DaBlacky
1 maart 2004, 02:01
Ondertussen alweer een jaar geleden gebeurt, maar ik vond het verhaal echt TE ver om jullie te onthouden.
anne de graaf
2002-09-21
Reporter
Plots paste de peuter niet meer in het gezinsbudget
In Wetteren vermoordde een koppel zondag met behulp van een vlindermes de 20 maanden oude Olivier. Om de krappe gezinsfinanciën weer in evenwicht te krijgen, zo blijkt nu. Anne de Graaf tracht het te begrijpen.
'Als je het mij vraagt, hebben ze Olivier gewoon als een huisdier bekeken. Ze namen een kind zoals een ander een cavia, een parkiet of een hond. Leuk in het begin, maar als het te veel zorgen blijkt te vergen: dumpen'
Het domme, mooie Koreaantje, noemen de buren Yoko begin jaren tachtig in de Boomgaardstraat in Borgerhout. Ze heeft pikzwart haar, een fluwelen huid. De Zuid-Koreaanse is samen met haar adoptief zusje in België beland. Ze is zes wanneer haar moeder overlijdt. De buurman hoorde het de kleine Yoko vaak zeggen: "Ik ben de mooie, domme Koreaanse. En mijn zus, zei ze dan, da's de slimme, lelijke. Ze was daar fier op."
Het maakt Yoko tot een makkelijke prooi voor Borgerhoutenaar Wim D. Ze ontmoet haar één jaar oudere vrijer medio jaren negentig in de Tweelingenstraat. En ze zwicht. Wim overdondert haar met verhalen over de jacht. Hij houdt van wolven, van poema's en grote honden. Hij heeft zijn haar als een dalmatiër gebleekt, en hij heeft lef. Hij stal al eens een auto, en is inbreker.
Naarmate de misdrijven crescendo gaan, wordt Yoko almaar verliefder. Ze wordt zijn slaaf. Als ze zwanger raakt, pleegt ze op zijn bevel abortus. Een jaar later, het is dan begin 2000, is ze alweer in verwachting. Wims honden zijn weg. Deze keer beslist hij de baby te houden. Yoko bevalt op tafel bij een oom in Wetteren. Ze is achttien. De kleine Olivier, zo hoopt ze vurig, zal uiteindelijk alles bezegelen.
Het lijkje van Olivier werd vorige week dood teruggevonden in een greppeltje in De Blakken, een wandelgebied aan de rand van Wetteren. Olivier werd doodgestoken en begraven in een gat dat Wim groef met een vuilnisblik. Yoko zou het kind hebben vastgehouden, Wim zou de messteken hebben toegediend.
Alles was duidelijk afgesproken. Ze zouden zich van de peuter ontdoen. Yoko trok twee grashalmen uit de grond. Wie het langste eind trok, zou Olivier doden. De ander zou het kind vasthouden. Wim trok aan het langste eind. Eerst waren ze van plan om Oliviers nek om te wringen, maar toen dat niet lukte, opteerden ze voor Wims vlindermes, een souvenir uit zijn tienerjaren. Toen Olivier niet wilde zwijgen, trokken ze hem een anorak over het hoofd. De tweede messteek, dit keer in de maagstreek, raakte de slagader en werd Olivier fataal. Volgens het parket van Dendermonde werd de moord goed voorbereid. De vader zou het mes en het vuilnisblik immers van thuis hebben meegebracht.
Het jaar 2001 moest een nieuw begin inluiden voor Yoko en Wim in Wetteren. Ze huren een benedenappartement, vlak achter een florerende horecazaak in de Stationsstraat. Hun bedoelingen zijn goed, maar de buurt heeft er een slecht oog in. "Echte 'sukkeltjes' waren het", herinnert Olga zich, die het paar met hebben en houden zag arriveren in de winkelstraat. "Proper, dat wel. Maar nog zo jong... en aan hun lot overgelaten. Ik vroeg me af waar hun ouders zaten. Ik zie het nog voor me: zij met dat boeleke onder de arm. Mijnheer met dozen vol speeltjes, slabbetjes en broekskes. Drie stoelen, katten, één tafel, een Nintendo-spelletje en een synthetische donsdeken, dat was hun inboedel. Het leek een film: alsof ze voor iets op de vlucht waren."
Wat de buren niet weten, is dat Wim Wetteren koos omdat niemand daar de vier vermeldingen op zijn strafblad kent. Wim wil met een schone lei beginnen. In afwachting van een nog uit te zitten celstraf vindt hij werk als arbeider bij een kartonfabriek in Schellebelle. Yoko kan op haar beurt aan de slag in een café in de Stationsstraat.
De exploitant: "Ze zwoer dat ze ervaring had in de horeca. We lieten haar 'de zaal' doen. Helaas bleek serveren niet haar ding. In deze stiel moet je blijven glimlachen, wat er ook gebeurt. Yoko kon dat duidelijk niet. We hebben uiteindelijk het contract verbroken."
Die tegenslag is een streep door de rekening van het gezin, want het ontslag valt samen met het vertrek van Wim bij de kartonfabriek. "Tot morgen, had hij gezegd", herinnert zich een collega. "We zagen hem nooit meer. Ach, zijn ontslag, of liever zijn wegblijven, kwam niet echt als verrassing. Van in het begin was duidelijk dat Wim nooit zou blijven. Hij kwam hier tegen zijn goesting."
Van dan af gaat het bergaf. Immers, Yoko noch Wim trekken zich iets aan van formulieren en paperassen en kunnen mede daardoor geen aanspraak maken op stempelgeld of kinderbijslag. De geldelijke problemen storen hen allerminst: met kredietkaarten schaffen ze zich gsm's aan. Dure gsm's, want duurkoop is beterkoop, zeggen ze. Ze kicken erop. Telkens als de rekening komt, vragen ze bij een andere bank een andere kaart aan. Ze vullen ze het ene gat met het andere.
De buren zien Yoko vermageren. In snookerbar Pallet in de Stationsstraat valt het de klanten op dat ze peuken uit de asbak vist en oprookt. Haar zoontje kruipt over het vasttapijt. Yoko bedelt om gratis Marlboro's maar wordt wandelen gestuurd.
Buurvouw Olga steekt een vinger in de lucht: "Zo dun was ze. We dachten eerst: die zit aan de drugs. Maar toen ze kwam aanbellen om een boterham, begreep ik dat ze écht honger had. Ik heb haar een brood gegeven. Later heb ik me afgevraagd hoe zoiets kan, in het jaar 2002? Ze trokken 700 euro bestaansminimum plus een dikke 100 euro kindervergoeding, alles bij elkaar 1.500 euro."
Een andere ex-werkgever gaf het gezin regelmatig brood en melk en uiteindelijk ook geld. "Het is moeilijk weigeren als je een kindje ziet dat honger heeft in België. Dat kind, met zijn 'gel'-kapselke, ik vergeet het nooit, hoe het hier rondhuppelde. Weet u, mijn vrouw heeft voor Yoko ook nog anticonceptiemiddelen gekocht. We wilden vermijden dat ze met een tweede baby nog dieper in de problemen raakte. Op den duur kocht de hele buurt hier spullen voor hen. De mevrouw van hiernaast kocht af en toe papflessen, de overbuur nen tutter."
Toch klopte er iets niet, begreep de ex-werkgever. In enkele maanden tijd had de buurt hen al een slordige 25.000 toegestopt. Dat had Yoko hem zelf verklapt. "Ik heb toen kasticketjes opgevraagd, om eens te zien wat ze met die centen nu eigenlijk hadden gekocht. Wat bleek? Als Wim veertig euro leende, dan kocht hij voor tachtig euro gsm-covers. Stel je voor, terwijl zijn zoontje honger leed. En dan had je Yoko, die al dat moois hier op tafel uitstalde. 'Kijk', glunderde ze, 'dat zijn gsm-covers met wolventekeningen. Mooi hè?' Nog geen minuut later zei ze dan dat de kleine honger had en vroeg ze geld voor pap en luiers. Je zou denken: geen scrupules, maar dat was het niet. (Stil) Ze besefte het niet, Yoko was een groot kind. We zijn er later achter gekomen dat ze maandelijks voor 2.500 euro mobiel telefoneerden. Toen ze geen geld meer hadden voor betaalkaarten, vroegen ze of ze mijn telefoon mochten gebruiken. Toen heb ik gezegd: 'Stop, jullie zijn welkom voor een boterham, maar om te bellen, moet je ergens anders zijn.'"."
Toch was het leven van het Antwerpse koppel helemaal niet zo onberekend als het leek. Onderzoek wees inmiddels uit dat Yoko en Wim wel degelijk hun budget berekenden. Luiers, Brinta, Betterfood... alles bij elkaar kostte de kleine Olivier hen ongeveer 250 euro per maand, zo becijferden ze in juni. Dat was ongeveer net zoveel als de huishuur in de Stationsstraat.
Die konden ze natuurlijk moeilijk opzeggen. Ze bedachten een beter plan: Olivier wegschenken voor adoptie. "Ze leken zich daar helemaal niet over te schamen", herinnert buurvrouw Olga zich. "We hebben gekozen, zeiden ze. Voor elkaar, voor onze vrienden, voor onszelf. En niet voor Olivier. Ze wilden de kleine naar Kind en Gezin brengen. De onderhandelingen waren al een eind op gang, maar 'de deal' ging dan toch niet door, zei Yoko me op een dag: 'Het zou uiteindelijk te lang duren voor hij echt weg is.' Bovendien zou het niet genoeg opbrengen."
De hele Stationsstraat wist het nu. Olivier was een vijfde wiel aan de wagen. Olivier Twist in Wetteren. Toch hoorden ze hem, ondanks de honger, ondanks zijn overbodigheid nooit huilen. "Flinterdunne muren zijn het hier nochtans", wijst de buurman. "Maar niets. Helemaal niets. Verstonden ze misschien de kunst om zijn geschrei te smoren? Als ik dat verhaal over die anorak hoor, vrees ik van wel. Ik heb alleen gezien dat hij een keer een blauwe kaakje had, en later dat zijn armpje gebroken was. Wat moet ik doen?, vroeg Yoko die avond in paniek. 'Hij is uit de zetel gevallen.' Ik kon dat nauwelijks geloven: een kind 'zit' niet in een zetel. Als je het mij vraagt hebben ze Olivier gewoon als een huisdier beschouwd. Ze namen een kind zoals een ander een cavia, een parkiet of een hond. Leuk in het begin, maar als het te veel zorgen blijkt te vergen: dumpen dat beestje."
"Ooit was Wim zijn twee honden kwijtgeraakt op een wandeling in Den Blakken. Ja, dezelfde plaats. De volgende dag zei Yoko dat zij de dieren had gevonden, dood helaas. Die zullen ook wel niet in het budget gepast hebben."
©De Morgen
anne de graaf
2002-09-21
Reporter
Plots paste de peuter niet meer in het gezinsbudget
In Wetteren vermoordde een koppel zondag met behulp van een vlindermes de 20 maanden oude Olivier. Om de krappe gezinsfinanciën weer in evenwicht te krijgen, zo blijkt nu. Anne de Graaf tracht het te begrijpen.
'Als je het mij vraagt, hebben ze Olivier gewoon als een huisdier bekeken. Ze namen een kind zoals een ander een cavia, een parkiet of een hond. Leuk in het begin, maar als het te veel zorgen blijkt te vergen: dumpen'
Het domme, mooie Koreaantje, noemen de buren Yoko begin jaren tachtig in de Boomgaardstraat in Borgerhout. Ze heeft pikzwart haar, een fluwelen huid. De Zuid-Koreaanse is samen met haar adoptief zusje in België beland. Ze is zes wanneer haar moeder overlijdt. De buurman hoorde het de kleine Yoko vaak zeggen: "Ik ben de mooie, domme Koreaanse. En mijn zus, zei ze dan, da's de slimme, lelijke. Ze was daar fier op."
Het maakt Yoko tot een makkelijke prooi voor Borgerhoutenaar Wim D. Ze ontmoet haar één jaar oudere vrijer medio jaren negentig in de Tweelingenstraat. En ze zwicht. Wim overdondert haar met verhalen over de jacht. Hij houdt van wolven, van poema's en grote honden. Hij heeft zijn haar als een dalmatiër gebleekt, en hij heeft lef. Hij stal al eens een auto, en is inbreker.
Naarmate de misdrijven crescendo gaan, wordt Yoko almaar verliefder. Ze wordt zijn slaaf. Als ze zwanger raakt, pleegt ze op zijn bevel abortus. Een jaar later, het is dan begin 2000, is ze alweer in verwachting. Wims honden zijn weg. Deze keer beslist hij de baby te houden. Yoko bevalt op tafel bij een oom in Wetteren. Ze is achttien. De kleine Olivier, zo hoopt ze vurig, zal uiteindelijk alles bezegelen.
Het lijkje van Olivier werd vorige week dood teruggevonden in een greppeltje in De Blakken, een wandelgebied aan de rand van Wetteren. Olivier werd doodgestoken en begraven in een gat dat Wim groef met een vuilnisblik. Yoko zou het kind hebben vastgehouden, Wim zou de messteken hebben toegediend.
Alles was duidelijk afgesproken. Ze zouden zich van de peuter ontdoen. Yoko trok twee grashalmen uit de grond. Wie het langste eind trok, zou Olivier doden. De ander zou het kind vasthouden. Wim trok aan het langste eind. Eerst waren ze van plan om Oliviers nek om te wringen, maar toen dat niet lukte, opteerden ze voor Wims vlindermes, een souvenir uit zijn tienerjaren. Toen Olivier niet wilde zwijgen, trokken ze hem een anorak over het hoofd. De tweede messteek, dit keer in de maagstreek, raakte de slagader en werd Olivier fataal. Volgens het parket van Dendermonde werd de moord goed voorbereid. De vader zou het mes en het vuilnisblik immers van thuis hebben meegebracht.
Het jaar 2001 moest een nieuw begin inluiden voor Yoko en Wim in Wetteren. Ze huren een benedenappartement, vlak achter een florerende horecazaak in de Stationsstraat. Hun bedoelingen zijn goed, maar de buurt heeft er een slecht oog in. "Echte 'sukkeltjes' waren het", herinnert Olga zich, die het paar met hebben en houden zag arriveren in de winkelstraat. "Proper, dat wel. Maar nog zo jong... en aan hun lot overgelaten. Ik vroeg me af waar hun ouders zaten. Ik zie het nog voor me: zij met dat boeleke onder de arm. Mijnheer met dozen vol speeltjes, slabbetjes en broekskes. Drie stoelen, katten, één tafel, een Nintendo-spelletje en een synthetische donsdeken, dat was hun inboedel. Het leek een film: alsof ze voor iets op de vlucht waren."
Wat de buren niet weten, is dat Wim Wetteren koos omdat niemand daar de vier vermeldingen op zijn strafblad kent. Wim wil met een schone lei beginnen. In afwachting van een nog uit te zitten celstraf vindt hij werk als arbeider bij een kartonfabriek in Schellebelle. Yoko kan op haar beurt aan de slag in een café in de Stationsstraat.
De exploitant: "Ze zwoer dat ze ervaring had in de horeca. We lieten haar 'de zaal' doen. Helaas bleek serveren niet haar ding. In deze stiel moet je blijven glimlachen, wat er ook gebeurt. Yoko kon dat duidelijk niet. We hebben uiteindelijk het contract verbroken."
Die tegenslag is een streep door de rekening van het gezin, want het ontslag valt samen met het vertrek van Wim bij de kartonfabriek. "Tot morgen, had hij gezegd", herinnert zich een collega. "We zagen hem nooit meer. Ach, zijn ontslag, of liever zijn wegblijven, kwam niet echt als verrassing. Van in het begin was duidelijk dat Wim nooit zou blijven. Hij kwam hier tegen zijn goesting."
Van dan af gaat het bergaf. Immers, Yoko noch Wim trekken zich iets aan van formulieren en paperassen en kunnen mede daardoor geen aanspraak maken op stempelgeld of kinderbijslag. De geldelijke problemen storen hen allerminst: met kredietkaarten schaffen ze zich gsm's aan. Dure gsm's, want duurkoop is beterkoop, zeggen ze. Ze kicken erop. Telkens als de rekening komt, vragen ze bij een andere bank een andere kaart aan. Ze vullen ze het ene gat met het andere.
De buren zien Yoko vermageren. In snookerbar Pallet in de Stationsstraat valt het de klanten op dat ze peuken uit de asbak vist en oprookt. Haar zoontje kruipt over het vasttapijt. Yoko bedelt om gratis Marlboro's maar wordt wandelen gestuurd.
Buurvouw Olga steekt een vinger in de lucht: "Zo dun was ze. We dachten eerst: die zit aan de drugs. Maar toen ze kwam aanbellen om een boterham, begreep ik dat ze écht honger had. Ik heb haar een brood gegeven. Later heb ik me afgevraagd hoe zoiets kan, in het jaar 2002? Ze trokken 700 euro bestaansminimum plus een dikke 100 euro kindervergoeding, alles bij elkaar 1.500 euro."
Een andere ex-werkgever gaf het gezin regelmatig brood en melk en uiteindelijk ook geld. "Het is moeilijk weigeren als je een kindje ziet dat honger heeft in België. Dat kind, met zijn 'gel'-kapselke, ik vergeet het nooit, hoe het hier rondhuppelde. Weet u, mijn vrouw heeft voor Yoko ook nog anticonceptiemiddelen gekocht. We wilden vermijden dat ze met een tweede baby nog dieper in de problemen raakte. Op den duur kocht de hele buurt hier spullen voor hen. De mevrouw van hiernaast kocht af en toe papflessen, de overbuur nen tutter."
Toch klopte er iets niet, begreep de ex-werkgever. In enkele maanden tijd had de buurt hen al een slordige 25.000 toegestopt. Dat had Yoko hem zelf verklapt. "Ik heb toen kasticketjes opgevraagd, om eens te zien wat ze met die centen nu eigenlijk hadden gekocht. Wat bleek? Als Wim veertig euro leende, dan kocht hij voor tachtig euro gsm-covers. Stel je voor, terwijl zijn zoontje honger leed. En dan had je Yoko, die al dat moois hier op tafel uitstalde. 'Kijk', glunderde ze, 'dat zijn gsm-covers met wolventekeningen. Mooi hè?' Nog geen minuut later zei ze dan dat de kleine honger had en vroeg ze geld voor pap en luiers. Je zou denken: geen scrupules, maar dat was het niet. (Stil) Ze besefte het niet, Yoko was een groot kind. We zijn er later achter gekomen dat ze maandelijks voor 2.500 euro mobiel telefoneerden. Toen ze geen geld meer hadden voor betaalkaarten, vroegen ze of ze mijn telefoon mochten gebruiken. Toen heb ik gezegd: 'Stop, jullie zijn welkom voor een boterham, maar om te bellen, moet je ergens anders zijn.'"."
Toch was het leven van het Antwerpse koppel helemaal niet zo onberekend als het leek. Onderzoek wees inmiddels uit dat Yoko en Wim wel degelijk hun budget berekenden. Luiers, Brinta, Betterfood... alles bij elkaar kostte de kleine Olivier hen ongeveer 250 euro per maand, zo becijferden ze in juni. Dat was ongeveer net zoveel als de huishuur in de Stationsstraat.
Die konden ze natuurlijk moeilijk opzeggen. Ze bedachten een beter plan: Olivier wegschenken voor adoptie. "Ze leken zich daar helemaal niet over te schamen", herinnert buurvrouw Olga zich. "We hebben gekozen, zeiden ze. Voor elkaar, voor onze vrienden, voor onszelf. En niet voor Olivier. Ze wilden de kleine naar Kind en Gezin brengen. De onderhandelingen waren al een eind op gang, maar 'de deal' ging dan toch niet door, zei Yoko me op een dag: 'Het zou uiteindelijk te lang duren voor hij echt weg is.' Bovendien zou het niet genoeg opbrengen."
De hele Stationsstraat wist het nu. Olivier was een vijfde wiel aan de wagen. Olivier Twist in Wetteren. Toch hoorden ze hem, ondanks de honger, ondanks zijn overbodigheid nooit huilen. "Flinterdunne muren zijn het hier nochtans", wijst de buurman. "Maar niets. Helemaal niets. Verstonden ze misschien de kunst om zijn geschrei te smoren? Als ik dat verhaal over die anorak hoor, vrees ik van wel. Ik heb alleen gezien dat hij een keer een blauwe kaakje had, en later dat zijn armpje gebroken was. Wat moet ik doen?, vroeg Yoko die avond in paniek. 'Hij is uit de zetel gevallen.' Ik kon dat nauwelijks geloven: een kind 'zit' niet in een zetel. Als je het mij vraagt hebben ze Olivier gewoon als een huisdier beschouwd. Ze namen een kind zoals een ander een cavia, een parkiet of een hond. Leuk in het begin, maar als het te veel zorgen blijkt te vergen: dumpen dat beestje."
"Ooit was Wim zijn twee honden kwijtgeraakt op een wandeling in Den Blakken. Ja, dezelfde plaats. De volgende dag zei Yoko dat zij de dieren had gevonden, dood helaas. Die zullen ook wel niet in het budget gepast hebben."
©De Morgen