Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Hoomer
(Bericht 6690154)
Mijn vader, de man is enkele keren in de kerk geweest (doopsel, communie, huwelijk en wat begrafenissen) was niet gelovig en toch had hij enkele levensgebeurtenissen waarbij hij zich vragen stelde.
Zo is hij op verlof in de bergen en mijn dochter is met mijn ouders mee, ze zijn aan het wandelen op een bergpad van ongeveer 1.5 meter breed, rechts een helling en links een afgrond van ongeveer een dertig meter diep. Nu komt mijn dochter die helling afgelopen en kan duidelijk niet meer stoppen op het bergpad, als ze niet tegenhouden wordt door een derde zal ze in de afgrond lopen, is er daar een man die mijn dochter opvangt, mijn vader loopt naar mijn dochter omhelst haar en staat recht om die man te bedanken, blijkt dat er geen mens te zien in heel de omgeving.
Daar heeft mijn vader zich heel zijn verder leven vragen bij gesteld.
|
Ik stel me hier geen vragen bij. Volgens mij het het gewoon gedachtekracht. Ik ben een heel rationeel persoon, maar heb het door bepaalde gebeurtenissen in mijn leven ook opgegeven om te geloven dat de wetenschap al alles kan verklaren.
Persoonlijk geloof ik dat alles te verklaren is, maar dat men nog niet voor alles de juiste techniek heeft. De menselijke geest is nu eenmaal zo complex, dat men er nog niet uit is.
Zelf heb ik van mijn leven al meermaals zulke dingen meegemaakt. Ik kan er mijn hoofd over blijven breken, naar een psychiater zijn en pillen gaan pakken, of gewoon dankbaar zijn dat het gebeurd is, ook al kan ik het niet verklaren.
Laat ik zo stellen dat ik een bijna-doodservaring heb gehad. Achteraf weet ik wel wat ik aan de politie verklaarde, maar op sommige punten heb ik het wel een stuk verdraaid, omdat ik ook geen verklaring had.
Mijn ex was heel gewelddadig. Hij was ex para en had me in een zware wurggreep. Ik kon niet tegenstribbelen, want dat zou ik mijn nek gebroken hebben. Hij had me zo vast, dat mijn armen achter mijn lichaam tegen het zijne geklemd zaten. Met zijn ene arm kneep hij mijn keel dicht, terwijl hij met zijn andere hand mijn neus en mond bedekte.
Ik kreeg compleet geen lucht meer en weet niet of ik wel of niet buiten bewustzijn ben geweest in die wurggreep. Ik wist alleen dat hij niet ging lossen en zijn greep werd steeds strakker. Het bloed bonsde in mijn slapen en ik dacht echt dat ik ging sterven. Mijn ogen waren enkel nog op de voordeur gericht. Het was in de hal, want ik wou vluchten, toen hij me onderschepte.
Ik had al enkele klappen gekregen en had overal pijn. Hij had me al enkele dagen gefolterd.
Ik hoorde de honden aan de andere kant van de deur en hoopte dat iemand me zou komen redden. Ik zag een groot, geel licht en op dat moment ging de deur open en kwam de hond de gang in gelopen. Gezien mijn ex mij als schild gebruikt heeft, heb ik de beten moeten incasseren, maar uiteindelijk loste hij.
Ik wou lopen, maar mijn ex sloeg me weer tegen de grond. Ik weet dat ik toen serieus begon te bloeden en ik strompelde naar de voordeur, die ik wou opendoen, omdat ik wist dat ik anders niet meer ging overleven. Toen greep mijn hond mijn ex weer en kon ik gaan lopen.
Ik snap nog steeds niet wie of wat er die deur open deed. Ik weet enkel dat ik een stem hoorde die me zei dat mijn tijd nog niet gekomen was en dat er hulp onderweg was. Ik heb me afgevraagd of de hond niet tegen de klink heeft gedrukt, maar normaal kreeg die nooit deuren open en hij zat te blaffen, dus denk ik niet dat hij het gedaan heeft.
Dat geel licht kan ik ook niet verklaren. Was ik buiten bewustzijn? Ik werd al meer dan een minuut in een wurggreep gehouden.
Was ik gek, ik weet het niet, maar ik leef nog om het na te vertellen. Ik heb altijd het gevoel gehad dat het een gele lichthand was die de deur opendeed, zodat de hond me kon helpen.
Mijn ex is veroordeeld geweest voor slagen en verwondingen, maar hij is er goedkoop vanaf gekomen. Ik beken dat er in mijn die dag iets veranderd was. Ik was zwaar depressief en zat er onder door, doordat ik jarenlang zwaar mishandeld was door mijn ex, zowel fysiek als mentaal. Hij sloeg me regelmatig tegen de grond, stampte me bij elkaar en vernederde me continu.
Het was zo erg geworden, dat ik op dat moment het niet meer erg zou gevonden hebben om te sterven. Ik had het gevoel dat ik toch niet levend bij hem weg ging geraken, maar wou dat mijn geluk ging keren.
Dat is nu dus gebeurd. Ik ben weg geraakt en heb een nieuw leven kunnen opbouwen. Daar zat ik toen al 2 jaar om te bidden, terwijl de klappen van kwaad naar erger gingen en hij ervoor gezorgd had dat ik bij niemand meer terecht kon.