Nee, Pericles-met-een-c. Dat is niet de conclusie.
De Raad van State heeft zich in het arrest, waar jij naar verwijst, alleen uitgesproken over een mogelijke schending van artikel 15ter van de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de federale kamers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen (kortweg: de wet van 4 juli 1989) en dus
niet over al de zaken waarvoor het Vlaams Blok eerder al veroordeeld werd door het Hof van Beroep van Gent. Meer bepaald heeft de Raad van State zich uitgesproken over twee feiten:
- Een toespraak van Dewinter en Annemans
- Een racistische e-mail van een Antwerps gemeenteraadslid
Nogmaals dus niet over de feiten waarvoor het Vlaams Blok eerder veroordeeld werd. Van een "vrijspraak" of een "eerherstel" k�*n er dus sowieso geen sprake zijn.
De Raad van State zegt over de toespraak van Annemans en Dewinter:
"De in die omschrijving gelaakte uitlatingen zijn scherp en polemisch, en getuigen allerminst van grote zin voor subtiliteit en nuance. Als zodanig kunnen ze een animositeit tussen sommige segmenten van de samenleving voeden en op termijn bijdragen aan een polarisatie en een klimaat van onverdraagzaamheid."
Dat laat niet al te veel aan de verbeelding over, me dunkt...
De RvSt. zegt verder:
"De Raad van State beoordeelt ze dan ook zonder meer als verontrustend en als van aard om te kunnen grieven en kwetsen. Alle elementen van de zaak in acht genomen evenwel, bestaat er in de schoot van de Raad van State geen meerderheid voor om de uitlatingen bovendien te beschouwen als een duidelijk en doelbewust “aanzetten” -in de strikte zin waarin dat woord moet worden begrepen- tot de schending van (een van) de door verzoekers aangevoerde essentiële beginselen voor de democratie."
Ik benadruk hier nogmaals dat het oordeel van de RvSt.
alleen over die twee feiten gaat en
alleen met betrekking tot artikel 15ter van de wet van 4 juli 1989. Bovendien wordt er gesteld dat er geen meerderheid werd gevonden. Ik meen daaruit te mogen afleiden dat er wèl leden waren in de feiten een schending van het voornoemde artikel zagen.
Maar dat gezegd zijnde, is het bovenstaande
niet de reden waarom de eis van de verzoekende partijen werd afgewezen. Om de schending van artikel 15ter van de wet van 4 juli 1989 aan te tonen, moet het immers gaan om feiten waarvan men in de periode van zestig dagen vóór de indiening van het verzoekschrift kennis heeft genomen. In dit geval bleek het echter te gaan om feiten waarvan men langer dan 60 dagen voor het indienen van het verzoekschrift kennis nam.
De RvSt. kon alleen maar tot de volgende conclusie komen:
"Hieruit volgt dat de aanvraag niet is ingediend binnen de door artikel 3, eerste lid, van het koninklijk besluit van 31 augustus 2005 voorgeschreven
verjaringstermijn van zestig dagen nadat de verzoekers kennis hebben gehad van het laatste feit of teken bedoeld in artikel 15ter.
De aanvraag is bijgevolg onontvankelijk ratione temporis."
De vordering is m.a.w. niet afgewezen omwille van inhoudelijke redenen, maar omwille van vormelijke redenen. Een procedurefout dus.
Maar zelfs afgezien van dat alles, blijft het een arrest in de marge, dat qua belangrijkheid op geen enkele manier opweegt tegen het arrest van het Hof van Beroep in Gent, dat later bovendien bevestigd werd door het Hof van Cassatie. De veroordeling van het Vlaams Blok wegens racisme houdt dus onverkort stand.
Maar je zal dat naar goede gewoonte wel weer allemaal mooi negeren en afdoen als "linkiewinkie getrol".