Dit zegt de New York Times op 14.05.2008 in een artikel over de toestand in de rand rond Brussel en Noord-België:“That combination of national pride, rightist politics, language purity and racially tinged opposition to immigration is a classic formula these days in modern Europe, what critics call a kind of nonviolent fascism.”
De Belgische Unie gaat één van de meest toonaangevende Amerikaanse kranten niet tegenspreken. Het gedrag van de beperkte groep Vlaams-nationalisten, gesteund door een kleine groep van al even radicale Waals- en francofone nationalisten, die samen de traditionele politiek en de pers beheersen in dit land, is een mengsel van vreemdelingenhaat, taalracisme en rechts-nationalisme.
De niet-benoeming door de “Vlaamse” overheid van de drie tweetalige en in de rand rond Brussel verkozen burgemeesters omdat ze tweetalige oproepingen voor de verkiezingen hadden verstuurd, is slechts één van de ondertussen talrijke voorbeelden van waartoe taalnationalisme kan leiden. Tot onverzettelijkheid, disproportionaliteit en extremisme.
De raad van Europa zal na het bezoek van drie officiële gezanten aan de betrokken faciliteitengemeenten, dat zopas is afgelopen, normaal gezien deze “Vlaamse” overheid weer en terecht veroordelen wegens taalracisme. Het wordt ondertussen een gevecht van de 10.000 overblijvende Vlaams-nationalisten en hun pers tegen de rest van de wereld. Marino Keulen, Vlaams minister van “binnenlandse” aangelegenheden en verantwoordelijk voor de benoeming van de burgmeesters in het Vlaams gewest, wil uiteraard van geen wijken weten. Niet dat dat ons verwondert. Een nationalist wijkt nooit en heeft altijd gelijk. Het begint te lijken op een aflevering van Star Wars of zelfs de Muppet Show: “The Flamingants against the World, Episode II: the Flemish fascist chicken counterattacks !” Wij wachten ongeduldig op het spannende vervolg…
En dit terwijl het programma van de B.U.B. sinds haar oprichting in 2002 een elegante oplossing biedt voor al die belachelijke problemen: één unitair België met provinciale decentralisatie en een actieve politiek van tweetaligheid. De taalwetten mogen blijven, maar ze mogen niet extremistisch geïnterpreteerd worden en de burger moet centraal staan.
Bron:
politics.be