![]() |
@Black Cat
Inderdaad iedereen kan doen wat hij wil is een leugen. Dit is echter niet wat het libertarisme zegt. Ten eerste ben je altijd (net zoals in de huidige maatschappijvorm) afhankelijk van de realiteit en daar kan geen enkele filosofie iets aan veranderen. Het libertarisme beweert geen utopie te zijn waarin iedereen zijn ultieme wensen en dromen zal kunnen verwezenlijken. Ten tweede herken ik hierin de kritiek dat het libertarisme een filosofie zou zijn die impliceert: "everything goes". Dit is zeker niet waar, in tegendeel. Het is geen vorm van moreel relativisme. De huidige westese democratiën zijn dit wel. Het libertarisme gaat over individuele rechten die ABSOLUUT zijn in tegenstelling tot het post-moderne positief recht dat we vandaag kennen. Het libertarisme vereist consequentie. Sommigen in deze draad noemden het libertarisme simplistisch. Wel, ik vind dit juist de sterkte ervan. Het legaliteitsprincipe wordt maximaal gegarandeerd. In het huidige systeem is dat in grote mate een illusie. Nu, waar je waarschijnlijk naartoe wou is de stelling dat de meest productieve elementen in de vrijwillige commune steeds zullen wegvloeien? Heb ik dat goed kunnen ontcijferen? Wel in het begin vermelde ik al het feit van het niet kunnen ontsnappen aan de realiteit, ooit al gehoord van brain drain? Vandaag is het al reeds zo dat de productieveren ofwel proberen het systeem te ontwijken ofwel zullen diezelfde elementen niet meer diezelfde inspanningen doen door voor staatsjobs te kiezen bijvoorbeeld (waarom denk je dat het aantal ingenieurs afneemt?). Die realiteit is niet te ontwijken. Zo wens ik Vandelanotte ook veel succes met zijn strijd tegen belastingsverlaging. In een libertarische maatschappij kan je ofwel contractueel bepaalde zaken vastleggen ofwel kan je het aantrekkelijker maken voor de productieven om te blijven of om nog meer te produceren. Het libertarisme is een individualistische ethiek maar daarom niet per definitie asociaal. Als er iets nefast is geweest voor de sociale cohesie dan is het wel de verzorgingsstaat. En wat free-riding betreft: wordt zeker het vlugst afgestraft in een libertarische wereld. |
De eerste die nog eens kapitalisme of libertarisme verbindt met utopisme, hoort zichzelf een pets te geven.
|
Mm. Complottheorieën als humuslaag voor een pezig gesprek.
Uitzonderlijk interessante discussie, zelfs voor een economische snul als ikzelf (altijd een zwaar gebrek gevonden). Bon, geef mij enige tijd om het allemaal door te nemen en ik participeer wel. Sta mij intussen toe een flauw bommetje op te werpen, hoe fundamenteler de discussie hoe liever hier heb ik de indruk. Pour les Libertains théoretiques: Waarom a priori uitgaan van een moreel geaxiomeerde economie? Zijn er geen redenen te over om voor eens en altijd te besluiten dat zoiets tot het rijk der paddestoelengedachten behoort? Het economische rouleren wordt mijns inziens gevoed door individuele of groeps-oneffenheden ergo onrechtvaardigheden (naast de win-win-situatie een van de voornaamste brandstoffen voor het draaien ervan, bv het smeden van conservatieve allianties van dominerende groepen, in een hostiele ergo veranderende situatie, gericht tegen opkomende) Het schijnt hier blijkbaar de meesten dat het verdedigen van het liberalisme staat of valt met het feit dat economie zich ten langen leste, mits ongehinderd door ex-economische factoren (bestaan die?) sowieso equilibreert volgens de morele wetten (als zoiets al gebeurt dan meestal omgekeerd: moraal die zich richt naar economische situatie). Helderder gesteld: dat het "win-win"-inzicht van de populatie die zich inlaat met het economisch handelen (simplistische vereenvoudiging, I know) ervoor zorgt dat een nadelige (economische) situatie (vanuit moreel perspectief, dat we voor het gemak onveranderd en al zeker onbeïnvloed door de economische situatie zelf beschouwen) zich rechttrekt naar een voordelige (opnieuw vanuit moreel standpunt). Een soort surival of the fittest, waarbij het morele klimaat de Darwiniaanse omgeving vervangt. Een kinderlijke herschrijving van mijn kennis van de liberale principes. Extra argument tegen het streven naar een moreel gefundeerd draaiende economie is de non-existentie van een "onbelemmerde" economische gang van zaken. Men zou al moeten geloven dat het mogelijk is de economie te "zuiveren" van extra-invloeden. (cultureel-religieuze omstandigheden etc) Voor mij is kartel-vorming, protectionisme etc. echter een wezenlijk direct gevolg van de vrije markt. Implicatief: Verdedig eens een amoreel economisch systeem, jongens. Eens kijken of ik de troef van de verwarring nog steeds heb. |
Citaat:
|
@Aangebrande Phönix
8O 8O 8O Wees gerust de troef der verwarring is nog stevig in uw bezit.:? |
Citaat:
Citaat:
Voor de zoveelste keer; niet iedere libertariër is een anarchist. En zelfs anarchisten hebben voorschriften: dat niemand de macht mag hebben is een regel. Citaat:
Waarom zouden, in een situatie met vrijheid van godsdienst, joden, christenen en atheïsten niet naast elkaar kunnen leven in dezelfde samenleving? Waarom zou dit ontaarden in een onderlinge strijd, en waarom zou deze strijd (een strijd om w�*t? een strijd met wapens? of praten we hier enkel over theologische discussies op café?) de vorm aannemen van "de vrije markt"? De markt houdt in dat men geen strijd voert. Je mag gerust poëzie schrijven en zo, maar als je beeldspraak gebruikt in een discussie heb ik graag dat je ze wat uitwerkt ten behoeve van de niet-zo-intelligente lezer die wij, libertariërs, ten slotte zijn. En vergeet ook niet om zo nu en dan te lezen wat ik schrijf, zeker wanneer je me citeert om te antwoorden: Men moet niet per se in communities van gelijkgestemden gaan samenhokken om een bepaalde levensvisie te kunnen volgen. Uiteraard wél in jouw samenleving, dan moet ik vluchten vooraleer ik als libertariër op geweldloze wijze gestenigd word. Je kan gerust moslim of atheïst of jood zijn en in de libertarische staat samenleven met godweetwieallemaal. Je mag gerust SM beoefenen, weed roken, Marx lezen, zolang je niemand anders schaadt; of zoals lombas het zegt, wij zijn een non-coërcieve stroming, wij hebben helemaal geen zin, lef of gemoed om jouw te gaan voorschrijven wat te doen. |
Percy, je tweede alinea in gedachten, kende je deze?:
Citaat:
|
Citaat:
|
Citaat:
Maar potvolkoffietjes, nu wil ik boeken van Harper. |
Citaat:
Je zegt nog net niet dat de neoklassieke rational-choice en de praxeologie één pot nat zijn. En interpreteer ik je correct, als volgt: "Speltheorie is alleen interessant om spelletjes te analyseren, maar het leven is geen spel dus ... "? In dat geval, wederom: hou je mond over zaken waar je niets van afweet. Speltheorie houdt zich zelfs hoofdzakelijk niét bezig met spelletjes. Wel met Nash-equilibria en meer van die leuke dingen. |
Overigens, Black Cat: speltheorie wordt vaak gebruikt om overheidsingrijpen te verdedigen.
|
Het is wel belangrijk om duidelijk te stellen dat het libertarisme geen economische theorie is. Er is hier in deze draad al gesproken over het Ierse model, maar in se hoeft dat niet libertarisch te zijn. Dat model is bedacht door socialisten met management skills.
Men is gewoon vertrokken vanuit nutsmaximalisatie en utilitarisme. Economische calculus heeft niets te maken met het libertarisme. |
Citaat:
In deze bijdrage wil ik aansluitend op jouw laatste reactie een rudimentair beeld geven van hoe ik een rechtssysteem zie. Het gegeven rond Public Choice neem ik nog even mee omdat ik me daar wat meer wil in verdiepen. Bij wijze van inleiding wil ik aanvangen met een citaat uit het boek “Utopia” van Thomas More. Het is een boek dat ik al meerdere malen las, omdat het stukken bevat die na een vijftal eeuwen nog steeds actueel zijn. Daarnaast vind ik het boek best grappig, maar dit terzijde. Bovenal koos ik onderstaand fragment omdat het best aanduidt in welke richting mijn zoekend denken gaat… “Wetten hebben zij maar heel weinig, immers zoals bij hen de samenleving is georganiseerd, zijn er helemaal niet veel wetten nodig. Dit is zelfs één van de grootste bezwaren die zij tegen andere volken hebben: hun eindeloze reeks wetten, en commentaren op wetten, die toch nog altijd onvoldoende blijken te zijn. Naar hun opvatting is het op zichzelf al een onbillijkheid, de bevolking te binden aan wetten, of zo talrijk dat men ze niet allemaal kan lezen, of zo duister geformuleerd dat een mens ze gewoon niet begrijpt”. Dit fragment gedachtig en aansluitend op jouw citaat uit je Hobarth Paper wil ik komen tot een rudimentaire beschrijving van de rol van de overheid. De mens wordt op deze wereld geconfronteerd met schaarste wat de ‘struggle for existence’ (egoïsme) tot gevolg heeft. Zelfs het menselijk denkvermogen dat ‘kunstmatige’ voedselproductie ontwierp onder de vorm van landbouw en veeteelt, kon de schaarste en dus het egoïsme niet opheffen. Ook de industriële, technologisch en wetenschappelijke vooruitgang vonden tot op de dag van vandaag geen oplossing voor het schaarsteprobleem. Het zou waarlijk een Utopia zijn zo’n wereld zonder schaarste. Een wereld waar elke mens krijgt wat zijn maag, hart en hoofd verlangt. Het zou maar wat zou is niet. Of nog niet? De voortdurende schaarste verplichte de mens zich te organiseren zodat conflicten die door de schaarste ontstonden werden voorkomen of al dan niet op een twistende manier werden opgelost. Het resulteerde in een overheid (een rechtssysteem) dat hierboven zo tekenend door Thomas More wordt beschreven. Een complex van regels waarin chaos en onduidelijkheid heersen. Een wirwar van paradoxen uit vervlogen en nieuwe tijden. Een toonbeeld van inefficiëntie dat moeilijk nog onder de noemer harmonieus kan geplaatst worden. Vereenvoudiging van een systeem dat op termijn niet anders kan dan zichzelf onderuit halen, dringt zich op. Alvorens ik een vereenvoudiging voorstel, wil ik eerste het begrip ‘egoïsme’ enigszins verduidelijken omdat veel mensen dit woord steevast en onterecht een pejoratieve betekenis geven. Egoïsme is de grootste vrijheid die een mens kan genieten. Dit wil zeggen dat egoïsme op zich een positieve waarde is. Egoïsme laat een mens toe om alles te doen wat die mens wil zonder rekenschap aan wie dan ook te moeten geven. Jawel, puur egoïsme is de allerhoogste vorm van vrijheid die een mens kan bereiken. Wel, ’t is te zeggen: op een wereld waar hij alleen zou leven. In een wereld waar meerdere mensen leven zou het uitoefenen van de allerhoogste vorm van vrijheid gauw resulteren in conflicten alom. Daarom is het – jammer genoeg - de eerste taak van de overheid om het egoïsme aan banden te leggen om conflicten te voorkomen. Dé grondregel die door een overheid moet geïmplementeerd worden in een samenleving van egoïstische individuen is de alom gekende: “Elk mens bezit het recht van de absolute vrijheid om te doen, te laten, te denken en te zeggen wat die mens wil zolang het uitoefenen van dat recht geen belemmering betekent voor een ander datzelfde recht te gebruiken”. Veel meer moet er in een grondwet niet staan over mensenrechten want dit omvat alles. Elke toevoeging zal op zich een beknotting van de individuele vrijheid betekenen. De moderne samenleving heeft geen behoefte aan evangelische wetteksten vervat in zoveel boeken dat men alle wereldzeeën kan droogleggen. Neen, de moderne samenleving heeft behoefte aan duidelijke principes. Niet voor elk mogelijke moeilijkheid moet een wet bestaan. Niet voor elk zich aandienend probleem moet een nieuwe wet worden gemaakt. Het is aan de overheid om een rechtsorganisatie in stand te houden die op basis van de voormelde grondregel elk zich aandienend probleem arbitreert. Het rechtssysteem hoeft op zich ook niet ingewikkeld te zijn opgebouwd. Een goede rechtsorganisatie bestaat uit drie trappen: eerste aanleg, beroep en hoger beroep (cassatie). Per trap bestaat de behandeling uit de argumentatie en bewijsvoering �* charge, waarop de argumentatie en bewijsvoering �* décharge volgen. Na wat ik ‘rechterlijke contemplatie’ wil noemen, volgt een uitspraak. Wat ook de aard van de case is, een gelijkaardige behandeling geldt voor alle cases. Dit betekent ook dat de rechtsorganisatie niet hoeft opgedeeld te worden in rechtsgebieden. Althans dat deel van de organisatie dat betrekking heeft op de uitsluitend professionele rechtspraak. Arbeidsrechtbanken, handelsrechtbanken, politierechtbanken, correctionele rechtbanken enzovoort worden éénvormige rechtbanken van eerste aanleg, beroep of hoger beroep. Deze vereenvoudiging trekt zich evenwel niet door op het terrein van de verdediging of aanklagende partij omdat daar specialisatie per rechtsgebied noodzakelijk is, wil men degelijke argumentatie en bewijsvoering garanderen. Deze rechtsorganisatie heeft enkel nog behoefte aan een strafwetboek en ze kan zo van start gaan. Bovenstaand, eenvoudig rechtssysteem heeft ook tot gevolg dat mensen minder snel naar de rechtbank trekken. De grondregel laat weldenkende mensen met een probleem toe de situatie te beoordelen om zelf tot een uitkomst te komen. Een te promoten principe – dat voor de advocatuur lucratiever en minder arbeidsintensief is dan een rechtszaak – is dat van de bemiddelingsadvocaten. Elk partij die in een twist verzeild raakt, duidt een advocaat aan zodat door onderhandeling tot een oplossing kan worden gekomen. Pas wanneer een uitkomst niet haalbaar is, dient naar de rechtbank te worden gestapt. Hierboven stap ik in je visie van de rationele (weldenkende) mens, Desiderius, ook al heb ik het er vanuit mijn empirische ingesteldheid niet altijd makkelijk mee. Naar mijn mening is de mens niet enkel egoïstisch, ik beschouw hem ook als een wezen dat niet overloopt van de talenten der goedheid of zomaar een overschot rationaliteit in de aanbieding heeft. Toch treed ik bij dat het zelfbelang de mens uiteindelijk verplicht rationeel te denken. Bovendien moet dat, wil ik – zoals je terecht aangeeft – niet eindigen met een wettelijk complex dat poogt een antwoord te bieden aan elk aspect van de mogelijke, menselijke irrationaliteit. Ik wil bovenstaande afsluiten omdat het niet mijn bedoeling was, een sluitende uiteenzetting te geven. Eerder een aanzet waarmee misschien iets is aan te vangen. |
@ La Chunga
Grotendeels zitten we daarmee op dezelfde lijn. Dat is meteen ook het startpunt voor een diepgravende kritiek op onze politieke systemen en de gedrochten die ze maar al te vaak voortbrengen. Sinds de tweede helft van de 20ste eeuw hebben we een tsunami van regulering en "juridificering" meegemaakt. Over zowat élk denkbaar aspect van ons dagelijks leven meent de politiek wel een regeltje te moeten bedenken. En regeltjes... die moeten uiteraard met de nodige strafrechtelijke "stokken achter de deur" afgedwongen worden. En op die manier hebben we -volgens sommige schattingen (experten zijn de tel allang kwijtgeraakt)- sinds de jaren '50 reeds 60.000 bijzondere strafwetten toegevoegd gezien aan onze basiswetgeving. Als je politici daarop wijst, dan is het antwoord "dat de samenleving zoveel complexer geworden is". De naakte cijfers alleen al maken die uitleg ronduit lachwekkend. In de Public Choice theorie krijg je een aantal heel prikkelende inzichten gepresenteerd waarom de overheid een "gevaarlijk beest" is; een noodzakelijk kwaad dat conceptueel niet in staat is om altijd en overal te handelen in het algemeen belang. Publieke actoren zijn te wantrouwen, want voor je het weet verwordt een overheid tot een georganiseerde strooptocht in het belang van (minoritaire) lobbygroepen. Democratie is géén finaliteit (zoals sommigen het voorstellen), het is ook niet de ultieme legitimatie voor de macht van publieke actoren (zoals quasi alle politici het stellen). Als het je interesseert, kan je je licht eens opsteken in de Library of Economics and Liberty, waar het integrale werk van Buchanan online kan geconsulteerd worden. (http://www.econlib.org/library/Bucha...chCv10toc.html) Waarmee ik niet wil zeggen dat ik meteen een kritiekloos adept ben van de Public Choice theorie. Enkel dat de inzichten uit die hoek minstens tot nadenken moeten stemmen. Ik vind het voorts interessant hoe je uiteindelijk focust op de rechterlijke macht... Want d�*�*r -in de gerechtelijke procedure- vindt die fameuze "democratie" zijn beslag. D�*�*r komt de burger ultiem in aanraking met het resultaat van wat de bewindvoerders allemaal bekokstoofd hebben onder de dekking van de "democratische legitimatie". Het is immers daar dat je als individuele burger voor het eerst het recht hebt om je stem te laten horen en je "recht" te gaan halen in een tegensprekelijk debat. Access to justice is dan ook een essentieel gegeven voor een overheid die pretendeert te streven naar het algemeen belang. En hoe toegankelijk is ons gerecht in werkelijkheid? Hier ligt een bijzondere toetssteen voor de "kwaliteit" van ons politieke systeem. Typisch is dat de grote wereldverbeteraars, de social engineers er in veel gevallen niet eens bij stilstaan dat het fraais dat ze produceren uiteindelijk ook z'n beslag zal krijgen in gerechtelijke procedures. En dat de kost die zoiets met zich meebrengt ook zelden in rekening wordt gebracht. Gevolg voor ons systeem: een chronisch in (materiële) nood verkerend, weinig toegankelijk gerecht. En zoiets wreekt zich. Wat dat mensbeeld betreft, is het aloude gezegde "hope for the best, but prepare for the worst" (hoop het beste, maar bereid je voor op het slechtste), het meest efficiënte uitgangspunt. Maar tegelijk geldt ook de regel dat aan elk stukje regelgeving dat de overheid produceert een belangrijke kost is verbonden, dat elk stukje regelgeving ook het gevaar in zich draagt dat het op de meest onverwachte plaatsen z'n perverse effecten heeft [cf. het integratieprobleem dat ten dele kan gezien worden als een neveneffect van sommige sociale vangnetten] én die eeuwige waarheid dat er nooit een één-op-één verhouding bestaat tussen het gedrag van de mens en hetgeen de wet voorschrijft. Om te eindigen met een persoonlijke noot: de "overheid" boezemt me schrik in; over de jongste decennia heb ik vastgesteld hoe onze samenleving meer en meer verstrikt is geraakt in een nietsontziende regeldrift annex repressie. In meer recenter tijden moeten er zelfs rechten aan geloven die we tot voor kort als onaantastbaar beschouwden. Er is voor mij zeer zeker sprake van regressie op een aantal punten en steeds meer politici doen zelfs niet eens meer de moeite om dat te ontkennen of in eufemismen te gieten. Ik heb het relatief gemakkelijk om me de facto te onttrekken aan deze overheid; als het erop aankomt, zit ik sito presto aan het andere eind van de wereld met heel m'n hebben en houden. Maar hoe zit het met "de gewone man of vrouw"? Ligt daar dan niet de bron van bijzonder veel onbehagen? Heeft de politiek de lat niet té hoog gelegd voor zichzelf en staat ze daarom ook niet quasi-permanent met de broek op de enkels, klaar om de kastijding door de kiezer in ontvangst te nemen? Om dan kort na de "verkiezingen" gewoon over te gaan tot de orde van de dag? In dat opzicht biedt voor mij het libertarische gedachtengoed een uitdaging van jewelste. Ik ben daarbij niet meteen zo geïnteresseerd in het principiële filosofische debat, maar wel in de praktische implicaties van één en ander. Geneuzel over "vreedzaamheid" en "geweldloosheid" is leuk bij een goeie trappist en een blokje kaas; maar werkbare alternatieven formuleren is een heel ander paar mouwen. En als ik je goed begrepen heb, ben je ook een voorstander van het KISS-principe (Keep It Simple, Stupid). Al was het maar om ervoor te zorgen dat de remedie nooit erger wordt dan de kwaal. |
Toch even vermelden dat ik vind dat La Chunga een eervolle vermelding verdient voor de fijne manier van discussiëren.
|
Citaat:
|
Desiderius,
Bedankt voor het antwoord, het bevat de nodige stof om over na te denken. Ook ik denk dat het volgen van de praktische koers een betere is dan de louter filosofische en theoretische, waarmee ik deze aspecten niet wil uitsluiten. De link mbt Public Choice komt zeker van pas de volgende dagen wanneer ik me hierin verdiep. Ook de L&W-school ga ik wat bestuderen om een beter begrip rond dit gegeven te krijgen. Mijn eerste indruk is dat het nogal technisch is en de toepasbaarheid op materiële zaken (economie) makkelijker lijkt dan op immateriële waarden. Zo poog ik momenteel een evaluatie te maken via Pareto efficiency van het recht op vrije meningsuiting. Ik kom dit weekend terug op je interessante reactie. |
Citaat:
|
Oei, er worden complimentjes uitgedeeld. Nou, ik zal het er niet bij laten.
La Chunga is een welkome, rustige en beheersde gesprekspartner, zo het ziet. |
Citaat:
Bedankt. Kunnen we het hier bij laten voor wat betreft de tutoyering, straks kom ik tot de vaststelling dat ik toch nog enige gêne bezit en dat kan niet de bedoeling zijn. |
Desiderius,
Deze bijdrage is een aanvulling op mijn vorige en nog geen vervollediging op jouw reactie mbt Public Choice en de L&W-school (die materies zijn te complex om er zomaar eventjes out of the blue iets over te zeggen dus verdiep ik me eerst). Ook zijn ze nog geen antwoord op jouw laatste bijdrage, dat antwoord bewaar ik ook even tot dit weekend. Ik dacht dat deze vervollediging van belang was omdat deze morgen het gevoel me bekroop, dat ik in mijn vorige bijdrage iets té onvolledig was. Wat niet betekent dat het nu een volledig geheel is. Het blijft een aanzet. De aanvulling betreft twee grondregels waarvan grondregel twee eigenlijk ingeschreven kan worden in grondregel 1. De tweede is iets wat voor elk normaal mens evident is, maar pro forma neem ik dat even mee als grondregel voor een harmonieuze samenleving op basis van een eenvoudige, transparante en voor iedereen toegankelijke wetgeving. De derde grondregel voegde ik toe omdat ik na het overlezen van de reacties van Black Cat vooral gegrepen werd door haar angst voor geweld. Ik behandel hieronder dat geweld niet vanuit haar visie die - eenvoudig beschouwd - stelt dat het geweld een logisch gevolg zou zijn van een vrije, zelfregulerende economie. Eerder benader ik het vanuit de noodzaak om een minimum aan maatschappelijke grondregels te hebben die door hun algemeenheid zo alomvattend zijn dat wildgroei van ‘detailwetten’ kan worden vermeden. Dat is ook één van mijn grootste betrachtingen: het formuleren van zo weinig mogelijk samenlevingsprincipes (grondregels) die antwoord kunnen bieden op zoveel mogelijk situaties. Het zou schitterend zijn om op basis van de ratio een zeer beperkt aantal samenlevingsprincipes te formuleren die de test van de empirische toetsing kunnen doorstaan. De oorspronkelijke eerste grondregel: “Elk mens bezit het recht van de absolute vrijheid om te doen, te laten, te denken en te zeggen wat die mens wil zolang het uitoefenen van dat recht geen belemmering betekent voor een ander mens datzelfde recht te gebruiken” De pro forma grondregel die ik hierin wil schrijven is: “Ieder mens is gelijkwaardig”. Dat kan dus resulteren in een vernieuwde eerste grondregel: “Alle mensen zijn gelijkwaardig en bezitten het recht van de absolute vrijheid om te doen, te laten, te denken en te zeggen wat die mensen willen zolang het uitoefenen van dat recht door de ene mens geen belemmering betekent voor een ander mens om datzelfde recht te gebruiken” De onderstaande grondregel handelt over geweld, meer bepaald over de integriteit van de mens. Het offensief geweld valt weliswaar in het principe dat in bovenstaande grondregel zit vervat maar ik heb een gevoel van leegte wanneer het op defensief geweld aankomt. Hierdoor kwam ik tot volgende: “De overheid waakt over de fysische integriteit van elk mens. Indien de overheid, om welke reden dan ook, niet in staat is die integriteit te bewaren, kan de mens wiens fysische integriteit is bedreigd, die maatregelen nemen in proportionaliteit tot de bedreiging, die nodig zijn om zijn fysische integriteit te bewaren.” Het is zoiets als het recht op wettige zelfverdediging. Ook hier werd ik geconfronteerd met een probleem omdat ik overwoog de vermelding “fysische én psychische integriteit” te noteren. Ik heb dit niet gedaan omdat ik meen dat psychisch geweld – bijvoorbeeld verbaal – valt onder de eerste grondregel en gecatalogeerd kan worden onder vrijheid van meningsuiting. Dat wil ik enigszins duiden met een praktisch voorbeeld dat verbonden is met de hedendaagse realiteit: Persoon X publiceert meerdere artikels in een tijdschrift waarin wordt gesteld dat alle Nederlanders dieven zijn. Zelf heb ik hier geen problemen mee omdat ik weet dat nooit alle personen met dezelfde etnische origine dieven kunnen zijn. Ik zal, tijdens het lezen van deze mening, even mijn wenkbrauwen fronzen en daarmee is de kous af. Ik kan me daarentegen wel voorstellen dat meerdere Nederlanders zich in dit geval beledigd zouden voelen. Toch beschouw ik het zich beledigd voelen niet als een beknotting van de individuele vrijheid. Hoe zou deze beknotting moeten ingeschat worden? Ik heb er echt geen idee van tenzij men emotie wil gaan meten om te gebruiken als juridisch argument. Hoe dat meten dan wel moet gebeuren, weet ik al evenmin. De emotionele overlast van de belediging? Te bepalen door de verhouding tussen de hartslag van het lichaam van het slachtoffer in rust en tijdens het lezen van het betreffende artikel? Een van de problemen met de huidige wetgeving is precies dat ze evolueert naar een emotionele wetgeving. Niet alleen maakt de huidige overheid voor elk fysisch gegeven een wet; meer en meer dringt de wetgeving door tot de emotionele leefwereld van de mens. Die wetgeving heeft daar op z’n zachtst uitgedrukt niks te zoeken. De wetgeving is in de eerste plaats rationeel. Vrouwe Justitia is niet enkel blind, ze is ook streng, rechtvaardig en bovenal rationeel. Die rationaliteit betekent niet dat de rechtspraak zonder emotie is, integendeel. Omdat de rechtspraak gebeurt door en voor mensen, is er hoe dan ook steeds een emotioneel aspect aan verbonden. Emotie mag echter de rechtspraak niet overheersen anders begeven we ons op zeer glad ijs. Momenteel staan we al met één voet op dat ijs en niets wijst er op dat politici ons niet gaan verplichten om ook onze tweede voet op dat bevroren water te zetten. Eens dit gebeurt, is de vraag niet meer als, maar wanneer we op onze bek gaan. Terug naar het voorbeeld… In dat voorbeeld zouden meerdere Nederlanders kunnen redeneren dat het meermaals uitdragen van de mening – dat alle Nederlanders dieven zijn – hen in zekere zin van vrijheden beroofd. Die Nederlanders redeneren dan bijvoorbeeld als volgt: Het promoten van de mening als zouden alle Nederlanders dieven zijn, vermindert de kansen van de Nederlanders op de arbeidsmarkt, omdat een werkgever die deze mening voor waar aanneemt, niet zal overgaan tot het aanwerven van een Nederlander. Wanneer die werkgever moet kiezen tussen een Nederlander en bijvoorbeeld een Marokkaan dan zal de werkgever niet voor de Nederlander kiezen. Voor alle duidelijkheid, in gans deze zaak staat – naar mijn mening – de houding van de werkgever niet ter discussie; die neemt aan wie hij wil om welke reden hij wil. Mocht – in dit specifieke geval – de Nederlander over een grotere bekwaamheid beschikken dan de Marokkaan en de werkgever gaat over tot aanwerving van de Marokkaan, dan behoort dat tot de vrije keuze van de werkgever. Daar hoeft niemand zich mee te moeien. Ook al keur ik discriminatie af, een werkgever mag zélfs op basis van stilzwijgend racisme beslissen om iemand niet aan te werven. De aanwerving doen op basis van expliciet racisme, werpt een gans ander licht op de zaak, omdat de werkgever aantoonbare handelingen stelt die in strijd zijn met de eerste grondregel. Het is echter een realiteit dat sommige mensen angst hebben voor ‘andere’ mensen. Het opzetten van een Burgerlijke Congregatie ter Vrijwaring van de Menselijke Gelijkwaardigheid die via dubieuze undercoveropdrachten werkgevende ‘ketters’ aan de publieke schandpaal moet nagelen, neemt die angst niet weg. Integendeel, zo’n congregatie draagt enkel bij tot verhoogde weerzin jegens een te betuttelende overheid. Het is in dit geval de werkgever die moet leven met zijn keuze en als dit op basis van zijn racisme de verkeerde is, dan heeft die werkgever een probleem. Die werkgever zal op basis van deze negatieve ervaring mogelijk en hopelijk tot het inzicht komen dat een aanwerving best uitsluitend gebeurt op basis van bekwaamheid. Maar goed, de Nederlanders die vinden dat hun vrijheid werd beknot, stappen naar de rechtbank en willen via bewijsvoering en argumentatie aantonen dat het herhaaldelijk publiceren van de mening van persoon X indruist tegen de eerste grondregel omdat hun kansen op de arbeidsmarkt worden verkleind. Met het aantonen dat niet alle Nederlanders dieven zijn zullen ze geen probleem hebben. Het volstaat één Nederlander op te voeren met een blanco strafregister en de mening van persoon X is weerlegd. Indien die Nederlanders effectief werden geconfronteerd met het feit dat ze niet werden aangenomen omwille van deze mening dan moeten ze een werkgever vinden die handelde naar de mening van persoon X. Bovendien moet worden aangetoond dat de solliciterende Nederlander over de grootste bekwaamheid beschikt. De kans dat een werkgever voor een rechtbank komt te vertellen dat hij geen Nederlander aanwerft omdat hij denkt dat het allemaal dieven zijn, lijkt me zeer gering om niet te zeggen onbestaande. Men kan wel aanvoeren dat de werkgever onder ede de waarheid moet zeggen. Maar doet hij dat wel? Mijn inziens niet. Wie kan het trouwens controleren dat hij liegt? Bovendien handelt die werkgever – net als alle andere mensen – uit zelfbelang en zichzelf in een moeilijk parket brengen bevordert dat zelfbelang niet. Het aantonen van de grootste bekwaamheid van de eisende partij is best mogelijk via een objectieve evaluatie door een door de rechtbank aangeduide derde partij. Zelfs al wordt dit aangetoond dan nog primeert de vrijheid van de werkgever om aan te werven wie hij wil omdat het gebruik van deze vrijheid geen der betrokken partijen nadeel berokkende. De Nederlander heeft dus geen zaak omdat er geen aantoonbaar nadeel bestaat. De Nederlander had geen werk voor, en geen werk na de sollicitatie. De Nederlander werd door de mening van persoon X dus niet beter, maar ook niet slechter. Dit doet me trouwens denken aan Pareto, maar dat is nu naast de kwestie. Het inschrijven van psychisch (emotioneel) geweld in de derde grondregel beschouw ik dus als irrelevant. In het voorbeeld zal de rechter – onder de gegeven omstandigheden – de eiser in het ongelijk stellen omdat niet onweerlegbaar werd aangetoond dat de mening van persoon X een meetbaar fysisch of psychisch nadeel betekende voor de eiser. De rechter wijst de beklaagde erop dat niet alle Nederlanders dieven zijn, zoals werd aangetoond door de Nederlander met het blanco strafregister. Toch zal de rechter een Salomonsoordeel vellen om niemand het gevoel van verlies te geven. Persoon X wordt vrijgesproken maar de rechter verplicht hem wel om de helft van de gerechtskosten te betalen – de andere helft komt ten laste van de eiser. De eiser krijgt een proportioneel recht van antwoord in het tijdschrift waarin persoon X zijn mening publiceerde. Is dit binnen het concept van de eenvoudige grondregels een goed oordeel? Ik meen van wel. Persoon X of iemand die in zijn voetsporen wil treden, zal tweemaal nadenken voor hij betreffende of gelijkaardige mening, publiek maakt omdat de kans op een rechtszaak – waarvan hij de helft van de kosten moet dragen – reëel is. Bovendien wordt de partij die zich benadeeld voelt in de mogelijkheid gesteld, het euvel uit de wereld te helpen via het recht van antwoord. Ook zullen mensen die omwille van deze reden een rechtszaak willen inspannen tweemaal nadenken omdat bepaalde beschuldigingen die betrekking hebben op de emotie moeilijk aantoonbaar zijn. Deze uitspraak kan erin resulteren dat mensen die zich benadeeld voelen – al dan niet onder dreiging van een rechtszaak – een recht van antwoord eisen zonder naar de rechtbank te stappen. Zou dit het oordeel zijn in de tegenwoordige realiteit? Zeker niet! De overheid slaagde erin het grondwettelijk recht op vrijheid van meningsuiting zodanig aan banden te leggen dat de mening van persoon X niet zou gedoogd worden door de wet tegen racisme en xenofobie. Niet zozeer zou een fysisch nadeel tot een veroordeling leiden, omdat dit niet onweerlegbaar aantoonbaar is. Wel zou een niet-aantoonbaar psychisch nadeel tot veroordeling leiden. Bovendien geldt momenteel in dergelijke gevallen het principe van de omgekeerde bewijslast, waar op zich al heel wat tegen in te brengen is. Hierdoor ontwijkt de overheid de niet-aantoonbaarheid van een psychisch nadeel. Het is precies omwille van deze niet-aantoonbaarheid van een psychisch nadeel dat een overheid zich – volgens mij – niet met emotiewetgeving moet inlaten. Emotiewetgeving gaat over het indringen in de mens zijn geestelijk zijn en daar heeft die overheid überhaupt niks te zoeken. Zo dat daar deze vervollediging op mijn vorige bijdrage. |
Citaat:
-mensen bang maken (iedereen kent wel de paternalistische antirookcampagnes van de staat) -pure haat genereren (cfr de manier waarop het VB wordt euh... 'bestreden') -een vaag gevoelen van euforie van het 'erbijhoren' (cfr de EU grondwet, die aanvankelijk enkel werd voorgesteld niet door de inhoud te beoordelen maar door de 'noodzakelijkheid' van 'een' grondwet en 'een' verenigd europa aan te halen) -een vals gevoel van solidariteit genereren (cfr de politici die allemaal kwamen verkondigen dat racistische moorden of mp3 moorden niet politiek gerecupereerd mogen worden maar dat ze het verdriet van de bevolking delen en ondertussen deden ze maar mooi hun zegje) - een vals schuldgevoel opwekken (cfr de mestkevers, cfr de reactie van sp.a op de vakbondsacties, de vlaming en westerling zich schuldig gaan laten voelen omdat hij vlaming of westerling is en dus per definitie racist, ...) het media optreden van de (paarse) politici zou eens moeten geanalyseerd worden op hun emo-impact. |
Citaat:
|
wellicht, maar het zijn nu toevallig de paarse politiekers die aan de macht zijn he ;)
|
PRAKTISEREN VAN LIBERTARISME: HET DEFENSIEVOLUNTARIAAT
INLEIDING Anderhalve maand geleden begon ik te participeren aan dit forum onder eigen naam. Dat leek me geen goede keuze en toen besloot ik maar de naam “La Chunga” aan te nemen, zoekend naar onderwerpen waar ik me kon in vinden. Een helse zoektocht! De bijdragen die ik bij momenten las, wekten soms weerzin op, mijn reacties logen er niet om. Toen kwam ik bij deze thread: eindelijk! Door dialoog kon ik beginnen nadenken over hoe onze samenleving zou kunnen verbeterd worden. Onder eigen naam plaatste ik enkele weken geleden, in een andere thread (Buitenlandse politiek),een uiteenzetting over de hervorming van defensie. Het is een denkoefening die ik maakte in 1996 na mijn deelname aan buitenlandse, militaire operaties (uit deze operaties puurde ik trouwens mijn empirische kennis dat wanneer de omstandigheden zich ertoe lenen een rationeel mens zéér irrationeel kan handelen; vandaar ook mijn terughoudendheid om hypothesen te aanvaarden die uitgaan van de rationele mens). De uiteenzetting actualiseerde ik in 1999 en de cijfers die ik gebruik dateren nog van dat jaar. Die cijfers doen echter niets af van het eigenlijke principe. Bovendien werd de defensiebegroting enkele jaren bevroren waardoor een verhoging van de cijfers met ongeveer 20% (inflatie + een budgetverhoging in 2004, geloof ik) een onmiddellijke actualisering betekenen. Het is deze uiteenzetting die ik hier herneem, maar nu met een bijkomende doelstelling die ik formuleer op basis van zaken en principes die ik in deze thread meenam mbt libertarisme. Het – hoe zou ik zeggen – omsluitende doel van dit geheel, is om aan te tonen dat libertarische principes een praktische toepassing kunnen krijgen die voor iedereen duidelijk zijn. Ze weghalen uit de academische en ja, semi-esoterische sferen waarin ze al te vaak vertoeven. De ‘wereldvreemdheid’ van het libertarisme was – zoals uit mijn eerste bijdrage in deze thread blijkt – mijn grootste bedenking maar door deze dialoog alhier wat mee te maken, denk ik dat er realistische mogelijkheden inzitten. Toch blijf ik vasthouden aan empirisme en hiervoor was deze oefening geschikt. De vraag die ik me stelde: “Kunnen libertarische uitgangspunten toegepast worden op een concreet gegeven én binnen de bestaande realiteit?”. De oorspronkelijke doelstellingen van de uiteenzetting waren:
De doelstellingen van het leger kunnen in het kort als volgt worden omschreven:
Gezien het eenheidsstreven binnen Europa lijkt het onlogisch rekening te houden met toekomstige hypothesen waarbij België wordt aangevallen door één of meerdere buurlanden. Indien hier wel rekening wordt mee gehouden, moet het eenheidsstreven onmiddellijk worden stopgezet en meer middelen uitgetrokken voor de verdediging van het grondgebied. Om het eenheidsstreven geloofwaardig te maken moet de taak van de nationale grondgebiedverdediging worden opgeheven. Militaire verdediging van het grondgebied moet gebeuren in het kader van een Europese, militaire verdediging. Vraag 2: “Is een leger nog nodig?” Het antwoord hierop is positief omdat het van enorme naïviteit getuigt op deze vraag anders te antwoorden. Pacifisme is een mooie waarde maar het blijft een ideaal, dat hopelijk ooit maar misschien nooit zal worden bereikt. Vraag 3: “Wat zijn de prioriteiten voor een leger?”
Het leger telt 10.000 manschappen en beschikt over een jaarlijks budget van €1 miljard.
Onderstaande verdeelsleutel wordt nagestreefd:
Dit wil ik niet beschrijven via invulling met cijfers uit voorgaande, maar door een kort overzicht van de principes. Ze zijn een aanzet en bijgevolg ga ik ervan uit dat ze nog niet sluitend zijn. In het kort wil ik komen tot een privatisering van de financiering van defensie door uitbesteding aan financiële instellingen via een offerte. Het gaat dus niet om de privatisering van het leger!
|
Citaat:
Bedoel jij nu dat: een moreel verantwoorde economie een van economie-vreemde-elementen-gezuiverde-economie zou zijn, wat per definitie of in werkelijkheid onmogelijk is, en daarom doe je het voorstel tot een amorele (immorele ?) economie? Of is je "voorstel" alleen hoe jij libertarisme berijpt? |
Citaat:
(1) protective use of force: geweld bij uitzondering, noodzakelijk in noodgevallen (2) conflict/agressie hantering waarin wel het probleem (de aanval) wordt opgelost, maar de persoon ( de aanvaller) gespaard of zelfs beschermd wordt: gewelddesescalatie dus. (BV: beeld je in dat je beste vriend, een diabeet, je aanvalt in een toeval van hyperglycemie: je wil overleven en jezelf beschermen, maar ook je vriend) Citaat:
|
Citaat:
|
Citaat:
|
Citaat:
En wat is "over"? |
Enkele kanttekeningen bij je discussie met Desi:
Citaat:
En met geweld reageren op geweld, werkt escalatie in de hand. Uitgaande van je "eenvoudige" bemerking (offensief/defensief) gaat libertarisme dus al drie maal in de fout: waar begint geweld, wat is geweld, en waarom met geweld geweld beantwoorden? Citaat:
Citaat:
Waar is de initiëring? Hoe weeg je het element "treiteren" en "woede" af? Waarom treiterde de man zijn vrouw (psychopaat of gefrustreerd?)? Als deze vragen zal een rechter zich moeten stellen in een proces dat die naam waard is, om tot een correcte vraagstellling over de schuld te komen en om gepaste verzachtende of verzwarende omstandigheden in rekening te brengen. "Afweging" en "context" is het antwoord op de libertarische blindheid. |
Citaat:
1) de overwinning van vrijheid is het hoogste politieke doel 2) dit streven moet gebaseerd zijn op een morele passie voor rechtvaardigheid 3) dit streven moet worden opgevolgd met de meeste ijver, inzet en met zo min mogelijk gradualisme 4) het middel mag nooit het doel tegenspreken Er is echter een aanzienlijk aandeel van libertariërs die volledig consequent trachten te zijn en in punt 4) - een algemeen aanvaardbare stelling - de reden zien waarom ze juist niet aan het politieke landschap moeten deelnemen. Om het met Rockwell te zeggen: "To become a bureacrat to fight bureaucracy, to join the state in order to roll it back, makes as much sense as fighting fire with matches and gasoline." Maar het is een persoonlijke keuze uiteraard, waar altijd kan over gedebateerd worden. |
Citaat:
To become a workdonkey to fight workdonkeys, to fight the state in order to make it see other's visions, makes much sense as fighting Libertarians who think they invented the free world. (quoted by cookie) |
Citaat:
|
Citaat:
|
Citaat:
|
Citaat:
|
Citaat:
De Libertariërs: die een partij oprichten enz De libertariërs: die aan meta-politiek doen. Let wel op het misplaatste gebruik van het woord "rechtvaardigheid": d.i. de libertarische invulling ervan, dwz het absolute vrijwaring van het eigendomsrecht, ook die over de enige waterbron in de woestijn, "vrijheid hoogste goed", betekent de absolute vrijheid om dat persoonlijk eigendomsrecht over die enige waterbron (bv door first use) te bekomen. |
Citaat:
Maar dat dit voor bv. voor Duvel639 geen probleem is, durf ik te betwijfelen... Zelfs Debbie zal het daar wel moeilijk mee hebben... 8) |
Citaat:
|
| Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 12:05. |
Forumsoftware: vBulletin®
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.
Content copyright ©2002 - 2020, Politics.be