Oorspronkelijk geplaatst door maarte
(Bericht 3062313)
Deze commentaar op het forum van de standaard vond ik ook zeer interessant:
eddy daniëls
Ik ben nooit Vlaams-nationalist geweest en ben niet van zin het ooit te worden. Toch moet ik vaststellen dat Bart De Wever vandaag de erfzonde aan het herstellen is die het Vlaams-nationalisme al honderd jaar – sinds de Raad van Vlaanderen van August Borms tijdens de Eerste Wereldoorlog – zo sterk verziekt: een totaal gebrek aan werkelijkheidszin, geboren uit verslaafdheid aan het platonische concept ‘Vlaenderen’. De Wever noemt zichzelf een Realpolitiker, en waarschijnlijk is hij – na de dwaasheid van de Bormsverkiezing van 1928, het verwerpen van de amnestie onder beperkende voorwaarden in 1936, de tweede collaboratie onder Staf Declercq, de weigering om in de tweede amnestie-eis het onderscheid te maken tussen misleide idealisten, kruimelcollaborateurs en oorlogsmisdadigers – de eerste Vlaams-nationalist die politiek bedrijft met zijn voeten op de grond en niet een halve kilometer zwevend boven de geliefde Vlaemsche bodem. Waarom is dat zo? De reden is dat de kern van het denken van De Wever niet het Vlaams-nationalisme is maar het neoconservatisme van Edmund Burke, de diepgewortelde overtuiging dat er zich in traditionele gebruiken en instituties een intrinsieke waarde schuilhoudt die je niet door revolutionaire excessen mag uit evenwicht brengen. In dat opzicht accepteert De Wever een mogelijke crisis van het Belgische regime als die onvermijdelijk is maar niet eerder, zonder er echt op aan te sturen. Hij is ondertussen wel consequent met zichzelf, wat niet wil zeggen dat hij geen fouten maakt onderweg D druk op hem is dan ook enorm en wel uit twee richtingen. Van zijn achterban, die hem niet begrijpt, en van de pers die hem niet wil begrijpen. De Wever wil een staatshervorming, niet omdat hij België wil vernietigen, zo zegt hij zelf, maar omdat hij het wil doen functioneren. Wat hij zoekt is geen chauvinistisch volksnationalisme, maar doodeenvoudige subsidiariteit, een basisprincipe van de Europese Unie: los de problemen op, op het niveau waar ze zich stellen. Dit wordt verhinderd niet door het Franstalige ‘volk’, maar door de Franstalige elite die zich genesteld heeft – van haute finance via staatssyndicalisme tot regimepers – in het parasiteren op de hardwerkende Belg en die privileges niet wil afgeven. Er zijn maar twee manieren om dat probleem op te lossen: of het Vlaamse parlement verklaart zich revolutionair tot Constituante. Of in Wallonië implodeert de particratie van de Etat PS, zoals ze in Vlaanderen geïmplodeerd is toen de CVP-staat in 1999 vervangen werd door het Paarse Intermezzo. Beide oplossingen zijn momenteel onhaalbaar. Voor de constituante is het radicalisme in Vlaanderen niet groot genoeg (het was bijzonder lachwekkend hoe verbouwereerd de Vlaamse commissieleden waren nadat zij de splitsing van BHV hadden gestemd, ze konden zelf niet geloven dat ze dit gedurfd hadden). Ook de implosie van Wallonië – ik laat Brussel buiten beschouwing – is voorlopig onmogelijk omdat de aandacht van de publieke opinie niet gefocust raakt op het fout functioneren van het Waalse gewest dat zich gedraagt (in de termen van Mark Grammens) als een verwende ‘entretenu’, een verarmde telg die door een welstellende familie wordt onderhouden en haar tijdens familiefeestjes terroriseert. In Vlaanderen kon de radicalisering ook niet voortkomen uit de neoconservatieve logica die De Wever hanteert, maar hij kwam wel voort uit het zogeheten ‘symbooldossier’ BHV. Zoals Mark Eyskens terecht opmerkte, een zeer essentieel dossier omdat het aangeeft welke de grenzen van de natie zijn. In feite heeft de kamercommissie zich dus gemobiliseerd op – horresco referens – een volksnationalistische reflex (geen morzel gronds afstaan, Blut und Boden) en dus op de logica van het Vlaams Blok. Maar door dat te doen werd de voornaamste psychologische factor opgeheven om de implosie van de Etat PS te zien gebeuren. Het Elio Di Rupo-isme steunt zich op blufpoker: ze durven niet! Nu hebben ze wel gedurfd, en stort het politieke project van de PS in elkaar. De Waalse achterban heeft gezien dat de beloften van La Maison du Peuple van een eeuwig hemels manna op de helling staan, en de entretenu beseft dat hij misschien wel binnenkort zelf aan het werk zal moeten gaan omdat de familie de geldkraan dicht kan draaien. Uiteraard wekt dit aanvankelijk kreten los van ‘fascisme!’ en opmerkelijk is hoe een goed deel van de Vlaamse pers daarin is meegegaan. De dag nadat BHV gestemd was blokletterde de braafste van alle brave Vlaamse kranten, Het Nieuwsblad, ‘Stop Dit Theater’, zonder te zeggen wie het opvoerde, wie de regisseur was, en hoe de zaal kon ontruimd worden. Pure antipolitiek dus, volksverlakkerij. De dag erop kondigde de ooit zo lucide De Standaard aan dat het kartel zijn bocht had genomen, zonder rekening te houden dat na de uppercut vanuit Laken het normaal was dat men even moest bezinnen alvorens een pasklaar antwoord te hebben. Toen dat antwoord er kwam – en uiteraard heersten er 24 uur verwarring met tussendoor het hilarische Ter Zake-optreden van Cathy Berx, de risée van dienst – bleek het consequent te zijn met de lijn die Bart De Wever altijd had aangehouden. Niet de pers bood toen zijn excuses aan, maar diezelfde DS ging beweren dat het kartel opnieuw een bocht van 180 graden had gemaakt. Bart De Wever werd in Ter Zake op de rooster gelegd waarom hij zo hardvochtig was tegenover onze arme Franstalige broeders. Ondertussen is wel duidelijk dat de fransdolle elite rond MR/FDF haar laatste troef heeft uitgespeeld en dus naakt zal zitten als de miserie op tafel wordt gelegd. Zij heeft de kroon ontbloot en de vorst – dixit Rik Van Cauwelaert in het VTM-nieuws – weer in de autoritaire rol geplaatst van Leopold I, om daarna meteen op vakantie te vertrekken. Zoiets als Loppem dus van zijn naamgenoot in 1919, maar dit keer zonder kans op gunstig resultaat want de meest staatsgezinde partij van alle staatsgezinde partijen – de ex-CVP – heeft ondertussen onder druk van de achterban dit ultimatum afgewezen. Na een ‘lichte’ staatsgreep, zoals de Vlaamse Volks Beweging terecht stelde, zien we dus een mini-prerevolutionair klimaat ontstaan. Het blijft allemaal klein en bescheiden, zoals het een klein en bescheiden landje past – ‘Wij zijn bescheiden maar competent’ gaf gisteren nog kroonprins Filip als reden aan voor ons succes in het buitenland – maar het is institutioneel tamelijk fundamenteel. Ondertussen geniet het FDF van zijn succes van één dag met zelfs oorlogsverklaringen van een burgemeester van een radngemeente, zich niet eens realiserend dat er zich in Wallonië de komende maanden maar één logica kan ontwikkelen: zich losrukken van de tegennatuurlijke Brusselse obsessie van dit gewest. Een gewest dat alles te verwachten heeft van een goede samenwerking met Vlaanderen en niets te winnen heeft bij een landbrug naar het parasitaire Brussel. De eenvoudige logica zal er dan ook toe leiden dat Wallonië de splitsing van BHV zonder compensaties zal accepteren. Dat zal gebeuren na nog wat theater dat liefst niet gestopt wordt maar best ten einde toe gespeeld wordt. Dat dit besef langzaam doordringt is al gebleken uit de totaal onverwachte maar zeer heftige woordenwisseling in het Franstalige parlement toen daar het belangenconflict werd gestemd. Elio Di Rupo begint door te krijgen dat hij het geweer van schouder moet veranderen en Didier Reynders riskeert geïsoleerd te raken met Olivier Maingain als troostprijs op schoot. Vandaar Di Rupo’s vraag voor een Nationale Conferentie en dus zijn publieke verklaring – en dat merkt men veel te weinig op – om te praten. Want een Nationale Conferentie, met de camera’s van de wereldpers erop gericht, is heel wat anders dan een Costa II van Armand De Decker en Herman Van Rompuy, ergens diep weggescholen in de pluche van het parlement. Maar als Di Rupo wil praten, waar kan hij dan anders over praten dan over zijn ‘Marshalplan’ voor Wallonië? Want d�*�*r gaat het uiteindelijk om. Dat betekent dus eigenlijk dat Elio Di Rupo de verborgen agenda van Bart De Wever uitvoert, en de deur openzet voor een werkelijke gezondmaking van zijn gewest, die hij hoe dan ook niet tegenhouden kan, en misschien ook niet wil. Op dat moment wordt een scheiding van België overbodig. Het grappige is daarbij dat uitgerekend op het moment dat het Vlaams Blok de kern van zijn programma – volksnationale eensgezindheid (op Groen! na) – verwezenlijkt, die partij overbodig wordt (als voorheen de Volksunie) en nu afkalft ten voordele van de Lijst Dedecker. De ironie wil dat die andere neoconservatief Jean-Marie voor Bart De Wever – geïsoleerd binnen zijn achterban van Vlaamse dorpsonderwijzers in de traditie van de domme Borms – de ideale levensverzekering vormt. Iedereen weet dat Weverke met bazuingeschal zal binnengehaald worden door LDD als CD&V hem laat vallen en dus kan CD&V geen kant meer op, tenzij verder gaan in de logica van De Wever, wat ook gebleken is, de Cathy Berx’en en Herman Van Rompuy’s ten spijt. Het ‘Quid N-VA?’ van de oude krokodil uit Vilvoorde is daardoor een ‘Quid CD&V?’ geworden en Jan Renders – de man van de oekaze tegen Dedecker – kan vandaag slechts jankend van de zijlijn toekijken naar het impliciete samenspel tussen De Wever en Dedecker, die elkaar op een zeer bizarre manier toch al gevonden hebben. Slot van dit verhaal is dat alle politieke spelers op het veld vandaag de verborgen agenda uitvoeren van Bart De Wever, van Elio Di Rupo via koning Albert II langs Olivier Maingain tot Jo Van Deurzen. De Wever oogst daar weinig dank voor. Zijn medestander Jean-Marie Dedecker zegt vandaag in Het Nieuwsblad dat hij een vis in de pan wil, maar zich als een paling gedraagt, wat nog waar is ook. De krant moet weer populistisch stoken en verdraait de woorden van Dedecker in de titel tot ‘De Wever is een paling’. Wat hij dus niet gezegd heeft. Als er echter één zaak opmerkelijk is aan deze regimecrisis, dan wel dat de betweterige journalisten – dertig jaar geleden rond Egmont nog de dirigenten van het koor – er helemaal niet meer aan uitkunnen en hopeloos achterna lopen, ‘achterlijk en dom’, zoals Mao Zedong dat ooit zei over vermolmde partijfunctionarissen ‘met gebaren en kritiek’. Eén zaak kunnen we slechts wensen: dat De Wever psychologisch overeind blijft. De druk die op hem weegt als Einzelgänger moet ontzettend zijn, maar voorlopig houdt hij stand. Het doet mij denken aan dat mooie zinnetje van H. G. Wells in ‘War of the Worlds’: ‘If one man could stand tall, there must be hope for us all’. Doe voort, Weverke, ik duim voor jou.
|