circe
15 september 2003, 11:30
Doelwit Nederland
'De veiligheid van Nederland wordt ernstig bedreigd,' schreef minister Donner in juni aan de Tweede Kamer. Duidelijke taal. Toch houdt de politiek elke discussie af. Moet er een Nederlandse Ground Zero komen voor het publieke debat over de dreiging van de islam kan beginnen?
Van 11 september 2002 tot 11 september 2003 zaaiden moslims opnieuw dood en verderf met hun `heilige oorlog' tegen het westerse modernisme. Voor de media zijn alle aanslagen los van elkaar staande nieuwsfeiten waarover met zekere afstandelijkheid wordt bericht. Zo lijkt het een ver-van-ons-bed-show.
Daarmee draaien we ons een rad voor ogen. Voor Nederlanders valt het moslimgeweld al niet meer te ontwijken. Een Nederlandse bankdirecteur liet het leven bij een moslimaanslag in Jakarta. Zowel de gijzeling van Arjen Hilbers in Algerije, als die van Arjan Erkel in Dagestan, houdt direct verband met moslimterrorisme. Waarom willen we die verbanden niet zien? Voor hetzelfde geld waren er tientallen Nederlanders gedood bij de aanslag op Bali, in plaats van Australiërs. Er kwamen vier Duitse soldaten van een ISAF-konvooi om in Kaboel, maar het hadden even goed Nederlandse soldaten kunnen zijn.
Nederland is met zijn open Europese grenzen een zeer kwetsbaar doel voor terrorisme. We zijn een druk bevolkt, oppervlakkig bewaakt, tolerant en welvarend doorvoerland. Niet voor niets is Nederland een Europese spil in de internationale drugshandel geworden. Terroristen kunnen er net zo makkelijk hun slag slaan.
Onze wetgeving maakt het tot nu toe onmogelijk potentiële moslimterroristen op te pakken. Zo werden in mei dit jaar in Rotterdam twaalf van terrorisme verdachte moslims vrijgelaten. Het leidde tot wat juridische scherpslijperij in de media, maar niet tot algehele verontwaardiging. Dat typeert de gelaten, zo niet ongeïnteresseerde sfeer in dit land.
Er zijn een aantal in de Nederlandse maatschappij verankerde oorzaken waardoor een islamdebat wordt vermeden. Bovendien is er middels een subsidienetwerk een schijnintegratie gecreëerd; door al deze oorzaken zien we het gevaar gewoonweg niet.
Als het niet als door een wonder tot een revolutionaire ommekeer komt, zit er niets anders op dan te wachten op de wake up call - de terreuraanslag die Nederland in één klap van de bezadigde negentiende in de rauwe 21ste eeuw zal doen belanden.
Vorige week maakte Rob de Wijk van Clingendael in Het Financieele Dagblad bekend dat er vier redenen zijn waarom juist Nederland het slachtoffer kan worden van een terreuraanslag. Den Haag is de wereldhoofdstad van het internationale recht; Nederlandse politici vereenzelvigen zich met het Amerikaanse buitenlandse beleid; in Nederland zijn veel multinationals gevestigd; en er wonen hier veel moslims uit risicolanden als Irak.
Met de Britse geheime dienst als bron ging onlangs informeel het bericht rond dat 'een zeer grote moslimaanslag' in Europa ophanden was. De reden voor zo'n aanslag: moslimterroristen zouden zo het schisma tussen Europa en Amerika kunnen vergroten, omdat Europeanen na zo'n aanslag de schuld zullen geven aan Bush, die met z'n War against Terrorism de zaak zou hebben laten escaleren. Zo'n reactie valt met name te verwachten van de Europese landen die zelf een grote moslimpopulatie kennen.
Het is niet moeilijk om scenario's voor een aanslag in Nederland te bedenken. Bijvoorbeeld: een semtexbom aan boord van een cruiseschip op het Amsterdamse IJ komt tot ontploffing, vlak bij het Centraal Station tijdens het spitsuur. Honderden doden.
Een ander voorbeeld. Vorige week werd er in een rapport van RAND Europe in Leiden nog op gewezen hoe gemakkelijk zeecontainers als massavernietigingswapens kunnen worden ingezet. Met andere woorden: het is kinderlijk eenvoudig om enkele kubieke meters springstof inclusief een ontstekingsmechanisme de Rotterdamse haven binnen te varen.
Derde scenario: ziektekiemen in ons drinkwater. Twee jaar geleden verscheen er een onderzoek naar bioterrorisme van de Gezondheidsraad, waarvan de - overigens goed verstopte - conclusie was dat er niets tegen bioterrorisme valt te doen.
Laatste voorbeeld: met een raketwerper, zonder training vanaf de schouder te bedienen, wordt een opstijgende Boeing 747 probleemloos neergehaald. Honderden, zo niet duizenden van dergelijke raketwerpers, kwamen vanuit Rusland op de internationale zwarte markt. Afgelopen weekend werd bekend dat British Airways overweegt hierom anti-raketsystemen op zijn vliegtuigen te plaatsen. Vóór 11 september zouden we dat een krankzinnig bericht hebben gevonden.
Kunnen wij erop rekenen dat ons politieapparaat en onze geheime diensten zulke eenvoudig te plegen aanslagen verhinderen? Het antwoord laat zich raden. Al tien jaar lang plegen dierenactivisten aanslagen op agrarische bedrijven in de Gelderse vallei. De geheime diensten krijgen hun vinger er niet achter en de politie staat machteloos. Tegen de losjes georganiseerde internationale moslimnetwerken van 'martelaren', voor wie het eigen leven niet telt, kan het Nederlandse veiligheidsapparaat al helemaal niets uitrichten. Al is het maar vanwege bureaucratische wantoestanden. Begin dit jaar bracht de Algemene Rekenkamer een alarmerend rapport uit, met als strekking dat er geen geautomatiseerde informatie-uitwisseling over terrorisme plaatsvindt tussen justitie en geheime diensten.
Het verontrustende is dat de Nederlandse moslims zich niet teweerstellen tegen het moslimextremisme. Als radicale imams in moskeeën tegen het Westen fulmineren, en er voor de jihad wordt geworven, maakt geen Nederlandse moslim zich daar zorgen over. Evenmin ontstond er onder moslims onrust over de introductie van de extremistische splinter Arabisch Europese Liga (AEL), die weigerde zich ondubbelzinnig uit te spreken tegen de sharia - het islamitische rechtssysteem dat berust op lijfstraffen als handafhakking en steniging. Onlangs, bij de rellen op het Amsterdamse Mercatorplein, durfden moslimomstanders niets negatiefs over de Marokkaanse messentrekker te zeggen tegen de media.
Dat is alarmerend. Hoe komt dat? Het is niet ondenkbaar dat de onderdrukkende cultuur van de roofstaten waar de Nederlandse moslims vandaan komen, tot in Nederland doorwerkt. Hier hebben moslims het democratische recht op vrije meningsuiting, maar dat recht durven ze niet te gebruiken uit angst buiten hun gemeenschap te vallen. Het kan ook komen doordat de islam als godsdienst zo ver van de Nederlandse seculiere maatschappij afstaat, dat er eenvoudigweg geen Nederlands identiteitsgevoel tot stand komt. Hoe dan ook: als het er echt op aankomt, in het geval van concrete terreur dicht in de buurt, zullen de Nederlanders waarschijnlijk geen steun krijgen van 'hun' moslims.
Volgens het CBS zijn er inmiddels ruim negenhonderdduizend moslims in Nederland: een verdubbeling in tien jaar. Over weer eens tien jaar zullen het er nog veel meer zijn, afgaand op het hoge percentage huwelijken over de grens, de rijke kinderscharen en de instroom van illegalen en asielzoekers. De problemen zullen dus alleen maar toenemen.
Twee jaar geleden schreef Paul Frentrop in dit blad een artikel onder de kop Er is iets mis met de islam, waarin hij betoogde dat de islam net als het fascisme en het communisme ideologische bestrijding behoeft. Dat leidde tot enige opwinding. Niet alleen over de inhoudelijke merites van Frentrops stelling, maar vooral over het feit dat hij dergelijke dingen überhaupt had durven schrijven. Zoiets was opnieuw typerend voor de onwil in Nederland om over het gevaar van de islam na te willen denken. De boodschapper krijgt de schuld.
Eerst was het Frits Bolkestein die een vinger op die zere plek legde, daarna Pim Fortuyn. Die laatste baarde opzien door in zijn legendarische interview met de Volkskrant begin 2002 te zeggen: "Als ik het juridisch rond kon krijgen, zou ik zeggen: er komt geen islamiet meer in." Maar inmiddels is het moslimdebat even dood als Fortuyn zelf. Natuurlijk: nog steeds brengen intellectuelen meningen te berde over de islam, al kun je, anders dan in bijvoorbeeld Frankrijk, niet spreken van een verhit debat. In de marge voert bijvoorbeeld Theo van Gogh zijn eigen kleine guerrillaoorlog tegen de islam, waarover hij helder is: "Ik geloof dat de islam een geloof is dat onze vrijheden bedreigt."
Curieus genoeg, gezien eerdere beschietingen tussen die twee, vindt hij daarbij de schrijver Leon de Winter aan zijn zijde. De laatste schreef in Trouw krantenpagina's vol over de Derde Wereldoorlog die de islam tegen het Westen heeft ontketend. Dat leidde tot tegenstukken, al waren die zelden van de hand van Nederlandse moslims.
Soms wordt er in zaaltjes wat geschreeuwd door jonge Marokkanen die in opstand komen tegen zoiets vaags als 'beeldvorming' in de media. Maar een zinnig debat over de islam zal toch pas tot stand kunnen komen als er een dappere groep Nederlandse moslims opstaat die de islam wil aanpassen aan de democratische eisen van deze tijd. Net zoals dat na de tijden van de Inquisitie in het christendom is gebeurd. Echter, tot nu toe wijst niets op zo'n modernisering van binnenuit.
Ook Hirsi Ali heeft geen illusies meer over de liberalisering van de islam. Voor haar is die religie de 'bedding' waarin islamitisch fundamentalisme en politieke islam kunnen gedijen. Met andere woorden: het is de islam zelf die zijn uitwassen mogelijk maakt. Een wezenlijk probleem waarover in de Nederlandse moslimgemeenschap nog niet eens een begin van een discussie bestaat.
Als Hirsi Ali moslimorganisaties in Nederland oproept te protesteren tegen de voorgenomen steniging van de Nigeriaanse vrouw Amina Lawal, zoals ze deze zomer deed, is een oorverdovende stilte het gevolg. Waar zijn dan de gematigde moslims in Nederland?
Nee, die lieten pas van zich horen toen diezelfde Hirsi Ali in een interview in Trouw begin dit jaar zei: "Mohammed is, gemeten naar onze westerse maatstaven, een perverse man. Een tiran." Dan zijn ze ineens `gekwetst'; een handig woord om de vrijheid van meningsuiting te saboteren. Anderzijds hebben sommige Nederlandse moslims de trucjes van het polderen aardig aangeleerd. Ze gaan het inhoudelijke debat met Hirsi Ali niet aan, maar stellen, bijvoorbeeld via het overkoepelende Contactorgaan Moslims en de Overheid, dat zij met haar uitspraken 'bijdraagt tot verdergaande polarisatie'. Dat is erg vergelijkhaar met wat haar eigen partij, de VVD, deed toen die haar uitspraken afdeed als 'sterk persoonlijk getint', om daar vervolgens bangelijk aan toe te voegen dat Hirsi Ali niet had gesproken namens de VVD. Zo werd ook haar rol in het islamdebat net zo gemarginaliseerd als die van niet georganiseerde individuen als Leon de Winter en Theo van Gogh.
'De veiligheid van Nederland wordt ernstig bedreigd,' schreef minister Donner in juni aan de Tweede Kamer. Duidelijke taal. Toch houdt de politiek elke discussie af. Moet er een Nederlandse Ground Zero komen voor het publieke debat over de dreiging van de islam kan beginnen?
Van 11 september 2002 tot 11 september 2003 zaaiden moslims opnieuw dood en verderf met hun `heilige oorlog' tegen het westerse modernisme. Voor de media zijn alle aanslagen los van elkaar staande nieuwsfeiten waarover met zekere afstandelijkheid wordt bericht. Zo lijkt het een ver-van-ons-bed-show.
Daarmee draaien we ons een rad voor ogen. Voor Nederlanders valt het moslimgeweld al niet meer te ontwijken. Een Nederlandse bankdirecteur liet het leven bij een moslimaanslag in Jakarta. Zowel de gijzeling van Arjen Hilbers in Algerije, als die van Arjan Erkel in Dagestan, houdt direct verband met moslimterrorisme. Waarom willen we die verbanden niet zien? Voor hetzelfde geld waren er tientallen Nederlanders gedood bij de aanslag op Bali, in plaats van Australiërs. Er kwamen vier Duitse soldaten van een ISAF-konvooi om in Kaboel, maar het hadden even goed Nederlandse soldaten kunnen zijn.
Nederland is met zijn open Europese grenzen een zeer kwetsbaar doel voor terrorisme. We zijn een druk bevolkt, oppervlakkig bewaakt, tolerant en welvarend doorvoerland. Niet voor niets is Nederland een Europese spil in de internationale drugshandel geworden. Terroristen kunnen er net zo makkelijk hun slag slaan.
Onze wetgeving maakt het tot nu toe onmogelijk potentiële moslimterroristen op te pakken. Zo werden in mei dit jaar in Rotterdam twaalf van terrorisme verdachte moslims vrijgelaten. Het leidde tot wat juridische scherpslijperij in de media, maar niet tot algehele verontwaardiging. Dat typeert de gelaten, zo niet ongeïnteresseerde sfeer in dit land.
Er zijn een aantal in de Nederlandse maatschappij verankerde oorzaken waardoor een islamdebat wordt vermeden. Bovendien is er middels een subsidienetwerk een schijnintegratie gecreëerd; door al deze oorzaken zien we het gevaar gewoonweg niet.
Als het niet als door een wonder tot een revolutionaire ommekeer komt, zit er niets anders op dan te wachten op de wake up call - de terreuraanslag die Nederland in één klap van de bezadigde negentiende in de rauwe 21ste eeuw zal doen belanden.
Vorige week maakte Rob de Wijk van Clingendael in Het Financieele Dagblad bekend dat er vier redenen zijn waarom juist Nederland het slachtoffer kan worden van een terreuraanslag. Den Haag is de wereldhoofdstad van het internationale recht; Nederlandse politici vereenzelvigen zich met het Amerikaanse buitenlandse beleid; in Nederland zijn veel multinationals gevestigd; en er wonen hier veel moslims uit risicolanden als Irak.
Met de Britse geheime dienst als bron ging onlangs informeel het bericht rond dat 'een zeer grote moslimaanslag' in Europa ophanden was. De reden voor zo'n aanslag: moslimterroristen zouden zo het schisma tussen Europa en Amerika kunnen vergroten, omdat Europeanen na zo'n aanslag de schuld zullen geven aan Bush, die met z'n War against Terrorism de zaak zou hebben laten escaleren. Zo'n reactie valt met name te verwachten van de Europese landen die zelf een grote moslimpopulatie kennen.
Het is niet moeilijk om scenario's voor een aanslag in Nederland te bedenken. Bijvoorbeeld: een semtexbom aan boord van een cruiseschip op het Amsterdamse IJ komt tot ontploffing, vlak bij het Centraal Station tijdens het spitsuur. Honderden doden.
Een ander voorbeeld. Vorige week werd er in een rapport van RAND Europe in Leiden nog op gewezen hoe gemakkelijk zeecontainers als massavernietigingswapens kunnen worden ingezet. Met andere woorden: het is kinderlijk eenvoudig om enkele kubieke meters springstof inclusief een ontstekingsmechanisme de Rotterdamse haven binnen te varen.
Derde scenario: ziektekiemen in ons drinkwater. Twee jaar geleden verscheen er een onderzoek naar bioterrorisme van de Gezondheidsraad, waarvan de - overigens goed verstopte - conclusie was dat er niets tegen bioterrorisme valt te doen.
Laatste voorbeeld: met een raketwerper, zonder training vanaf de schouder te bedienen, wordt een opstijgende Boeing 747 probleemloos neergehaald. Honderden, zo niet duizenden van dergelijke raketwerpers, kwamen vanuit Rusland op de internationale zwarte markt. Afgelopen weekend werd bekend dat British Airways overweegt hierom anti-raketsystemen op zijn vliegtuigen te plaatsen. Vóór 11 september zouden we dat een krankzinnig bericht hebben gevonden.
Kunnen wij erop rekenen dat ons politieapparaat en onze geheime diensten zulke eenvoudig te plegen aanslagen verhinderen? Het antwoord laat zich raden. Al tien jaar lang plegen dierenactivisten aanslagen op agrarische bedrijven in de Gelderse vallei. De geheime diensten krijgen hun vinger er niet achter en de politie staat machteloos. Tegen de losjes georganiseerde internationale moslimnetwerken van 'martelaren', voor wie het eigen leven niet telt, kan het Nederlandse veiligheidsapparaat al helemaal niets uitrichten. Al is het maar vanwege bureaucratische wantoestanden. Begin dit jaar bracht de Algemene Rekenkamer een alarmerend rapport uit, met als strekking dat er geen geautomatiseerde informatie-uitwisseling over terrorisme plaatsvindt tussen justitie en geheime diensten.
Het verontrustende is dat de Nederlandse moslims zich niet teweerstellen tegen het moslimextremisme. Als radicale imams in moskeeën tegen het Westen fulmineren, en er voor de jihad wordt geworven, maakt geen Nederlandse moslim zich daar zorgen over. Evenmin ontstond er onder moslims onrust over de introductie van de extremistische splinter Arabisch Europese Liga (AEL), die weigerde zich ondubbelzinnig uit te spreken tegen de sharia - het islamitische rechtssysteem dat berust op lijfstraffen als handafhakking en steniging. Onlangs, bij de rellen op het Amsterdamse Mercatorplein, durfden moslimomstanders niets negatiefs over de Marokkaanse messentrekker te zeggen tegen de media.
Dat is alarmerend. Hoe komt dat? Het is niet ondenkbaar dat de onderdrukkende cultuur van de roofstaten waar de Nederlandse moslims vandaan komen, tot in Nederland doorwerkt. Hier hebben moslims het democratische recht op vrije meningsuiting, maar dat recht durven ze niet te gebruiken uit angst buiten hun gemeenschap te vallen. Het kan ook komen doordat de islam als godsdienst zo ver van de Nederlandse seculiere maatschappij afstaat, dat er eenvoudigweg geen Nederlands identiteitsgevoel tot stand komt. Hoe dan ook: als het er echt op aankomt, in het geval van concrete terreur dicht in de buurt, zullen de Nederlanders waarschijnlijk geen steun krijgen van 'hun' moslims.
Volgens het CBS zijn er inmiddels ruim negenhonderdduizend moslims in Nederland: een verdubbeling in tien jaar. Over weer eens tien jaar zullen het er nog veel meer zijn, afgaand op het hoge percentage huwelijken over de grens, de rijke kinderscharen en de instroom van illegalen en asielzoekers. De problemen zullen dus alleen maar toenemen.
Twee jaar geleden schreef Paul Frentrop in dit blad een artikel onder de kop Er is iets mis met de islam, waarin hij betoogde dat de islam net als het fascisme en het communisme ideologische bestrijding behoeft. Dat leidde tot enige opwinding. Niet alleen over de inhoudelijke merites van Frentrops stelling, maar vooral over het feit dat hij dergelijke dingen überhaupt had durven schrijven. Zoiets was opnieuw typerend voor de onwil in Nederland om over het gevaar van de islam na te willen denken. De boodschapper krijgt de schuld.
Eerst was het Frits Bolkestein die een vinger op die zere plek legde, daarna Pim Fortuyn. Die laatste baarde opzien door in zijn legendarische interview met de Volkskrant begin 2002 te zeggen: "Als ik het juridisch rond kon krijgen, zou ik zeggen: er komt geen islamiet meer in." Maar inmiddels is het moslimdebat even dood als Fortuyn zelf. Natuurlijk: nog steeds brengen intellectuelen meningen te berde over de islam, al kun je, anders dan in bijvoorbeeld Frankrijk, niet spreken van een verhit debat. In de marge voert bijvoorbeeld Theo van Gogh zijn eigen kleine guerrillaoorlog tegen de islam, waarover hij helder is: "Ik geloof dat de islam een geloof is dat onze vrijheden bedreigt."
Curieus genoeg, gezien eerdere beschietingen tussen die twee, vindt hij daarbij de schrijver Leon de Winter aan zijn zijde. De laatste schreef in Trouw krantenpagina's vol over de Derde Wereldoorlog die de islam tegen het Westen heeft ontketend. Dat leidde tot tegenstukken, al waren die zelden van de hand van Nederlandse moslims.
Soms wordt er in zaaltjes wat geschreeuwd door jonge Marokkanen die in opstand komen tegen zoiets vaags als 'beeldvorming' in de media. Maar een zinnig debat over de islam zal toch pas tot stand kunnen komen als er een dappere groep Nederlandse moslims opstaat die de islam wil aanpassen aan de democratische eisen van deze tijd. Net zoals dat na de tijden van de Inquisitie in het christendom is gebeurd. Echter, tot nu toe wijst niets op zo'n modernisering van binnenuit.
Ook Hirsi Ali heeft geen illusies meer over de liberalisering van de islam. Voor haar is die religie de 'bedding' waarin islamitisch fundamentalisme en politieke islam kunnen gedijen. Met andere woorden: het is de islam zelf die zijn uitwassen mogelijk maakt. Een wezenlijk probleem waarover in de Nederlandse moslimgemeenschap nog niet eens een begin van een discussie bestaat.
Als Hirsi Ali moslimorganisaties in Nederland oproept te protesteren tegen de voorgenomen steniging van de Nigeriaanse vrouw Amina Lawal, zoals ze deze zomer deed, is een oorverdovende stilte het gevolg. Waar zijn dan de gematigde moslims in Nederland?
Nee, die lieten pas van zich horen toen diezelfde Hirsi Ali in een interview in Trouw begin dit jaar zei: "Mohammed is, gemeten naar onze westerse maatstaven, een perverse man. Een tiran." Dan zijn ze ineens `gekwetst'; een handig woord om de vrijheid van meningsuiting te saboteren. Anderzijds hebben sommige Nederlandse moslims de trucjes van het polderen aardig aangeleerd. Ze gaan het inhoudelijke debat met Hirsi Ali niet aan, maar stellen, bijvoorbeeld via het overkoepelende Contactorgaan Moslims en de Overheid, dat zij met haar uitspraken 'bijdraagt tot verdergaande polarisatie'. Dat is erg vergelijkhaar met wat haar eigen partij, de VVD, deed toen die haar uitspraken afdeed als 'sterk persoonlijk getint', om daar vervolgens bangelijk aan toe te voegen dat Hirsi Ali niet had gesproken namens de VVD. Zo werd ook haar rol in het islamdebat net zo gemarginaliseerd als die van niet georganiseerde individuen als Leon de Winter en Theo van Gogh.