Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Teerke
(Bericht 2492164)
Voor mijn werk kijk ik dagelijks het staatsblad na en ik heb nog nergens enige wetgeving gevonden dat ook maar lijkt op de sharia. Wat de rest van je betoog betreft, dit zijn allemaal regelmentjes waar belgen geen last van hebben. Vergis ik mij, of heb jij last van het verbieden van boerka's zoals in Maaseik, of heb jij last van apparte zwemuren voor moslimvrouwen, (je wilt misschien samen met hen zwemmen) of heb je last van het verbod op het dragen van een hoofddoek zoals in de Antwerpse gemeentelijke diensten.
Een verbod om kritiek te hebben op de islam is mij eveneens onbekend.
|
Stof tot nadenken Teerke ....
Het geloof als een uiting van angst
Het ‘zuivere’ geloof zorgt er ook voor dat westerse intellectuelen die de fundamentele grondrechten willen verdedigen en zich keren tegen de uitwassen van het radicale islamisme vandaag zelf bedreigd worden op basis van het principe van de vrijheid van godsdienst. De hernieuwde godsdienstwaanzin gaat zo ver dat sommige critici zich niet langer durven te uiten, zoals Paul Cliteur, de vroegere columnist van het televisieprogramma
Het Buitenhof. In een interview met mij stelde hij dat de discussie over de multiculturele samenleving en de islam in het publieke domein zulke heftige reacties op riep dat hij dat enigszins beangstigend vond.
Hij zei daarover het volgende. ‘Op een gegeven ogenblik voelde ik me echt onprettig. Het leek wel een haatcampagne. In mijn geval kwam die kritiek trouwens niet vanuit de moslimwereld maar vanuit
de politiek correcte autochtone gemeenschap. Medecolumnisten begonnen heel nare vergelijkingen te maken met Hitler en zo. Als je in de beeldvorming wordt neergezet dan weten we dat er mensen als Volkert van der Graaf rondlopen die in staat zijn om toe te slaan. Op een bepaald ogenblik stelde ik mezelf de vraag of het dit allemaal wel waard was. Of zwijgen dan nog de enige optie is? Ik heb natuurlijk niet over alles gezwegen, maar onderwerpen als de islam en de multiculturele samenleving mijd ik nu liever. Dat heb ik ook publiekelijk aangekondigd.’
Dat is erg voor de democratie, maar in het bijzonder voor de moslimvrouwen die nu meer dan ooit behoefte hebben aan openlijke steun. Net de onderwerping aan ‘heilige’ teksten duwt vrouwen – in alle geopenbaarde godsdiensten – in een ondergeschikte, minderwaardige positie tegenover mannen en zorgt voor veel leed en ellende. Alleen het loskoppelen van het persoonlijk geweten van aannames van een absolute waarheid en collectieve planning biedt een uitweg naar een hogere moraal. De individualisering van de zingeving binnen een universele seculiere ethiek is de enige mogelijkheid om te komen tot de acceptatie van de onaantastbaarheid van de menselijke integriteit, van het recht op leven en van de vrijheid van elk individu ongeacht zijn afkomst, geslacht, leeftijd, cultuur of religie.
Pas als overheden, kerken en geloofsgemeenschappen het individu als zingever van zijn eigen bestaan aanvaarden, is ware beschaving mogelijk. Een van de eersten die dit inzag was de renaissancefilosoof
Pico della Mirandola. In zijn boek
Over de waardigheid van de mens formuleerde hij de gedachte van ‘de mens als zijn eigen schepper.’ De mens heeft zijn lot in eigen handen. Hij kan ontaarden in het dierlijke, maar zich ook opheffen tot het goddelijke. ‘Als een soeverein kunstenaar kan de mens zichzelf modelleren in de vorm die hij kiest,’ schreef Mirandola. Hij werd voor deze denkbeelden in 1486 veroordeeld door de paus.
‘Voor een godsdienst sterven, is gemakkelijker dan ernaar te leven;’ Deze uitspraak van Jorge Louis Borges werd in de loop van de geschiedenis meer dan eens bewaarheid. Denk aan de kruistochten, de beruchte Bartholomeüsnacht en de Tachtigjarige Oorlog waarbij talloze mensen in onze contreien en in het toenmalige Heilige Roomse Rijk werden uitgemoord in de strijd tussen protestanten en katholieken. Met de Vrede van Westfalen kwam er een voorlopig einde aan de godsdienstoorlogen. Pas na de Franse Revolutie werden in Nederland en later in België grondwetten opgesteld waarin de vrijheid van godsdienst fundamenteel werd verzekerd. Vanaf 1815 in Nederland en 1830 in België heeft iedere persoon het recht zijn godsdienst of levensovertuiging, individueel of in gemeenschap met anderen, vrij te belijden, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.
Toch blijven er ook vandaag in onze contreien godsdienstproblemen bestaan. Zo garanderen onze westerse grondwetten wel de vrijheid van godsdienst maar tegelijk belemmeren tal van mensen ongestraft de godsdienstvrijheid van anderen. Dat is vooral het geval met moslims en moslima’s die niet openlijk mogen breken met de islam. Mensen mogen omwille van die opgedrongen godsdienst niet zomaar overstappen naar een andere godsdienst of zonder geloof verder leven. Ze worden gedwongen om zich te conformeren en te leven volgens de religieuze gebruiken en tradities die hen door anderen - imams, ouders, de geloofsgemeenschap - worden opgelegd. Hun geloof is meestal geen toonbeeld van devotie maar een uiting van diepe angst.
In zijn boek
Vrijheid van godsdienst beschrijft de journalist Michiel Hegener dat ondanks de grondwettelijke bescherming van de vrijheid van meningsuiting tal van mensen in Nederland, vooral moslims, worden gedwongen om bij hun geloof te blijven en daartoe fysiek bedreigd worden. Geloofsafval is voor christenen en boeddhisten in de praktijk geen groot probleem, wel voor moslims. ‘De islam is de enige religie ter wereld die een formeel verbod kent op afvalligheid,’ aldus de auteur. Dit klopt niet helemaal. Ook in de bijbel wordt met doodslag gedreigd in geval van uittreding, denk aan
Deuteronomium 13:6-10 en 17:3-5. Maar terwijl dit binnen het christendom een achterhaald idee is, blijft die dreiging binnen de moslimwereld akelig actueel. Vandaag gelden fysieke bedreigingen hoofdzakelijk voor moslims die hun geloof willen verlaten. Daar moeten we als kinderen van de Verlichting tegenin gaan. Elke mens heeft het recht om te geloven, van geloof te veranderen of niet (meer) te geloven. Wie dat door fysieke of geestelijke druk belemmert moet door de overheid bestraft worden.