| Sjaax |
14 september 2007 18:59 |
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Heftruck
(Bericht 2920817)
Je ziet toch zelf waar 't schoentje wringt? Ik moet altijd de concensus van de meerderheid hebben om beslissingsmacht uit te oefenen over mijn leven.
Het is mij best dat anderen zich in een staatsverband organiseren, zolang zij mij niet in dat verband dwingen.
Me dunkt dat erkenning van de keuzemogelijkheid over de eigen persoon de eerste en meest elementaire noodzakelijkheid is in een consequente rechtsgeaarde ethiek die gelijkheid voor ieder mens beoogt, bewezen door de simpele realiteit dat ieder persoon in een natuurlijk bestaan het eigen lichaam controleert en niet onderhevig is aan buitenlichaamelijk controle van een andere persoon.
|
Ergens ben ik gek om met een libertariër te discussiëren. Maar soit. Ik vond een mooie tekst in een boek dat ik toevallig aan het lezen ben: Theologisch-politiek traktaat van Spinoza. In hoofdstuk 16 alinea 5 staat:
<< Maar toch kan niemand betwijfelen dat het veel nuttiger voor de mensen is om te leven volgens de wetten en vaste voorschriften van onze rede, die, zoals gezegd, alleen het ware nut van de mensen beogen. Verder is er niemand die niet begeert zoveel mogelijk veilig en zonder vrees te leven, iets wat hij echter allerminst kan bereiken zolang het iedereen vrij staat alles maar te doen wat hem lust en zolang aan de rede niet meer rechten worden toegestaan dan aan de haat en de toorn. Want er is niemand die te midden van vijandschap, haat, toorn en bedrog niet in angst leeft; ieder zal dus trachten deze zoveel als in zijn vermogen ligt te vermijden. En als we dan ook nog bedenken dat als de mensen, als ze elkaar niet helpen, onherroepelijk allerellendigst leven, zonder de rede te ontwikkelen, zoals wij in hoofdstuk 5 [alinea 7] hebben aangetoond, dan zullen we zeer duidelijk inzien dat de mensen zich, om veilig en op de beste manier te leven, onvermijdelijk hebben moeten verenigen tot één geheel en dus hebben moeten bewerkstelligen dat ze het recht dat krachtens de natuur iedereen op alles had, collectief zouden hebben, en dat dit recht niet langer door de kracht en begeerte van ieder afzonderlijk zou worden gedetermineerd, maar door de kracht en wil van allen tezamen. Dit echter zouden ze tevergeefs hebben geprobeerd als ze zich alleen wilden laten leiden door wat de begeerte hun aanraadt, want door de wetten van de begeerte wordt iedereen in een andere richting getrokken. Daarom hebben zij zeer krachtig moeten vastleggen en afspreken om alles te regelen alleen op grond van het voorschrift van de rede – waartegen niemand zich openlijk durft te verzetten om niet voor verstoken van geest te worden aangezien – en om de begeerte te beteugelen voor zover die op iets aandringt dat schadelijk is voor een ander, om niemand op een andere wijze te behandelen dan men zelf behandeld wil worden, en, tenslotte, om het recht van een ander als zijn eigen recht te verdedigen. >>
|