Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Ambiorix
(Bericht 2866032)
omdat een mens meer waard is. Nu zo moeilijk?:roll:
|
Nochtans, als ik naar een onbewoond eiland zou moeten, zou het moeilijk zijn van te kiezen tussen die koe en haar heerlijke melk en sommige verzuurde deelnemers aan dit forum. :lol:
Wat wetgeving:
16 JANUARI 1998. - Koninklijk besluit inzake de bescherming van dieren bij het slachten of doden.
(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 19-02-1998 en tekstbijwerking tot 07-11-2006).
Art. 5. § 1. Eenhoevigen, herkauwers, varkens, konijnen, pluimvee, en gekweekt wild die in een slachthuis worden binnengebracht om er te worden geslacht, moeten :
1° worden verplaatst en zo nodig ondergebracht overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk I, van de bijlage;
2° worden gefixeerd overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk II van de bijlage;
3° worden bedwelmd vóór het slachten of onmiddellijk worden gedood overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk III van de bijlage;
4° wat het verbloeden betreft, worden behandeld overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk IV van de bijlage;
§ 2. Het bepaalde in § 1, 3°, geldt niet voor dieren die worden geslacht volgens speciale methoden die vereist zijn voor bepaalde religieuze riten.
§ 3. Voor slachthuizen die beschikken over een afwijking toegekend op grond van artikel 5 § 1, 1° en 1°bis van het koninklijk besluit van 30 december 1992 betreffende de erkenning en de inrichtingsvoorwaarden van de slachthuizen en andere inrichtingen zoals gewijzigd bij koninklijk besluit van 25 februari 1994, zijn de bepalingen van § 1, 1° niet van toepassing.
Art. 6. § 1. De instrumenten, installaties en verdere voorzieningen voor het fixeren, bedwelmen of doden van dieren moeten zo zijn ontworpen, gebouwd en onderhouden en zo worden gebruikt dat de dieren overeenkomstig dit besluit snel en doeltreffend worden bedwelmd of gedood.
§ 2. Voor noodgevallen moeten op de slachtplaats adequate reserveapparatuur en -instrumenten aanwezig zijn. Deze moeten regelmatig worden gecontroleerd en naar behoren worden onderhouden door de uitbater van het slachthuis.
Art. 7. Het verplaatsen, onderbrengen, fixeren, bedwelmen, slachten of doden van dieren mag slechts worden uitgevoerd door personen die de nodige kennis en vaardigheden bezitten om de taken humaan en doeltreffend uit te voeren, overeenkomstig de in dit besluit neergelegde voorschriften.
De uitbater van het slachthuis ziet erop toe dat de bovenvermelde personen over de vereiste beroepsbekwaamheid, -kennis en vaardigheden beschikken.
HOOFDSTUK III. - Het slachten en doden buiten slachthuizen.
Art. 8. § 1. Voor het slachten van de in artikel 5, § 1 bedoelde dieren buiten slachthuizen, is artikel 5, § 1, onder 2°, 3° en 4° van toepassing. § 2. De bepalingen van voorgaande paragraaf zijn niet van toepassing voor pluimvee, gekweekt wild konijnen, varkens, schapen en geiten die buiten het slachthuis door de eigenaar worden geslacht of gedood voor eigen consumptie, mits de varkens, schapen, geiten en tweehoevig gekweekt wild van tevoren worden bedwelmd.
Art. 9. § 1. Wanneer dieren als bedoeld in artikel 5, § 1, moeten worden geslacht of gedood in het kader van de bestrijding van dierziekten, moet dat geschieden overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk V van de bijlage;
§ 2. Dieren die voor hun pels worden gehouden, moeten worden gedood overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk VI van de bijlage;
§ 3. Eendagskuikens en embryo's die in broederijen overtollig zijn en die moeten worden verwijderd, moeten zo snel mogelijk worden gedood overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk VII van de bijlage;
Art. 10. De artikelen 8 en 9 zijn niet van toepassing op een dier dat om dringende redenen onmiddellijk moet worden gedood.
Art. 11. Gewonde of zieke dieren bestemd voor de slacht, moeten ter plaatse worden geslacht of gedood, wanneer ze niet vervoerd kunnen worden zonder dat dit extra lijden voor de dieren veroorzaakt.