken stemhebbend of -loos woorden naargelang ze bij bepaalde andere klanken komen te staan.

Het Nederlands heeft dan ook behoefte aan een fonologische spelling, waar dus de woordmorfemen door de spelling bepaald worden.

Een probleem daarbij is trouwens ook de doffe "e" klank (sjwa) die geen bepaald letterteken heeft. Professor Paardekoper achtte het indertijd noodzakelijk het fonetisch teken voor die klank in de Nederlandse schrijftaal te introduceren. Maar dat is er nooit doorgekomen. Een andere mogelijkheid is invoeren van een diacritisch teken boven de "e".

Dimitri
9 december 2003, 11:16
Je hoort me niet zeggen dat er geen behoefte is aan een duidelijk vastgelegde spelling. Maar hoe leg je die vast? Woord-per-woord op zijn Engels, of in ondubbelzinnige regels zoals in het Esperanto? Laten we niet naïef zijn: de grote massa zal het allemaal worst wezen, en die spelt vrij (en dat eindigt nogal eens met een fonetisch resultaat: zie de vele "d/t fouten"). Wie daarentegen veel tekst moet maken, die stelt zich vragen. Of dat al dan niet vertwijfeld is weet ik niet. Het gevoel overheerst in elk geval dat de spelling woord-per-woord verschilt. De regels komen niet als regels uit de verf, veeleer als totale willekeur. En daar zit het hele probleem.
Dat de regels niet duidelijk zijn, dat ben ik met je eens. Het werd zelfs erkend in het lesboek Nederlands op de middelbare school: 'met de spellingshervorming van 1995 is geprobeerd de spellingsregels duidelijker en eenvoudiger te maken. Dit is niet gelukt.' Er worden daarom inderdaad veel fouten gemaakt, alhoewel d/t-fouten geen gevolg kunnen zijn van nieuwe spellingen aangezien die regels niet veranderd zijn.

Dat de grote massa 'vrij' zou spellen is denk ik niet waar. Niet iedereen kent alle regels even goed, daarom worden er fouten gemaakt. Maar iedereen probeert zich toch aan de officiële spelling te houden. Ik denk niet dat er mensen zijn die 'zomaar wat doen'. Iedereen die zijn basis- en middelbare school heeft afgerond - of het VMBO (4 jaar), HAVO (5 jaar) of VWO (6 jaar) is mag er niet toe doen - moet goed Nederlands kunnen spellen. Alle spellings- en grammaticaregels worden nl. op de basisschool en in de eerste jaren van de middelbare school afgewerkt.
Er bestaat daarnaast een sterke maatschappelijke druk om juist te spellen, want je kan er altijd op aangesproken worden, ook door Jan Pak-de-leuning van drie hoog achter.

Sommigen zeggen: liever slechte regels dan geen regels, en die zoeken het dan maar op (die kennen maar één regel: neem het Groene Boekje). Anderen zeggen: liever geen regels dan slechte regels, en die proberen dan maar op een (volgens hen) verantwoorde manier volgens eigen "richtlijnen" te spellen. En vergis je niet: het Nederlands kent (buiten ambtenarij en onderwijs) geen énkele verplichting terzake. Gelukkig maar las ik ergens bij een kommentaar, want zoals het nu gaat (met een mengsel van regels, tellingen, angst voor verandering) zouden we binnen de kortste keren met een nóg chaotischer spelling opgescheept zitten (zeg maar gerust: op zijn Engels).
Dat er geen verplichting bestaat (hoe zou dat immers kunnen, een verplichting voor particulieren), doet niets af aan het feit dat nergens een andere spelling wordt gebruikt dan de officiële: in kranten, op tv, in bedrijven en instellingen, in advertenties, enz. dus ook door verreweg de meeste burgers. Mensen die hardnekkig een eigen spelling hanteren isoleren enkel zichzelf en kunnen op onbegrip rekenen van anderen. Zij wijken immers af van wat verder overal de norm is.

Is spelling niet het apparaat waarmee we gesproken woorden omzetten in tekens, die de lezer in staat moeten stellen die woorden weer uit te spreken zoals de schrijver dat zou doen?
Misschien wel, maar dat lijkt me met de huidige spelling geen enkel probleem. Overigens gaat het niet alleen om gesproken woorden, maar ook om gedachtes die omgezet worden in tekst. Wat ik schrijf spreek ik niet eerst uit hoor. :wink:

Ik denk dat iedereen het erover eens is dat de huidige regels op een aantal plaatsen voor veel problemen zorgen. Over hoe die problemen vervolgens opgelost moeten worden bestaat meer onenigheid. Sommigen willen zo snel mogelijk de spelling veranderen, anderen willen niet zoveel spellingshervormingen achter elkaar en hopen stiekem op beter onderwijs zodat de huidige regels voldoen of interesseren zich niet in de moeilijkheidsgraad van de spelling. Helaas zijn ook degenen die de spelling willen veranderen het niet eens welke veranderingen zouden moeten plaatsvinden. Hoewel deze groep op een aantal punten zeker veel medestanders zou kunnen krijgen, is ze hopeloos verdeeld en komt er uiteindelijk helemaal niets van veranderingen terecht. Ik vrees zelfs dat het een illusie is te denken dat taalkundigen het wel eens zouden worden. De vraag is dus of er een voldoende grote groep mensen gemobiliseerd kan worden, zowel onder 'kenners' als onder de bevolking, om een verandering van de spelling te vragen en te krijgen.
Tot die tijd blijven we 'opgescheept' met de huidige spelling.

Leo
9 december 2003, 14:39
En dan spreek ik nog niet over de regels voor de tussen -n (jawel, uitgedacht door de taalkundigen en bekrachtigd door de politici... u vuurt uw pijlen voortdurend tegen de laatsten af, maar vergeet gemakkelijkheidshalve wie de regels bedacht hebben).

Je moet het hele beeld zien. De taalkundigen hebben in hun aanbeveling de volgende zaken rechtgetrokken in de zin die jij wenselijk acht: de hele bastaardwoordenregeling (jawel, en dat is het omvangrijkste deel en het hoofdmotief om de opdracht tot aanbevelingen te verantwoorden), de spelling van de plofklanken (aangepast voor de t en de k), van de wrijfklanken (aangepast voor de s en de z), van de neus- en vloeiklanken (aangepast voor de j en de w), de vrije klinkers (aangepast voor de ee, de ie, de oo, de oe, de uu, en de eu), van de sjwa en tenslotte de diakritische tekens. Allemaal prima werk. Met enkel en alleen een uitschuiver voor de tussenletters. Wat hebben de politiekers gedaan? Al de goeie dingen weggegooid, en alleen de uitschuiver behouden. Mag ik ze dan niet onder vuur nemen?

Leo
9 december 2003, 14:51
... die spelt vrij (en dat eindigt nogal eens met een fonetisch resultaat: zie de vele "d/t fouten").

Als onderwijzer moet ik u volkomen tegenspreken. De dt-fouten die leerlingen maken hebben niets van doen met "fonetische spelling", wel integendeel. Niet zelden lees ik in opstelletjes "hij leesd" e.d. Leerlingen zondigen heel veel tegen deze regels omdat ze (a) de structuur van de zin niet goed begrijpen en bijgevolg niet weten waar het werkwoord nu juist bijhoort, of (b) verkeerd redeneren en de regels slecht toepassen, of (c) gewoon maar iets schrijven om er van af te zijn.

Dt-fouten zijn in heel veel gevallen redeneerfouten. Niet meer, niet minder.

Ik had het nadrukkelijk over de grote massa, niet over de kinderen die worstelen met de regels en ze verkeerd intrerpreteren. Zelfs taalbewuste mensen zoals wij hier, maken die fouten. Het was uitgerekend een dt-fout in een van de voorafgaande bijdragen die me naar dat voorbeeld deed grijpen.

Ik moet eerlijk toegeven dat ik in mijn overwegingen niet onmiddellijk aan leerlingenfouten heb gedacht. Mij staat vooral het schrijfgedrag voor de geest dat mensen vertonen die het leerproces achter de rug hebben. Het gaat niet op, dat wij iedere keer moeten beginnen redeneren (met of zonder fouten) als we voor de t-klank geplaatst worden. Na het leerproces hoort het een automatisme te zijn. En dat is het niet. Het gaat er trouwens op achteruit.

Jan van den Berghe
9 december 2003, 17:33
Je moet het hele beeld zien. De taalkundigen hebben in hun aanbeveling de volgende zaken rechtgetrokken in de zin die jij wenselijk acht: de hele bastaardwoordenregeling (jawel, en dat is het omvangrijkste deel en het hoofdmotief om de opdracht tot aanbevelingen te verantwoorden), de spelling van de plofklanken (aangepast voor de t en de k), van de wrijfklanken (aangepast voor de s en de z), van de neus- en vloeiklanken (aangepast voor de j en de w), de vrije klinkers (aangepast voor de ee, de ie, de oo, de oe, de uu, en de eu), van de sjwa en tenslotte de diakritische tekens. Allemaal prima werk.

Prima werk?

Mag ik u dan een paar CONCRETE spellingsaanbevelingen van die taalkundigen vragen. Wat werd er dan voorgesteld voor de spelling van de plofklanken? En van de wrijfklanken? En over de neus- en vloeiklanken? En over de vrije klinkers? En over de sjwa? En over de diakritische tekens?

Wat?

Jan van den Berghe
9 december 2003, 17:35
Ik had het nadrukkelijk over de grote massa, niet over de kinderen die worstelen met de regels en ze verkeerd intrerpreteren. Zelfs taalbewuste mensen zoals wij hier, maken die fouten. Het was uitgerekend een dt-fout in een van de voorafgaande bijdragen die me naar dat voorbeeld deed grijpen.

De kinderen van nu zijn die "grote massa" van later. De basis voor een goede taalbeheersing (spelling erbij) wordt op school gelegd.

Heel veel van die zelfuitgeroepen grote spellingsdeskundigen hebben nooit de moeite genomen naar het onderwijs te kijken.

Jan van den Berghe
9 december 2003, 17:42
Ik moet eerlijk toegeven dat ik in mijn overwegingen niet onmiddellijk aan leerlingenfouten heb gedacht. Mij staat vooral het schrijfgedrag voor de geest dat mensen vertonen die het leerproces achter de rug hebben. Het gaat niet op, dat wij iedere keer moeten beginnen redeneren (met of zonder fouten) als we voor de t-klank geplaatst worden. Na het leerproces hoort het een automatisme te zijn. En dat is het niet. Het gaat er trouwens op achteruit.

Dan moet u uzelf vragen beginnen te stellen. Ik ken in het verenigingsleven kranige tachtigers die de pen op een formidabele wijze hanteren en feilloos schrijven. Geen enkel dt-foutje.

De dt-regels zijn juist heel logisch. Daarom moeten ze behouden blijven, en mogen zelfs nog doorgetrokken worden (dat heeft me trouwens de omgang met anderstaligen geleerd). We schrijven immers wel "jij wordt" maar niet "jij weett", alhoewel de t in het eerste geval ook niet noodzakelijk is voor de uitspraak (in het Nederlands wordt een stemhebbende medeklinkers immers nooit stemhebbend uitgesproken).

Jan van den Berghe
9 december 2003, 17:50
Met enkel en alleen een uitschuiver voor de tussenletters.

:?:

Een uitschuiver... Een ramp, bedoelt u ongetwijfeld. U moet maar eens de spelling van het woord "maneschijn" aan de leerlingen proberen te verdedigen met de geldende regels. Of zoals een leerling van het zesde nog heel scherpzinnig opmerkte: "Dus, mijnheer, als ik op de aarde sta, dan moet ik "maneschijn" schrijven. Maar sta ik op Mars, dan moet ik toch wel "manenschijn" schrijven. Of niet, mijnheer?!"

En dan nog die andere stompzinnige regeling om het meervoud verplicht te schrijven, zelfs daar waar er eigenlijk helemaal geen sprake is van een meervoud. Een woord als "pannenkoek". Het eerste lid is helemaal geen meervoud, maar is een verbogen vorm van het woord "pan". Alleen al vanuit deze optiek is die voorgeschreven spelling een wangedrocht. Komt daar dan nog eens bij dat de leerlingen in Vlaanderen de beschaafde uitspraak nog steeds sterk identificeren met schrijftaal. AN = netjes alles uitspreken wat er geschreven staat. Dus, leerlingen lezen nu "panneNkoek". Nog een bijkomend probleem dus.

De oplossing is heel eenvoudig: geen tussen -n. Punt. Het Afrikaans eenzelfde regel en die doorgetrokken over heel de lijn.

Jan van den Berghe
9 december 2003, 17:55
Wat hebben de politiekers gedaan? Al de goeie dingen weggegooid, en alleen de uitschuiver behouden. Mag ik ze dan niet onder vuur nemen?

Mag ik dan van u eens weten welke "goede dingen" die taalkundigen allemaal voor ons in petto hadden?

Het lijkt me nogal gemakkelijk om met veel lof over die taalkundigen te spreken, maar hun concrete aanbevelingen niet ter sprake te brengen...

Dimitri
9 december 2003, 18:06
De dt-regels zijn juist heel logisch. Daarom moeten ze behouden blijven, en mogen zelfs nog doorgetrokken worden (dat heeft me trouwens de omgang met anderstaligen geleerd). We schrijven immers wel "jij wordt" maar niet "jij weett", alhoewel de t in het eerste geval ook niet noodzakelijk is voor de uitspraak (in het Nederlands wordt een stemhebbende medeklinkers immers nooit stemhebbend uitgesproken).
Is het niet logische om de -t bij wordt af te schaffen, i.p.v. 'm bij weet toe te voegen? Weet is immers in alle enkelvoudsvormen hetzelfde, zonder extra -t, maar willen ook: ik wil, jij wil, hij wil. Als de -t niet nodig is, waarom zou je 'm dan opschrijven? Het lijkt mij dat hiervoor hetzelfde geldt als voor de tussen -n, die soms wèl wordt uitgesproken.

Jan van den Berghe
9 december 2003, 18:46
Is het niet logische om de -t bij wordt af te schaffen, i.p.v. 'm bij weet toe te voegen? Weet is immers in alle enkelvoudsvormen hetzelfde, zonder extra -t, maar willen ook: ik wil, jij wil, hij wil. Als de -t niet nodig is, waarom zou je 'm dan opschrijven? Het lijkt mij dat hiervoor hetzelfde geldt als voor de tussen -n, die soms wèl wordt uitgesproken.

Bij willen is de t verdwenen door taalslijtage zoals dat dan zo plastisch heet.

Ik wil maar even zeggen: ofwel is men consequent en trekt men de regels door, ofwel schaft men heel de regel gewoon af.

Dat geldt trouwens ook voor een aantal andere spellingsproblemen. Soms past men de regel van de analogie toe, dan weer niet. Het enkelvoud van "paard" eindigt op een d, omdat het meervoud "paarden" heeft (regel van de analogie). In de Middeleeuwen echter schreef men "paart", "paarden", net zoals we nog steeds "glas", "glazen" (en niet, naar analogie, "glaz", glazen") of "brief", "brieven" (en niet "briev", "brieven"). Kijk, ofwel past men de regel van de analogie consequent toe, ofwel niet.

In het Noors bijvoorbeeld heeft men dat heel consequent toegepast. Op het einde van een voltooid deelwoord wordt een t geschreven, zelfs daar waar die niet wordt uitgesproken (en dat niet uitspreken is niet zo willekeurig, want dat gebruik zit ook perfect in een regeltje gebakken).

Leo
9 december 2003, 19:12
Het lijkt me nogal gemakkelijk om met veel lof over die taalkundigen te spreken, maar hun concrete aanbevelingen niet ter sprake te brengen...

Heel eenvoudig: léés hun aanbevelingen. De Nederlandse Taalunie heeft ze netjes uitgegeven met alles erop en eraan: Spellingdossier Deel I Spellingrapport, Sdu Uitgeverij, 1994 - 145 blz. (uitgave met literatuurlijst) ISBN 90-12-08138-6.

Dimitri
9 december 2003, 19:22
Ik wil maar even zeggen: ofwel is men consequent en trekt men de regels door, ofwel schaft men heel de regel gewoon af.
Heel de regel afschaffen zal met name in Rotterdam het onderwijs een stuk makkelijker maken, omdat in het Rotterdams vaak alleen de stam van een werkwoord wordt uitgesproken, waar dan in het meervoud een -e bij komt (bijv. lopen: ik laup, hai laup, jai laup, wai laupe, jullie laupe, hun laupe). Dit lijkt veel op het Afrikaans, dat immers uit de Hollandse dialecten is voortgekomen. Maar in het Nederlands klinkt het heel vreemd. Je zou dan beter alleen bij stammen met een d-/t-klank aan het eind de extra -t achterwege laten.

Dat geldt trouwens ook voor een aantal andere spellingsproblemen. Soms past men de regel van de analogie toe, dan weer niet. Het enkelvoud van "paard" eindigt op een d, omdat het meervoud "paarden" heeft (regel van de analogie). In de Middeleeuwen echter schreef men "paart", "paarden", net zoals we nog steeds "glas", "glazen" (en niet, naar analogie, "glaz", glazen") of "brief", "brieven" (en niet "briev", "brieven"). Kijk, ofwel past men de regel van de analogie consequent toe, ofwel niet.
Is het niet zo dat woorden in het Nederlands nooit op een -z of een -v kùnnen eindigen? Een f en een s worden ook iets anders uitgesproken dan een v en een z, dus dan zou je met een nieuwe spellingsregel meteen de uitspraak moeten veranderen. Veel Vlamingen vinden weliswaar dat Nederlanders nu al de s en f uitspreken als z en v, maar ik denk dat het toch wel aanpassing vereist. :wink:

In het Noors bijvoorbeeld heeft men dat heel consequent toegepast. Op het einde van een voltooid deelwoord wordt een t geschreven, zelfs daar waar die niet wordt uitgesproken (en dat niet uitspreken is niet zo willekeurig, want dat gebruik zit ook perfect in een regeltje gebakken).
Ik dacht dat het nu juist de bedoeling was om de spelling meer gelijk te trekken met de uitspraak, bijv. door het afschaffen van de tussen-n. Een regel die wel consequent is maar niet logisch, zal de taal niet veel vergemakkelijken denk ik. Maar ik spreek geen Noors, dus ik zou niet weten hoe men er daar tegenaan kijkt.

Jan van den Berghe
9 december 2003, 19:29
Heel eenvoudig: léés hun aanbevelingen. De Nederlandse Taalunie heeft ze netjes uitgegeven met alles erop en eraan: Spellingdossier Deel I Spellingrapport, Sdu Uitgeverij, 1994 - 145 blz. (uitgave met literatuurlijst) ISBN 90-12-08138-6.

Dat vroeg ik helemaal niet.

Geef me maar eens één puntje waar de taalkundigen met, volgens u, toch zulke goede voorstellen hebben komen aandraven. Eentje maar!

Jan van den Berghe
9 december 2003, 19:32
Is het niet zo dat woorden in het Nederlands nooit op een -z of een -v kùnnen eindigen? Een f en een s worden ook iets anders uitgesproken dan een v en een z, dus dan zou je met een nieuwe spellingsregel meteen de uitspraak moeten veranderen. Veel Vlamingen vinden weliswaar dat Nederlanders nu al de s en f uitspreken als z en v, maar ik denk dat het toch wel aanpassing vereist. :wink:

Niet kunnen is nogal sterk uitgedrukt. In vergelijking met de middeleeuwse spelling kan "paard" al evenmin... Een zaak van afspraak dus.

En ik heb nergens gepleit "fonetisch" te gaan spellen, maar wel fonologisch. Dat is wel iets anders. Een fonologische spelling biedt ruimte voor kleine uitspraakverschillen, een fonetische niet.

Jan van den Berghe
9 december 2003, 19:41
Ik dacht dat het nu juist de bedoeling was om de spelling meer gelijk te trekken met de uitspraak, bijv. door het afschaffen van de tussen-n. Een regel die wel consequent is maar niet logisch, zal de taal niet veel vergemakkelijken denk ik. Maar ik spreek geen Noors, dus ik zou niet weten hoe men er daar tegenaan kijkt.

Een regel die consequent is, lijkt me ook logisch te zijn. Tweede en derde persoon enkelvoud altijd stam + t.

Eén regel, heel wat anders dan de stapel regels met nog de bijkomende uitzonderingen waarmee de doorluchtige taalkundigen ons nu opgescheept hebben.

Jij werk + t
Jij speel + t
Jij word + t
Jij lees + t
Jij schiet + t
Jij blader + t

enzovoort.

Men kan natuurlijk ook kiezen voor "jij wort"... Maar dan maakt men liefst volledig komaf met alle vormen van analogie (paart, goet, hoet, enzovoort). Zoals ik al zei: ofwel consequent het ene principe ofwel het andere principe toepassen. Nu zweeft het Nederlands ergens tussenin.

Jan van den Berghe
9 december 2003, 19:45
Heel de regel afschaffen zal met name in Rotterdam het onderwijs een stuk makkelijker maken ...

Waarschijnlijk heb ik me slecht uitgedrukt of heeft u het verkeerd begrepen. Met de stelling "de regel afschaffen" bedoel ik niet dat men aan de taal zelf gaat prutsen en men dus voortaan maar "jij zeg" en "jij werk" moet gaan zeggen. Dat niet. Wel dat men de regel "tweede en derde persoon enkelvoud in de OTT altijd stam + t" laat vallen. Dan schrijf ik voortaan alleen nog een t daar waar de uitspraak die vereist: jij loopt, jij schiet, jij word (mogelijkheid één: hierbij wordt de analogie bewaard) of jij wort (ook de regel van de analogie wordt buitengegooid).

Dimitri
9 december 2003, 20:05
Niet kunnen is nogal sterk uitgedrukt. In vergelijking met de middeleeuwse spelling kan "paard" al evenmin... Een zaak van afspraak dus.

En ik heb nergens gepleit "fonetisch" te gaan spellen, maar wel fonologisch. Dat is wel iets anders. Een fonologische spelling biedt ruimte voor kleine uitspraakverschillen, een fonetische niet.
Als je met een fonologische spelling hele nieuwe stamwoorden krijgt (glaz, briev) die niet met de uitspraak overeenkomen, denk ik niet dat die de taal gemakkelijker maken. Zelfs in het Afrikaans heeft men niet voor zulke 'taalverminking' gekozen, maar gewoon het meervoud aangepast (glas mv. glase).

Maar mij lijkt paard (d en t worden hetzelfde uitgesproken) sowieso een ander geval dan brief en glas (f en s worden anders uitgesproken dan v en z). Een fonologische spelling zal hier dus heel moeilijk worden zonder af te wijken van de uitspraak en op onbegrip te stuiten bij de Nederlandstaligen.

Dimitri
9 december 2003, 20:10
Een regel die consequent is, lijkt me ook logisch te zijn. Tweede en derde persoon enkelvoud altijd stam + t.
Consequent een t schrijven terwijl je 'm niet altijd uitspreekt, lijkt mij niet erg 'logisch'. Het is misschien wel fonologisch, maar ik denk niet dat je het krijgt uitgelegd aan doorsnee Nederlandstalige.

Ik heb het idee dat alleen het achterwege laten van de -t bij stammen die zelf al eindigen op een -t de enige manier is om de taal echt makkelijker te maken op dit punt. Anders moet je weer gaan goochelen met tt's (weett) i.p.v. met dt's.

Jan van den Berghe
9 december 2003, 20:11
Als je met een fonologische spelling hele nieuwe stamwoorden krijgt (glaz, briev) die niet met de uitspraak overeenkomen, denk ik niet dat die de taal gemakkelijker maken. Zelfs in het Afrikaans heeft men niet voor zulke 'taalverminking' gekozen, maar gewoon het meervoud aangepast (glas mv. glase).

Dat is geen fonologische spelling, maar een analogische. Daar pleit ik helem�*�*l niet voor.

Fonologische spelling is gebaseerd op de morfemen van een taal.

Jan van den Berghe
9 december 2003, 20:13
Zelfs in het Afrikaans heeft men niet voor zulke 'taalverminking' gekozen, maar gewoon het meervoud aangepast (glas mv. glase).

Neen, dat hebben de Afrikaners helemaal niet gedaan. Hun meervoudsvorming was nu eenmaal zo. Men heeft niet aan de taal geprutst om een eenvormige spelling te krijgen.

Jan van den Berghe
9 december 2003, 20:20
Consequent een t schrijven terwijl je 'm niet altijd uitspreekt, lijkt mij niet erg 'logisch'.

Spreek je de t dan niet uit in "jij weett"? Ja, toch. Alleen spreek je die niet dubbel uit, net zomin je dat doet in "wetten".

In "ik word" zeg je toch geen "d", maar een "t". In "hij wordt" spreek je al evenmin twee klanken uit.

Dimitri
9 december 2003, 20:25
Neen, dat hebben de Afrikaners helemaal niet gedaan. Hun meervoudsvorming was nu eenmaal zo. Men heeft niet aan de taal geprutst om een eenvormige spelling te krijgen.
Men heeft toch ooit een keer bedacht om het Afrikaans op te schrijven en toen heeft men die regels vastgelegd. Het Afrikaans is nu eenmaal geen taal die zich als schrijftaal heeft ontwikkeld: voor die tijd werd er in het Nederlands geschreven, na die tijd is er niets meer aan veranderd. Men heeft dus op een bepaald moment de spellingsregels van het Afrikaans vastgelegd en toen heeft men gekozen voor die meervoudsvorming (glas-glase i.p.v. glas-glazen).

Het schijnt overigens dat het ideaal wat destijds werd gehanteerd bij de spelling van het Afrikaans - schrijf het Afrikaans zoals je het spreekt - nu al niet meer op gaat voor bepaalde Afrikaanstaligen. De spreektaal aan de Kaap wijkt bijv. duidelijk af van het geschreven Afrikaans.

Dimitri
9 december 2003, 20:32
Spreek je de t dan niet uit in "jij weett"? Ja, toch. Alleen spreek je die niet dubbel uit, net zomin je dat doet in "wetten".

In "ik word" zeg je toch geen "d", maar een "t". In "hij wordt" spreek je al evenmin twee klanken uit.
In 'wetten' is de tweede 't' noodzakelijk om de uitspraak van de 'e' te bepalen, bij weett heeft de tweede 't' geen enkele functie. Toch een belangrijk verschil.

Aangezien de 'd' en de 't' hetzelfde worden uitgesproken aan het eind van een woord, maakt dat weinig verschil. Omdat het werkwoord worDen is (hier spreek je de 'd' wel anders uit) en niet worTen, is de stam 'word'. Tot zover is het logisch. De extra 't' is enkel voor de regel belangrijk (altijd stam+t), maar zou net zo goed achterwege kunnen blijven.

Jan van den Berghe
9 december 2003, 21:33
Men heeft dus op een bepaald moment de spellingsregels van het Afrikaans vastgelegd en toen heeft men gekozen voor die meervoudsvorming (glas-glase i.p.v. glas-glazen).

Neen.

De meervoudsvorming bestond in het gesproken Afrikaans, althans in een aantal dialecten. Men kan hoogsten zeggen dat men de Afrikaanse schrijftaal uit een paar dialecten heeft gepuurd, maar niet dat men het Afrikaans heeft aangepast terwille van de spelling.

Jan van den Berghe
9 december 2003, 21:35
De spreektaal aan de Kaap wijkt bijv. duidelijk af van het geschreven Afrikaans.

Dat was vroeger zo, en dat is nog steeds zo. Maar eerlijk gezegd heb ik nog heel weinig gelezen over een spellingsstrijd zoals we die onder de Nederlandse taalkundigen kennen.

Jan van den Berghe
9 december 2003, 21:38
Omdat het werkwoord worDen is (hier spreek je de 'd' wel anders uit) en niet worTen, is de stam 'word'. Tot zover is het logisch.

Neen, dat is niet logisch.

Dat is analogisch.

Logisch en analogisch mogen dan wel gelijkaardig luiden, de betekenis van de woorden verschilt.

Er is niets logisch aan eens "paard" te schrijven, terwijl men "vlies" moet schrijven. Het eerste, alsook het behoud van de stemhebbende stamklinker in geschreven vorm, is iets analogisch.

Leo
10 december 2003, 08:39
Je moet het hele beeld zien. De taalkundigen hebben in hun aanbeveling de volgende zaken rechtgetrokken in de zin die jij wenselijk acht: de hele bastaardwoordenregeling (jawel, en dat is het omvangrijkste deel en het hoofdmotief om de opdracht tot aanbevelingen te verantwoorden), de spelling van de plofklanken (aangepast voor de t en de k), van de wrijfklanken (aangepast voor de s en de z), van de neus- en vloeiklanken (aangepast voor de j en de w), de vrije klinkers (aangepast voor de ee, de ie, de oo, de oe, de uu, en de eu), van de sjwa en tenslotte de diakritische tekens. Allemaal prima werk.

Prima werk?

Mag ik u dan een paar CONCRETE spellingsaanbevelingen van die taalkundigen vragen. Wat werd er dan voorgesteld voor de spelling van de plofklanken? En van de wrijfklanken? En over de neus- en vloeiklanken? En over de vrije klinkers? En over de sjwa? En over de diakritische tekens?

Wat?

Goeie vraag. Om die ook goed te beantwoorden moet ik eigenlijk naar de oorspronkelijke tekst van de aanbevelingen teruggrijpen. Nou heb ik zo mijn twijfels over hoeveel tekst ik in één blokje van dit forum kwijt kan: zelfs na weglating van de verantwoordingen, verduidelijkingen, voorbeelden en dies meer kom ik er waarschijnlijk nog niet. En wat de deur helemaal dichtdoet: de beregeling is in de oorspronkelijke tekst neergeschreven in de gebruikelijke wetenschappelijke notatie. Die bevat tekens waar deze tekstverwerker hopeloos op vastloopt. Het wordt dus van twee dingen één: naar de biblioteek rennen of genoegen nemen met een samenvatting. Vermits ik geen specialist ben ga ik die zelf niet schrijven (ik heb het hier al gepresteerd om een eenvoudig titeltje verkeerd over te schrijven, dus…) Een korte, stapsgewijze beschrijving van de spelling is ooit wel opgesteld door Gert Meesters, als ik me niet vergis nu docent Nederlands aan de Luikse universiteit. Ik heb niet alleen het "prima werk" eruit gevist. Om een balans te kunnen opmaken heb ik de tekst van de samenvatting volledig en letterlijk overgenomen, spelling inbegrepen zodat je een beeld hebt van het uiteindelijke resultaat.

Stap 0: vooraf
- Je luistert naar de uitspraak van het te spellen woord. Geen enkele oude spellingsgewoonte heeft belang.
- Je splitst het te spellen woord op in de kleinste woorddelen met een afzonderlijke betekenis (morfemen in de taalkunde): bij journalistenpraktijken kijk je naar journalist, praktijk en -en, bij centraal kijk je naar centrum en
-aal.

Stap 1: vreemd blijft vreemd
Vreemde woorden blijven onveranderd vreemd.
Een vreemd woord kan je herkennen aan:
- een vreemd meervoud: cakes (cf. weken, eenlettergrepige woorden hebben in het Nederlands normaliter alleen een meervoud op -en), criterium (criteria), compromis (er komt in de uitspraak sen bij, niet -en)
- een vreemde klank: college, journalist (deze stemhebbende medeklinker komt niet voor in Nederlandse woorden), beige, scène, carrière (deze klinker komt niet voor in Nederlandse woorden), bouillon (j tussen twee klinkers in één morfeem), analyse (ie is langer dan normaal)
- een medeklinkerkombinatie die in geen enkel Nederlands morfeem voorkomt (zeldzaam)
- alle Italiaanse en Engelse woorden die nog duidelijk herkenbaar zijn en die vaak een kulturele betekenis hebben: spaghetti, sticker, rock
- plantnamen en dierenrassen: yucca, hyacint, collie

Stap 2: niet-vreemde woord(del)en worden aangepast
Klank per klank:
t: alles met t, enkel -pathie, -thium, thuis, thans, thee en ether
k: is altijd k
ks: x in komplex, paradox, klimax, index, xeno-(begin en einde van meerlettergrepige morfemen), ex- (enkel in ex-vrouw e.d., niet in eksamen) en extra, fax, luxe, luxueus, anders altijd ks
s: t blijft in politie, reflektie e.d.. Voor de rest overal s, tenzij er een klinker (niet doffe e) onmiddellijk voor komt, en erna e, ee, eu, ei, ij, i, ie volgt: officieel, speciaal. Als je daar s schreef, zou je z uitspreken. Ook geen s in de uitzonderingen financie, provincie, principe, anciënniteit, cent(imeter)
z: duidelijker onderscheid z/s: als je -ze op het einde van een woord door -tisch kan vervangen, dan schrijf je
-se: analyse, genese, ook osmose; zoniet -ze: faze, poze, muze. Voor andere klinkers blijft de situatie: amuseer, poseer.
sj: aan het woordbegin sj. Als de klank op andere plaatsen voorkomt, is het een vreemd woord: sjouwen, sjampion, sjapiter, sjampo, sjokolade, douche... Uitzonderingen: champagne, chirurg, chauffeur, sherry, shantoeng, choquant
j: altijd j, behalve yoghurt
nj: blijft gn waar dat nu zo is, behalve voor een doffe eind-e: signaal, kampanje
ee é wordt ee, ae wordt e, de rest blijft: neon, beest, kafee, atelier, preses
i: (gesloten lettergreep) blijft volledig hetzelfde: mysterie, kind
ie: regel blijft, maar is konsekwenter: i in open lettergreep (ook y in open lettergreep wordt i), ie in gesloten lettergreep en op woordeinde: kiviet, piama, rite, mite, kietelen, knie. Sommige woordstukjes blijven: -isch, hyper-, fys-, syn-, psych-, sym-, syl-, hypo-
oo: o in open lettergreep, oo in gesloten: kano, viool, radio, nivo, buro, depo, obade. Opgelet: oo met twee uitspraken (au blijft): restaurant, auto
oe: altijd oe, ook in goeverneur, doeane, troebadoer, roete
eu: altijd eu, ook in ameube, feutus, eudeem, eukumene
aparte gevallen: aggressief, kommitee; meervoud bij woorden op -ie altijd -ieën, nooit -iën; verdubbeling medeklinkers in gevallen als monnikken, frunnikken, notarissen, budgetteren

Stap 3: Tussenklanken en tekens
a) Verbinding van twee woorden
e(n):
Als de kortste vorm van het eerste deel van de samenstelling niet zelf op een doffe -e eindigt, dan wordt de verbindingsklank weergegeven als -en- als het eerste deel een zelfstandig naamwoord is met een mogelijk meervoud op -en. In alle andere gevallen wordt -e- geschreven. vb. paddenstoel, manenschijn, zonnenstraal, klerezooi.
s:
Een s wordt alleen verplicht toegevoegd wanneer het woord verkeerd gelezen zou worden (kapperszaak, want kapperzaak klinkt als oorzaak; stadsdeel en niet staddeel): vb. onderzoekcentrum, gezondheidzorg, ontwikkelingsamenwerking.
-ss- moet als het niet vermeden kan worden: het eerste deel eindigt in de kortste vorm op -s, het tweede deel begint met s-: muisstil. We kiezen ook voor dubbele ss, wanneer het eerste deel een persoonsnaam of verkleinwoord met meervoud-s is: meisjesschool.

b) Tekens
liggend streepje: het gebruik wordt uitgebreid tot alle samenstellingen waarbij klinkers botsen: niet alleen auto-ongeval, maar ook mee-eten, zo-even, lila-achtig, televisie-uitzending, thee-ei. Oppassen met Oost-Vlaams e.d. Onduidelijke samenstellingen mogen met een liggend streepje verbonden worden: bom-melding,
bruids-taart. Driedelige samenstellingen worden zo veel mogelijk aan elkaar geschreven: kleineboerenpartij, heteluchtmotor
genitief eigennamen overal 's: Karel's, Parijs's, Filips's, Venlo's
genitief, meervoud en verkleinwoord: weglatingsteken als het woord eindigt op een lange klinker a, e, i, o, u, é, y: auto's, auto'tje, baby's, baby'tje, cliché's. Let op: tantetje, tantes, koetje, vakanties, zeetje, partijtje veranderen niet.
Trema: het gebruik verschilt niet van het gebruik in de officiële spelling: geëvenaard, gekoördineerd.

Stap 4: Ten einde raad raadpleeg je voor uitgebreidere uitleg en verantwoording van de regels het rode boekje (het rapport van de kommissie-Geerts, alias Voorzetten 44. Spellingdossier. Deel I. Spellingrapport. SDU, Den Haag, 1994).

Jan van den Berghe
10 december 2003, 09:11
Om een balans te kunnen opmaken heb ik de tekst van de samenvatting volledig en letterlijk overgenomen, spelling inbegrepen zodat je een beeld hebt van het uiteindelijke resultaat.

Die tekst was me eerder bekend en staat trouwens al lange tijd te lezen op:

http://www.ufsia.ac.be/~estorme/geerts.html

Blijkbaar gaat het hier nog om iets anders, daar de regeling voor de tussen -n in dit voorstel totaal anders is dan wat we nu hebben.

Leo
10 december 2003, 09:35
Om een balans te kunnen opmaken heb ik de tekst van de samenvatting volledig en letterlijk overgenomen, spelling inbegrepen zodat je een beeld hebt van het uiteindelijke resultaat.

Die tekst was me eerder bekend en staat trouwens al lange tijd te lezen op:

http://www.ufsia.ac.be/~estorme/geerts.html

Blijkbaar gaat het hier nog om iets anders, daar de regeling voor de tussen -n in dit voorstel totaal anders is dan wat we nu hebben.

Het is een samenvatting, onderdeel van een kommentaar na afsluiting geschreven door iemand die destijds van nabij de groei van de voorstellen heeft gevolgd. Parallel daarmee zijn de voorstellen in het politieke besluitvormingsproces terechtgekomen, waar zoals bekend enkel de tussenletterkwestie behouden werd. Het is best mogelijk dat daarin nog wijzigingen aangebracht werden. Ik herinner me dat Luc van den Bossche het zwaar te verduren gekregen heeft in verband met die zonnenschijn, koninginnendag en dies meer. Er werden toen "uitzonderingen" toegestaan, maar daar heb ik geen notulen van. Tenzij natuurlijk het eindresultaat.

Jan van den Berghe
10 december 2003, 09:52
Ik herinner me dat Luc van den Bossche het zwaar te verduren gekregen heeft in verband met die zonnenschijn, koninginnendag en dies meer. Er werden toen "uitzonderingen" toegestaan, maar daar heb ik geen notulen van. Tenzij natuurlijk het eindresultaat.

U gaat me toch niet proberen wijsmaken dat Van den Bossche of zijn Nederlandse tegenhanger op z'n eentje wat regeltjes over de tussen -n heeft zitten bedenken... Kom nou!

De spelling-Geerts wemelt trouwens nog van uitzonderingen en lijkt me op geen enkel opzicht een verbetering. Waarom moet "thee" wel met een th bijvoorbeeld? Zelfs etymologisch is die h niet te verantwoorden (denk aan tea in het Engels, Tee in het Duits). En de oude vorm "thans"? En waarom zou "offisieel" niet kunnen (zoals in het Afrikaans)? Zogezegd omdat mensen dan "offizieel" zouden lezen? Zegt dat dan iemand? En dan weer die knotsgekke regel voor de tussen -n.

De spelling-Geerts lijkt me een mikmak van alles en nog wat, weer een spellingshervorming die niet consequent durft zijn en ergens halverwege strandt (eens kijken hoeveel keren er weer staat, "maar uitgezonderd...")

Is het dan werkelijk teveel gevraagd om gewoon even naar het Afrikaans te kijken? Daar schrijft men al jaren "hiperaktief", "misterie", "simpatie", "ekstra", enzovoort. Geen mens die daar problemen mee heeft, integendeel. De spelling is er eenvorming, eenduidig.

Leo
10 december 2003, 13:38
Ik herinner me dat Luc van den Bossche het zwaar te verduren gekregen heeft in verband met die zonnenschijn, koninginnendag en dies meer. Er werden toen "uitzonderingen" toegestaan, maar daar heb ik geen notulen van. Tenzij natuurlijk het eindresultaat.

U gaat me toch niet proberen wijsmaken dat Van den Bossche of zijn Nederlandse tegenhanger op z'n eentje wat regeltjes over de tussen -n heeft zitten bedenken... Kom nou!

De spelling-Geerts wemelt trouwens nog van uitzonderingen en lijkt me op geen enkel opzicht een verbetering. Waarom moet "thee" wel met een th bijvoorbeeld? Zelfs etymologisch is die h niet te verantwoorden (denk aan tea in het Engels, Tee in het Duits). En de oude vorm "thans"? En waarom zou "offisieel" niet kunnen (zoals in het Afrikaans)? Zogezegd omdat mensen dan "offizieel" zouden lezen? Zegt dat dan iemand? En dan weer die knotsgekke regel voor de tussen -n.

De spelling-Geerts lijkt me een mikmak van alles en nog wat, weer een spellingshervorming die niet consequent durft zijn en ergens halverwege strandt (eens kijken hoeveel keren er weer staat, "maar uitgezonderd...")

Is het dan werkelijk teveel gevraagd om gewoon even naar het Afrikaans te kijken? Daar schrijft men al jaren "hiperaktief", "misterie", "simpatie", "ekstra", enzovoort. Geen mens die daar problemen mee heeft, integendeel. De spelling is er eenvorming, eenduidig.

We zullen wel nooit weten wat er in de hoofden van de ministers heeft gespeeld. Feit is wel dat ze ter verantwoording verklaard hebben dat het systeem geen te grote breuk met de bestaande spelling mocht zijn. Ik ben het volkomen met je eens dat ik in hun plaats meteen schoonschip gemaakt zou hebben. Was het angst voor de reaktie van de kiezer? Verder zijn we aangewezen op de geruchtenmolen. Het is ook geweten dat de ambtenarij zich in alle toonaarden tegen elke hervorming heeft verzet (beroepsmisvorming?). Daar zal wel hier en daar een germanist tussen zitten, neem ik aan. Heeft dat meegespeeld? Hebben die van hun "baas" de opdracht gekregen een tegenrapport te maken? Als er geen ingreep geweest is, hoe komt het dan dat er van de aanbevelingen zo weinig overgebleven is, nog afgezien van de kwaliteit ervan? In het rapport staat op blz. 24 uitdrukkelijk als titel 2.4 Afschaffen van de voorkeurspelling; geen opwaardering. Wie heeft er dan voor gezorgd dat diegenen die de aanbeveling moesten bekrachtigen, net het omgekeerde hebben gedaan? Toch niet per ongeluk het verkeerde pakje regels op de post gedaan zeker?

Opmerkelijk is ook dat de Vlaamse kultuurminister Hugo Weckx getwijfeld heeft, en dat zijn opvolger Luc Martens een eerste poging ondernam om wijzigingen aan te brengen die prompt door onderwijsminister Luc van den Bossche werd afgeschoten, net als onlangs het proefballonnetje van Paul van Grembergen door Marleen Vanderpoorten. Wat scheelt die onderwijsministers? Horen die de klachten van hun docenten niet? In het Noorden weten ze officieel nog van niets.

Als ik het rapport vergelijk met zowel de oude voorkeurspelling als de progressieve spelling, dan lijkt het me een compromis dat dicht tegen de progressieve spelling aanleunt. Een tussenstap, dus. Ik ken het Afrikaans slechts van af en toe een stuk te lezen, maar voortgaande op jouw voorbeelden hadden ze die bestaande en goed werkende spelling beter meteen overgenomen, in plaats van een hoop mensen aan het werk te zetten die vooral geen breuk mochten veroorzaken. De opdracht vermeldde duidelijk: Het verdient aanbeveling dat nagegaan wordt, hoeveel veranderingen gemiddeld per bladzijde/regel zullen voorkomen in diverse types van teksten. Is dat nou een criterium? Geerts en zijn ploeg hadden dan wellicht nog hun akademische vrijheid binnen hun beperkte opdracht, maar wie heeft dan achteraf die tussen-e(n) regel bijgewerkt (dat was me ontgaan)? Taalkundigen op de ministeriële kabinetten die helemaal geen vrijheid hadden? Ambtenaren van de Nederlandse Taalunie (waarom staat dat dan niet vermeld in het rapport)? Je kan niet volhouden dat de politiek daar geen dikke vinger in de pap heeft.

Langs de andere kant vind ik het niet meteen invoeren van vreemde woorden geen slechte zaak. Denk maar aan het verengelsen van ons taalgebruik. Vreemde woorden horen dan ook niet in onze woordenboeken thuis, tenzij in een apart "voorgeborchte". Zijn ze eenmaal ingeburgerd (je weet wel: het hele pakket van uitspraak, vervoegingen, verbuigingen, meervoudsvorming, voor- en achtervoegsels...) dan kunnen ze meteen mét een Nederlandse spelling de woordenboeken in, als ze ondertussen al niet naar Frans voorbeeld vervangen zijn door een goed Nederlands woord (denk aan tekstverwerker).

Leo
8 augustus 2004, 07:23
Ik lees in het NRC Handelsblad van 7 augustus: Intussen besloot de Frankfurter Allgemeine Zeitung twee jaar na de invoering van de nieuwe regels terug te keren naar de oude spelling. Verschillende schrijvers, onder wie Martin Walser, Günter Grass en Hans Magnus Enzensberger, negeerden de hervorming vanaf het begin. Zij krijgen nu navolging van belangrijke uitgevers en grote kranten die collega's oproepen hen te volgen om, zoals de Süddeutsche schrijft, hun "verantwoordelijkheid voor komende generaties'' te nemen. Ook daar was het de politiek die de boel om zeep geholpen heeft...