PDA

View Full Version : Exclusief beste geneesmiddelen?


Groentje-18
5 januari 2007, 14:40
Beste,

Ik heb vernomen welk systeem u wilt invoeren in de gezondheidszorg mbt geneesmiddelen.
Op het eerste zicht vind ik het een goed idee, maar ik heb daarbij wel enkele vraagjes:
Wordt voor iedere mogelijke ziekte of stoornis het best werkende of enkele van de best werkenden geneesmiddellen terugbetaalt, dan is dat goed voor de patiënt want hij krijgt alleen het beste geneesmiddel.
Maar door specifieke SNPs in het DNA reageert niet iedere persoon hetzelfde op een geneesmiddel. Wat voor y het beste is, is het dus (lang)niet noodzakelijk ook voor x. De topman van GlaxoSmithKline heeft zelf toegegeven dat de meeste medicijnen slechts werken bij 30 tot 50% van de bevolking.
Bijkomend kan z allergisch zijn voor de bestanddelen in het meest effectieve geneesmiddel voor zijn ziekte.
Los van het feit dat deze geneesmiddelen dan niet worden terugbetaald aangezien ze niet gemiddeld 'het beste' zijn voor deze stoornis en het dan ontzettend duur kan worden voor bepaalde patiëntengroepen, zijn ze mogelijk nauwelijks verkrijgbaar aangezien de staat ze niet heeft ingekocht en de apotheker deze medicijnen moeilijk verkocht kan krijgen.
Welke oplossing biedt het kiwimodel voor deze situaties?

Pieke
7 januari 2007, 23:22
Meer nog, goedkoper is niet gelijk aan even doeltreffend, of gelijkwaardig. Er worden nagenoeg geen eisen gesteld aan een generiek; er moet niet aangetooond worden dat de biologische beschikbaarheid gelijk is, de bio-equivalentie gelijk is, er moet enkel maar aangetoond worden dat het x% goedkoper is.

Ik ben voor een al dan niet aangepast kiwimodel, omdat ik denk dat het de enige manier is om onze gezondsheidszorg betaalbaar te houden. Maar dan wel een model waarin aan eventuele generieken studies met betrekking tot biologische beschikbaarheid, bio-equivalentie, enz worden geëist, zodat we eindelijk echt kunnen spreken van gelijkwaardige, maar goedkopere geneesmiddelen.

ingenious
8 januari 2007, 03:33
Beste,

Ik heb vernomen welk systeem u wilt invoeren in de gezondheidszorg mbt geneesmiddelen.
Op het eerste zicht vind ik het een goed idee, maar ik heb daarbij wel enkele vraagjes:
Wordt voor iedere mogelijke ziekte of stoornis het best werkende of enkele van de best werkenden geneesmiddellen terugbetaalt, dan is dat goed voor de patiënt want hij krijgt alleen het beste geneesmiddel.
Maar door specifieke SNPs in het DNA reageert niet iedere persoon hetzelfde op een geneesmiddel. Wat voor y het beste is, is het dus (lang)niet noodzakelijk ook voor x. De topman van GlaxoSmithKline heeft zelf toegegeven dat de meeste medicijnen slechts werken bij 30 tot 50% van de bevolking.
Bijkomend kan z allergisch zijn voor de bestanddelen in het meest effectieve geneesmiddel voor zijn ziekte.
Los van het feit dat deze geneesmiddelen dan niet worden terugbetaald aangezien ze niet gemiddeld 'het beste' zijn voor deze stoornis en het dan ontzettend duur kan worden voor bepaalde patiëntengroepen, zijn ze mogelijk nauwelijks verkrijgbaar aangezien de staat ze niet heeft ingekocht en de apotheker deze medicijnen moeilijk verkocht kan krijgen.
Welke oplossing biedt het kiwimodel voor deze situaties?
Mss toch zijn boek maar eens lezen hoor. :-D

vanop de website over de cholesteroloorlog: http://www.epo.be/geneesmiddelen/index.php

Verschraling van het aanbod?

In Nieuw-Zeeland wordt er maar één geneesmiddel per aandoening terugbetaald.
Dat is flagrant onwaar. Er zijn per aandoening evenveel soorten ('subklassen') van geneesmiddelen als bij ons. En per soort zijn er meerdere voorkeursgeneesmiddelen (meerdere actieve stoffen, doch slechts één merk per actieve stof). Bij evenwaardige producten wordt eerst het goedkoopste voorgeschreven. Als de patiënt dit product om welke reden ook niet verdraagt, of het slaat onvoldoende aan, dan krijgt hij het alternatief volledig gesubsidieerd, mits motivatie van de arts.
Zo zijn er in Nieuw-Zeeland - Één paracetamol - product tegenover 15 verschillende merknamen in België (Dafalgan, Perdolan)
- Eén amoxicilline tegenover 16 verschillende merknamen bij ons (Clamoxyl e.a.)
- Drie maagzuurremmers (PPI's) en drie merkproducten, tegenover zes PPI's van twaalf verschillende merken bij ons. (Losec, Dakar e.a.)
- Acht ontstekingsremmers (vb. voltaren, naprosyne, ibuprofen, indocid, tilcotil, feldène…) onder zestien merknamen tegenover 19 verschillende met 78 merkproducten in België. Pardon 77, nu VIOXX van de markt is. Vioxx is in NZ nooit gesubsidieerd geweest, en terecht zo blijkt nu.
- Zes calciumantagonisten (bloeddrukverlagers) met zes merkproducten tegenover 15 verschillende calciumantagonisten met 21 merkproducten in België (Adalat, Plendil, Amlor e.a.)
Maar de prijzen in Nieuw-Zeeland, voor eenzelfde geneesmiddel, of soms ook voor eenzelfde merk (bv. Losec) liggen 70% of meer lager dan bij ons.
In plaats van 'verschraling' is dit een gunstige vereenvoudiging van het aanbod, in tegenstelling tot de huidige chaotische wildgroei die wij in ons land kennen. En daar vaart iedereen wel bij: de patiënt die eindelijk zicht krijgt op zijn medicatie, de arts die geen 9 merken van eenzelfde product in zijn hoofd hoeft te hebben en vooral de apotheker die niet meer 9 verschillende doosjes van eenzelfde geneesmiddel in stock hoeft te houden.
In de Canadese provincie British Columbia, evenals voor de overheidsambtenaren en Medicaid van Amerikaanse staten als Maine en Oregon, heeft de overheid namelijk ook het systeem van openbare aanbesteding met prijs/volume contracten ingevoerd.
Neels op Ter Zake: "In de palliatieve zorg wordt in Nieuw-Zeeland slechts één pijnstiller terugbetaald. Als de patiënt die niet zou verdragen, dan moet hij een ander geneesmiddel volledig uit eigen zak betalen of kan hij niet meer voortgeholpen worden"
Glaxo-Smith-Kline (GSK): In Nieuw-Zeeland zijn onze producten zelfs duurder dan de prijs die wij in België vragen. In NZ zijn onze vaccins van hepatitis B zelfs niet op de markt.
Klopt totaal niet. Succesproducten van GSK als Zantac (maagzuurremmer) kost in NZ één tiende van de Belgische prijs, Zovirax (tegen herpes of zona) kost in Nieuw-Zeeland ook één tiende van de Belgische prijs.
In Nieuw-Zeeland worden alle kinderen gratis tegen hepatitis B gevaccineerd (ook bij ons zo), ook contactpersonen, risicopersonen of personen die samenleven met een drager van het hepatitis B virus krijgen hun vaccins volledig terugbetaald (bij ons is dat niet zo, tenzij via het Fonds voor Beroepsziekten als het risico gebonden is aan de werksituatie). Maar het is niet GSK, maar wel een andere firma die de openbare aanbesteding van hepatitis B vaccins in de wacht heeft gesleept.

Groentje-18
8 januari 2007, 04:58
Mss toch zijn boek maar eens lezen hoor. :-D


Nu hij hier toch is kon ik 't 'm evengoed vragen hé.
En ik weet ook hoe google werkt, ik vond echter geen volledig antwoord op mijn vraag...

Dirk Van Duppen
8 januari 2007, 22:09
Is het goed dat alleen het goedkoopste wordt terugbetaald, en wat als je er niet tegenkunt of onvoldoende op reageert? Hoe worden de keuzes gemaakt?

Het is onjuist dat in met het kiwisysteem zoals bijvoorbeeld in Nieuw-Zeeland (NZ) per ziekte maar één geneesmiddel wordt terugbetaald. In NZ worden voor alle ziekten alle geneesmiddelen terugbetaald die nuttig kunnen zijn, de besten het eerste. Als een patiënt met één middel niet wordt geholpen wordt via eenvoudige medische motivatie een ander middel 100% gesubsidieerd.

Het is een misverstand dat door mijnheer Neels, woordvoerder van de farmaceutische industrie, doelbewust wordt rondgestrooid. Zo durfde hij live in Ter Zake van maandag 29 november 2004 in een debat met mij beweren: “In Nieuw-Zeeland wordt maar één pijnstiller terugbetaald. En als je kankerpatiënt bent en je verdraagt dat middel niet, dan kun je kiezen: ofwel pijn lijden ofwel een ander middel uit eigen zak betalen”. Dit is een klinkklare leugen. En dat is makkelijk te verifiëren via de website over geneesmiddelen in België (www.bcfi.be ) te vergelijken met deze in Nieuw-Zeeland (http://www.pharmac.govt.nz/). Je zult zien dat dezelfde 11 morfine of afgeleiden (opoïden) in Nieuw-Zeeland worden gebruikt als bij ons in de palliatieve zorg. Met dat verschil dat in NZ ze allen volledig gesubsidieerd worden en bij ons de patiënt nog 25% uit eigen zak moet betalen. Ik kan als huisarts getuigen dat de uitgaven voor pijnstillers bij kankerpatiënten thuis één van de zwaarste posten is die wegen op het budget van de patiënt.
In NZ worden voor alle ziekten alle geneesmiddelen terugbetaald die nuttig kunnen zijn. Maar van een geneesmiddel dat door meerdere fabrikanten op de markt wordt gebracht (bijvoorbeeld onder generische vorm) wordt er slechts één merknaam terugbetaald. Namelijk deze die de openbare aanbesteding in de wacht kan slepen.

Het gaat hier dus in eerste instantie om de keuze tussen verschillende merknamen van eenzelfde geneesmiddel. Dat heeft uiteraard niets van doen met therapeutische keuzevrijheid, maar alles met de vrijheid voor de arts en de farmaceutische industrie om patiënt en ziekteverzekering al of niet onnodig op kosten te jagen. Bijvoorbeeld van de cholesterolverlager Zocor 40 mg had je tien verschillende merknamen met prijzen die varieerden van 54 euro tot 123 euro. Onder druk van de marketing schreven 90% van de artsen het duurste merk voor. Gevolg: de ziekteverzekering (wij allen dus) betaalde 69 euro teveel voor één doosje. In totaal werden zo in 2003 precies 29.3 miljoen euro teveel betaald, voor één geneesmiddel, van één Amerikaanse multinational MSD, die in België niets aan tewerkstelling, niets aan O&O heeft, alleen enkele medische vertegenwoordigers die de artsen de kop moeten zot praten dat ze het dure merkproduct moeten blijven voorschrijven. Wel aan die plundering stelt het kiwimodel een einde.

In tweede instantie dient er een keuze gemaakt te worden tussen verschillende geneesmiddelen die een gelijke of gelijksoortige indicatie hebben (bijvoorbeeld een ziekte op volledig gelijkwaardige wijze behandelen). Bijvoorbeeld hypertensie wordt behandeld met een vijftal subklassen van geneesmiddelen: 1.diuretica (bv. hygroton) 2. betablokkers (bv. Tenormin) 3.Calciumanatonisten (bv. Plendil) 4. ACE inhibitoren (bv. Zestril) 5. Sartanen (bv. Coversyl). Van iedere subklasse worden er in NZ zoveel verschillende geneesmiddelen terugbetaald als nodig is om alle patiënten voort te helpen. Er worden dus meerdere keuzes gemaakt tussen bijvoorbeeld de 15 verschillende calciumantagonisten. De wetenschap helpt ons om hierin een eerste keuze te maken, producten die de beste bewijzen kunnen voorleggen voor werkzaamheid en veiligheid.

Een onafhankelijk team kan op basis van wetenschappelijke gegevens dan nog meerdere keuzes maken. Als de patiënt bijvoorbeeld een bepaald geneesmiddel niet verdraagt, of dat het bij die individuele patiënt niet voldoende aanslaat, dan kan de arts nog een tweede of derde keuze maken. Dat is een wetenschappelijk verantwoorde therapeutische vrijheid in het belang van de patiënt. Nu wordt het voorschrijfgedrag van artsen vooral gestuurd door de marketingkracht van de producenten. Die zetten artsen aan om vooral de nieuwste, duurste en niet altijd betere geneesmiddelen voor te schrijven.
Het kiwi-model in Nieuw-Zeeland laat dus telkens per subklasse meerdere keuzes toe. Zo zijn er bijvoorbeeld in Nieuw-Zeeland 6 calciumantagonisten tegenover 15 bij ons, 3 maagzuurremmers (PPI’s) tegenover 6 bij ons, 8 ontstekingsremmers tegenover 19 bij ons (nu 18 sinds de terugtrekking van Vioxx).

Zijn generische producten even goed als merkproducten?
Ja, want het gaat om exact hetzelfde geneesmiddel. Dat voldoet aan dezelfde kwaliteitscriteria als de dure merken. Het wordt in vele gevallen gemaakt op dezelfde machines. Enige verschil is de merknaam omdat het patent vervallen is. Het zijn dus geen “witte producten”.ten”.
In die kwaliteitscontroles op de zogenaamde bioequivalentie blijkt soms dat er tussen twee loten van een merkproduct, een grotere variatie kan aanwezig zijn dan tussen een lot van een merkproduct en dat van de generische copie.

Groentje-18
8 januari 2007, 23:09
Bedankt voor uw antwoord.

Aangezien het vooral gaat om een keuze van de verschillende merknamen voor dezelfde stoffen kan ik nog weinig tegen het kiwimodel inbrengen. Ik weet dat dokters bv. een reis naar x krijgen indien ze medicijn y z maal voorgeschreven hebben dus dat lijkt me een zeer goed en verantwoord idee in het voordeel van de patiënt.


Maar ik vraag me nog één ding af:

Wat met de beschikbaarheid van medicijnen die niet in grote voorraden zijn aangekocht door de overheid?
Is het in de praktijk mogelijk dat een patiënt met een zware ziekte/klacht die slecht reageert op het door de overheid aangekochte medicijn (omdat het beter is voor de meerderheid van de patiënten) een aantal weken moet wachten op dit medicijn omdat het slechts in kleine getale beschikbaar is of zelfs nauwelijks beschikbaar is binnen de landsgrenzen?

Pieke
9 januari 2007, 10:10
Zijn generische producten even goed als merkproducten?
Ja, want het gaat om exact hetzelfde geneesmiddel. Dat voldoet aan dezelfde kwaliteitscriteria als de dure merken. Het wordt in vele gevallen gemaakt op dezelfde machines. Enige verschil is de merknaam omdat het patent vervallen is. Het zijn dus geen “witte producten”.ten”.
In die kwaliteitscontroles op de zogenaamde bioequivalentie blijkt soms dat er tussen twee loten van een merkproduct, een grotere variatie kan aanwezig zijn dan tussen een lot van een merkproduct en dat van de generische copie.

Met alle respect, dr. Van Duppen, maar hier doet u de generieken te veel eer aan. Het zijn niet allemaal exacte copijen van het merk. Hulpstoffen durven al eens te verschillen, en die hulpstoffen hebben een invloed op de werking van het medicijn. Als een merknaam een hulpstof wil veranderen dient het een gemotiveerd (economisch als farmacologisch) dossier in te dienen. Voor generieken wordt dit niet geëist.

De kwaliteit is niet altijd dezelfde. Patienten komen nogal eens de apotheek binnen met klachten (het verbrokkelen van de pil bij breken, een slechte smaak, andere neveneffecten) wanneer ze overschakelen naar een generiek.

Bioequivalentie hoeft niet aangetoond te worden. U kan er licht over heen gaan door te stellen dat de lot-tot-lot verschillen van merknamen soms groter zijn, maar als die verschillen niet binnen wettelijk geregelde marges vallen, mag het lot niet op de markt gebracht worden. Het is essentieel dat de bio-equivalentie gegarandeerd wordt, en dit kan enkel door studies te eisen die dit aantonen vooraleer een generiek op de markt gebracht mag worden.

Ik ben van mening dat de kostprijs van de gezondheidszorg gedrukt moet worden, en dat generieken hierin een belangrijke rol spelen. Maar ik denk wel dat de eisen die nu gesteld worden aan generieken niet voldoende zijn om van evenwaardige producten te kunnen spreken. Voor alle duidelijkheid, niet alle generieken zijn minderwaardig, maar door een wildgroei van "witte producten" kan men de evenwaardige soms moeilijk van de minderwaardige onderscheiden.