Oorspronkelijk geplaatst door Derk de Tweede
(Bericht 5950161)
Want wij geboren voor 1977.
Hoe is het toch in godsnaam mogelijk, wij als geboren 50-er,60-er of 70-er jaren, nog leven?? Volgens de theorie zouden we toch allang dood moeten zijn? Wij zaten in auto's zonder gordel om, en veiligheidsstoeltjes, en of airbag. Soms zelfs achterop de Berini M21 van vader of de Captain Mobylette van moeder.
Onze bedden en speelgoed waren geschilderd met verf vol lood en cadmium. Boven aan de trap was geen hekje; wie te ver ging, kukelde naar beneden. Als je wakker werd in bed hoorde niemand dat, en als er echt iets was moest je heel hard schreeuwen voordat je ouders het merkten. Flessen met gevaarlijke stoffen en alle apotheekflessen konden we met onze handjes en beperkte moteriek openen en soms namen we weleens een slokje daaruit. Poorten en deuren gingen gewoon dicht en als je met je vingers er tussen zat waren ze weg. Op de fiets zat je achterop met je gat op de bagagedrager en probeerde je je vast te houden aan de schroefveren van het zadel of aan de jas van je vader of moeder.
We reden op onze opgevoerde brommers zonder helm en zonder dat we verzekerd waren. Een dagje Zandvoort aan Zee deden we ook op onze brommers en je vond twee uur rijden daar naar toe heel gewoon.
Water dronken we gewoon uit de kraan, niet uit een plastieken fles. Brood stond stijf van de conserveringsmiddelen, na twee weken was een brood nog net zo vers als in de winkel. We dronken limonade vol kleur- en smaakstoffen en zijn daar nooit ziek van geworden. En kauwgom legde je 's avonds weer op het nachtkastje en stak je 's morgens weer in je mond. Op school hadden ze maar één maat bankjes en met zo'n heerlijk gevaarlijke klep eroverheen. En tegen de meester of de juf sprak je aan met meneer of mevrouw.
Schoenen waren meestal ingedragen door broer, zus of neef of zo. En ook je fiets was te groot of te klein. Een fiets had geen versnellingen en als een band lek was leerde je vader je om hem zo snel mogelijk zelf te plakken.
In de winter gingen we 's morgens in het donker op weg naar school we kwamen terug als de straatverlichting weer aan ging. Niemand wist in die tussentijd waar we waren want een gsm hadden we toen nog niet. Het bos was in die tijd een plek om te spelen en geen plek voor vieze mannen.
Als je naar een vriendje ging liep je er gewoon naar toe, je hoefde niet aan te bellen en ook geen afspraak te maken, de deuren stonden in die tijd altijd open. Er ging ook geen volwassene met je mee. Wij aten ook koekjes en brood met veel boter erop en werden toch niet dik. We dronken uit dezelfde fles als onze vrienden en we werden nooit ziek. Wij hadden geen playstation, nintendo, x-box, videofilms, dvd's en meer van dat soort rommel. WIJ HADDEN VRIENDEN .
De televisie begon pas om zes uur, dan kwam een uurtje wat leuks voor de kinderen, en o wee als je daarna durfde op te staan om op een ander knopje te drukken. Vader of moeder besliste toen nog wat er op de tv kwam. We hebben ons gesneden, botten gebroken, tanden uitgevallen en er werd niemand voor de rechter gesleept, dat waren gewoon ongelukjes en soms kreeg je van pa er ook nog een pak slaag bij. Wij vochten en sloegen elkaar soms groen en blauw, er was geen volwassene die zich er druk over maakte, laat staan een lieveheersbeestje op je jas knoopte. Pedagogisch verantwoord speelgoed maakten we zelf, met stokken sloegen we naar ballen, we bouwden zeepkisten van oude kinderwagens en merkten onder aan een berg/helling dat we de rem waren vergeten. We voetbalden op straat, en alleen wie goed was mocht mee doen, wie niet goed genoeg was, moest maar blijven kijken en leren omgaan met teleurstellingen. Op school zaten ook domme kinderen, zij gingen en kwamen op dezelfde tijd als wij en kregen dezelfde lessen. Ze deden soms een klas nog een jaar over, en daar waren ook geen discussies over op de ouderavond, de meester had altijd gelijk. We smeerden onze boterhammen zelf, met een grote mensen mes, en als je ze vergeten was, kon je op school niets kopen. Wij gingen lopend of op de fiets naar school en parkeerproblemen bij onze scholen bestonden nog niet.
Als je moeder in de huisdeur naar je zwaaide was je een watje. Benzine kocht mijn vader voor een paar centen aan de pomp, tegenwoordig koop je benzine bij benzinepomp met supermarkt, en mensen achter gepanserd glas. En als je problemen veroorzaakt had waren je ouders het eens met de POLITIE. Je ouders kwamen wel om je weer op te halen, maar niet om je er uit te lullen. Onze daden hadden concequenties, dat was duidelijk, en je kon je niet verstoppen. Wij hadden vrijheid, mislukkingen,succes en verantwoordelijkheid. We hebben moeten leren er mee om te gaan.
's Avonds luisterden wij nog naar de radio, meestal een afgedankt toestel van oma, en we genoten van de muziek die op de middengolf werd uitgezonden.
Onze generatie heeft veel mensen voortgebracht die problemen kunnen oplossen, innovatief bezig zijn en daarbij risico durven nemen en instaan voor de gevolgen. Hoor JIJ daar ook bij?? GEFELICITEERD WIJ WAREN HELDEN...... Geboren na 1977.... Stront eigenwijs en toch doorlezen hé? Nu weet jij, zacht wattenkind, ook weer eens wat helden zijn.
|