Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Hensup
(Bericht 5072117)
De eenheid van zijn en niets is zijn, omdat je het niets niet kunt opheffen in zijn existerende vorm, harriekrishna.
|
Als het NIETS een existerende vorm heeft dan is het al opgeheven, want dan is het geen NIETS meer, maar een ZIJN van NIETS.
En het ZIJN als zodanig, dus in zijn pure en dus abstracte vorm, is helemaal NIETS.
Terwijl het NIETS omgekeerd IS.
Eenheid van beiden is het WORDEN, maar ook het bepaald zijn (iets) en het beperkt zijn ( iets anders ).
Citaat:
Puur taalkundig kun je niets wel niets noemen. Zonder te zijn.
|
Het NIETS wordt niet alleen taalkundig genoemd, maar ook denkend begrepen en dan IS het ook.
Het NIETS IS ook. Het is namelijk een gedachte. Je kunt het denken en je kunt weten wat het IS.
Citaat:
Het weten over het niets kan echter niet anders dan zijn niets-zijn erkennen.
|
Zo is het, dus het niets-zijn is dus ook een zijn en wel als negatie (ontkenning) van het zijn.
Citaat:
De verschijningsvorm is dan niets terwijl het inhoudelijk het niets-zijn betreft.
|
Wat is dan het verschil tussen niets en niets-zijn?
En hoe kan een verschijningsvorm niets zijn?
Oké.
Hier iets van Hegel:
DE EENHEID VAN ZIJN EN NIETS.
Hegel begint zijn dialectiek met de eenheid van Zijn en Niets, want het abstracte Zijn is eigenlijk helemaal: ......NIETS... !!, en omgekeerd: .... het Niets IS.... !!
En als omslag van Niets naar Zijn zou je die dialectiek van Hegel als de verklaring van het ontstaan van het heelal kunnen beschouwen, omdat het Niets een in zichzelf tegenstrijdig begrip is, want het Niets IS... !!
"Eerst" was er alleen maar Niets, maar omdat het niets ook IS, daarom ontstaat uit het Niets ook het Zijn.
Maar dat wil niet zeggen dat het heelal er eens niet geweest zou zijn, want deze logica is eeuwig geldend, het moet daarom iets zijn dat altijd weer opnieuw plaats heeft.
Of juist omdat Niets en Zijn een eenheid zijn kan er nooit alleen maar Niets bestaan hebben.
Kortom: het heelal is eeuwig.
De eenheid van zijn en niets is het worden.
nadere uitleg
Niet het ZIJN van dit of dat, bv het ZIJN van een boek of een begrip of een idee of een mens, maar het abstracte ZIJN als zodanig, dus zonder enige verdere INHOUD, dat ZIJN is helemaal ....... NIETS.
Maar het NIETS andersom is IETS ( anders zouden we het niet kunnen denken ), dwz het NIETS IS.
Dat "IETS" wat het NIETS IS, is hetzelfde als het abstracte ZIJN, want dat NIETS is nog geen concreet IETS, maar een abstract IETS en dat is het ZIJN.
De eenheid van ZIJN en NIETS openbaart zich in het verdwijnen, want dat is een overgang van ZIJN naar NIETS................maar ook in het verschijnen, want dat is een overgang van NIETS in ZIJN.
Die twee: verdwijnen en verschijnen gaan samen in het WORDEN, want worden is een verschijnen en verdwijnen in ene.
Er is ook nog een andere eenheid van ZIJN en NIETS en dat is het IETS als een bepaalde vorm, dus beperkte vorm van het ZIJN, dus een ZIJN met NIETS erin.