PDA

View Full Version : Waarom warmen de andere planeten 'ook' op?


Groentje-18
16 mei 2007, 00:05
De reden is heel eenvoudig en al vele malen door 'negationisten' (of hoe moet ik ze noemen) aangehaald als sluitende en zelfs exclusieve verklarende factor van onze aardse klimaatverandering, namelijk de verandering in zonneactiviteit.
De zonneactiviteit is toegenomen, waardoor het in ons zonnestelsel over het algemeen warmer wordt.
Hoe groot de invloed van die toegenomen zonneactiviteit precies is, wordt bepaald door de specifieke eigenschappen van de planeet; onder andere de atmosfeersamenstelling, de bodem, haar afstand tot de zon, ... Daarom is het niet zinvol om ze zomaar met mekaar te vergelijken.

Waarom zou ons klimaat dan niet veranderd zijn door enkel en vooral de zon. Of grotendeels door de zon, en speelt de antropogene factor, de mens dus, misschien maar een heel kleine en verwaarloosbare rol?

Het antwoord is neen. Dit hebben wetenschappers zich namelijk ook afgevraagd en onderzoek heeft geleid tot de volgende grafiek:
iedere lijn geeft bepaalde factoren weer die een invloed kunnen hebben op het klimaat. Behalve de zwarte lijn dan, dit is de gemiddelde temperatuur geobserveerd op aarde. De blauwe lijn bestaat uit de invloed van natuurlijke factoren zoals de zon en vulkanen. De rode lijn bestaat uit de invloed van antropogene (menselijke) en natuurlijke factoren.
Zoals je duidelijk ziet op onderstaande afbeelding: de observaties kunnen niet alleen door zonneactiviteit verklaard worden, zelfs niet indien we de vulkanologische activiteit erbij nemen als verklaringsgrond. (De rode lijn valt veel beter samen met de zwarte lijn dan de blauwe.)


http://environment.newscientist.com/data/images/ns/cms/dn6334/dn6334-1_370.jpg

Bron: http://environment.newscientist.com/channel/earth/climate-change/dn6334

Deze grafiek is heel interessant, omdat je meteen ook een idee krijgt van het effect van de menselijke uitstoot (nl. het verschil in hoogte tussen de rode en de blauwe lijn).


Hoe zit het dan met bijvorbeeld een planeet als mars, die nu wel sterk opwarmt door de zon?

Mars heeft ook heel andere eigenschappen dan de aarde en die zijn heel belangrijk, zoals hierboven al vermeld, namelijk

Mars
Luchtdruk: Mars 750 Pa
Atmosfeer: Hoofdzakelijk koolstofdioxide (http://nl.wikipedia.org/wiki/Kooldioxide), aangevuld met stikstof (http://nl.wikipedia.org/wiki/Stikstof) en edelgassen (http://nl.wikipedia.org/wiki/Edelgas) zoals argon (http://nl.wikipedia.org/wiki/Argon). Zuurstof (http://nl.wikipedia.org/wiki/Zuurstof), methaan (http://nl.wikipedia.org/wiki/Methaan) en waterdamp komen slechts sporadisch voor. Ozon ontbreekt vrijwel.
Afstand tot de zon:227,94×106 km
Gemiddelde temperatuur: -63°
Grootte: 6796 (±8) km (equator)


Neptunus
Luchtdruk: Dicht,
Atmosfeer: Op grotere hoogten bestaat de atmosfeer (http://nl.wikipedia.org/wiki/Atmosfeer_%28astronomie%29) van Neptunus vrijwel volledig uit waterstof (http://nl.wikipedia.org/wiki/Waterstof) en helium (http://nl.wikipedia.org/wiki/Helium). Lager wordt er ook methaan, ammoniak en water aangetroffen
Afstand tot de zon: 4,498×109 km
Gemiddelde temperatuur: -220°C
Grootte: 49.528 (±30) km

Aarde
Luchtdruk: 10 000 Pa
Atmosfeer:Vooral stikstof en zuurstof.
Afstand tot de zon: 149,6×106 km (http://nl.wikipedia.org/wiki/Kilometer)
Grootte: 12.756 km (http://nl.wikipedia.org/wiki/Kilometer)

(Met dank aan wikipedia.be)

Je kan ze dus niet zomaar met mekaar vergelijken.

In de hoop dat het min of meer duidelijk is.
(Aanvullingen/verbeteringen/opmerkingen welkom want ik ben maar een leek.)

Griffin
16 mei 2007, 08:13
Andere planeten hebben andere atmosferen, als die zonnestraling niet wordt geabsorbeerd maar gewoon terug de ruimte in kaatst is het normaal dat andere planeten minder zouden opwarmen dan de Aarde door een gelijke fluctuatie in zonnestraling.

lombas
16 mei 2007, 11:04
Negationisten?

Groentje-18
16 mei 2007, 16:17
Merci Griffin om het in drie woorden uit te leggen terwijl ik er een heel relaas over schrijf. :? :p


Negationisten?

Het was laat en ik kon op niets anders komen.

Stratcat
17 mei 2007, 06:10
Merci Griffin om het in drie woorden uit te leggen terwijl ik er een heel relaas over schrijf. :? :p

Ik ben er niet zeker van dat hij hetzelfde zegt.

Griffin
17 mei 2007, 09:47
Ik ben er niet zeker van dat hij hetzelfde zegt.

Ik ook niet... :P

Groentje-18
17 mei 2007, 16:02
Ik ben er niet zeker van dat hij hetzelfde zegt.

Ik ook niet. :P

mad_drone
17 mei 2007, 18:41
Ik denk dat bedoeld wordt dat voor de andere planeten weldegelijk de opwarming volledig kan verklaard worden door de zonnecyclus, terwijl dit niet het geval is op aarde. Wat aangeeft dat er op aarde dus inderdaad andere factoren meespelen.

@ groentje: je mag gerust de verschillende planeten vergelijken, zolang je maar de parameters als albedo,broeikasgassen en energieflux veranderd. Als een model voor het klimaat enkel voor aarde geldig zou zijn zou het nauwelijks een wetenschappelijk aanvaardbaar model zijn...

C uit W
17 mei 2007, 18:44
Negationisten?
12-05-2007-Frank Furedi-Trouw

’Ontkenning’ is de afgelopen twee decennia uitgegroeid tot het eenentwintigste-eeuwse equivalent voor ketterij. Wie bijvoorbeeld sceptisch staat tegenover de milieuwijsheid van tegenwoordig wordt al snel op een lijn gezet met ontkenners van de Holocaust. Deze seculiere inquisitie staat het vrije denken in de weg, betoogt de socioloog Frank Furedi.
Eens in de zoveel tijd sta ik zomaar op de Campo dei Fiori, mijn favoriete plein in Rome. Ik hou van het gewoel van de markt in de open lucht, de heerlijke geuren die uit de restaurants en cafés komen, de chaos van de jonge kinderen die met vrijende paartjes en gepensioneerden wedijveren om een beetje ruimte. Het plein wordt gedomineerd door het standbeeld van Giordano Bruno, de ketter die op 17 februari 1600 op de brandstapel stierf omdat hij niet in de Onbevlekte Ontvangenis geloofde.
Een pelgrimstocht naar de Campo dei Fiori heeft zo zijn nut omdat je wordt herinnerd aan de manier waarop de heersende machten lang geleden met dissidente vrijdenkers omgingen. Maar vandaag de dag denk ik niet langer alleen aan het verleden als ik naar het standbeeld kijk. In de eerste jaren van de eenentwintigste eeuw zijn de westerse samenlevingen namelijk ten prooi gevallen aan de invloed van geborneerde, intolerante en antidemocratische impulsen. Mensen die de gangbare culturele orthodoxie durven bekritiseren, worden dikwijls als immorele, kwade lieden behandeld en hun argumenten worden afgeschilderd als een vorm van seculiere ketterij.
Heel wat invloedrijke figuren stellen zich nonchalant op tegenover het vrije woord en geloven dat ’gevaarlijke’ ideeën dienen te worden onderdrukt. Ongeloof in de wijsheid van de dag wordt getypeerd als ’ontkenning’, en sommigen brandmerken dat als een misdrijf dat dient te worden bestraft. Het begon met de ontkenning van de Holocaust, die voorafging aan de ontkenning van andere genociden. Toen volgde de veroordeling van de ’aidsontkenning’, die weer werd gevolgd door die van de ’ontkenning van de klimaatverandering’. Dat de ontkenning onder vuur ligt heeft weinig te maken met de details van zeer emotioneel beladen kwesties als het debat over de Holocaust of aids of milieuvervuiling. Het wordt veeleer veroorzaakt door een wijdverbreide houding van onverdraagzaamheid jegens vrijdenkerij.
Vrijdenkerij lokt altijd de woede uit van dogmatische moralisten. Mensen die zich wijdden aan experimenten en aan het exploreren van nieuwe ideeën, filosofen en wetenschappers inbegrepen, werden altijd al als ketters gebrandmerkt. Vrijdenkers voelen zich geroepen om aan het heersende dogma te twijfelen, en dat betekent dikwijls dat ze de officiële lezing van de waarheid ontkennen. De Joodse wijsgeer Spinoza werd beticht van ketterij en uit de synagoge gebannen omdat hij de openbaring ontkende. In 1633 werd Galileo door de katholieke inquisitie berecht voor zijn kritiek op de kerkelijke kosmologie. Bedreigd met marteling en met de dood zag hij zich gedwongen om zijn overtuigingen af te zweren, en hij werd veroordeeld tot gevangenschap voor de rest van zijn leven.
Dus wat doe je als je serieuze twijfels hebt over de wijsheid van de dag, maar weet dat je ideeën als ketterij zullen worden gehekeld?
De wetenschapper Isaac Newton stond voor het dilemma of hij publiekelijk zou verklaren dat hij niet in het bestaan van een persoonlijke duivel en van demonen geloofde. Maar hij had veel te verliezen als men hem van ketterij zou betichten. Collega’s van hem die de Drie-eenheid loochenden, raakten in sommige gevallen hun academische posities kwijt. Een tijdgenoot beweerde dat Newton zijn opvattingen voor zich hield omdat „ketters werden gezien als religieus verdacht, maatschappelijk gevaarlijk en moreel ontaard”.
Ook anderen probeerden aan de gramschap van de ketterjagers te ontkomen. Copernicus, die ontkende dat de aarde het middelpunt van het universum was, ontliep zijn straf door de publicatie van zijn boek uit te stellen tot aan zijn dood. De meesten van zijn collega’s en andere wetenschappers volgden zijn voorbeeld, zodat de copernicaanse astronomie haast een eeuw lang praktisch tot stilzwijgen was veroordeeld.
Maar niet iedereen was bereid om dat spelletje mee te spelen. Giordano Bruno was de dapperste loochenaar van de kerkelijke dogmatiek en een pleitbezorger van de copernicaanse theorie. Hij weigerde zich de mond te laten snoeren en nam het en plein public op voor Copernicus’ ideeën. Zelfs nadat hij zeven jaar in het cachot van de inquisitie had doorgebracht, weigerde hij in te binden. Het kostte hem zijn leven. Deze ketter durfde zich tot het bittere einde op zijn ketterij te laten voorstaan. „Jullie zijn misschien wel banger om jullie vonnis uit te spreken dan ik om het aan te horen”, beet Bruno zijn vervolgers toe tijdens de laatste zitting van zijn proces.
In de Middeleeuwen werd het misdrijf ketterij geassocieerd met de ontkenning van de geloofsartikelen van de rooms-katholieke kerk. In theorie probeerde de inquisitie ketters hun dwalingen te laten inzien en ze hun ketterse opvatting af te laten zweren. Alleen als ze volhardden in het ontkennen van bepaalde dogma’s werden ze overgedragen aan het burgerlijk gezag om te worden bestraft – doorgaans belandden ze op de brandstapel.
Toen de vroege humanist Michael Servetus, die werd opgejaagd door de katholieke inquisitie, naar het protestantse Genève vluchtte, werd hij door het calvinistische bewind terechtgesteld omdat hij de leerstellingen van de Drie-eenheid en de erfzonde loochende. Zelfs in Engeland gingen de ketterverbrandingen nog door na de Reformatie. Tijdens het bewind van Jacobus I trok Bartholomew Legatt de aandacht van de anglicaanse kerk omdat hij de goddelijkheid van Christus ontkende. Hij werd uitgemaakt voor ’obstinate, weerspannige en onverbeterlijke’ ketter en vond de dood op de brandstapel. Zijn broeder in de zonde, Edward Wightnan, werd terechtgesteld op 11 april 1612 – de laatste ketter die in Engeland werd verbrand. Ook in Schotland was het een riskante zaak om de Drie-eenheid te loochenen. In 1697 werd Thomas Aikenhead opgehangen vanwege deze godslastering.
De oude inquisitie staat vandaag de dag in een kwade reuk. De katholieke kerk heeft steeds minder op met haar ketterjachtreputatie van weleer. Ironisch genoeg wordt de katholieke kerk, die de ontkenning in het verleden systematisch criminaliseerde, er tegenwoordig van beticht dat ze „druk bezig is met het bedrijven van inquisitie-ontkenning”. Ook volgens sommige seculiere en protestantse critici maakt het Vaticaan zich met zijn selectieve herinnering aan wangedrag schuldig aan inquisitie-ontkenning.
Inquisiteurs in spe kunnen niet langer vertrouwen op de macht van de kerk of het gezag van de godsdienst als ze hun opponenten het zwijgen willen opleggen. De westerse samenleving lijkt simpelweg het vermogen te zijn verloren om onderscheid te maken tussen goed en kwaad. We spreken gemakkelijker over waarden in meervoud dan over één enkele waarde die iedereen omarmt; de samenleving predikt liever ’waarheden’ dan de waarheid. In de meeste kwesties zijn we vrij om onze overtuigingen en sympathieën te kiezen. Docenten vertellen hun universitaire studenten – vooral in de sociale wetenschappen en de humaniora – dat goede of verkeerde antwoorden niet bestaan. De autoriteiten dwingen geen expliciete morele code af, maar proberen het gedrag te sturen met een diffuse retoriek waarin moeilijke vragen worden omzeild. Zo wordt er bijvoorbeeld gesproken over ’gepast’ of ’ongepast’ gedrag.
Paradoxaal genoeg geeft de afwezigheid van morele helderheid vandaag de dag aanleiding tot een klimaat van geborneerdheid en onverdraagzaamheid. In een tijd dat moralisten het moeilijk vinden om duidelijk onderscheid te maken tussen goed en kwaad, worden ze gedwongen om de grens tussen aanvaardbaar en onaanvaardbaar gedrag op een andere manier te trekken. Dus grijpen ze naar voorbeelden van ondubbelzinnig kwaad – pedofilie, de Holocaust, milieuvervuiling – om potentiële morele overtredingen te definiëren.
De tegenwoordige ketterjagers proberen nieuwe taboes te construeren. Het meest geritualiseerde en geïnstitutionaliseerde taboe in de westerse samenleving is de twijfel aan de Holocaust, of de weigering om je tegen de Holocaust uit te spreken. Talloze landen beschikken inmiddels over wetten tegen de ontkenning van de Holocaust. In Oostenrijk kan het ontkennen ervan je komen te staan op een gevangenisstraf van tien jaar. De Duitse minister van justitie Brigitte Zypries bepleitte vorige maand een algemeen Europees verbod op Holocaustontkenning en het dragen van nazisymbolen.
De Holocaust is inmiddels getransformeerd tot een universele morele metafoor die in tal van campagnes en acties wordt ingezet voor specifieke belangen. Het Holocaustbrandmerk wordt nu ook voor andere ervaringen gebruikt; we horen tegenwoordig spreken over de Afrikaans-Amerikaanse holocaust, de Servische holocaust, de Bosnische holocaust, de Rwandese holocaust. Anti-abortusactievoerders protesteren tegen de ’holocaust van foetussen’ en dierenrechten-activisten veroordelen de ’zeehonden-holocaust’ in Canada. Door dit soort manipulatie van de Holocaustmetafoor wordt een historische tragedie gekarikaturiseerd. Veel Amerikaanse Joden waren verontwaardigd toen een dierenrechtenorganisatie een campagne lanceerde waarin het slachten van vee werd vergeleken met de moord op de Joden tijdens de Holocaust. Op een tentoonstelling, die ’Holocaust op uw bord’ heette, werden beelden van mensen in concentratiekampen gehangen naast beelden van dieren in hokken.
Ontkenning is de afgelopen twee decennia uitgegroeid tot het eenentwintigste-eeuwse equivalent voor ketterij. Wie het oneens is met de beweringen van modieuze actievoerders kan rekenen op censuur en onverdraagzaamheid. Als gevolg van het precedent dat werd geschapen door wetten tegen de ontkenning van de Holocaust, nam het Franse parlement oktober vorig jaar een wet aan waardoor iedereen die de Armeense genocide ontkent met een jaar gevangenis kan worden bestraft.
Ontkennen is getransformeerd tot het algemene kwaad. Dat blijkt duidelijk uit de manier waarop het stigmatiseren van de ontkenning uit het rijk van de historische controverses naar andere discussieterreinen is overgewaaid. Zo beweert een milieuactivistische auteur dat de termen ’klimaatverandering’, ’broeikaseffect’, ’invloed van de mens’ en ’aanpassing’ zelf vormen van ontkenning zijn, „verwant aan andere vormen van schending van de mensenrechten”. Sommige mensen lijken niet langer te begrijpen wat een verschil van mening betekent – het is allemaal ’ontkenning’.
De beschuldiging ontkenning is een seculiere vorm van blasfemie geworden. Een boek van een auteur die sceptisch staat tegenover de heersende milieuwijsheid werd afgedaan met de woorden: „Deze tekst hanteert de strategie van hen die bijvoorbeeld volhouden dat homoseksuelen niet sterven aan aids, dat er geen Joden door de nazi’s werden uitgeroeid, enzovoorts.” Deze geforceerde verbinding tussen drie zeer geladen kwesties – milieuvervuiling, aids, de nazi-Holocaust tegen de Joden – laat zien hoe ontkenning uitgroeide tot een alom inzetbare blasfemie.
Als ontkenning eenmaal is gestigmatiseerd, wordt er censuur geëist. Kijk maar eens naar de huidige pogingen om iedereen tot zwijgen te brengen die voorspellingen over catastrofale klimaatverandering bekritiseert. Dergelijke sceptici worden veelvuldig gebrandmerkt als ’ontkenners van het broeikaseffect’ en hun gedrag wordt dikwijls vergeleken met dat van antisemitische Holocaustontkenners. „Ik heb erg weinig geduld met mensen die ontkennen dat de mens verantwoordelijk is voor de vervuiling van de bovenste lagen van de atmosfeer en het afbreken van de ozonlaag”, zegt een morele activist, om vervolgens te verklaren: „Er is geen intellectueel verschil tussen de Lomborgianen [zij die de argumentatie van de scepticus Bjorn Lomborg aanhangen], die stelselmatig weigeren om de overweldigende bewijzen te aanvaarden voor het feit dat het broeikaseffect door de mens wordt veroorzaakt, en de neonazistische Holocaustontkenners.” De ketter wordt veroordeeld omdat hij een gezag heeft durven bekritiseren dat onder geen beding mag worden bekritiseerd. De ’overweldigende bewijzen’ dienen hier als equivalent voor de godsdienstige openbaringswaarheid, en zij die twijfelen aan ’wetenschappers van onbetwiste reputatie’ – de nieuwe priesterkaste dus – maken zich schuldig aan godslastering.
Sommige journalisten vinden dat we mensen die het heilige verhaal over het broeikaseffect weigeren te aanvaarden simpelweg het zwijgen moeten opleggen in de media. „Je kunt in de journalistiek een punt bereiken waar het onverantwoordelijk wordt om naar balans te streven”, stelt CBS-verslaggever Scott Pelley ter rechtvaardiging van zo’n censuurhouding. Vanuit dit geborneerde standpunt gezien hebben de media de verantwoordelijkheid om ontkenners van het broeikaseffect met alle denkbare middelen de mond te snoeren.
Een Oostenrijkse journalist schreef vorig jaar dat het, aangezien „David Irving in Oostenrijk is gearresteerd omdat hij de Holocaust ontkende”, misschien „te verdedigen is om van ontkenning van de klimaatverandering een misdrijf te maken”. Waarom? Omdat het een „misdaad tegen de menselijkheid is, tenslotte”. David Roberts, journalist voor het internettijdschrift Grist, zou graag zien dat ontkenners van het broeikaseffect net als nazi-oorlogsmisdadigers worden vervolgd. Op de giftige toon die de dogmatische inquisiteur typeert stelt hij vast: „Er moeten oorlogsmisdrijfprocessen tegen die ellendelingen komen. Een soort klimaat-Neurenberg.”
Ontkenning lijkt het hedendaagse equivalent te zijn voor wat de traditionele godsdienst ooit placht aan te duiden als een zondig of gevaarlijk idee. Lang geleden begrepen theocraten dat het gezag van hun geloofssysteem zou toenemen als ze nadrukkelijk stelden dat „God ongeloof straft”. En ook godslasteraars moesten worden gestraft, vanwege de verderfelijke invloed die hun godslasteringen op anderen zouden kunnen hebben.
De tegenwoordige inquisiteurs hebben die benadering overgenomen wanneer ze nadrukkelijk stellen dat je je ’verantwoord gedraagt’ als je opvattingen onderdrukt omdat je mensen daarmee beschermt tegen ’verkeerde opvattingen’ en ongeloof. De transformatie van ontkenning tot taboe weerspiegelt het tegenwoordig wijdverbreide conformistisch dogmatisme.
Ik wijs er hier graag op dat het Engelse woord ’heresy’ (ketterij) is afgeleid van het Griekse woord dat ’kiezen’ betekent. Arthur Versluis laat ons dat nog eens weten in zijn belangrijke boek ’The New Inquisitions’. „Een ketter is dan ook iemand die kiest, iemand die dus model staat voor de vrijheid van individueel denken”, noteert Versluis. En wat de inquisitie verbindt met de huidige ketterjagers is misschien het belangrijkste van alles: het „misdrijf in kwestie is au fond een ’misdrijf’ van denken”.
Volgens de Oxford English Dictionary is er sprake van ontkenning wanneer men (van iets) „beweert dat het onwaar of onhoudbaar is”. Daarom is ontkenning ook onlosmakelijk verbonden met het kritische denken door de eeuwen heen. Zij die de officiële lezing van de gebeurtenissen ontkenden, konden altijd rekenen op vijandigheid, en soms op fysieke repressie.
Vandaag de dag is het woord ontkenning ontdaan van zijn radicale en kritische boventonen. Het wordt gebruikt als synoniem voor de weigering om de waarheid te erkennen – zoals bij de ontkenning van de Holocaust.
In het alledaagse spraakgebruik wordt ontkenning gezien als een uiting waaraan lage, oneerzame motieven ten grondslag liggen. In de psychoanalyse staat ontkenning voor het onderdrukken van pijnlijke en beschamende herinneringen en ervaringen. In de huidige therapiecultuur krijgen mensen die gedachten uiten die in tegenspraak zijn met onze eigen gedachten vaak te horen dat ze ’in een ontkenningsfase’ zitten. Het is een manier geworden om hun standpunt in diskrediet te brengen, om hun het zwijgen op te leggen.
De hedendaagse cultuur moedigt de publieke uiting van emotie aan – en ook de herkenning en de erkenning van de gevoelens van anderen. In deze situatie is men ontkenning gaan zien als een negatieve emotionele respons. Iemand schreef eens dat ontkenning staat voor de weigering om „een verontrustende of pijnlijke realiteit onder ogen te zien”. Verkeren in een ontkenningsfase is dus diametraal tegengesteld aan het erkennen van pijn en andere ongemakkelijke feiten. We kunnen het mensen vergeven dat ze drugs gebruiken of te veel drinken, als ze maar deelnemen aan een ontwenningsprogramma van twaalf stappen en hun fouten erkennen. Ontkenning daarentegen wordt gezien als een symptoom van een destructieve, gevaarlijke persoonlijkheid. Volgens een commentator is alcoholisme ’de ontkenningsziekte’ en ’ontkenning het levenssap der verslaving’. In het alledaagse spraakgebruik gebruikt men het woord ontkenning dikwijls om een zieke geest aan te duiden. Een zelfhulpwebsite laat de wereld weten dat de „ontkenningsziekte jaarlijks meer mensen de dood in jaagt dan welke andere ziekte ook”.
En als die ontkenning dan wordt gekoppeld aan een pijnlijke historische gebeurtenis als de Holocaust, is ze niet meer louter zelfdestructief en wordt ze klaarblijkelijk ook een bedreiging voor anderen. Ontkenning is niet zomaar de psychische eigenschap van een individu – het is een culturele kracht geworden die het welzijn van mensen bedreigt.
De criminalisering van de ontkenning is het sterkst ontwikkeld in genocide-discussies. Volgens Gregory Stanton, de vroegere voorzitter van Genocide Watch, vertegenwoordigt ontkenning het laatste stadium van wat hij de ’acht stadia der genocide’ noemt en behoort het bovendien tot de ’zekerste indicatoren van toekomstige genocidale massamoorden’. Vanuit dit perspectief is ontkenning geen simpele meningsuiting, maar onderdeel van de massamoord.
De therapiecultuur moedigt mensen aan om hun emotionele leed als pijnlijker en schadelijker te beschouwen dan hun fysieke leed. En vanuit dit perspectief wordt de door ontkenning veroorzaakte pijn afgeschilderd als uitzonderlijk ernstig en gruwelijk. Dit is wat Elie Wiesel bedoelde toen hij de genocide-ontkenning karakteriseerde als een ’dubbele moord’, omdat hij gelooft dat die ook de herinnering aan het misdrijf vermoordt.
Deze transformatie van woorden en metaforen tot massavernietigingswapens is deel gaan uitmaken van de strategie der groene paniekzaaiers. Psychotherapeutisch jargon over mensen die in een ontkenningsfase verkeren en de waarheid niet kunnen accepteren wordt als verklaring gebruikt voor het feit dat iedereen niet voortdurend in een staat van paniek verkeert vanwege de naderende milieuapocalyps. De Indiase journalist Mihir Shah heeft hiervoor de term ’milieuontkenningssyndroom’ gemunt. Anderen verkondigen dat „we de bewijzen voor klimaatverandering intellectueel gezien kunnen accepteren, maar het ontzettend moeilijk vinden om onze verantwoordelijkheid voor een misdrijf van deze proporties te aanvaarden”. Volgens milieuactivist George Marshall toont dit aan dat ontkenning een fundamenteel immorele handeling is. „Ja, het krachtigste bewijs voor onze ontkenning is het onvermogen om zelfs maar te erkennen dat er sprake is van een morele dimensie met daders en slachtoffers.”
Is het ooit legitiem om de vrijheid van meningsuiting te criminaliseren? Er is weinig twijfel dat mensen die de betekenis van de Holocaust ontkennen of proberen te bagatelliseren worden gedreven door de minderwaardigste motieven. Ze geloven dikwijls dat de Tweede Wereldoorlog door de verkeerde partij is gewonnen en ze willen de geschiedenis herschrijven om het nazisme te legitimeren. Ze zijn bij tijd en wijle obsessief antisemitisch. Er bestaan een paar heel goeie redenen om in het krijt te treden tegen hen die de concentratiekampen en de gaskamers de geschiedenis uit willen werken.
Maar er bestaan ook een paar heel slechte redenen om tegen de Holocaustontkenning in het geweer te komen. Een ervan is het idee dat de ontkenning de gevoelens van de Joodse overlevenden kwetst. Vrijheid van meningsuiting kan geen vrijheid van meningsuiting zijn als mensen niet het recht hebben om hun medeburgers te kwetsen. De eis dat we de pijn en het lijden van een specifieke groep slachtoffers erkennen heeft meer te maken met morele politiek dan met het verlangen om historische waarheden te bevestigen. Een criticus van de Holocaustontkenning, de schrijver D.D. Guttenplan, stelt dat het in het debat niet gaat om de exacte historische details. „Als je geen oog hebt voor de pijn die de overlevenden van de Holocaust voelen wanneer hun eigen ervaring wordt ontkend (...) ontken je onze gemeenschappelijke menselijkheid.” Misschien. Maar als je van de geschiedenis een vorm van therapie maakt die de gevoelens van slachtoffers moet bevestigen, loop je het risico dat het debat ontaardt in een vorm van sociale technologie.
Sommigen beweren dat de Holocaustontkenning een probleem is omdat er meer en meer overlevenden sterven en dus uiteindelijk niemand meer over zal zijn om zich te verzetten tegen de bewering dat deze gruwelijke gebeurtenis een sprookje is. Anderen zijn bang dat jonge mensen die op internet surfen onvermijdelijk op antisemitische websites stuiten en dan het historisch besef missen om door de propaganda heen te kijken. Toch kun je met bureaucratische interventie en censuur niet voorkomen dat zulke ideeën de aandacht trekken. Zelfs vanuit een beperkt pragmatisch perspectief bezien werkt zoiets niet. In de eeuw van het internet krijg je ideeën de wereld niet uit.
Maar vrijheid van meningsuiting is geen zaak van pragmatisch gemak; het is een fundamenteel democratisch principe. Dit werd ingezien door de Franse Assemblée Nationale in 1789, toen die stelde: „De vrije uiting van gedachten en opvattingen is een van de kostbaarste rechten van de mens; iedere burger mag daarom vrijuit spreken, schrijven en drukken.” Dit recht lijkt opdeelbaar te zijn geworden. Westerse samenlevingen vinden het moeilijk om hun principes na te leven. Pragmatische politici en rechtsgeleerden peperen ons voortdurend in dat vrijheid van meningsuiting geen absoluut recht is. Anderen beweren dat vrijheid van meningsuiting een overschatte mythe is. We besteden meer tijd aan discussies over het intomen van de vrijheid van meningsuiting dan aan het uitbreiden ervan. En elke keer dat één vorm van meningsuiting aan banden is gelegd, fungeert dat als ouverture op de censuur op een andere. Zo heeft de criminalisering van de Holocaustontkenning geleid tot de onderdrukking van andere ontkenningen van conventionele wijsheden.
Vooral betreurenswaardig is het dat de wetenschap wordt gemobiliseerd om de vrije gedachte te helpen intomen. Delen van het wetenschappelijk establishment stellen dat het debat over het broeikaseffect voorbij is, en dat zij die de zogenaamde wetenschappelijke consensus ontkennen moeten worden uitgestoten. Maar het is onacceptabel de wetenschap te gebruiken om debatten te beëindigen. Het is hooguit zo dat wetenschappelijk onderzoek kan bewijzen dat er belangrijke problemen bestaan – maar hoe de samenleving die bewijzen interpreteert, is een zaak van polemiek en debat, van politieke, morele en culturele factoren. Uitspraken over veilige seks, verantwoorde omgang met kinderen en milieuvervuiling zijn het product van culturele interpretatie, net als de vele bedreigingen waar de wereld kennelijk mee wordt geconfronteerd. De wetenschap heeft een aantal heel belangrijke dingen over deze problemen te zeggen waaraan we niet kunnen en moeten voorbijgaan. Maar de wetenschap vertelt ons niet wat een probleem voor de samenleving betekent en hoe we daarmee moeten omgaan. Daarom moet geen enkel onderwerp als taboe worden behandeld. En daarom mag de wetenschap niet worden gebruikt om een discussie te beëindigen. Op onze zoektocht naar betekenis hebben we het recht om over alles te twisten en te debatteren en om onze opvattingen vrijelijk te uiten. En in ons conformistische tijdperk is een gezonde dosis wantrouwen geen slechte zaak.
Een laatste punt. De huidige geest van onverdraagzaamheid tegenover de vrijheid van meningsuiting keert ook terug in de publieke opinie. Een van de verontrustendste ontwikkelingen van de afgelopen twee decennia is het verlies van steun voor de vrijheid van meningsuiting onder brede lagen van de bevolking. Bevestiging voor dit feit leverde de recentelijk gepubliceerde British Social Attitudes Survey, waarin naar voren kwam dat een meerderheid van het Britse publiek (64 procent) voorstander was van het recht ’om niet te worden blootgesteld aan kwetsende opvattingen’ dan van het recht van mensen om ’te zeggen wat ze denken’ (54 procent). Het rapport concludeerde dat het „grote publiek over het geheel genomen minder overtuigd is van de burgerlijke vrijheden dan vijfentwintig jaar geleden”. Slechts een kleine meerderheid neemt de vrijheid van meningsuiting serieus. Het onderzoek suggereert verder dat deze geborneerde houding dateert van vóór de strijd tegen het terrorisme, en dus niet voortkomt uit de politieke atmosfeer die ontstond na 11 september 2001.
Alleen dat feit al onderstreept de omvang van de taak waarvoor diegenen onder ons staan die hun vrijheden nog altijd serieus nemen.
Frank Furedi (Hongarije, 1948) is hoogleraar sociologie aan de Universiteit van Kent. Dit essay werd eerder gepubliceerd in het Britse internetmagazine Spiked-Online.com. In 2006 verscheen van Furedi bij Meulenhoff ’Waar zijn de intellectuelen?’ (ISBN 9029077530). In mei komt ’Cultuur van angst’ (ISBN 9029078928) uit.
Holocaustontkenning in Europa
Vorige week werd in Duitsland een 67-jarige man tot vijf jaar celstraf veroordeeld wegens Holocaustontkenning via internet en andere publicaties. De beruchte Britse historicus David Irving kwam in december na een jaar celstraf vervroegd vrij uit een Oostenrijkse gevangenis, om vlak daarna op de Italiaanse televisie te weerspreken dat er in Auschwitz ooit gaskamers zijn geweest.
In Duitsland, Oostenrijk, België, Frankrijk, Polen, Roemenië, Tsjechië, Litouwen en Spanje is het ontkennen van de Holocaust strafbaar. EU-voorzitter Duitsland lanceerde onlangs het voorstel om het ontkennen van de Holocaust in de gehele Europese Unie expliciet strafbaar te stellen.
De belangrijkste tegenstander van het Duitse voorstel is vooralsnog Italië. Historici daar, zowel uit linkse als rechtse hoek, verheffen hun stem. Onder hen is ook de gerenommeerde historicus van Joodse komaf Carlo Ginzburg, zo meldde de Volkskrant. De Italiaanse geschiedkundigen zijn vooral bang voor ’staatsgeschiedschrijving’ en het gevaar dat ontkenners zichzelf tot martelaren van het vrije woord zullen kunnen uitroepen. Italië onderschreef overigens wel een recente VN-resolutie waarin het ontkennen van de Holocaust wordt veroordeeld – een resolutie die alleen Iran weigerde te tekenen.
Nederland kent (nog) geen wettelijk verbod op het ontkennen van de Holocaust. Dergelijke uitlatingen vallen onder het discriminatieverbod. In juni 2006 diende het toenmalige kamerlid – inmiddels staatssecretaris voor Verkeer en Waterstaat – Tineke Huizinga (ChristenUnie) een wetsvoorstel in dat ontkennen van alle genocide expliciet strafbaar maakt. In september 2006 benadrukte zij in Trouw dat het wetsvoorstel geen aanval op de vrijheid van meningsuiting wil doen, maar louter grove of intimiderende ontkenningen van algemeen erkende historische gebeurtenissen wil tegengaan. Het wetenschappelijke debat moet gewoon door kunnen gaan.

Griffin
17 mei 2007, 20:14
Ik denk dat bedoeld wordt dat voor de andere planeten weldegelijk de opwarming volledig kan verklaard worden door de zonnecyclus, terwijl dit niet het geval is op aarde. Wat aangeeft dat er op aarde dus inderdaad andere factoren meespelen.

@ groentje: je mag gerust de verschillende planeten vergelijken, zolang je maar de parameters als albedo,broeikasgassen en energieflux veranderd. Als een model voor het klimaat enkel voor aarde geldig zou zijn zou het nauwelijks een wetenschappelijk aanvaardbaar model zijn...

Een model voor ons klimaat is enkel geldig voor planeten met een gelijkaardige atmosfeer, magnetisme, asverdraaiing tov het equatoriaal vlak, planten- en dierenrijk, ...

Stratcat
17 mei 2007, 21:17
Een model voor ons klimaat is enkel geldig voor planeten met een gelijkaardige atmosfeer, magnetisme, asverdraaiing tov het equatoriaal vlak, planten- en dierenrijk, ...

Je kan ze dus niet zomaar met mekaar vergelijken.


Water is nat.

lombas
18 mei 2007, 08:29
’Ontkenning’ is de afgelopen twee decennia uitgegroeid tot het eenentwintigste-eeuwse equivalent voor ketterij. (...)

15 May 2007

Defending the Right to Deny the Holocaust
by Sean Gabb

On the 19th April, the Justice Ministers of the European Union agreed to make "incitement to racism and xenophobia" a criminal offence in all 27 member states. Despite the best efforts of the German Government, this does not mean that sceptical comments on the holocaust will become a crime in any European country where it is not so already. I am surprised that the British Government held out for a moderating of the final document so that all speech short of "incitement" will remain free. But I doubt if the agreement made last week will be the last word in the matter. Already, nine member states of the European Union punish denial or "gross revision" with imprisonment. There are calls for criminalization in England. I have no doubt these calls will grow louder.

My own view - and I speak on this matter not only for me but also for the Libertarian Alliance - is that there should be no restrictions on freedom of speech where public affairs are concerned. This involves, among much else, the right to say anything at all about politics, religion, sex, science or history. It is no business of the State to tell people what they can and cannot think. Our bodies are our own. Our minds are our own. What we do with them is our business. It is one of the highest glories of the Enlightenment that states were shamed out of dragooning people into the various established worships of Europe. It is one of the most ominous signs of the modern counter-Enlightenment that people can again be persecuted for their opinions.

Of course, there are people who claim to believe in freedom of speech, but who say that the promotion of "hatred" is a distinct matter. They say that "hate speech" is direct or indirect incitement to acts of violence against others, and so should be put down by law. This is not, on their reasoning, censorship. It is simply a matter of keeping the peace.

We in the Libertarian Alliance reject this supposed distinction. What some call the promotion of hatred others call telling the truth. Quite often, whatever opinion the rich and powerful do not like they will find some means of calling "hatred". In any event, we believe in the right to promote hatred by any means that do not fall within the Common Law definition of assault.

Perhaps you are one of those people who believe in a distinction between free speech and hate speech. This being so, I will drop any further mention of abstract rights and turn to a practical argument that is ultimately just as connected with keeping the peace. Let me ask: what reason have I to believe that the holocaust really happened?

The obvious answer - that the standard history books say it happened - is not in itself much good. My first degree was in History, and I know enough about certain periods to say with confidence that even standard secondary sources are riddled with errors that sometimes amount to actual falsehoods. I will not discuss the numerous claims of doubtful truth made about the Later Roman Empire. I will only observe that, in the standard accounts of the Second World War, the Katyn Wood massacre used to be blamed on the Germans, and now it is blamed on the Soviets. How can I be sure that the same is not true for the holocaust?

The next answer - that there are many witnesses to the holocaust still alive - is also not much good in itself. These people may have been in a concentration camp, and they may have seen atrocities. They did not see the holocaust in any synoptic sense. They may have been mistaken. One of my grandmothers, for example, lived in Kent all through the Second World War, and she went to her grave insisting that there had been an unsuccessful German invasion of England in 1940. There are millions of people who claim to have seen plaster statues of the Virgin weep real tears, and I am perfectly assured they are mistaken or lying. How do I not know that the holocaust survivors I have met or seen on television were not mistaken or lying?

Or there is the argument from the agreed nature of the Hitler Regime. Almost everyone accepts that this acted in defiance of - and perhaps in open contempt for - the norms of civilised behaviour. This may be evidence for the probability of a holocaust. But it is hardly proof that one happened. On the same reasoning, I can believe that Hitler was a bad man: this does not require me to believe that he ate human flesh.

To answer the question properly for myself, of whether the holocaust happened, I need skills and knowledge that I do not have and do not feel inclined to acquire. I need a good understanding of German, Polish, Russian, Hungarian and Hebrew, among other languages. I need to be able to track down a mass of primary sources, most of which are unpublished but are in various European and American archives. To evaluate all this, I need technical knowledge that I do not have - knowledge, for instance, about the lethal nature of Zyklon B gas, or of diesel fumes, or of how to burn bodies and dispose of the remains.

I have not read even much of the secondary material that exists in English. This is not a subject that has interested me since I sat my O Levels. I have, though, read a very small selection of the material published on both sides of the debate. And what I can say of this is that, considered purely in itself, the revisionist material is as persuasive as that of the mainstream historians. At least one side in this debate is lying, and lying very fluently - but I am not able, on the basis of the evidence offered, to say who is lying.
Nevertheless, I believe with reasonable firmness that the German National Socialists did try, during the last years of the Second World War, to murder every Jew they could set hands on, and that they succeeded in murdering several million. Whether this was a plan centrally conceived and centrally directed, or whether most of the killings were deliberate murder or the effects of culpable negligence, are not matters on which I have any opinion. But on the central claim of the holocaust, I am reasonably assured.
I am assured of this on the authority of the mainstream historians. I have no means of knowing for myself whether the holocaust happened. But I take it on trust that it did happen. That is true for me, and it is true for the overwhelming majority of everyone else who believes the same.

There is nothing in its nature unsatisfactory about knowledge based on authority. Most of what we know we cannot demonstrate on any grounds of direct evidence. I "know", for example, that light travels at 186,000 miles per second, and that the Earth is in an elliptical orbit around the Sun, and that the Earth is around 5,000 million years old. I am completely incapable of demonstrating any of this. I might even have trouble arguing with a convinced flat-earther. I believe all these things and much more beside because nearly everyone else believes them.

I grant that we should not believe too much on authority that we are competent to investigate for ourselves. But the only real concern with such knowledge is not that it is on authority, but that the authority should be good. What makes authority good? The best answer is when it can be openly contested by others who claim to know better, but who have not convinced reasonable onlookers that they do.

With regard to the holocaust, I have - broadly speaking - two options. I can believe that it did happen roughly as claimed. Or I can believe that it is a gigantic conspiracy of lies maintained since the 1940s in the face of all evidence. Since debate remains free in the English-speaking world, it should be obvious what I am to believe. I believe in the central fact of the holocaust. On the secondary issues mentioned above, where my authorities do not agree, I suspend judgment.

Take away the freedom to argue with or against these authorities, though, and my assurance that they are right must be weakened.

In my case, let me say, laws against revising or denying the holocaust will not destroy my belief that it happened. There is still the long preceding time of open debate, and the unlikelihood that compelling new evidence either way has been discovered now. There is also the fact that many people will insist on laws in support of evident truths. If you are Jewish, for example, it may be very upsetting for people to say that your grandparents were not murdered in Poland in 1944, but are alive and well and living in Finchley. Or you may worry that scepticism about the holocaust will prepare the way for a repeat of it. Then there are the obvious financial and moral advantages that certain Jews and the State of Israel have obtained from the holocaust. Cries of anti-semitism are a good closing tactic for many debates that might otherwise be lost.

Laws to compel belief in the holocaust do not mean it did not happen. But they do allow people to ask what kind of truth this is that needs laws to defend it. There are many people who know even less about the holocaust than I do, and who deny that it happened simply because David Irving is generally acknowledged to be an expert of sorts on the period, and he had to be locked up before he would shut up.

Open mockery of deeply-held views, deliberate and gross offence, savage abuse that barely stops short of incitement to violence - these may well disturb the peace. Far worse, though, is the sort of hatred that boils beneath a seemingly placid surface, and then erupts into a disorder that cannot be checked by reason. That is the danger of laws to compel belief in the holocaust.

And they make cranks into martyrs. Do you suppose the Libertarian Alliance enjoys putting out news releases in defense of David Irving? We put these out because we believe in freedom of speech with no exceptions. We put up with the cold shoulder from other civil liberties groups, and with raised eyebrows and outright smears. We are much happier defending the rights of sexual or social minorities, whose tastes we might ourselves share or do not think in the least reprehensible. We do what we believe is our duty, and do it as well as we can - but we regret the need to do it.

And they set a precedent for further censorship. If people must be careful what they say about the holocaust, why not add the alleged Armenian genocide? Or the alleged Bosnian genocide? Or the alleged Irish genocide of the 1840s? Or the Divine Mission of Christ? Or the holiness of the Prophet? Why not have legal curbs on doubts regarding the nature and extent of global warming? Indeed, on this last, there are calls for the American President to be impeached for his expressed doubts.

Censorship is rather like torture. It is always possible to fabricate "exceptional circumstances" to justify it. Opponents can always be denounced as naive or tender-hearted. But it is always corrupting of civilised decency. Its general tendency is to undermine whatever it is called into being to uphold.

I am glad that the British Government, among others, managed on this occasion to prevent a common scheme of censorship across the European Union. But I do not suppose, given the settled decline of faith in freedom of speech, that this will turn out to have been more than a holding action.

Ambiorix
19 mei 2007, 15:26
Negationisten?
ja.. ontkenners van antropogene invloed in onze klimaatswijziging.

Stratcat
19 mei 2007, 15:28
ja.. ontkenners van antropogene invloed in onze klimaatswijziging.

Meestal neoliberalen.
Dat was te denken.
Hoe meer mensen belang hechten aan vrijheid, hoe negationistischer ze zijn.

Ambiorix
19 mei 2007, 15:32
Meestal neoliberalen.

ook de kaviaarsocialisten, die bijvoorbeeld tegen kern-energie zijn. Stom natuurlijk, want da's bijten in uw eigen "ecologische" teen.

Stratcat
19 mei 2007, 15:36
ook de kaviaarsocialisten, die bijvoorbeeld tegen kern-energie zijn. Stom natuurlijk, want da's bijten in uw eigen "ecologische" teen.

Voorlopig is het nog niet-negationistisch om tegen kernenergie te zijn.
Integendeel: voor minimale CO2-uitstoot en tegen kernenergie zijn is dé gelovige houding vandaag.

Raven
19 mei 2007, 20:43
Dat mars zo sterk opwarmt is zeer onrustwekkend, want Mars is net een planeet die wel degelijk te vergelijken valt met de aarde. Erger wordt het nog dat deze opwarming evenredig is met dat van de aarde (rekening houdend met de diverse factoren als verschil in atmosfeer, water, enz..).

Het is absoluut niet negationistisch om te denken dat de opwarming van de aarde vooral bepaalt wordt door de verhoogde zonne-activiteit, maar slechts in niet-determinerende mate door de mens.

mad_drone
20 mei 2007, 11:50
Een model voor ons klimaat is enkel geldig voor planeten met een gelijkaardige atmosfeer, magnetisme, asverdraaiing tov het equatoriaal vlak, planten- en dierenrijk, ...

dat een model voor ons klimaat enkel geldig is voor planeten waarop ons klimaat heerst lijkt me nogal vanzelfsprekend...

En degelijk model - je weet wel, modellen die wetenschappelijke relevantie hebben - heeft parameters die je kan veranderen ( bvb hoeveelheid verschillende broeikasgassen,...). (anders is het geen model ...)
In sommige uitgebreide versies van dat model zitten ook alle paramaters die je net opnoemde, wat betekent als je die gelijkstelt aan de heersende conditities op mars, je als het ware het klimaat op mars kan voorspellen.

je kan dus met deze aanpak van jou echt niet een goeie reden vinden om de modellering van ons klimaat te verketteren...

Groentje-18
5 juni 2007, 22:20
Dat mars zo sterk opwarmt is zeer onrustwekkend, want Mars is net een planeet die wel degelijk te vergelijken valt met de aarde. Erger wordt het nog dat deze opwarming evenredig is met dat van de aarde (rekening houdend met de diverse factoren als verschil in atmosfeer, water, enz..).

Het is absoluut niet negationistisch om te denken dat de opwarming van de aarde vooral bepaalt wordt door de verhoogde zonne-activiteit, maar slechts in niet-determinerende mate door de mens.

Het artikel van Meehl et al. uit 2004 lijkt iets anders te insinueren.
Hieruit blijkt duidelijk dat de zonne-activiteit alleen niet voldoende is om de verandering in temperatuur te verklaren.
http://66.102.9.104/search?q=cache:8dNQC8UaX2oJ:www.cgd.ucar.edu/ccr/publications/meehl_additivity.pdf+Meehl+et+al.+(2004)&hl=nl&ct=clnk&cd=1&gl=be&client=firefox-a (http://66.102.9.104/search?q=cache:8dNQC8UaX2oJ:www.cgd.ucar.edu/ccr/publications/meehl_additivity.pdf+Meehl+et+al.+%282004%29&hl=nl&ct=clnk&cd=1&gl=be&client=firefox-a)
(google html link omdat ik de pdf-link niet kan geven)

Eigenlijk maakt het ook niet uit.
Punt is dat we zo snel mogelijk actie moeten nemen opdat niet te veel land , soorten en leden van de soorten verloren zullen gaan.

Groentje-18
7 augustus 2008, 21:46
Ook eentje die nog eens geup't moet worden zo te lezen.

Pieke
8 augustus 2008, 08:24
http://www.skepticalscience.com/global-warming-other-planets-solar-system.htm