patrickve |
18 juni 2019 12:48 |
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Jan van den Berghe
(Bericht 9046521)
Welke argumenten leidden bij u tot ongeloof?
|
Ik was diepgelovig tot ongeveer mijn 12 jaar. Maar ik was blijkbaar niet gelovig zoals het hoorde, want ik dacht dat alles wat men mij onderwezen had over het geloof gewoon "wetenschappelijke kennis" was, zoals al de rest (van de wereld is rond, en de kringloop van het water en zo). Maw, ik dacht dat al die dingen gewoon langs alle kanten geverifieerd waren en dat dat even sterk "bewezen" was als al de rest. Maw, mijn christelijk geloof was geen echt geloof, maar "natuurwetenschappen", of ik dacht dat tenminste.
Rond mijn 12 jaar kreeg ik mijn eerste lessen wiskunde met de notie van "bewijs" enerzijds, en heb ik aan mijn leraar godsdienst, een pater, gevraagd van wat kleine mirakels te doen anderzijds. Geen grote, want hij was niet heel hoog in de kerkelijke hierarchie, maar bijvoorbeeld, een stuk papier doen vliegen of zo. Niet op water wandelen of zo, of dooien doen herleven, dat was enkel voor Jezus en de Paus, zijn plaatsvervanger, weggelegd, maar iets simpels, dat moest toch kunnen voor een pater. Eerst dacht hij dat ik een flauwe mop vertelde. Het was een heel eerlijke vraag. Ik dacht dat paters en bisschoppen mirakels aan de lopende band deden. Toen ik stelde dat het toch eigenaardig is, dat als niemand in de kerk mirakels kan doen, we ons toch niet enkel maar gaan baseren op ouwe zever zonder te kunnen toveren vandaag, dat ge daarvoor nogal onnozel moet zijn, werd-em kwaad.
Ik heb toen straf mogen schrijven.
De dag daarop was ik niet gelovig meer.
|