Politics.be

Politics.be (https://forum.politics.be/index.php)
-   Algemeen (https://forum.politics.be/forumdisplay.php?f=19)
-   -   De Oostenrijkse School: een inleiding (https://forum.politics.be/showthread.php?t=99894)

Percalion 3 januari 2008 23:00

Citaat:

Oorspronkelijk geplaatst door Kallikles (Bericht 3184348)
Inflatie is geen monetair fenomeen! De kwantiteitstheorie van het geld mag dan een mooi "logisch", deductief model beantwoorden, ze is fout en dat is met harde cijfers aangetoond!

De dag dat eender welk economisch twistpunt onweerlegbaar aangetoond wordt met cijfers, is nog lang niet in zicht. Indien inflatie geen monetair fenomeen is, zou het me nogal interesseren om te horen wat dan wél de oorzaak kan zijn. In alle geval staan heel wat wereldleiders aan jouw kant; ook Robert Mugabe is bijvoorbeeld een tegenstander van de kwantiteitstheorie van het geld.

Dieterius 4 januari 2008 08:25

met een inflatie van honderden procenten tot gevolg :D

Kallikles 5 januari 2008 20:22

Citaat:

Oorspronkelijk geplaatst door Percalion (Bericht 3186441)
De dag dat eender welk economisch twistpunt onweerlegbaar aangetoond wordt met cijfers, is nog lang niet in zicht. Indien inflatie geen monetair fenomeen is, zou het me nogal interesseren om te horen wat dan wél de oorzaak kan zijn. In alle geval staan heel wat wereldleiders aan jouw kant; ook Robert Mugabe is bijvoorbeeld een tegenstander van de kwantiteitstheorie van het geld.

Hou Mugabe en ander politiek gebrabbel erbuiten, Percalion...

Het gaat over de kwantiteitstheorie. Die maakt bepaalde voorspellingen. Als die voorspellingen niet uitkomen, klopt de theorie niet. Maar er zijn ook theoretische problemen met de kwantiteitstheorie.

Iedereen is het erover eens dat MV = PQ waarbij M=geldhoeveelheid, V=omloopsnelheid van het geld, P=prijsniveau en Q=geaggregeerde productie. Welnu, om tot een lineair verband tussen M en P te komen ("inflatie is een monetair fenomeen") moeten we V en Q exogeen veronderstellen.

Dit is echter hoogst problematisch, want het veronderstelt dat het geld, hét cruciale allocatie-mechanisme in een markteconomie, neutraal is t.o.v. de economie. Wat is dan nog de meerwaarde van een markteconomie? Dan kan het centraal planbureau de taken van de Walrassiaanse commissaire-priseur toch overnemen?

AdrianHealey 5 januari 2008 21:06

Citaat:

edereen is het erover eens
Hahahahahahaahahahahaha. :') :') :') :')

Kallikles 7 januari 2008 02:26

Citaat:

Oorspronkelijk geplaatst door AdrianHealey (Bericht 3190558)
Hahahahahahaahahahahaha. :') :') :') :')

Vous riez de votre propre bêtise, mon cher. MV=PQ is een identiteit. En zonder MV=PQ kom je al zeker niet tot je geliefde kwantiteitstheorie.

AdrianHealey 7 januari 2008 09:35

Citaat:

Oorspronkelijk geplaatst door Kallikles (Bericht 3193127)
Vous riez de votre propre bêtise, mon cher. MV=PQ is een identiteit. En zonder MV=PQ kom je al zeker niet tot je geliefde kwantiteitstheorie.

Hahahahahahaha. :') :') :') :') :') :')

Jezus, man. Je weet er echt niets van. :p

Percalion 7 januari 2008 14:57

Citaat:

Oorspronkelijk geplaatst door Kallikles (Bericht 3190452)
Hou Mugabe en ander politiek gebrabbel erbuiten, Percalion...

Het gaat over de kwantiteitstheorie. Die maakt bepaalde voorspellingen. Als die voorspellingen niet uitkomen, klopt de theorie niet. Maar er zijn ook theoretische problemen met de kwantiteitstheorie.

Iedereen is het erover eens dat MV = PQ waarbij M=geldhoeveelheid, V=omloopsnelheid van het geld, P=prijsniveau en Q=geaggregeerde productie. Welnu, om tot een lineair verband tussen M en P te komen ("inflatie is een monetair fenomeen") moeten we V en Q exogeen veronderstellen.

Dit is echter hoogst problematisch, want het veronderstelt dat het geld, hét cruciale allocatie-mechanisme in een markteconomie, neutraal is t.o.v. de economie. Wat is dan nog de meerwaarde van een markteconomie? Dan kan het centraal planbureau de taken van de Walrassiaanse commissaire-priseur toch overnemen?

De juistheid van de ruilvergelijking is niet cruciaal voor de juistheid van de kwantiteitstheorie. Je weet beter dan wie ook dat de kwantiteitstheorie zelfs de formulering van de ruilvergelijking vooraf ging in de tijd - Hume <=> Fischer. Binnen de Oostenrijkse School zijn er weinigen die de ruilvergelijking aanvaarden - Reisman bijvoorbeeld - aangezien aggregaten volgens de Oostenrijkse School niet de essentie laten zien van wat de fundamentele economische fenomenen zijn.

Zoals je opmerkt is het probleem met de ruilvergelijking inderdaad dat ze veronderstelt dat er een lineair verband is tussen de grootheden, en dat geld (of veranderingen in M) neutraal is tegenover Q of V. Net d�*�*rtegen fulmineerden economen als Mises en Rothbard: wijzigingen in de geldhoeveelheid hebben geen "homogene", "lineaire" wijzigingen in de prijsstructuur tot gevolg, zonder verdere schade aan Q of zonder wijzigingen in V. Integendeel: prijzen wijzigen steeds disproportioneel. De hele Oostenrijkse conjunctuurtheorie is slechts een uitwerking van de vaststelling dat prijzen nooit proportioneel beïnvloed worden door wijzigingen in de geldhoeveelheid.

AdrianHealey 7 januari 2008 17:06

Mmm.

Zeg Percy, die ga je verder moeten uitleggen. (Of verwijzen naar een bladzijde in De Soto zijn boek? Ergens tussen 1 en 800 aub.)

De reden waarom inflatie een monetair probleem is, lijkt me evident door het volgende.

Er zijn 10 goederen en er is 100 euro. Gemiddelde prijs 10 euro.
Er zijn 10 goederen en er is 200 euro. Gemiddelde prijs 20 euro.

Zo.

Wat zie ik over het hoofd?

netslet 7 januari 2008 17:17

Citaat:

Oorspronkelijk geplaatst door AdrianHealey (Bericht 3193889)
Mmm.

Zeg Percy, die ga je verder moeten uitleggen. (Of verwijzen naar een bladzijde in De Soto zijn boek? Ergens tussen 1 en 800 aub.)

De reden waarom inflatie een monetair probleem is, lijkt me evident door het volgende.

Er zijn 10 goederen en er is 100 euro. Gemiddelde prijs 10 euro.
Er zijn 10 goederen en er is 200 euro. Gemiddelde prijs 20 euro.

Zo.

Wat zie ik over het hoofd?

Misschien dat het ook perfect mogelijk is dat er 10 goederen en 100 € zijn en de aanbieders van de goederen elk goed voor pakweg 20 € willen verkopen.

Percalion 7 januari 2008 19:23

Citaat:

Oorspronkelijk geplaatst door netslet (Bericht 3193911)
Misschien dat het ook perfect mogelijk is dat er 10 goederen en 100 € zijn en de aanbieders van de goederen elk goed voor pakweg 20 € willen verkopen.

Dat kan, maar in dat geval zal niet iedere aanbieder zijn producten verkocht krijgen.

Percalion 7 januari 2008 19:25

Citaat:

Oorspronkelijk geplaatst door AdrianHealey (Bericht 3193889)
Mmm.

Zeg Percy, die ga je verder moeten uitleggen. (Of verwijzen naar een bladzijde in De Soto zijn boek? Ergens tussen 1 en 800 aub.)

Wat moet er uitgelegd worden? Het klopt dat de ruilvergelijking nogal met haken en ogen aan elkaar hangt, maar dat is niet essentieel voor de kwantiteitstheorie/de monetaire verklaring van inflatie. Het is niet omdat een heel abstracte formule met amper vier variabelen niet realistisch is, dat er geen goede redenen zouden zijn om aan te nemen dat inflatie 'n monetair fenomeen is. Mises is een typevoorbeeld, Rothbard ook: ze verwierpen beiden de Fischer-vergelijking, maar niet de monetaire verklaring voor inflatie.

AdrianHealey 7 januari 2008 20:00

Citaat:

Oorspronkelijk geplaatst door netslet (Bericht 3193911)
Misschien dat het ook perfect mogelijk is dat er 10 goederen en 100 € zijn en de aanbieders van de goederen elk goed voor pakweg 20 € willen verkopen.

Willen verkopen is goed mogelijk. En het is zelfs mogelijk dát ze het allemaal voor 20 euro verkopen.

Maar in de vraagstelling - mss niet duidelijk genoeg - is er ceteris paribus op tijd, non?

AdrianHealey 7 januari 2008 20:00

Citaat:

Oorspronkelijk geplaatst door Percalion (Bericht 3194262)
Dat kan, maar in dat geval zal niet iedere aanbieder zijn producten verkocht krijgen.

Wel ja, in verloop van tijd, hé. :p Maar ja, dat is even niet relevant voor het vraagstuk.

AdrianHealey 7 januari 2008 20:03

Citaat:

Oorspronkelijk geplaatst door Percalion (Bericht 3194271)
Wat moet er uitgelegd worden? Het klopt dat de ruilvergelijking nogal met haken en ogen aan elkaar hangt, maar dat is niet essentieel voor de kwantiteitstheorie/de monetaire verklaring van inflatie. Het is niet omdat een heel abstracte formule met amper vier variabelen niet realistisch is, dat er geen goede redenen zouden zijn om aan te nemen dat inflatie 'n monetair fenomeen is. Mises is een typevoorbeeld, Rothbard ook: ze verwierpen beiden de Fischer-vergelijking, maar niet de monetaire verklaring voor inflatie.

'k vond dat altijd al raar.
Prijzen = €
Omloopsnelheid = prijs Verkochte producten/dag
Geldhoeveelheid = #
Prijsniveau = ?????

Aleja, hoe kán je daar in hemelsnaam een vergelijking in vinden? :? Is daar feitelijk een antwoord op?

Nuja, 'soit'.

't laatste wat ik nog wou weten. Is mijn voorbeeldje (100/10, 200/10) bruikbaar om inflatie uit te leggen als monetair fenomeen uit te leggen? Tot nu toe vond ik dat schitterend, en iedereen begreep het!

Percalion 7 januari 2008 20:26

Ik vind dat geen slecht voorbeeld, eigenlijk.

Percalion 7 januari 2008 20:27

Trouwens Adrian, zéker dat stuk van Rothbard lezen. Geweldige reductio ad absurdum zit daar :D

AdrianHealey 7 januari 2008 23:45

Citaat:

Oorspronkelijk geplaatst door Percalion (Bericht 3194523)
Trouwens Adrian, zéker dat stuk van Rothbard lezen. Geweldige reductio ad absurdum zit daar :D

Over monetair beleid? Daar zit ik nog niet. :p

netslet 8 januari 2008 09:14

Citaat:

Oorspronkelijk geplaatst door Percalion (Bericht 3194262)
Dat kan, maar in dat geval zal niet iedere aanbieder zijn producten verkocht krijgen.

Toch wel. Stel An heeft 5 appels, Bob 5 peren en Charles 100 euro. An verkoopt haar 5 appels aan Charles voor € 100. An koopt met haar net verdiende 100 euro alle 5 peren van Bob.

Resultaat: 10 producten verkocht tegen een gemiddelde prijs van € 20.

netslet 8 januari 2008 10:26

Citaat:

Oorspronkelijk geplaatst door AdrianHealey (Bericht 3193889)
De reden waarom inflatie een monetair probleem is, lijkt me evident door het volgende.

Er zijn 10 goederen en er is 100 euro. Gemiddelde prijs 10 euro.
Er zijn 10 goederen en er is 200 euro. Gemiddelde prijs 20 euro.

Als elke eigenaar van geld in situatie 1 het dubbele ervan heeft in situatie 2 lijkt er zich mij ook geen monetair probleem voor te doen.

Het probleem bij monetaire inflatie lijkt mij juist dat het nieuw gecreëerde geld zich juist niet verdeelt volgens de monetaire verdeling die er voor de geldcreatie was. Daardoor profiteren de eerste eigenaars van het nieuwe geld van de nieuwe monetaire situatie ten koste van al de rest.

AdrianHealey 8 januari 2008 13:35

Citaat:

Oorspronkelijk geplaatst door netslet (Bericht 3195369)
Als elke eigenaar van geld in situatie 1 het dubbele ervan heeft in situatie 2 lijkt er zich mij ook geen monetair probleem voor te doen.

Het probleem bij monetaire inflatie lijkt mij juist dat het nieuw gecreëerde geld zich juist niet verdeelt volgens de monetaire verdeling die er voor de geldcreatie was. Daardoor profiteren de eerste eigenaars van het nieuwe geld van de nieuwe monetaire situatie ten koste van al de rest.

Natuurlijk. Enfin, het voorbeeld van 'het dorp waar elke nacht eenieder zijn geldvoorraad magisch verdubbelt door de kabouters', ondersteunt dat. Het hele punt van dit voorbeeldje is simpelweg dat inflatie - een algemene stijging van de prijzen, over je gehele economie - maar kan gebeuren door geldcreatie. Daarnaast leg ik dan ook uit van het magische dorp en dat het zo net niét gebeurd, etc.


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 16:56.

Forumsoftware: vBulletin®
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.
Content copyright ©2002 - 2020, Politics.be