Het proportionele systeem was een Belgische wereldprimeur.
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door captain jack
(Bericht 5411469)
Wat betreft Frankrijk:
Onder de vierde republiek gold het proportionele systeem. Dat zorgde (in combinatie met het parlementaire stelsel) voor heel wat instabiliteit aangezien het partijlandschap zeer versplinterd was.
In de jaren 80 is men inderdaad heel even teruggekeerd naar het proportionele stelsel, maar daarna is men er weer van afgestapt uit vrees voor de opkomst van de FN. Het is wel belangrijk om hierbij te vermelden dat Frankrijk een semi-presidentieel systeem heeft gekregen na de vierde republiek. Een parlementair stelsel in combinatie met proportionele vertegenwoordiging zou vandaag misschien nog steeds op een ramp uitdraaien.
Duitsland:
Godwin? Weimar is nazi-Duitsland niet he.
Onder de Weimar republiek gold ook een systeem van proportionele vertegenwoordiging. Ook dat zorgde voor heel wat instabiliteit. Nu werkt men met een zweistimme systeem.
link: http://en.wikipedia.org/wiki/Weimar_...ion#Weaknesses
Italië:
Voor de tangentopoli schandalen was de pentapartito steeds aan de macht. Dit waren de klassieke 5 partijen die door en door corrupt waren. Nadat de schandalen plaatsvonden doken er in Italië referenda op om het kiesstelsel te hervormen. Men wou overgaan naar een tweepartijensysteem omdat dit een echte competitie tussen een links en een rechts blok zou mogelijk maken. Men hoopte dat men zo de instabiliteit en de corruptie kon tegengaan.
Uiteindelijk kreeg men een afgezwakte versie van het gehoopte kiesstelsel. Nu worden electorale coalities aangemoedigd omdat de kiesdrempels voor coalities en partijen die afzonderlijk optreden verschillen. Zo krijgt men ietwat meer blokvorming. Toch is het huidige systeem niet ideaal omdat de gevormde coalities vaak zeer zwak zijn.
Een artikel om aan te tonen dat het debat nog leeft in Italië:
http://www.dw-world.de/dw/article/0,,3089616,00.html
Hiermee wil ik trouwens niet beweren dat proportionele vertegenwoordiging altijd slecht is. Het toeval wil enkel dat het in deze specifieke gevallen slecht was.
|
Goede schets van de aanpassing van het kiessysteem in een aantal landen, waar het proportionele of evenredige systeem tot ontsporing leidde.
De proportionele vertegenwoordiging is in Europa voor het eerst ingevoerd in België, dat vroeger een Engels/Frans type van districtstelsel kende met afwisselende regeringen van een bepaalde kleur. De wijziging gebeurde in 1900.
De afschaffing in 1893 van het cijnsgebonden stemrecht en de uitbreiding van dit stemrecht tot de gehele mannelijke bevolking ging toen gepaard met het toekennen van meervoudigheid volgens een aantal criteria zoals o.a. een hogere opleiding of grotere belastbare basis. Het maximaal aantal stemmen per persoon was 3. De stemplicht werd toen ook ingevoerd.
Bij het verlaten van het districtstelsel in 1900 en de invoering van het proportionele stelsel per kiesaarondissement met meerdere zetels trad toen juist door die meervoudigheid nog geen totale versnippering op. Van 1900 tot de oorlogsjaren was een meerderheidsregering van de 'Katholieke Partij'.
Tijdens WO1 werd de 'nationale' regering uitgebreid met de toenmalige oppositie.
Na WO1 werd de meervoudigheid afgeschaft en werd 1 man, 1 stem. Vrouwen, die gemeentelijk stemrecht hadden, werden dit op nationaal vlak toen door de socialisten en liberalen geweigerd. Ze kregen pas stemrecht na WO2. Vanaf dit moment heeft België door de evenredige vertegenwoordigheid enkel nog coalitieregeringen gekend.
De diepere negatieve gevolgen van het stelsel (zoals particratie) waren niet meteen duidelijk. Integendeel het systeem werd zelfs in bepaalde omringende landen als een oplossing ingevoerd als een nieuw type democratie, waarbij ook zeer kleine strekkingen een vertegenwoordiging verwierven.
|