subocaj |
9 oktober 2012 09:10 |
Citaat:
giserke;6359284]Mocht je ooit niet gehinderd worden van enige kennis, N-VA zit federaal niet in de regering.
Of N-VA nu de senaat wil afschaffen of niet, het zijn de regeringspartijen die dit moeten doen.
|
wikipedia:
Citaat:
Geschiedenis
Huidige Nederlandstalige partijen en hun behaalde resultaat voor de senaat sinds 1971 uitgedrukt in procenten
Na de Belgische Revolutie moest het Nationaal Congres zich buigen over de opstelling van een Belgische Grondwet. Verenigd in de strijd tegen Nederland was men het over de meeste zaken snel eens. De Senaat was echter een moeilijk punt.
Vooreerst was er discussie of men moest kiezen voor een eenkamer- dan wel een tweekamerstelsel. Men had immers negatieve ervaringen met zo'n "eerste kamer" onder het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Uiteindelijk koos men toch voor een tweekamerstelsel, uit vrees voor al te revolutionaire beslissingen door de democratischere Kamer van Volksvertegenwoordigers, zoals men dat in Frankrijk had gezien. De Senaat zou dus als een conservatief tegengewicht moeten dienen. Bovendien dacht men dat zo'n aristocratische Kamer als bemiddelaar zou kunnen fungeren tussen de Kamer en de Koning. Doordat wetten een tweede keer goedgekeurd moeten worden, vermijdt men ook dat de Kamer onder druk van de publieke opinie zou overgaan tot gelegenheidswetten, volgens de waan van de dag. In de praktijk is echter gebleken dat de Senaat zich altijd eerder terughoudend heeft opgesteld ten aanzien van de Kamer.
Nadat die basisoptie genomen was, moest men nog bepalen hoe men die Kamer zou samenstellen. Hiervoor had men de keuze tussen verschillende systemen: benoeming door de Koning, erfelijk lidmaatschap ... Uiteindelijk koos men voor een verkozen kamer, waar men om verkozen te kunnen worden aan een hogere cijnsvoorwaarde moest voldoen (1000 gulden), waardoor er in de praktijk slechts 400 personen verkiesbaar waren. De Senaat werd dus een erg elitair orgaan. Naast die rechtstreeks verkozen senatoren zaten er ook de senatoren van rechtswege.
In 1893 werd de Senaat gedemocratiseerd, doordat de cijnsvereiste verlaagd werd. Daarnaast werd een nieuwe categorie van senatoren ingevoerd: de provinciale senatoren. Elke provincie mocht een senator aanduiden, om op die manier te verzekeren dat elke provincie betrokken zou worden bij de nationale besluitvorming. Deze categorie werd in 1993 afgeschaft.
In 1920 werd opnieuw een nieuwe categorie senatoren ingevoerd, de gecoöpteerde senatoren. De bedoeling was om meer kwaliteit in de Senaat te brengen, mensen met verdienste in de samenleving die een positieve inhoudelijke bijdrage zouden hebben in de totstandkoming van de wetten.
Tezelfdertijd werden ook de verkiesbaarheidsvoorwaarden gewijzigd: in plaats van een cijnsvoorwaarde werd een lijst van 21 voorwaarden ingevoerd. Wanneer men aan 1 van die voorwaarden voldeed, kon men verkozen worden. Bijna iedereen voldeed wel aan een van die voorwaarden, waardoor het verschil in samenstelling met de Kamer afnam.
Tot 1993 werden de deelstaatparlementen niet verkozen. Het Vlaams Parlement bestond uit de Vlaamse leden van het federaal parlement ... Dit dubbelmandaat werd afgeschaft, waardoor er 318 parlementairen meer nodig waren. Om deze toename te compenseren werd het aantal leden van de Kamer van 212 tot 150 gebracht en het aantal Senatoren van 184 tot 71. Ook kwam er een inhoudelijke hervorming: er werd een nieuwe categorie senatoren ingevoerd, de gemeenschapssenatoren. Daardoor wilde men van de Senaat aanpassen aan de door de staatshervorming gecreëerde federale structuur. Hierdoor kunnen de deelstaten betrokken worden bij grondwetswijzigingen ... Daarnaast vond men het nuttig om een reflectiekamer te hebben, die over de kwaliteit van de wetgeving zou kunnen waken door een evocatierecht.
Vandaag telt de Senaat 74 leden, waarvan 71 volksvertegenwoordigers. Deze 74 zijn verdeeld in 4 categorieën:
40 rechtstreeks verkozen senatoren (25 Nederlandse kiescollege, 15 Franse kiescollege)
21 gemeenschapssenatoren (10 Nederlandstalige, 10 Franstalige, 1 Duitstalige)
10 gecoöpteerde senatoren (6 Nederlandstalige, 4 Franstalige)
3 senatoren van rechtswege
Het behoorde tot de doelstellingen van de regering-Verhofstadt II om de Senaat opnieuw te hervormen, waarbij waarschijnlijk de functie van reflectiekamer zou verdwijnen en de Senaat nog verder zou omgevormd worden tot een kamer van de deelstaten.
In het Vlinderakkoord van 2011 werd beslist om de Senaat niet meer rechtstreeks te laten verkiezen, maar het te laten functioneren als een soort ontmoetingsplaats voor deelstaatparlementen. Zowel de rechtstreeks verkozen senatoren als de senatoren van rechtswege zullen worden afgeschaft. Voortaan zal de Senaat 50 gemeenschapssenatoren tellen: 29 Nederlandstaligen, 20 Franstaligen en 1 Duitstalige. De 10 gecoöpteerde senatoren blijven wel behouden. In totaal zal de nieuwe Senaat dus 60 senatoren tellen: 35 Nederlandstaligen (58,3%), 24 Franstaligen (40 %) en 1 Duitstalige (1,7 %). De Senaat zal slechts één keer per maand samenkomen en zal enkel nog bevoegd zijn voor de staatshervorming en het koningshuis. De Senaat zal dus geen onderzoekscommissies meer kunnen organiseren en geen mondelinge vragen meer kunnen stellen.
Sinds 1993 is de macht van de Senaat ingeperkt: de regering is niet langer verantwoordelijk voor de Senaat, waardoor ze daar niet meer kan vallen. Ook zijn inhoudelijke bevoegdheden zijn beperkt. Er zijn nu 3 soorten wetgevingsprocedures, steeds met een andere functie voor de Senaat:
Exclusieve bevoegdheden van de Kamer: art. 74 GW somt de aangelegenheden op waarin alleen de Kamer bevoegd is en de Senaat op geen enkele manier kan tussenkomen:
het verlenen van naturalisaties;
burgerrechtelijke en strafrechtelijke aansprakelijkheid van de ministers van de Koning;
de begrotingen en de rekeningen van de Staat;
de vaststelling van het legercontingent.
Verplicht tweekamerstelsel: De Kamer van volksvertegenwoordigers en de Senaat moeten allebei betrokken worden bij volgende aangelegenheden (een lijst die kan uitgebreid worden door een bijzondere wet:
de verklaring tot herziening van de Grondwet en de herziening van de Grondwet;
de aangelegenheden waarvan in de Grondwet wordt gesteld dat de Kamers gelijk bevoegd zijn;
de wetten bedoeld in de artikelen 5, 39, 43, 50, 68, 71, 77, 82, 115, 117, 118, 121, 123, 127 tot 131, 135 tot 137, 140 tot 143, 145, 146, 163, 165, 166, 167, § 1, derde lid, § 4 en § 5, 169, 170, § 2, tweede lid, § 3, tweede en derde lid, § 4, tweede lid, en 175 tot 177 van de Grondwet, evenals de wetten ter uitvoering van de voormelde wetten en artikelen;
de bijzondere wetten, evenals de wetten ter uitvoering hiervan;
de wetten die bevoegdheden overdragen aan volkenrechtelijke instellingen;
de wetten houdende instemming met verdragen;
de wetten aangenomen om de naleving van internationale of supranationale verplichtingen te verzekeren;
de wetten op de Raad van State;
de organisatie van de hoven en rechtbanken;
de wetten tot goedkeuring van samenwerkingsakkoorden tussen de Staat, de gemeenschappen en de gewesten.
In alle andere aangelegenheden bepaalt de Senaat zelf de mate waarin zij in de besluitvorming wordt betrokken. Zij worden in de procedure betrokken door:
zelf een initiatief te nemen
gebruik te maken van hun evocatierecht
De senaat blijft, buiten de begrotingsbevoegdheid, wel over alle traditionele bevoegdheden van een parlement beschikken: ze hebben nog het recht van onderzoek, bepalen zelf hun dotatie, stelt haar eigen reglement op ...
Bureau
De werking van de Senaat wordt geregeld door het bureau. Het is samengesteld uit de voorzitter, de ondervoorzitters, de quaestoren (die vooral instaan voor het financieel beleid) en de fractievoorzitters). Het bureau wordt samengesteld op basis van verkiezing onder de leden van de Senaat, rekening houdend met een voldoende vertegenwoordiging van de oppositie.
De huidige voorzitter van de Senaat is:
Sabine de Bethune (CD&V)
Het bureau van de Senaat bestaat verder uit:
eerste ondervoorzitter Danny Pieters (N-VA)
tweede ondervoorzitter Willy Demeyer (PS)
derde ondervoorzitter Armand De Decker (MR)
quaestor Louis Ide (N-VA)
quaestor Olga Zrihen (PS)
quaestor Bert Anciaux (sp.a)
Fractievoorzitters:
Liesbeth Homans (N-VA)
Philippe Mahoux (PS)
Marleen Temmerman (sp.a)
Bart Tommelein (Open Vld)
Dominique Tilmans (MR)
Dirk Claes (CD&V)
Francis Delpérée (cdH)
Anke Van dermeersch (VB)
Jacky Morael (Ecolo-Groen!)
Griffier van de Senaat (Secretaris-generaal) is Hugo Hondequin.
Eedaflegging
Elke senator moet een eed afleggen, in één van de drie landstalen. Die eed luidt Ik zweer de Grondwet na te leven - Je jure d'observer la Constitution - Ich schwöre, die Verfassung zu beachten.
Financieel
Een senator heeft een brutojaarinkomen van € 103.794. Daarenboven genieten senatoren nog van andere financiële voordelen, en voordelen in natura. Bijvoorbeeld een maandelijkse onkostenvergoeding van € 1.748, portvrije zendingen, en gratis gebruik van het openbaar vervoer.
Senatoren met functies in de senaat, zoals voorzitter, bureaulid, of fractieleider, krijgen een supplementair bedrag, en een wagen met chauffeur.
Een uittredend senator met vier, acht of twaalf jaar anciënniteit, krijgt een uittredingsvergoeding. De exacte berekening gebeurt door de quaestuur van de senaat en is zeer complex, bijvoorbeeld
Wie twaalf jaar heeft gezeteld, heeft recht op 24 maanden lang een bruto vergoeding van € 7.460, of € 179.040 in totaal.
Wie tegelijk ook fractievoorzitter is geweest, strijkt daarvoor ook nog eens 24 maal € 2.800 op, of zowat € 67.200 euro in totaal.
|
Het waren Vlaamse senatoren waarvoor je kon kiezen. Nu worden ze door de particratie gecoöpteerd zowel de federale als de gewestsenatoren.
Citaat:
Wil je zeggen, dat ze zetels moeten afstaan aan andere partijen?
|
Nee, maar iedere partij kan zonder toestemming van de kiezer desnoods het bekende bestuurslid van Inbev of Eddy Wally als senator benoemen.
Citaat:
De borgstelling zit anders wel in de begroting.
|
Juist niet, dat is waar het Rekenhof moeite mee heeft.
Citaat:
Ik dacht nochtans dat de Vlaamse overheid een AA+ label kreeg? Denk je dat al die internationale ratingbureaus onder het hoedje van N-VA speelden?
|
Nee, maar die krijgen ook maar de cijfers die de Vlaamse regering wil dat bekend worden.
Citaat:
Subocaj, ik dacht toch dat jij wat meer intelligentie toebedeeld was.
|
Ik dacht van jou hetzelfde, maar troost je, ik ben liever een domme integere boer, dan een slijmerige, graaiende, slaafse, zichzelf een intelligent wanende politicus.;-)
|